eggs ess Iver WOLLEN-Stoffen, vervaardigd uit prima Kaap- en Australie-Wol, gegarandeerd. Uitsluitend dessins en voortbrengselen Voorjaarseizoen 1914. De effectdraden zijn van zijde of prima kamgaren. ons Hoofdmagazijn te Amsterdam zijn verbonden 15 Coupeurs en Assistenten, waarvan de meesten een diploma d'honneur tin het Systeme Aniericain bezitten, onzer hoofdcoupeurs, die najaar 1913 bij ons in functie trad, behaalde in de groote vakwedstrijden in 't buitenland diverse eerste prijzen en gouden medailles. KREYMBORG's BEWERKING ATTERBURY SYSTEEM. Mcvenstaand geven wij nogmaals eene verklaring hoe onze jassen, het voor- 1 N naamste stuk uit de heeren-garderobe, innerlijk zijn bewerkt. No. 1 en 2 (zie afbeelding) is de piqueering (het doornaaien) van den onderkraag en revers, voor de stevige en den fraaien vorm. No. 3 is de roshaar inleg. Roshaar geweven met wollen stofdraden, is elastisch en doet de jas tot het laatst zijn oorspronkelijken vorm behouden. No. 4 wijst op de voorpandenbewerking met gepiqueerd linnen van een bijzonder apprêt. Nos. 5 en 6 is de bewerking met linnen. Nos. 7, 8 en 9 is de onderleg der knoopsgaten. Een kleedingstuk bewerkt volgens dit systeem, behoudt tot het laatst zijn fraaien vorm. Bij onze costumes geen plooien tusschen schouder kraag, geen afstaan van den kraag aan den hals, zelfs niet bij voortdurend bloot stellen aan regen of bij krachtigen lichaamsarbeid. In dit verband wenschen wij ook nog kortelijks te behandelen onze tweede specialiteit: Onze concave schouder en aansluitende kraag. Bij een jas hangt veel. zoo niet alles, af van de bewerking van schou ders, kraag en voorpanden. Ieder zal wel eens hebben opgemerkt, hoe ver bazend leelijk het staat, als een kraag van den hals afwijkt en zich tusschen schouder en kraag plooien vertooncn. Een minder goed bewerkt kleedingstuk heeft dit onmiddellijk en zeker na een paar weken dragens, vooral bij regen of krachtigen lichaamsarbeid. Als van zelf trachten wij dus ons succes te vinden vóór alles dit euvel te vermijden, wat ons in alle deelen gelukte door het van oorsprong Ameri- kaanschc idee „concave schouder" te verbeteren en toe te passen, 't Is als met alles ook hiermede: „zeer eenvoudig, wanneer men het maar eenmaal heeft en voor de verzorging in details met alle kracht waakt". Vroeger meende men de beste resultaten te kunnen bereiken door wat teering. Watten op elke plaats in den schouder, soms in groote hoeveel heden. Daardoor werd een onnatuurlijker! vorm gekweekt, die met een natuurlijken schouder niets gemeen had. Bij onze methode sluit de kraag als een bus tegen den hals en is de vorm van den schouder, naar het levend model in het kleedingstuk vastgelegd, niet meer daaruit te verwijderen. Door verschillende firma's in den lande is natuurlijk ook deze nouveauté overgenomen en ingevoerd. „Imitation is the finest form of flattery", doch wij mcenen voldoende bewijzen in handen te hebben, waaruit duidelijk blijkt, dat dit systeem door ons het eerst in Nederland practisch werd in gebruik genomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 21