Kunst, letteren, enz.
Vragen en Antwoorden.
Schaakrubriek van liet Schaakgezelschap „Palamedes". (Opgericht 1846).
FEUILLETON.
(Scsjdleii ¥iisio8£ra@n.
liggen voor mooier exploitaite of... Tril
het gemeentebestuur niet daarin medewer
ken Niet bunders land koopen op verren
afstand en renteloos laten liggen, maar
beter acht ik, dat men choor samenwerking
met grondverkoopers en bouwers in aan
sluiting op onze hoofdwegen en Singels een
mooi -geheel vormt, wat veel practischer
is.
jWat had men, behalve een betere bebou
wing en aanleg van ons Plantsoen, in aan
sluiting daarmede een mooier villapark aan
de zijefc. van den Zoeterwoudschen Singel
kunnen aanleggen, dan te Oegstgeest het
Wilhelmina- of Prins-Hendrik-Park.
Doch gedane zaken nemen geen keer
echter hoop ik én velen met mij, dat, waar
cr nog zooveel terrein braak ligt, binnen de
grenzen ook in het westen van onze ge
meente, ons Gemeentebestuur oog zal heb
ben en medewerking zal verleenen tot het
maken van doorloopendo landelijke stads
tegen ook in dat deel der stad, waarheen
door nabijheid van station of inrichting der
wetenschap de trek is en zij onze burgers
niet zal nopen, over de grens hun landhui
zen of woningen 4e boiiwen.
EenLeidenaar.
Leiden, 20 Febr. 191-1.
10 0ste ,,M ij 1 p a 1 e d'\
Zaterdag 21 Februari geeft de N. Y.
,,Het Tooneel" in het Paleis voor Volks
vlijt te Amsterdam, de 100ste voorstelling
van Mijlpalen",
Als bijzonderheid dient nog vermeld, dat
uitgezonderd de rol van Freule Muriël
Pym, welke door ongesteldheid van Marie
Holtrop in de laatste 10 voorstellingen
door Sofie Carelse moest worden overge
nomen, de rolverdeeling bij al die voor
stellingen onveranderd is gebleven.
Een dertigjarig Tooneel-
jubileum.
We ontvingen een circulaire van den vol
genden inhoud:
,,Een talentvol toon celspeelster gaat be
gin Maart haar dertigjarig jubileum vie
ren. Zij jubelde" voorheen nooit, want
zij houdt er niet van zich op den voorgrond
te stellen, waar het een eere van haar
verdiensten geldt.
„Mevrouw Anna Sablairolles is in Maart
dertig jaren aan het tooneel.
„De ondergeteekenden wilden niet, dat
dit feit vergeten zou worden. Mevrouw
Sablairolles was het, die het eerst Ibsen's
Nora hier te lande speelde in een supe
rieure creatie. Zij heeft een nieuw tijdperk
mee ingeluid. Zij was het ook, die tijdens
haar engagement bij de Non. Vereen. „Het
Nederlandsch Tooneel" in menige rol beeft
uitgemunt.
„Mevrouw Sablairolles is nu ruim vijf
jaren verbonden geweest aan „Het Too
neel", directie Willem Koyaarcïs. Wie her
innert. zich niet o.m. het hartelijke oudje
in „De Violiers" en de moeder in ,,l)e
rijf Frankforters". In de laatste rol gaat
zij „jubelen".
Dan volgt een lange lijst van ondertee
kenaars. Secretaris-penningmeester van het
huldigingscomité is Frank Luns, Prinsen
gracht. 800, te Amsterdam.
De feestvoorstelling zal 3 Maart te Ara-
sterdam plaats hebben.
(De bewering dat Anna Sablairolles bet
eerst in „Nora" den titelrol heeft gespeeld,
is niet- juist. Blijkens Mendes da Costa's
Tooneelherinneringen was dit Aleida KSe-
lofsen).
Nieuw stuk van
Bernstein.
Henri Bernstein is bezig aan een nieuw
stuk „Judith", dat het volgend seizoen
in het Theatre du Vaudeville te Parijs, zal
worden opgevoerd.
Het tooneel te
Rotterdam.
De correspondent te Rotterdam van het Ne de landschè kunstenaars.
„Hbld." meldt: j De minister van binnenlandschc zaken
De vorige week meldden wij naar heeft een speciale commissie ingesteld ter
aanleiding van een voorbarig bericht, dat behartiging der belangen van de Neder-
aan het Rotterdamsch Tooneelgezelsehap I landschè kunstenaars te Venetië.
een gemeentelijke subsidie zou worden ver
leend dat een vereeniging in wording
was, om het Rotterdamsch Tooneelgezel
sehap te steunen.
Dit wordt thans bevestigd door een gis
teren verzonden circulaire, waarin de uit-
noodiging is vervat tot een bespreking op
Woensdag 25 Februari. De uitnoodiging
gaat uit van de heeren mr. Joh. Havelaar,
Ch. van der Heyden, J. van Hoboken, L.
Jacobson, A. Kolff, J. Milders, H. G. J.
de Monchy, G. van der Pot en A. Robert
son W.Azn.
Het opmerkelijke in deze uitnoodigings-
circulaire is, dat daarin gesproken wordt
over de oprichting van een vereeniging tot
instandhouding van een Rotterdamsch too
neelgezelsehap, en niet van het Rotter
damsch Tooneelgezelsehap. De onderteeke-
naars schijnen zich dus niet in allo opzich
ten te willen binden aan de directie-Van
Eysden.
Bij de Erven F. Bohn te Haarlem is uit
gekomen „Christendom en Oriéntalisme",
rede, uitgesproken bij de aanvaarding vaa
het ambt van hoogleeraar in do faculteit
der Godgeleerdheid aan de Rijks-Uni^er-
siteit te Groningen door dr. J. dfo Zwaan.
Het eerste nummer van de tweede jaar
gang van „Het Biljart" is bijzonder be
langwekkend door de verslagen van de
wedstrijden, om het 2e klas kampioenschap
j van Nederland en den K. R. A. S.-beker,
I die het bevat- Tal van aardige foto's sieren
het Tijdöehrift.
i Maandblad voor Munt- en P en-
ningkunde.
Bij de N. Y. Uitgevers-Maatschappij
v. h. C .Harms Tiepen te Amsterdam is
verschenen het eerste nummer van den
I eersten, jaargang van het „Maandblad voor
j Munt- en Penningkunde. De redactio is in
handen van, L. Touldauer en A. Saalborn.
In een-artikel „Over het verzamelen van
j munten en penningen" wordt het volgende
betoogd
„In nog hoogere mate dan schilderijen,
i ziet men telkens meer Neder landschè mun-
j ten en penningen naar het buitenland
gaan oorzaak hiervan moet eenvoudig in de
betrekkelijk zeer geringe belangstelling
gezocht worden, want geenszins als met
j schilderijen is het noodig over een ruime
I beurs te beschikken, wanneer men een klei-
no munt- of penningverzameling wenscht
j aan te leggen.
Hier komt bij dat de Nederlandsche
i numismatiek tot- do fraaiste en uïtgebreid-
j sto behoort en dat ons land in (Dn loop der
tijden de meeste verschillende munten
heeft opgeleverd, hetgeen zeker in hoofd
zaak to danken is aau ds belangrijke posï-
j tie en do uitgebreide betrekkingen, die de
Hollandiers als handeldrijvende mogend-
I heid van de vroegste tijdon tot op het ein-
1 de der l8o eeuw hebben bezeten. Is het. niet
i opmerkelijk, dat, wanneer men in het bui-
1 tenland (tot zelfs in Rusland toe) munt-
vondsten doet, hierbij veelal Hollandsch
j geld aangetroffen wordt
i „En dan, do lijst der namen van Neder -
laudseho graveurs is even lang als rijk
aan bekende, ja beroemde namen. Steven
1 v. Holland, Bloc. v. Abeele. Adolfszoon, W.
Muller, Smeïtzing, de Wijs, J. G. en M.
1 Holtzhey, Looff. Logeman en zooveel ande
ren, waren niet alleen vaardige werklui,
i zij waren veelal ook kunstenaars."
De vermeende Rembrandt-
relieken.
Er is drukte gemaakt over relieken van
Rembrandt- Een palet en een schilderstok
werden naar Engeland overgebracht, als
het palot en de stok van hem.
Dank zij een advies van dr. Bredius ziet j
men daar nu in, ebt deze voorwerpen niet
authentiek zijn.. De oorspronkelijke ver-
kooper moet voornemens zijn, ze te vernie-
tigen.
Vraag: Ib het op zijn zachtst uitge
drukt niet onverantwoordelijk van de H.
IJ. S. M. een persoon in dienst te houden
die volgons eigen verklaring door nalatig
heid den dood van een medemensch veroor
zaakt heeft? Is dat niet moedwillig het le
ven van de reizigers in die waagschaal
stellen? Behoorde zoo'n persoon niet direct
geschorst te worden?
Antwoord: Ons lijkt uw oordeel wat
veel te hard. Laat eerst een onderzoek in
gesteld worden. De man zal intusschen in
dien hij werkelijk nalatig is geweest, nu wel
beter oppassen. Weca echter maar niet
bang dab de man zijn straf niet zal krijgen.
Vraag: Mijn dochtertje heeft hoofd-
onrein gehad maar nu is het geheel zuiver
nu mag zij niet eer op school komen of het
haar moet eerst van het hoofd verwijderd
wordendaar ben ik sterk op tegen, om
dat zij een mooi hoofdje met haar heeft
Zou ik nu nog last kunnen krijgen met de
schoolwet als ik haar thuis houd van de
school Ik stuur haar naar school, maar de
meester stuurt haar telkens weer torug
omdat het haar niet geknipt is.
Antwoord: U wordt bepaald verba
liseert wegens overtredig der leerplichtwet
en dat kost u allicht drie gulden boete.
Bovendien benadeelt u uw dochtertje, dab
in al dien tijd niet leert. Het verwijderen
van het haar zal door den schoolarts noodig
geoordeeld zijn voor algeheele genezing
van uw kind en ook dit is dus voor haar
eigen bestwil. Het mooie hoofdje rast haar
krijgt het kind spoedig terug en dan zuiver.
Geef u dus ook in 't belang van het kind
zelf maar gauw toe.
V raag: Kunt U mij ook zeggen of de
stoompont, die een geregeld verkeer onder
houdt tusschen dia plaatsen Dordrecht en
Zwijndrecht, door middel van een roer
wordt bestuurd, of dat ze langs een kotting
de staaldraad haar richting houdt? Zoo ook
de stoompont over het IJ te Amsterdam?
Antwoord: Dat is nu weer een van
die echte persoonlijke nieuwsgierigheid
waarvoor we onze vragenrubriek niet mo
gen leenen. Ga van den zomer zelf maar
eens kijken. Dan hebt u moteen een aardig
uitstapje.
Vraag: Ik heb een schilderij, voorstel
lend? Stradivarius in zijn werkkamer, een
Viool in d© hand houdend, voorzien van het
onderschrift„Diédié a son altesse royale
monseigneur lo due de Brabant." Heeft- die
nog waarde
Antwoord: Dat onderschrift betee-
kent„Opgedragen aan Z, K. H. den
Hertog van Brabant." Of het stuk waarde
heeft, is zoo niet te zeggen. Laat het zien
aan een kunsthandelaar.
Vraag: Daar ik graag naar „Kennis
is Macht" wilde, wilde ik U vragen of daar
dan nog een examen aan verbonden is
Wat zijn do kosten, en wanneer kan ik daar
op komen Ik ben veertien jaar en wilde
graag voor Boekhouder leeren, en wie is
daar hot hoofd van?
Antwoord: Directeur is de heer D.
J. M. do Hondt, hoofd der school 2c
klasso a'd. Oude Vest. Daar worden ook de
cursussen van „Kennis is Macht" gegeven.
Het lijkt ons heel goed dat u daar heen
gaat. Laat uw vader den directeur maar
eens opzoeken en heeft die er geen lust in,
trek er dan zelf maar eens op uit. Dan weet
ge er alles van
V raag: Mag ik duinwater, waarmede
ik mij gewa-sschen heb voor mijn huis in de
kolk gooien
Antwoord: U hebt toch binnenshuis
een gootsteen waardoor het menagewater
zich kaD verwijderen. Waarom moet nu in
het bijzonder het water van de wajschtnfcl
buiten geleegd worden. Wij gelooven dat
het niet verboden is in een open kólk water
te doen, maar zouden den toestand beter
moeten kennen om ons er beslist over uit
te laten. Wij vreezen dat iets achter de
vraag zit.
Vraag: Het vorig jaar stonden de
vette varkens langeo tijd genoteerd op
f 0.86 per K.G. In uw blad van Dinsdag 10
Febr. op f 0.44 en f 0.43'. Nu dus 2/3 gedeel
te van toon of wel f 0.24 por K.G. minder.
De vleeschprijzen zijn bij de slagers nog
dezelfde. Toen profiteerde do boer, nu de
6lagers„ ten koste van den consument-
Zou U ook kunnen zeggen hoeveel de
varkens nu nog goedkoop er moeten wor
den, voor en aleer de slagers overgaan tot
verlaging, of moet de kleine burger en ar
beider ook nu nog bij zulke lage veeprijzen
gespeend blijven van vleeschgebruik
Antwoord: Wij gelooven niet dat
er bepaalde regels voor het op- en afslaan
der "vleeschprijzen gelden. De slagers zullen
in hun eigen belang eer geneigd zijn bij
verhooging der veeprijzen het vleesch op te
slaan dan bij daling den prijs te verminde
ren. Zij hebben tegenwoordig hun organi
saties ook en daardoor wordt de onderlinge
concurrentie minder groot.
Wij kunnen niet bepaald nagaan hoeveel
do prijzen van het varkensvleesch in ver
band met do prijzen der varkens te hoog
zijn doch achten publiceering uwer cijfers
niet kwaad. Willen heeren slagers er geen
rekening mee houden dan zouden een aan
tal consumenten de handen in een kunnen
slaan en coöperatief voor aankoop van bui
ten zorgen. Zij mooten dan echter het
Slachthuis voor cïo keuring niet- voorbij
gaan.
V raag: Waar wordt het Koksblad de
„Residence" uitgegeven? Welke is de abon
nementsprijs. Zijn U nog meer koksvakbla-
den bekend?
Antwoord: Hoewel wij in een op
gave van do in Den Haag verschijnende
bladen, uw koksblad niet hebben opge
merkt lijkt het ons toch toe dat het daar
ter stede moet verschijnen. Wel verschijnt
in Den Haag „Ons Blad" geïllustreerd
Maandblad voor Kookkunst, „Hotelwezen
en aanverwante Nijverheid."
Vraag- Zoudt U mij ook kunnen me-
dedeelen of er gelegenheid bestaat tot kos-
telooze opleiding voor predikant bij de
Ned.-Herv. Gem., en zoo ja, welken weg
daartoe moet worden ingeslagen?
Antwoord Voor een student in de
theologie zijn er nog wel eens studiebeur
zen te krijgen, maar om ook reeds koste
loos op het gymnasium te komen gaat niet
zoo gemakkelijk. Hebt ge zoo-n lust om do
minee te worden, laat uw vader eens bij
een der Leiclsche kerkelijke hoogleeraren,
prof. Knappert of prof van Nes, informee-
ren. Misschien weten deze heeren er wat
op.
Vraag: Wanneer wordt de electrieohe
tramlijn uitgebreid? Bijv. Papengraoht,
Nieuwsteeg, Doezastraat en Heerenweg of
rond om de singels, of 'n anderen weg. Zou
de gemeente daar nog niet9 voor voelen!
Antwoord: Het ia heel gemakkelijk
daarover een vraag te atellen, maar de
aanleg van electrische trama is zeer kost
baar. De gemeente zal zioh dus wel tien
maal beraden voor zij er toe overgaat tram
lijnen aan te leggen, waarvan de kans groot
is dat zij op zichzelf niet zullen rendeéren.
Misschien weet u dat de bestaande Electr.
tramlijn door do N.-Z. Electr. Tramweg-
mij. wordt geexploiteerd, en nu moet de
gemeente er op aandringen dat zij het be
staande net niet uitbreidt. Daar zal 't wel
eens toe komen maar een ceintuurbaan
om do stad zien we nog niet in de verre
toekomst.
Vraag; Waarom is de alkohol en bier-
beweging niet onder de keuring van eet- en
drinkwaren begrepen? Want vooral het don
ker bier moet, naar ik eens heb gezien, met
een klein stukje kleurstof, te bereiden zijn.
Dit is natuurlijk niet in den haak, naar ik
meenOok wat betreft de diverse limona--
des (sohnk niet geheelonthouders) moet
naar ik eens hoordte zeggen, veel saccharine
bevatten Wat is saccharine?
Antwoord: Hoewel het bereiden met
een kleurstof heel wel in den haak kan we
zen, kunnen we u toch wel zeggen dat ook
genoemde da-anken onder den keuringsdienst
begrepen zijn. Als de directeur het noodig
oordeelt, laat hij ook monsters nemen bij
den grassier, den bierbottelaar en den limo
nadehandelaar. De limonades zijn ai reeds
zeer stelselmatig door den Leidsahen keu
ringsdienst onderzocht en als u weten wilt
welke fabrikaten saccharinevrij zijn, moet
u maar eens een jaarverslag van een paar
jaar geleden van den dir. dr. Van Eek
vragen. Saccharine wordt uit st-eenkoolteer
gefabriceerd, ze heeft een sterk zoetge-
vend vermogen, doch is niot voedzaam zoo
als suiker. Dat ze schadelijk is staat niet
vast.
Speelavond iederen Maandag in de bovenzaal van „Café Central" Bree-
straat, aanvang 8 uren. Redactie: H. de Nie en J. J. Planjcr.
Probleem No. 4ö. (Jos. 0&denoordt.)
Zwart. (7) Oplossing Probleem No. 43: D. b4, enx.
Goede oplossingen ontvangen van de
Heeren H. J. BouwmanG. G. C
H. Donkers; W. Geene; 13. S. van Kloe
ten Sr.; W. J. C. Koopor; F. Kraneveld
JrR. J. van der Krogt; D. Kruissink;
W. C. Ltfober; J. A. Meulemans; 3.
Meyn E. J. OdendaalJ. van Rynswou;
L. Scbilthuizen; J. W. Schüss; J. W.
Segaar; C. Sierag; Jac. C. Sjardyn; I.
Teleng; W. Teleng; A. P. Tendeloo J.
Terpatra; L. M. Valkenburgh; W. Ver
koren; H. P. J. Voretraaten P. Ver-
etraaten Jr., J. J. Vis en W. J. Woeeten-
burg, allen te Leiden. W. Cramer te
Oosterbeek U. Boersma te Meppel; G.
Vooye Gzn. te Katwijk aan den R^n;
F. P. Janeen to Wassenaar; J. Dalhuy-
zon lo Voorschoten; H. J. Broekveldt
te Oegstgeeit; J. H. Odendaal te Rijns-
burg; Gebr. Van Egmond te Koudekerk;
P. G. vAn der Tang te Oudewetering;
T. van W(jk te Leiderdorp en H. te N.
Oplossingen, enz. worden inge
wacht uiterlijk binnen tien dagen bij:
II. do Nie, Ververstraat 10.
ede
Wit. (6)
Wit: K. 1W; T. hl; L. d2 en f5; c3 en d7.
Zwait: K. bl; T. c.'; L. al; P. cl; a2, b2 en h7.
Wit begint en geeft iD tlri© zetten mat.
Correspondentie.
F. B. te L.D. c2 gaat niet op, indien zwart antwoordt met P. d 6.
W. de B. ie L L. c 1 faalt als zwart K. e 6 speelt.
J. d T. to L.L. a 3 f-ia.lt eveneens na K. e 6 van zwart.
Berichten over Jfcfcijnlana'n boeze u,
gedurende do week van 1117 Febr. 1914.
Sland vaa otn boezem ie Leiden.
Idem Ie Oud «wetering
Werking der stoomgemalen
Waterlooziug langs natuurlijk, vreg.
Waterinlatiag
Regenval in Mm.
llPeb 12 Feb. 13 Feb 14 Feb. 15 Feb. 16 Feb. 17 Feb.
67 63 63 70 63 66 6G em.—N.A.P.
64 62 60 59 57 60 64 em.-N.A.P,
3paarndnm 103l/4 u., Halfwee u„ Gouda u., Katwijk u.
Spaarndain u., Halfweg 5 a„ Gouda 2 u., Katw;|k 26 u.
Door de sluis te Gouda 14 u.
18.
68)
Maar kleinigheden kan ik mij bij
zonder goed herinnerendingen, die mij
volstrekt niet schelen kunnen, die mij in de
■verste verte niet ?cangaan
Hij stond nu met zijn rug naar het
vuuj;, met dc panden van zijn jas over zijn
armer» opgeoomen, en de lampen achter
zich.
-,Om maar eens iets te noemen: ge
sprnakt zooeven van een mijnheer Round".
„Ja", zcide Armstrong, tusschen zijn
bril en zijn wenkbrauwen opziende. Zijn
gelaat wa-s dooi het volle licht beschenen.
Dat van Walker was nauwelijks zichtbaar.
„Welnu", ging Walker voort, roet zijn
rug tegen den schoorsteenmantel leunende
en op een lachenden toon sprekende, ,,'t is
verleden Juli vijf en twintig jaar geleden,
dat ik voor 't eerst iD Birmingham was,
en daar ontmoette ik een jonkman van
dien naam, die uit Castle Barfield kwam,
mijnheer Job Round. Zoodra ik zijn naam
in de krant las, herinnerde ik mij dat,
hoewel ik hem in die vijf en twintig jaar
niet gezien of aan hem gedacht had. Hoe
komt dat nu? Er zijn zonderlinge hoekjes
en gaatjes in den rneDsehelijken geest,
mijnheer. Men laat in één daarvan iets
vallen, denkt er in geen jaren aan, maar
toevallig vindt ineD het gaatje, waarin het
gevallen is, cd dan komt het weer zoo
versch als ooit voor den dag".
„Ja" sprak Armstrong, „het menschelijk
geheugen is een raar ding".
„Hebt gij mijnheer Round in zijn jeugd
gekend?" vroeg Walker.
„Ik heb hem gekend van den tijd af,
dat hij niet hooger dan de tafel was"
,,'t Is al heel zonderling", hernam Wal
ker, en het was aan zijn stem duidelijk te
hooren, dat hij om dit denkbeeld lachen
moest. „Hij had niets ter wereld met mij
te maken, en ik met hem evenmin. Wij
spraken een paar woorden niet elkander,
en toen hij het logement verliet, maakte
ik hem den kastelein de opmerking, dat hij
zoo'n bijzonder forschgebouwde, knappe
jongen was. Hij noemde me zijn naani en
waar h'rj vandaan kwam. Dat was liet
eenige. Waarom herinner ik mij dat nu
zoo
„Vriend", zeide Armstrong bij zichzel-
ven, „jc begint me hoe langer boe minder
to bevallen. De zak ziet er onschuldig i-.it,
maar, mij dunkt, ik hoor miauwen". Hij
glimlachte even onschuldig als Walker zelf.
„Ja", zeide hij. „waarom
„Dat kleine voorval staat mij nog zoo
levendig mogelijk voor den geest. Ik her
inner rnij zelfs den bond, dien hij bij zich
had".
„Goed gemiauwd, poesje", zeide de grij
ze Schot bij aiehzelveD. „Den hond?"
vroeg hij op een vriendelijken toon van
verbazing.
„Ja", bevestigde Walker, met een uiterst
onverschillig gezicht. „Een bulhond, een
prachtig dier"
„Een hnlhond?" herhaalde de Schot, op
dcnzelfden toon van verbazing. Walker's
oogen, hoe scherp en opmerkzaam ook. za
gen niets, dat voor hem van eenige waarde I
was. Wel was er in die blauwgrijze oogen i
een zekere luimige uitdrukking te bespeu- I
ren, dio er eigen aan scheen te zijn, en
werden de hocicen van den mond nauwe
lijks merkbaar vertrokken, maar dat kon
alles of niets beteekenen.
„11c herinner mij zelfs hoe de hond heet
te", hernam Walker, de asch van zijn si
gaar achter zich slaande, „„Pincher"
Op Armstrong's gelaat was niets anders
dan vragende twijfel te lezen.
„Dat was de naam, waarnaar de bul
hond luisterde. „Pincher
„Zoo?" was het eeuige, wat Armstrong
hierop met de grootste onverschilligheid
zeide.
„Raar, hè, dat ik mij zulke nietigheden
herinner hernam Walker. „Willen wij
nu nog een spel spelen? Mijn hoofd kan
er nu wel weer tegen".
„Neen, dank u, mijnheer", antwoordde
Armstrong, op een oud zilveren horloge
ziende, ,,'t Is te laat om een nieuw spel
tc beginnen. Morgen, als gij er lust in
hebt".
„Goed, morgen dan, mijnheer Ann-
strong", sprak de ander. „Moet ge al weg?
Goeden avond, mijnheer, dank voor uw
gezelschap".
Hij deed voor zijn gast de deur open.
„Er is licht op de trap, zie ik. Goeden
avond".
Hij stond dc gebogen oude gestalte na
tc zien, totdat die om den hoek van de-
trap verdwenen was.
„Ik heb niets uit hem kunnen krijgen",
dacht hij, „maar morgen lukt het mis
schien wel. Met dien hond ben ik misschien
wel wat te openliik voor den dag gekomen
maar cle genera*! was daar ook zoo heel
zeker van. Jk heb hem toch in mijn kaart I
lafen kijken1'. j
„Poesje", zeide Armstrong binnens
monds, „je bent te vroeg uit den zak ge
komen. Job zal dadelijk weten, dat je hier
bent, en als hij wijs doet, zal hij niet in
hetzelfde land met je willen blijven".
HOOFDSTUK III.
Buiten „Het Wapen van Barfield" ge
komen, stond Armstrong stil, om zich het
zweet \an het voorhoofd te vegen.
„Heer", zeide hij, „ik dank U, dat gij
dien spion, dien schurk met zijn gladde
tong, mij hebt toegezonden. Schaak, vriend
je schaak! En als ik mij niet zwaar vergis,
bij den volgenden zet mat".
Onder het voortloopen overwo< hij een
en ander, beurtelings met angtl en een
gevoel van zegepraal.
Toen hij aan de woning van Joh kwam,
zag hij lichtschijnsel door dc vensters, en
de frissc-he geuren uit den tuin kwamen
hem aangenaam tegen, toen hij het hek
openstiet. Het kletterend geluid deed Job
opstaan en door dc voordeur naar buiten
zien.
„Zoo. vader Armstrong", riep hij vroo-
lijk, „rijt gij daar? Brengt gij Sara niet
mee?"
„Ik heb haar niet gezien", antwoordde
Armstrong. „Is zij bij mij aan huis? Ik
ben daar in geen twee en een half uur
geweest. Ik heb ernstig nieuws voor u,
job".
„Waarover?" Het betreft Sara toch
niet?" vroeg hij levendig, bijna heftig.
„Neen; het betreft u". Terstond klaar
de Job's gelaat op.
,.Zoo? Wat is het clan? Kom binnen,
vader Armstrong, kom binnen".
„Job", zeide Armstrong, binnentredende
en de deur sluitende, „die schurk heeft u
verleden Zaterdag in het gerechtshof her
kend. Ge weet, ik heb het u dadelijk wel
gozegd. Toen vermoedde ik bet, en nu weet
ik het zeker".
„Hoezoo?" vroeg Job, met bedaarden
ernst.
Armstrong vertelde de geschiedenis van
dien avond.
„De slang is glad en listig", zoo besloot
hij zijn verhaal, „maar wij tullen haar
geen gelegenheid laten om to bijten. Ge
moet hier vandaan, Job. Voor het meisje
zullen wij wel zorgen".
„Neen", zeide Job. „ik loop niet weg,
nog niet. Wacht even: laat mij eens na
denken. Gij waart de eerste, die mijn naam
hebt genoemd?"
„Ja, clat was ik. Maar, Job, vergis u
niet, jongen. Ik zal u wat zeggen. Toen
ik uw naam noemde, zag ik een uitdrukking
in zijn oogeD, die ik toon niet recht be
grijpen kon. Maar nu* is mij een licht op
gegaan en is 't mii zoo duidelijk, wat ik
in zijn oogon zag, alsof ik het in een boek
had gelezen".
„Ik ben het vrij wel met u eens, vader
Armstrong", zeide Job, met zijn baard
over zijn borst wrijvende en met rijn hoofd
van dc eene zijde naar do andere knikken
de. „Tk geloof ook, da-t hij mij kende. Hoe
ziet de vent er uit? Parker kon mij nict-f
vertellen, dat de moeite waard was te
weten".
„Parker?" zeide Armstrong. Een oogen-
blik kwam de gedachte bij hem op of Job
wel bij zijn zinnen was, maar terstond liet
bij dat denkbeeld weder varen als te voor
barig. (Wordt vervolgd).