Bedrukte zakdoeken. GLAS WOL. RECEPT, STOFGOUD. AXiZiEftZdSI. j D ontwikkeling der zakdoeken uit lin nen, katoen en zijden stof tot het kleinste kantweefsel voor dames, dat men ineenge- drukt in een notedop kan bergen, is zeer snel gegaan. Oorspronkelijk was de zak doek sechts een artikel van weelde, dat in do 16de eeuw uit Italië naar Engeland en Frankrijk kwam en zich van daar uit ver der verspreidde. Eerst waren het <'e da mes, die er zich van bedienden, daarna cle pronkers, zooals blijkt uit de scène Id Sha kespeare's blijspel. „Veel drukte om niets", waar do jonge heeren elkaar Beneliot'n g*- parfumeerden zakdoek onder aller! »i spot toewerpen. Met borduursel én kant ver sierde zakdoeken werden door Vorsten aan dcD gordel gedragen. De groote katoenen zakdoeken, meest fel rood gekleurd, waren in den tijd van het snuiven als „snuifdoe- ken" in gebruik, en de zakdoeken, waarop figuren en spreuken waren gedrukt, waren geregeld 'n liefhebberij voor den minderen atand en de kinderen. In het jaar 1831 drukte een Engelsch uit gever een courant op zakdoeken onder den titel van,,Berthold's politieke zak doek". Dat deed hij om aan de zegelbelas ting op het papier te ontkomen. De courant bestond uit 4 bladzijden en kostte 20 cents per nummer. Een gelijksoortige uitgave verscheen in Engeland in 1849. Heeds voor honderd jaar gebruikte men in Engeland „zedelijkheidszakdoeken" voor kinderen, waarvan Dickens in een zijner romans mel ding maakt. Evenzoo had men daar zakdoe ken met portretten van bokser kampioe nen Derby-winnaars, den jaarlijkschen Lord-Maor-optocht, enz. In sommige Engelsche regimenten zijn n-g heden di<-nst:akdoeken in gebruik bij de sergeants als handleiding voor het dril den der recruten. Een dezer zakdoeken, die van het Bedfordshire-regiment, bevat 5000 woorden goed gedrukt en behandelt alle mogelijke militaire oefe.' ingen. Bij een par rade werd de zakdoek meegevoerd en iede re sergeant, die het leger verliet, moe9t hem aan zijn opvolger, tegelijk met zijn andere equipementstukken, overhandigen. Dat het glas, hetwelk wij kennen als een hard en broos materiaal, tot wol kan veran derd worden en gesponnen wordt tot fijne draden, schijnt op het eerste oogenblik aan den niet-deskundigo vreemd. Toch is dit het geval De kunst, om glas tot fijne draden te verwerken, ie, zooals nieuwe onderzo ikinge aantoonden, niet uit het oude Venetic, maar urit Egypte afkomstig. Het procee van het .zoogenaamde glasspinnen bestaat hierin, dat men een boven een. gl&sblazerspomp week gemaakte glazen staaf aan de snel roteeren- d« trommel verbindt, die in een minuut on geveer 700 omwentelingen maakt, zoodat de 'half vloeibare glazen staaf daarop tot een dunnen, a-ls zijde glanzenden draad wordt uitgetrokken. De trommel-doorsnede is ge woonlijk zoo groot, dat men, na het doorsnij den van het opgehaspelde spinseldraden van 'pl. m. ,3 M. lengte verkrijgt. Van Venetië was de kunst van glasepin- nen tegen het eind der 18de eeuw naar Frankrijk en Bohemen verbreid, doch de practiscke beteekenis er van was zeer ge ring. In het midden der 19de eeuw werd die kunst door een Fransohman, J. de Brun- faut, veel verbeterd. Terwijl men tot dien tijd grove, brose draden spon, werden nu draden verkregen van 0.010 tot 0.006 mM. middellijn. In de zestiger jaren werden in Bohemen ram regeeringswege cursussen in het glas- spinnen gegeven en eedert is de kunst van glasspinnen daar in het Gublonzcr-industrie- gebied tot bloei gekomen. Brunfaut was het ook reeds gelukt, gelokte draden, zooge naamde glaswol, te maken; een kunst, die hij geheim hield. Hoewel loans dit geheim ziiet meer bestaat, is er toch nog weinig dienaangaande bekend. Toch is de productie van glaswol reeds een fabriekmatig bedrijf geworden, waarmede de gebr. Weiskopf in Horchenstern zijn aangevangen. De chemi sche samenstelling van de glasmassa ia daarbij van veed invloed. Men brengt staven van een harde en weekere glassoort daarbij gelijktijdig tot smelting en heohtdeze in den vorm van staven op het snel roteerende wiel zoodat elke draad gemengd uit harde en weekere deelen bestaat, en bij het afkoelen golvend wordt. Dit spinsel kan zoo fijn wor den, dat een draad van 225,000 Meter lengte niet meer dan 10 gram weegt. De glaswol heeft het uiterlijk van zijden watten, is sneeuwwit van kleur en vormt een zoo slechten warmtegeleider, dat zij in de hand bij het aanvatten reeds een gevoel van warmte geef. Men gebruikt ze daarom als jicht, of anti-rheumatisohe watten, voor mof fen, enz. zelfs bij struisveders-imitatie. Doch in groote hoeveelheid wordt zij gebruikt in de chemie en electro-teohniek. Als isoleer middel voor electrische geleidingen bekleedt glas een eerste plaats en overtreft katoen en caoutchouc verre. Glaswol en glasweef- sela worden daarom voor electro-chemische doeleinden veel gebruikt, vooral bij het ma ken van accumulatoren. Voor het isoleeren van draden en kabels zou glaewol een uitstekend materiaal zijn, doch het is duur en laat zich moeilijk tot dik ke draden spinnen. De fijnste draden, die zoo tot dikkere zdjn te spinnen, kosten f 15 per kilogram. Bij den hoogen prijs komt nog, dat tot heden weinig groote fabrieken glaswol ver vaardigen. l„Qelderl.") STÉLLE KRACHT. RuWe kracht, met forsche slagen, Zoo in staat, als maatschappij, Voert zij vaak, spijt recht en rede, TriomfantTijk heerschappij. Maar van 't geen tot heil der raenschheid Eenmaal werd tot stand gebracht, Heeft zij 't meeste toch te danken Aan verborgen stille kracht. Evenals hot mosterdzaadje, Sluim'rend in der aarde schoot, Door der zonne milde zorgen Eenmaal uitschiet, loot bij loot. Evenals het werkend zuurdeeg 't Voedend brood in wezen bracht, Openbaart zich in 't verborgen De invloed van de stille kracht. 't Godsrijk komt niet met den zwaarde, Heerscht niet door der waap'nen macht, Het komt langzaam, maar voorzeker Komt het door zijn stille kracht. Door een laoh op 't vriend'lijk wezen, Door een traan, die leed verzacht, Toont Gods kind, bij levens rampen, Vaak der liefde stille kracht. Laat ons dan bij 's levens woelen, Bij der zonde groote macht, Vast vertrouwen en gelooven 't Hoog're komt door stille kracht. Varkenskarbonaden met uien. 7 karbonaden van 250 gram elk, 85 gr. bo ter, 3 d. L. water, zout, peper, een groote ui, een lepel bloem. Bereiding: Het vleesch kloppen, was- schen, tuoschen een schoonen doek afdrogen en met zout eD peper inwrijven. De boter in een koekenpan lichtbruin laten worden, daarin de karbonaden aan beide kanteu bruin en gaar bakken en deze vervolgens op een verwarmden schotel dichtgedckt houden. De uien schoon maken, in dobbel steentjes snijden, in de boter lichtbruin bak ken, met de bloem vermengen, en door lang zaam toevoegen van water, al roerende, de saus gereed maken, welke even moet door koken. Het vleesch hierin opnieuw warm laten worden. Ik schrijf voor hen, die denken als ik. Het is nutteloos de meeningen van anderen t* bestrijden; het gelukt soms de menschen te overwinnen in een discussie, maar nooit om ze te overtuigen. Het is met de meeningen als mot de spijkers; hoe meer men er op slaat, hoe vaster ze zitten. Wij kunnen slechts zeggen wat ons de waarheid scliijnt] te zijn. De menschen schrijven de cijfers; en de tijd maakt de proef op de som. A. Dumaa De liefde is in staat om een verstandig man te doen kijken als een gek, en van een stamelaar een Cicero te maken. Wolff en Deken. Kennis van zaken. Een jonge dame, die naar Argeritinio zou, gaan, om daar te trouwen, begaf zich naar een kleermaker, om zich een japon te laten maken. De kleermaker ried haar aan een warme stof te kiezen. „Waarom?" vroeg zij; „het klimaat in Argentinië is zacht en aangenaam." „Ik verzeker u, dat u zich vergist", her nam de snijder, ,,want daar komt het bevro ren vleesch vandaan I Verandering. Koetsier: „Juffrouw, wil ik uw valies maar boven op het rijtuig leggen?" Juffrouw Uid der Vereeniging tot bescher ming der Dieren)„Och, nee't Dier heeft toch al zooveel te trekken; ik zal het maar zoolang op mijn schoot houden." Consciëntieus. Logementhouder tot huisknecht: „Op ka mor 7 komt vanavond een vegetariër logee- ren Haal de kameelharenmatras uit het bed en leg er een zeegras-matras in." Geruststellend. „Vallen de menschen dikwijls in dien af grond?" vroeg een zenuwachtig reiziger. „Neen, meneer", antwoordde de gids ge ruststellend, „nooit meer dan eens." Eigen haar. „Meent gij, dat dat allemaal haar eigen, haar is, dat ze onder dien hoed heeft?" 1 „Zieker. Gisteren beeft haar man me nog' gezegd, dat zij niemand een cent schuldig zijn," Gelijke omstandigheden. Vrouw (.uit het venster, als haar man' 'b nachts om drie uur huis komt)„Man, ik; kan geen woorden vinden..." „En ik dat verwenschte sleutelgat niet." Tegenwoordigheid van geest., Kellner <bij het optellen van de rekening) „Een halve portie kreeftensalade maakt ze-' ventig cents." Bezoeker: „Wat! was dat een halve por tie?... Ik dacht, dat het een heele was?" Kellner: „Ja ja, natuurlijk was het een heele... de andere helft reken ik aan het slot" V ermomming. Een jonge moeder, pao uit Afrika terug, had een nieuwe kindermeid voor de baby] genomen. „Ik weet niet wat het kind scheelt", zei» 't meisje „het huilt maar en ik kan het niet- tot bedaren brengen." De moeder dacht een oogenblik na, toen ging haar een licht op en zeide „Do vorige meid van baby was 'n negerin. Je kunt het kachelpotlood in de keukenkast vinden op de derde plank rechte 1 Vreemde advertentie. „Dr. A. Meyer, specialiteit voor doof-, stommen. Spreekuren dagelijks van 2 tot 4, uux.'i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 18