Kunst, letteren, enz. Vragen en Antwoorden. Schaakrubriek van liet Schaakgezelschap „Palamedes". (Opgericht 1846). FEUILLETON. (Scsjdleii ¥iisio8£ra@n. liggen voor mooier exploitaite of... Tril het gemeentebestuur niet daarin medewer ken Niet bunders land koopen op verren afstand en renteloos laten liggen, maar beter acht ik, dat men choor samenwerking met grondverkoopers en bouwers in aan sluiting op onze hoofdwegen en Singels een mooi -geheel vormt, wat veel practischer is. jWat had men, behalve een betere bebou wing en aanleg van ons Plantsoen, in aan sluiting daarmede een mooier villapark aan de zijefc. van den Zoeterwoudschen Singel kunnen aanleggen, dan te Oegstgeest het Wilhelmina- of Prins-Hendrik-Park. Doch gedane zaken nemen geen keer echter hoop ik én velen met mij, dat, waar cr nog zooveel terrein braak ligt, binnen de grenzen ook in het westen van onze ge meente, ons Gemeentebestuur oog zal heb ben en medewerking zal verleenen tot het maken van doorloopendo landelijke stads tegen ook in dat deel der stad, waarheen door nabijheid van station of inrichting der wetenschap de trek is en zij onze burgers niet zal nopen, over de grens hun landhui zen of woningen 4e boiiwen. EenLeidenaar. Leiden, 20 Febr. 191-1. 10 0ste ,,M ij 1 p a 1 e d'\ Zaterdag 21 Februari geeft de N. Y. ,,Het Tooneel" in het Paleis voor Volks vlijt te Amsterdam, de 100ste voorstelling van Mijlpalen", Als bijzonderheid dient nog vermeld, dat uitgezonderd de rol van Freule Muriël Pym, welke door ongesteldheid van Marie Holtrop in de laatste 10 voorstellingen door Sofie Carelse moest worden overge nomen, de rolverdeeling bij al die voor stellingen onveranderd is gebleven. Een dertigjarig Tooneel- jubileum. We ontvingen een circulaire van den vol genden inhoud: ,,Een talentvol toon celspeelster gaat be gin Maart haar dertigjarig jubileum vie ren. Zij jubelde" voorheen nooit, want zij houdt er niet van zich op den voorgrond te stellen, waar het een eere van haar verdiensten geldt. „Mevrouw Anna Sablairolles is in Maart dertig jaren aan het tooneel. „De ondergeteekenden wilden niet, dat dit feit vergeten zou worden. Mevrouw Sablairolles was het, die het eerst Ibsen's Nora hier te lande speelde in een supe rieure creatie. Zij heeft een nieuw tijdperk mee ingeluid. Zij was het ook, die tijdens haar engagement bij de Non. Vereen. „Het Nederlandsch Tooneel" in menige rol beeft uitgemunt. „Mevrouw Sablairolles is nu ruim vijf jaren verbonden geweest aan „Het Too neel", directie Willem Koyaarcïs. Wie her innert. zich niet o.m. het hartelijke oudje in „De Violiers" en de moeder in ,,l)e rijf Frankforters". In de laatste rol gaat zij „jubelen". Dan volgt een lange lijst van ondertee kenaars. Secretaris-penningmeester van het huldigingscomité is Frank Luns, Prinsen gracht. 800, te Amsterdam. De feestvoorstelling zal 3 Maart te Ara- sterdam plaats hebben. (De bewering dat Anna Sablairolles bet eerst in „Nora" den titelrol heeft gespeeld, is niet- juist. Blijkens Mendes da Costa's Tooneelherinneringen was dit Aleida KSe- lofsen). Nieuw stuk van Bernstein. Henri Bernstein is bezig aan een nieuw stuk „Judith", dat het volgend seizoen in het Theatre du Vaudeville te Parijs, zal worden opgevoerd. Het tooneel te Rotterdam. De correspondent te Rotterdam van het Ne de landschè kunstenaars. „Hbld." meldt: j De minister van binnenlandschc zaken De vorige week meldden wij naar heeft een speciale commissie ingesteld ter aanleiding van een voorbarig bericht, dat behartiging der belangen van de Neder- aan het Rotterdamsch Tooneelgezelsehap I landschè kunstenaars te Venetië. een gemeentelijke subsidie zou worden ver leend dat een vereeniging in wording was, om het Rotterdamsch Tooneelgezel sehap te steunen. Dit wordt thans bevestigd door een gis teren verzonden circulaire, waarin de uit- noodiging is vervat tot een bespreking op Woensdag 25 Februari. De uitnoodiging gaat uit van de heeren mr. Joh. Havelaar, Ch. van der Heyden, J. van Hoboken, L. Jacobson, A. Kolff, J. Milders, H. G. J. de Monchy, G. van der Pot en A. Robert son W.Azn. Het opmerkelijke in deze uitnoodigings- circulaire is, dat daarin gesproken wordt over de oprichting van een vereeniging tot instandhouding van een Rotterdamsch too neelgezelsehap, en niet van het Rotter damsch Tooneelgezelsehap. De onderteeke- naars schijnen zich dus niet in allo opzich ten te willen binden aan de directie-Van Eysden. Bij de Erven F. Bohn te Haarlem is uit gekomen „Christendom en Oriéntalisme", rede, uitgesproken bij de aanvaarding vaa het ambt van hoogleeraar in do faculteit der Godgeleerdheid aan de Rijks-Uni^er- siteit te Groningen door dr. J. dfo Zwaan. Het eerste nummer van de tweede jaar gang van „Het Biljart" is bijzonder be langwekkend door de verslagen van de wedstrijden, om het 2e klas kampioenschap j van Nederland en den K. R. A. S.-beker, I die het bevat- Tal van aardige foto's sieren het Tijdöehrift. i Maandblad voor Munt- en P en- ningkunde. Bij de N. Y. Uitgevers-Maatschappij v. h. C .Harms Tiepen te Amsterdam is verschenen het eerste nummer van den I eersten, jaargang van het „Maandblad voor j Munt- en Penningkunde. De redactio is in handen van, L. Touldauer en A. Saalborn. In een-artikel „Over het verzamelen van j munten en penningen" wordt het volgende betoogd „In nog hoogere mate dan schilderijen, i ziet men telkens meer Neder landschè mun- j ten en penningen naar het buitenland gaan oorzaak hiervan moet eenvoudig in de betrekkelijk zeer geringe belangstelling gezocht worden, want geenszins als met j schilderijen is het noodig over een ruime I beurs te beschikken, wanneer men een klei- no munt- of penningverzameling wenscht j aan te leggen. Hier komt bij dat de Nederlandsche i numismatiek tot- do fraaiste en uïtgebreid- j sto behoort en dat ons land in (Dn loop der tijden de meeste verschillende munten heeft opgeleverd, hetgeen zeker in hoofd zaak to danken is aau ds belangrijke posï- j tie en do uitgebreide betrekkingen, die de Hollandiers als handeldrijvende mogend- I heid van de vroegste tijdon tot op het ein- 1 de der l8o eeuw hebben bezeten. Is het. niet i opmerkelijk, dat, wanneer men in het bui- 1 tenland (tot zelfs in Rusland toe) munt- vondsten doet, hierbij veelal Hollandsch j geld aangetroffen wordt i „En dan, do lijst der namen van Neder - laudseho graveurs is even lang als rijk aan bekende, ja beroemde namen. Steven 1 v. Holland, Bloc. v. Abeele. Adolfszoon, W. Muller, Smeïtzing, de Wijs, J. G. en M. 1 Holtzhey, Looff. Logeman en zooveel ande ren, waren niet alleen vaardige werklui, i zij waren veelal ook kunstenaars." De vermeende Rembrandt- relieken. Er is drukte gemaakt over relieken van Rembrandt- Een palet en een schilderstok werden naar Engeland overgebracht, als het palot en de stok van hem. Dank zij een advies van dr. Bredius ziet j men daar nu in, ebt deze voorwerpen niet authentiek zijn.. De oorspronkelijke ver- kooper moet voornemens zijn, ze te vernie- tigen. Vraag: Ib het op zijn zachtst uitge drukt niet onverantwoordelijk van de H. IJ. S. M. een persoon in dienst te houden die volgons eigen verklaring door nalatig heid den dood van een medemensch veroor zaakt heeft? Is dat niet moedwillig het le ven van de reizigers in die waagschaal stellen? Behoorde zoo'n persoon niet direct geschorst te worden? Antwoord: Ons lijkt uw oordeel wat veel te hard. Laat eerst een onderzoek in gesteld worden. De man zal intusschen in dien hij werkelijk nalatig is geweest, nu wel beter oppassen. Weca echter maar niet bang dab de man zijn straf niet zal krijgen. Vraag: Mijn dochtertje heeft hoofd- onrein gehad maar nu is het geheel zuiver nu mag zij niet eer op school komen of het haar moet eerst van het hoofd verwijderd wordendaar ben ik sterk op tegen, om dat zij een mooi hoofdje met haar heeft Zou ik nu nog last kunnen krijgen met de schoolwet als ik haar thuis houd van de school Ik stuur haar naar school, maar de meester stuurt haar telkens weer torug omdat het haar niet geknipt is. Antwoord: U wordt bepaald verba liseert wegens overtredig der leerplichtwet en dat kost u allicht drie gulden boete. Bovendien benadeelt u uw dochtertje, dab in al dien tijd niet leert. Het verwijderen van het haar zal door den schoolarts noodig geoordeeld zijn voor algeheele genezing van uw kind en ook dit is dus voor haar eigen bestwil. Het mooie hoofdje rast haar krijgt het kind spoedig terug en dan zuiver. Geef u dus ook in 't belang van het kind zelf maar gauw toe. V raag: Kunt U mij ook zeggen of de stoompont, die een geregeld verkeer onder houdt tusschen dia plaatsen Dordrecht en Zwijndrecht, door middel van een roer wordt bestuurd, of dat ze langs een kotting de staaldraad haar richting houdt? Zoo ook de stoompont over het IJ te Amsterdam? Antwoord: Dat is nu weer een van die echte persoonlijke nieuwsgierigheid waarvoor we onze vragenrubriek niet mo gen leenen. Ga van den zomer zelf maar eens kijken. Dan hebt u moteen een aardig uitstapje. Vraag: Ik heb een schilderij, voorstel lend? Stradivarius in zijn werkkamer, een Viool in d© hand houdend, voorzien van het onderschrift„Diédié a son altesse royale monseigneur lo due de Brabant." Heeft- die nog waarde Antwoord: Dat onderschrift betee- kent„Opgedragen aan Z, K. H. den Hertog van Brabant." Of het stuk waarde heeft, is zoo niet te zeggen. Laat het zien aan een kunsthandelaar. Vraag: Daar ik graag naar „Kennis is Macht" wilde, wilde ik U vragen of daar dan nog een examen aan verbonden is Wat zijn do kosten, en wanneer kan ik daar op komen Ik ben veertien jaar en wilde graag voor Boekhouder leeren, en wie is daar hot hoofd van? Antwoord: Directeur is de heer D. J. M. do Hondt, hoofd der school 2c klasso a'd. Oude Vest. Daar worden ook de cursussen van „Kennis is Macht" gegeven. Het lijkt ons heel goed dat u daar heen gaat. Laat uw vader den directeur maar eens opzoeken en heeft die er geen lust in, trek er dan zelf maar eens op uit. Dan weet ge er alles van V raag: Mag ik duinwater, waarmede ik mij gewa-sschen heb voor mijn huis in de kolk gooien Antwoord: U hebt toch binnenshuis een gootsteen waardoor het menagewater zich kaD verwijderen. Waarom moet nu in het bijzonder het water van de wajschtnfcl buiten geleegd worden. Wij gelooven dat het niet verboden is in een open kólk water te doen, maar zouden den toestand beter moeten kennen om ons er beslist over uit te laten. Wij vreezen dat iets achter de vraag zit. Vraag: Het vorig jaar stonden de vette varkens langeo tijd genoteerd op f 0.86 per K.G. In uw blad van Dinsdag 10 Febr. op f 0.44 en f 0.43'. Nu dus 2/3 gedeel te van toon of wel f 0.24 por K.G. minder. De vleeschprijzen zijn bij de slagers nog dezelfde. Toen profiteerde do boer, nu de 6lagers„ ten koste van den consument- Zou U ook kunnen zeggen hoeveel de varkens nu nog goedkoop er moeten wor den, voor en aleer de slagers overgaan tot verlaging, of moet de kleine burger en ar beider ook nu nog bij zulke lage veeprijzen gespeend blijven van vleeschgebruik Antwoord: Wij gelooven niet dat er bepaalde regels voor het op- en afslaan der "vleeschprijzen gelden. De slagers zullen in hun eigen belang eer geneigd zijn bij verhooging der veeprijzen het vleesch op te slaan dan bij daling den prijs te verminde ren. Zij hebben tegenwoordig hun organi saties ook en daardoor wordt de onderlinge concurrentie minder groot. Wij kunnen niet bepaald nagaan hoeveel do prijzen van het varkensvleesch in ver band met do prijzen der varkens te hoog zijn doch achten publiceering uwer cijfers niet kwaad. Willen heeren slagers er geen rekening mee houden dan zouden een aan tal consumenten de handen in een kunnen slaan en coöperatief voor aankoop van bui ten zorgen. Zij mooten dan echter het Slachthuis voor cïo keuring niet- voorbij gaan. V raag: Waar wordt het Koksblad de „Residence" uitgegeven? Welke is de abon nementsprijs. Zijn U nog meer koksvakbla- den bekend? Antwoord: Hoewel wij in een op gave van do in Den Haag verschijnende bladen, uw koksblad niet hebben opge merkt lijkt het ons toch toe dat het daar ter stede moet verschijnen. Wel verschijnt in Den Haag „Ons Blad" geïllustreerd Maandblad voor Kookkunst, „Hotelwezen en aanverwante Nijverheid." Vraag- Zoudt U mij ook kunnen me- dedeelen of er gelegenheid bestaat tot kos- telooze opleiding voor predikant bij de Ned.-Herv. Gem., en zoo ja, welken weg daartoe moet worden ingeslagen? Antwoord Voor een student in de theologie zijn er nog wel eens studiebeur zen te krijgen, maar om ook reeds koste loos op het gymnasium te komen gaat niet zoo gemakkelijk. Hebt ge zoo-n lust om do minee te worden, laat uw vader eens bij een der Leiclsche kerkelijke hoogleeraren, prof. Knappert of prof van Nes, informee- ren. Misschien weten deze heeren er wat op. Vraag: Wanneer wordt de electrieohe tramlijn uitgebreid? Bijv. Papengraoht, Nieuwsteeg, Doezastraat en Heerenweg of rond om de singels, of 'n anderen weg. Zou de gemeente daar nog niet9 voor voelen! Antwoord: Het ia heel gemakkelijk daarover een vraag te atellen, maar de aanleg van electrische trama is zeer kost baar. De gemeente zal zioh dus wel tien maal beraden voor zij er toe overgaat tram lijnen aan te leggen, waarvan de kans groot is dat zij op zichzelf niet zullen rendeéren. Misschien weet u dat de bestaande Electr. tramlijn door do N.-Z. Electr. Tramweg- mij. wordt geexploiteerd, en nu moet de gemeente er op aandringen dat zij het be staande net niet uitbreidt. Daar zal 't wel eens toe komen maar een ceintuurbaan om do stad zien we nog niet in de verre toekomst. Vraag; Waarom is de alkohol en bier- beweging niet onder de keuring van eet- en drinkwaren begrepen? Want vooral het don ker bier moet, naar ik eens heb gezien, met een klein stukje kleurstof, te bereiden zijn. Dit is natuurlijk niet in den haak, naar ik meenOok wat betreft de diverse limona-- des (sohnk niet geheelonthouders) moet naar ik eens hoordte zeggen, veel saccharine bevatten Wat is saccharine? Antwoord: Hoewel het bereiden met een kleurstof heel wel in den haak kan we zen, kunnen we u toch wel zeggen dat ook genoemde da-anken onder den keuringsdienst begrepen zijn. Als de directeur het noodig oordeelt, laat hij ook monsters nemen bij den grassier, den bierbottelaar en den limo nadehandelaar. De limonades zijn ai reeds zeer stelselmatig door den Leidsahen keu ringsdienst onderzocht en als u weten wilt welke fabrikaten saccharinevrij zijn, moet u maar eens een jaarverslag van een paar jaar geleden van den dir. dr. Van Eek vragen. Saccharine wordt uit st-eenkoolteer gefabriceerd, ze heeft een sterk zoetge- vend vermogen, doch is niot voedzaam zoo als suiker. Dat ze schadelijk is staat niet vast. Speelavond iederen Maandag in de bovenzaal van „Café Central" Bree- straat, aanvang 8 uren. Redactie: H. de Nie en J. J. Planjcr. Probleem No. 4ö. (Jos. 0&denoordt.) Zwart. (7) Oplossing Probleem No. 43: D. b4, enx. Goede oplossingen ontvangen van de Heeren H. J. BouwmanG. G. C H. Donkers; W. Geene; 13. S. van Kloe ten Sr.; W. J. C. Koopor; F. Kraneveld JrR. J. van der Krogt; D. Kruissink; W. C. Ltfober; J. A. Meulemans; 3. Meyn E. J. OdendaalJ. van Rynswou; L. Scbilthuizen; J. W. Schüss; J. W. Segaar; C. Sierag; Jac. C. Sjardyn; I. Teleng; W. Teleng; A. P. Tendeloo J. Terpatra; L. M. Valkenburgh; W. Ver koren; H. P. J. Voretraaten P. Ver- etraaten Jr., J. J. Vis en W. J. Woeeten- burg, allen te Leiden. W. Cramer te Oosterbeek U. Boersma te Meppel; G. Vooye Gzn. te Katwijk aan den R^n; F. P. Janeen to Wassenaar; J. Dalhuy- zon lo Voorschoten; H. J. Broekveldt te Oegstgeeit; J. H. Odendaal te Rijns- burg; Gebr. Van Egmond te Koudekerk; P. G. vAn der Tang te Oudewetering; T. van W(jk te Leiderdorp en H. te N. Oplossingen, enz. worden inge wacht uiterlijk binnen tien dagen bij: II. do Nie, Ververstraat 10. ede Wit. (6) Wit: K. 1W; T. hl; L. d2 en f5; c3 en d7. Zwait: K. bl; T. c.'; L. al; P. cl; a2, b2 en h7. Wit begint en geeft iD tlri© zetten mat. Correspondentie. F. B. te L.D. c2 gaat niet op, indien zwart antwoordt met P. d 6. W. de B. ie L L. c 1 faalt als zwart K. e 6 speelt. J. d T. to L.L. a 3 f-ia.lt eveneens na K. e 6 van zwart. Berichten over Jfcfcijnlana'n boeze u, gedurende do week van 1117 Febr. 1914. Sland vaa otn boezem ie Leiden. Idem Ie Oud «wetering Werking der stoomgemalen Waterlooziug langs natuurlijk, vreg. Waterinlatiag Regenval in Mm. llPeb 12 Feb. 13 Feb 14 Feb. 15 Feb. 16 Feb. 17 Feb. 67 63 63 70 63 66 6G em.—N.A.P. 64 62 60 59 57 60 64 em.-N.A.P, 3paarndnm 103l/4 u., Halfwee u„ Gouda u., Katwijk u. Spaarndain u., Halfweg 5 a„ Gouda 2 u., Katw;|k 26 u. Door de sluis te Gouda 14 u. 18. 68) Maar kleinigheden kan ik mij bij zonder goed herinnerendingen, die mij volstrekt niet schelen kunnen, die mij in de ■verste verte niet ?cangaan Hij stond nu met zijn rug naar het vuuj;, met dc panden van zijn jas over zijn armer» opgeoomen, en de lampen achter zich. -,Om maar eens iets te noemen: ge sprnakt zooeven van een mijnheer Round". „Ja", zcide Armstrong, tusschen zijn bril en zijn wenkbrauwen opziende. Zijn gelaat wa-s dooi het volle licht beschenen. Dat van Walker was nauwelijks zichtbaar. „Welnu", ging Walker voort, roet zijn rug tegen den schoorsteenmantel leunende en op een lachenden toon sprekende, ,,'t is verleden Juli vijf en twintig jaar geleden, dat ik voor 't eerst iD Birmingham was, en daar ontmoette ik een jonkman van dien naam, die uit Castle Barfield kwam, mijnheer Job Round. Zoodra ik zijn naam in de krant las, herinnerde ik mij dat, hoewel ik hem in die vijf en twintig jaar niet gezien of aan hem gedacht had. Hoe komt dat nu? Er zijn zonderlinge hoekjes en gaatjes in den rneDsehelijken geest, mijnheer. Men laat in één daarvan iets vallen, denkt er in geen jaren aan, maar toevallig vindt ineD het gaatje, waarin het gevallen is, cd dan komt het weer zoo versch als ooit voor den dag". „Ja" sprak Armstrong, „het menschelijk geheugen is een raar ding". „Hebt gij mijnheer Round in zijn jeugd gekend?" vroeg Walker. „Ik heb hem gekend van den tijd af, dat hij niet hooger dan de tafel was" ,,'t Is al heel zonderling", hernam Wal ker, en het was aan zijn stem duidelijk te hooren, dat hij om dit denkbeeld lachen moest. „Hij had niets ter wereld met mij te maken, en ik met hem evenmin. Wij spraken een paar woorden niet elkander, en toen hij het logement verliet, maakte ik hem den kastelein de opmerking, dat hij zoo'n bijzonder forschgebouwde, knappe jongen was. Hij noemde me zijn naani en waar h'rj vandaan kwam. Dat was liet eenige. Waarom herinner ik mij dat nu zoo „Vriend", zeide Armstrong bij zichzel- ven, „jc begint me hoe langer boe minder to bevallen. De zak ziet er onschuldig i-.it, maar, mij dunkt, ik hoor miauwen". Hij glimlachte even onschuldig als Walker zelf. „Ja", zeide hij. „waarom „Dat kleine voorval staat mij nog zoo levendig mogelijk voor den geest. Ik her inner rnij zelfs den bond, dien hij bij zich had". „Goed gemiauwd, poesje", zeide de grij ze Schot bij aiehzelveD. „Den hond?" vroeg hij op een vriendelijken toon van verbazing. „Ja", bevestigde Walker, met een uiterst onverschillig gezicht. „Een bulhond, een prachtig dier" „Een hnlhond?" herhaalde de Schot, op dcnzelfden toon van verbazing. Walker's oogen, hoe scherp en opmerkzaam ook. za gen niets, dat voor hem van eenige waarde I was. Wel was er in die blauwgrijze oogen i een zekere luimige uitdrukking te bespeu- I ren, dio er eigen aan scheen te zijn, en werden de hocicen van den mond nauwe lijks merkbaar vertrokken, maar dat kon alles of niets beteekenen. „11c herinner mij zelfs hoe de hond heet te", hernam Walker, de asch van zijn si gaar achter zich slaande, „„Pincher" Op Armstrong's gelaat was niets anders dan vragende twijfel te lezen. „Dat was de naam, waarnaar de bul hond luisterde. „Pincher „Zoo?" was het eeuige, wat Armstrong hierop met de grootste onverschilligheid zeide. „Raar, hè, dat ik mij zulke nietigheden herinner hernam Walker. „Willen wij nu nog een spel spelen? Mijn hoofd kan er nu wel weer tegen". „Neen, dank u, mijnheer", antwoordde Armstrong, op een oud zilveren horloge ziende, ,,'t Is te laat om een nieuw spel tc beginnen. Morgen, als gij er lust in hebt". „Goed, morgen dan, mijnheer Ann- strong", sprak de ander. „Moet ge al weg? Goeden avond, mijnheer, dank voor uw gezelschap". Hij deed voor zijn gast de deur open. „Er is licht op de trap, zie ik. Goeden avond". Hij stond dc gebogen oude gestalte na tc zien, totdat die om den hoek van de- trap verdwenen was. „Ik heb niets uit hem kunnen krijgen", dacht hij, „maar morgen lukt het mis schien wel. Met dien hond ben ik misschien wel wat te openliik voor den dag gekomen maar cle genera*! was daar ook zoo heel zeker van. Jk heb hem toch in mijn kaart I lafen kijken1'. j „Poesje", zeide Armstrong binnens monds, „je bent te vroeg uit den zak ge komen. Job zal dadelijk weten, dat je hier bent, en als hij wijs doet, zal hij niet in hetzelfde land met je willen blijven". HOOFDSTUK III. Buiten „Het Wapen van Barfield" ge komen, stond Armstrong stil, om zich het zweet \an het voorhoofd te vegen. „Heer", zeide hij, „ik dank U, dat gij dien spion, dien schurk met zijn gladde tong, mij hebt toegezonden. Schaak, vriend je schaak! En als ik mij niet zwaar vergis, bij den volgenden zet mat". Onder het voortloopen overwo< hij een en ander, beurtelings met angtl en een gevoel van zegepraal. Toen hij aan de woning van Joh kwam, zag hij lichtschijnsel door dc vensters, en de frissc-he geuren uit den tuin kwamen hem aangenaam tegen, toen hij het hek openstiet. Het kletterend geluid deed Job opstaan en door dc voordeur naar buiten zien. „Zoo. vader Armstrong", riep hij vroo- lijk, „rijt gij daar? Brengt gij Sara niet mee?" „Ik heb haar niet gezien", antwoordde Armstrong. „Is zij bij mij aan huis? Ik ben daar in geen twee en een half uur geweest. Ik heb ernstig nieuws voor u, job". „Waarover?" Het betreft Sara toch niet?" vroeg hij levendig, bijna heftig. „Neen; het betreft u". Terstond klaar de Job's gelaat op. ,.Zoo? Wat is het clan? Kom binnen, vader Armstrong, kom binnen". „Job", zeide Armstrong, binnentredende en de deur sluitende, „die schurk heeft u verleden Zaterdag in het gerechtshof her kend. Ge weet, ik heb het u dadelijk wel gozegd. Toen vermoedde ik bet, en nu weet ik het zeker". „Hoezoo?" vroeg Job, met bedaarden ernst. Armstrong vertelde de geschiedenis van dien avond. „De slang is glad en listig", zoo besloot hij zijn verhaal, „maar wij tullen haar geen gelegenheid laten om to bijten. Ge moet hier vandaan, Job. Voor het meisje zullen wij wel zorgen". „Neen", zeide Job. „ik loop niet weg, nog niet. Wacht even: laat mij eens na denken. Gij waart de eerste, die mijn naam hebt genoemd?" „Ja, clat was ik. Maar, Job, vergis u niet, jongen. Ik zal u wat zeggen. Toen ik uw naam noemde, zag ik een uitdrukking in zijn oogeD, die ik toon niet recht be grijpen kon. Maar nu* is mij een licht op gegaan en is 't mii zoo duidelijk, wat ik in zijn oogon zag, alsof ik het in een boek had gelezen". „Ik ben het vrij wel met u eens, vader Armstrong", zeide Job, met zijn baard over zijn borst wrijvende en met rijn hoofd van dc eene zijde naar do andere knikken de. „Tk geloof ook, da-t hij mij kende. Hoe ziet de vent er uit? Parker kon mij nict-f vertellen, dat de moeite waard was te weten". „Parker?" zeide Armstrong. Een oogen- blik kwam de gedachte bij hem op of Job wel bij zijn zinnen was, maar terstond liet bij dat denkbeeld weder varen als te voor barig. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 6