N». 16530. "Woensdag; 14 Januari. Tweede Blad. A0. 1S14. PERSOVERZICHT. Kunst, Ietteren, enz. Gemengd Nieuws. l)o iUiuister fan Usiooiëu en «1e t*'o n v er n en r-en era a 1 ifD e T L" heeft ia een uitvoerig arti kel de in ue Kamers veel besproken tele grammen- wisseling tusschen den Minister van Koloniën en den Gouvern.-Gener. be handeld. Dit artikel bevat een aantal mededeclin- gen, aan het blad verstrekt door personen van vorschillcndo politieke rich ing, geheel onafhankelijk van elkaar cn waarvan het gelooft de juistheid te moeten aannemen in verband met andere bijzonderheden, wel ke het voorshands niet meent te mogen openbaar maken. ,,Hoo is nog onverklaarbaar schrijft het blad maar een feit. is 't, dat de tekst der gewisselde telegrammen in handen van ver schillende linkscho. en rechtscho politieke personen is geraakt, en zoodoende de za kelijke inhoud der telegrammen in iets rui- mir kring bekend geworden is. Wat zich heeft afgespeeld,komt op het volgende, neer. Er zijn, in plaats van zooals gewoonlijk twee, ditmaal drie telegrammen gewisseld. Tn het eerste roept de Minister van Koloniën, zonder voorwaarden te stel len, de medewerking van den heer Iden burg in, ondanks enkele punten van ver- I schil, die tusschen beiden bestaan. In zijn antwoord beeft de heer Idenburg gevraagd, of neb ministerie zich op het concentratie- standpunt stelt: iidat geval zou hij de mo gelijkheid van samenwerking in nadere overweging moeten nemen. Dit telegram werd volgens een onzer zegslieden door den ministerraad, volgens een anderen na overleg met den ministerraad door c!on Mi nister van Koloniën beantwoord met de mededeeling, dat op het aanblijven van den heer Idenburg zou worden prijsgcstcld, on- danks verschil in de algemeen e politiek, met- welke verklaring de G.-G. genoegen heeft, genomen". Met ,,H ft n d o I 8 b I ad" voegt hieraan toe Do mogelijkheid bestaat zeker, dat deze inlichtingen een ietwat eenzijdig licht op do zaak werpen. Immers, dezo lezing zou doen veronderstellen, dat do minister ecniiro concessie van beginselen of den.k- beelden heeft gedaan, zijn vrijheid om in to grijpen wanneer hij meent, dat de I pchtieke kerkelijkheid; van den gouver- I neur generaal voor Ipdïë nadceligó ge il volgen heeft, zou hebben laten bekorten. Men neemt niet aan, dat iemand een mis- I daad zal begaan, als hij er geen enkel belang of voordeel bij, geen enkelen grond voor beeft. En wij vragen ons af, wat ter wereld dc aanleiding voor den minister zou kunnen zijn, om zichzelf en zijn in vloed zoo goedkoop to maken. Doch wij gclooven met die berichtge vers. dat iets van dc telegrafische corres- pondentie, die geleid heeft tot de over eenstemming tusschen gouvcrncur-gene- j raai en minister en die den minister de overtuiging .heeft gegeven, dat aanblijven j van den gouverneur-generaal niet in strijd met 's lands belang behoefde te zijn, j den leider der antircvolutionnairen bc- kend moet zijn. En dat maakt op ons een zeer onaan- j genamen indruk. Is het gewenscht, dat de leider der oppositie met confidentieele mcdcdeelingen van dén gouverneur-gene raal, iri do. volksvertegenwoordiging schijnbaar voor dien gouverneur-generaal als kampioen tegenover den minister op treedt. Indien het werkelijk voor den goeden naam^ van den gouverneur-generaal noo- I dig, is, dat deze telegrammen gepubli- I ccerd wpvden, dat duidelijk wordt gemaakt wat het standpunt van den gouverneur- generaal is dan kan en mag en moet de heer Idenburg zelf tegenover den minis ter dien eisch stellen. Het geintrigccr van dr. Kuyper in pers cn volksvertegenwoordiging over dezo zaak lijkt ons weinig aanbevelenswaard cn als iet-s ons voor den goeden naam I van den governuer-generaal wcnschelijk I lijkt dan is het wel, dat duidelijk worde I gemaakt, dat dr. Kuyper niet namens hem I spreekt, niet krachtens vertrouwelijke in- hchtingén van hem vragen stelt, wijl hij I meent, dat het antwoord, om politieke I redenen nut kan hebben. I Dc leider van de. oppositie tegen de re- I gcering behoort als zoodanig geen be- I Mekkingen met den gouverneur-generaal I te kunnen hebben. Ook „Hotïïuisgezin" maakt ecnige I aanteekeningen bij deze mededcelingeu. Het blad schrijft Dit moet alles zijn. Indien dit inderdaad alles is, is er dan l reden om minister Pleyt-e een gevangene I der rechterzijde t e noc-men Heeft niet minister Cort van der Lin- den met nadruk verklaard, dat het kabi net geen partij-ministerie was en dus I zien niet op het standpunt der concen- I trat.ie stelde? De ontkennende beantwoording der I Vlaag van den landvoogd kan dus niet I verbazen, lag integendeel voor de hand. En verbazen behoeft het. ook niet, dat I do regeering ondanks het verschil in I do politiek, wat toch nog iets anders is I an het aanvaarden van heb concentratie- P program op het aanblijven van den neer Idenburg prijs stelde. ndien en voor zoover de onthulling van „D e T e 1." juist is, behoeft zij geen reden tot verontrusting te zijn. Grooter afmetingen dan die van een storm in een glas water zal de zaak wel niet aannemen. „D o Sta n d." is niet voldaan over do rode van den minister van koloniën in de Eerste Kamer. De minister, zegt dit blad, heeft ter rechterzijde wantrouwen opgewekt Toen hij in do Tweede Kamer optrad, stond bij do eerste ontmoeting dat wantrou wen zelfs zeer hoog. De heer Van Veen con stateerde dit zelfs op vrij scherpen toon. Zijn temperamentvol optreden bij do stem bus maakte waakzaam en bezorgd. Toch was het hem golukt, in twee grooto redevoerin gen dit wantrouwen er onder te krijgen. Vandaar dat do oppositie in de Eerste Ka mer zelfs sympathiek tegemoet trad. Maar toen bedierf hij 't op eenmaal go- heel. Ten deele had hij dit reeds in zijn Mo- morio van Antwoord op de fatale lóde blad zij gedaan. Toch deed do oppositie haar best om zelfs daaraan nog een mouw te passen Had hij dio opnieuw hem toegesto ken hand dan ook loyaalweg aangegrepen, zoo ware 't alios van een leien dakje go- loopen. Doch juist dit deed hij niet. Veeleer las hij een breed betoog voor over Plein en Buitenzorg, dat onder de gegeven omstandigheden wel wantrouwen moe&t woleken. Onwillekeurig vroeg men zich af, waar dit heen ging. Stel, er komt straks een andere gouver neur-generaal, een nog erger missie-keur der daj) mr. Ploytë zelf, eiïiëve, wat moet er dan van onze actio op Java terecht ko men Toch gelooven we, dat de Kamer goed de^d met zelfs geen stemming te vragen. Maar verzwegen mag dan toch niet, dat de houding van Mr. Pleyte in de Eerste Kamor, wat ons leed doet, ook de positie van het Kabinet, als geheel genomen, niet he^ft gesterkt. Verzwakking van het wederzijdsch ver trouwen is, vooral zoo er niet de minste aanleiding too gegeven werd, altoos beden kelijk. ,,D e Sta.n daar d" driestart nader over „De Telegrammen als volgt Niet gen-oeg kan betreurd, dat de Minister van Koloniën niet aanstonds, op het eerste verzoek, de telegrammen over heeft gelegd. Zoo ze puur-formeel zijn, had dit niemand kunnen schaden. Na al wat er nu over voor viel, blijven ze toch niet geheim, en zoodoen de wordt do positie van den Minister steeds pijnlijker. Iri ,,D e Telegraaf" begon het lieve spel nu reeds, en natuurlijk blijft het daar niet bij. Of wat ,,De Telegraaf" opgaf als verklapt, juist is, zij in het midden gelaten, maar in elk geval zijn de telegrammen nu voorwerp van hooge, prikkelende nieuwsgie righeid geworden, en men weet waarop dit uitloopt. En daarbij komt. nu nog een tweede iets. Van Linie namelijk legt men er mi met zeker welgevallen nadruk op, dat de Minister in zijn veróngelukte redevoering eenerzijds den streng in eigen liand hield, maar ook anderzijds den Goeverneur-GeneraaJ een zeker terrein adlibitum aanwees. De vraag is nu: Schuilt hier toeleg in? Zoo ja, staan we dan nu voor deze positie, (lat de Minister pertinent weigert het pres tige van Idenburg boog te houden, en dat hij eer in tegendeel er uitsluitend op bedacht is, Idenburgs eventueelen opvolger de handen vrij te maken om straks hardhandig tegen de Z e n d in g op te. treden, en dit wel op zulk een voet, dat de Minister dan zeggen zou Keeren kan ik dit niet. Gij hebt zelf ge wild, dat ik Idenburg de handen vrij liet. Nu, clit heb ik gedaan, maar verg dan nu oou niet dat ik zijn opvolger op do vingers zal tikken. Men gevoelt, hoe dan toch de Zending het kind van de rekening zou worden. En dit mag niet. In elk geval, er zit nu ter dege een kink in den kabeleen kink, die er uit moet. Mr. S. van Houten schrijft, in zijn jong- stcn „Staatkundigen Brief" van 9 Januari Wij gaan het nieuwe jaar in met een er gerlijken toestand ten aanzien d*r vaststel ling van de beg-rooting. Noch Indi sche, noch Nederlandsche begrooting ini het „Staatsblad" en do laatste pas half- iclaar bij de Tweede Kamer. En dit terwijl als gevolg der verandering van ministerie kort voor de opening der nieuwe zitting c?o begroo'.ing zelf weinig nieuws kon bevat ten cn zoo goed pis niets anders den hevtst- tiid in beslag nam. Een precedonb dus van vérstrekkende gevolgen, enkel wegens het veel e> lang praten. En zelfs dit zonder groo'y bcteekenis cn, behalve wat He con stitutie dei* onderwijs-commissic betreft, zonder belangrüke gevolgen. Do eigen aardigheid van het geval van het standpunt van een wijsgeerigen toeschou wer is. dat de schuldigen zelf er het meest onrl^r Ih'^cn Al* staatslichaam D do Kamer dc schuld-geen haar leden erge ren zich or vol het meest over, natuurlijk mot uitzondering van stenografie, pers en bedteuden dat; trots Tango cn in vele &vnn.*=>n voortgezet?, zittingen, dc eersto administratieve plicht van het Staats-collc- go onvervuld is. Er wordt naar gïslrecfd verbetering aan to brengen door reglementaire beperking van den duur der redevoeringen, maar wie nu eenmaal lu?t heeft veel en lang te spre- ken; vindt toch'gelegenheid telkens weder het woord te krijgen. In mijn jeugd werd reeds van Groen gezegd, dat hij amende menten voorstelde enkel om bij een onder werp zoo dikwijls het woord te mogen ne men als hij verkoos. Ik waag althans daarnevens een ander middel aan de hand te doen, dat indertijd door een zwijgend lid, die gewoon was do zittingen van het begin tot het einde bij te wonen, werd beproefd. Eens in do Kamer komende begroette bij mij en waarschijnlijk anderen, die nogal eens do aandacht hunner medeleden vroe gen, met de vraag: Weet gij we!, dat gij ia dit zittingjaar al X meters gesproken hebt? Op mijn lachend schouderophalen deed hij nog volgen Nu, dat wilde ik u maar eens zeggen. Hij had de kolommen van 't Bijblad nage meten en van de redevoeringen een lengte- statistiek opgemaatk En nu rijst bij mij do vraagZou nie+- publicatie van zulk een statistiek nuttig kunnen werken? Vooral met het doel, dat het publick de Bijblad:meters zal vergelijken met de plaats dio de spreker in de Kamer inneemt en het effect, dat hij heeft bereikt. Zulk een statis tiek zal ook leiden tot vergelijking van we spreek-methode der leiders, van wio ook gevergd mag worden, dat zij zich voldoende voorbereiden om kort te kunnen zijn. H«er bij komt mij nog een herinnering op van een medelid, die zeer lang sprak, en van de on derwerpen, die hij behandelde, veel studio maakte. Er werd niet naar hem geluisterd en vriendschappelijk klaagde hij mi] daar over zijn nood. Ik lten hem gemakkelijk dit antwoord geven Wat gij ons vo rdraact is niet 'n redevoering, .maar 't studie materi aal voor een redevoer"ng. En ik geloof, aan dit euvel gaan tegen woordig vel cd mank Baat 't niet-, het schaadt zeker uiet, wan neer ieder Kamerlid aldus als het ware steeds met do aantcckening zijner Bijblad meters voor zijn medeleden en het publick komt to staan. De vernuftige inval van mijn oudon vriend tot keering van een toen nog niet bedenkelijk euvel, waarvan hij als al tijd aanwezig zwijgend lid meer bijzonder last had, kan werkelijk tegen het du ernstig, geworden kwaad een remedie zijn. Psycho logisch is er alle reden er cenige werking van te verwachten, als leden zonder invloed door een hoog cijfer Bijblad-motors min of meor ridicuul worden, en invloedrijke le den, die hun redevoeringen niet kort weten to maken, er telkens aan herinnerd worden, dat collega's van niet. minder hooge positie heel veel mindeT tijd in beslag nemen. Nu nog een kort woord over het eenige belangrijke resultaat der discussie, de op wekking der hoop op een bevredigende o p- lossing der on de rw ij s vraag en, als gevolg, do bonoeming ëenor Staatscom missie, bestaande uit de groepsleiders der Tweedo Kamer, om hieromtrent te advi- seeren. Ik verwacht er niets goeds van, omdat de onderwijs-kwestie slechts een onderdeel is van den blijvenden strijd tusschen gees telijk en wereldlijk gezag. In de zestiende eeuw leidde het overwicht van Rome tot den opstand tegen Spanje; tegen het ein- do der achttiende eeuw het overwicht van het Calvinisme tot de revolutie. De beide overwonnen kerkelijke richtingen hebben zich nu vereenigd cn zijn sedert de Grond wetsherziening van 1887 bezig het verlo ren terrein te herwinnen, behoudens na tuurlijk, dat zij elkander weder in de ha ren zullen vliegen, als het j.modernisme" zal zijn onderdrukt. Tijdelijk is het terrein van den strijd het lager onderwijs Door uitzicht te ge ven op pacificatie maakten zij zich meester van millioenen uit de schatkist voor hun propaganda bij do jeugd in inrichtingen, waar niet het. onderwijs, maar het inpren ten ccner kerkelijke geestesrichting hoofd zaak is. De oorzaak van do toenemende misken ning van den juisten regel, dat het uit de belastingen geputte geld slechts voor neu trale inrichtingen mag worden besteed cn allerminst mag worden gebruikt tot machtsversterking der geestelijkheid, is ontstaan door de halfheid van een deel der toenmalige liberalen tegenover de dubbele beweging onder het volk ontstaan door de moderne theologie en het- socia lisme. Vrees voor atheïsten, socialisten en communisten heeft hen weder heil doen zoeken in een door de kerkgenootschap pen gekweekte onderworpenheid. Met. medewerking van zulke liberalen kwam de wet-Mackay tot stand. En in plaats van daarna met een ,,tot hiertoe en niet verder" pal te staan, gingen Borgesius- Pierson verder op dien weg. Cort van der Linden was daarbij hun ambtgenoot. Dit maakt mij ernstig be zorgd, dat een nieuwe overwinning van de geestelijke gezaghebbers wordt voorbe reid en de vruchten der stembus-overwin ning van 1913 weder verloren gaan door denzclden invloed, die den clericalen do vruchten van do liberale overwinning van 1897 in den schoot wierp. Een eigenaardig gevolg van de kracht der goede beginselen van staatkunde, waarop de hoop nog mag gevestigd blij ven is wel, dat men in clerical'o leringen bang begint te worden voor het eigen suc ces. Zij hebben de oprichting van bijzon dere scholen geldelijk zoo gemakkelijk ge maakt, dat zij vree-zen, dat. hun stelsel ook anti-clericale, anti-godsdienstige, so cialistische, enz iri het leven zal roepen. Zóóveel toch hebben in de afgeloopen pe riode de liberalen van mijn slag nog kun nen bewerken, dat de subsidiën worden verleend aan alle scholen zonder beper king der gcctesrichting, die den kinderen zal worden gegeven en ingeprent En nu staan de clericalen voor het dilemna, de oprichting van hun vijandige scholen nog meer to bevorderen en als 't war.Q uit te lokken, of wel overheidstoezicht op de geestcstiching der zoogenaamde vrije scholen, en dus ook op hun eigen in het leven te moeten roepen. Ik moet erkennen, dat de logica der fei ten tot dit laatste reeds bij liet tegenwoor dig subsidiestelsel heen drijft Uit. de beurzen van allen het geld te halen -voor scholen, waar de aanstaande burgers worden opgeleid tot minachting, om geen harder woord tc gebruiken, van andersdenkende mede-burgers is zc-o iets absurds, dat meer en meor dc oegen van bet onafhankelijk publiek er voor zullen worden geopend. Lecren de kinderen het verketteren hun ner mede-burgers in huis of in de kerke lijke leerkamers, het is reeds erg genoeg, maar een tc eerbiedigen uiting der vrij heid. Het geld der belastingen mag er echter niet voor worden gebruikt. Dit be hoort slechts te worden verleend onder de door voldoend toezicht te bandhaven voorwaarde, dat evenals in de openbare, school, de onderwijzers zich onthouden van „iets te doen of toe te laten wat. strij dig 19 met den eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige begrippen van anders denkenden" (art. 33 2de lid der wet op het lager onderwijs). Dat deze voorwaar de niet is opgelegd, is de grondfout van het. tegenwoordig stelsel van cchoolsubsi- dicn, waarop ik ook de bijzondere aau- dacht der Staatscommissie vestigt- De Haagsche Schouwburg. Louis Bouwmeester Jr., tl i e'Jter-diA?cteilT to 's-Gravenhage, heeft den gemeenteraad voorgesteld den -schouwburg, wanneer die geliéei ge reed zal zijn, in beheer" to nemen en te exploïteereri onder toezicht van ccd commis sie. eventueel door den Raad te benoemen. Do exploitatie zal bestaan uit het verhu ren van het gebouw aan eerste-rangs tooneel- gczclschapppen, zonder voorkeur voor het een© of het andere, doch alleen naar recht en billijkheid, met dien verstande evenwel, dat oen .opera-onderneming, die daartoe aanvrage doet, een vast recht van vijf speeldagen ;per veertien dagen wordt gegund, alzoo per week twee dagen en één Zondag om de voert ien dagen te zorgen voor de aanvulling van het ont brekende décor; te zorgen voor het onderhoud van het ge bouw in geheel en omvang, dus ook van den inventaris en het in dienst nemen van het daartoe benoodigdo personeel: het dragen der onkosten voor verlichting en verwarming. Verder neemt adressant aan aan de gemeente een jaarlijkscho huursom to betalen van 'f 16.000. van een eventueel© netto winst 25 pCt. aan de gemeen to uit te keeren een door den Raad te bepalen waarborg som te storten tot een bedrag van ten hoogste twee kwartalen huur. Een op deze basis aangegane exploitatie moet adressant het recht geven, de over eenkomst van jaar tot jaar ongewijzigd te verlengen en wel gedurende cl© eerste viar jaien, volgende op het eerste exploitatie-jaar. OPGAVE VAN PERSONEN, DIE ZTCH TE LEIDEN HEBBEN GEVESTIGD. G. van Pullen, Hooigracht 4 A, onderwijzer. I. E. Crince Lc Roy, Papenstraat 14A. J. van Dokkum, Oude Singel 220, instru mentmaker. A. J. van Du uren cn gezin, Van der Helm- straat 2S, meubelmaker. M. II. Basslé, Nieuwe Rijn 11, collecteur Staatsloterij. Dr. N. van Wijk, Nieuwstraat 3G, lioog- leeraar. II. E. Dersjant, Diaconessenliuis, leerling- verpleegster. M. de Sauvage, Pieterskerkkoorstecg 7. II. G. Bonneb en gezin, Lcegewerfsteeg 14, loopknecht. L. Boom, Oude Rijn 48, modisto. C. Nimwegen en gezin, Lanyogracht 54, vleeschhouwcr. F. C. M. Pelgrom von Motz, Hoogewoerd 34, student. J. P. de Kat Angelino, Lange Mar© 6. H.Passchier en gezin, Kort Galgewator 20, m a trassenm ak er-stof feerder. N. Lege-t cn gezin, Zijd gracht 8, brood bakker. P. van der Klaauw en gezin, Heerenlaan 40, gemeenIcreinigar. G. J. dc Boer, Ilaarl.straat 93. Joha. II. Krobs, Diaeonèsscnhuis, verpleeg ster. W. J. Rijkens, Galgewater 2, Luitenant- adj udant. J. den Ouden, Hoogewoerd 122a, bouw kundige. C. Blok, Zijdgracht 7, slagersknecht Nu dc winter volop ïn't land en met strenge koude niet altijd aange naam is, willen wij er op wijzen; dat vooral voor personen, die veel aan de kou de zijn blootgesteld, een i; "teleend en goedkoop middel om aan ch ode weer stand te bieden, is, zich over-de onder- kleeden in papier te wikkelen. Door op borst en rug een stevig vel papier of des noods een krant te bevestigen, ia men er zeker van, dat de koude weinig invloed op lichaam heeft en f-cgen aandoeningeu helpt. Van personen, dié vóoj zaken geregeld de omliggende gemeenten n- -ockcii, hoorden wij, dat zij met het mee -. i.cc D dit middel gebruikten, en van de strengste koude geen nadfeelige gevolgen hadden De o n g e v a 11 e n w a g e n s der H. IJ..S.-M. Wij hebben reeds melding ge maakt. van de z.g. ongevallen wagens door eta H. IJ.-S.-M. in dienst .gesteld om hulp te verleenen bij spoorwegongelukken. „De Tel. weet nu hierover nog de volgen de mecjedéelingen te doen. Zoo'n wagon staat op een vrij spoor aan het Westelijk stalionseiland, en is dus oogen- blikkelijk tot uitrukken gereed. Zij bestaat eigenlijk uit een tweetal omgebouwde en aaneengekoppelde AB-personcrrijtuigcn, waarvan de wagenkasfc donkerrood is ge schilderd. Da wagen bestaat uit twee gedeelten, dc ruimte voor d'e werktuigen en de af deeling voor het personeel. De toegang tot eerstge noemde ruimte bestaat uit een gewonen coupe; moeten gvoote, zware werktuigen uit geladen of gewonden binnengebracht wor den, dan kan dit geschieden door een groote openslaande deur in den kap wand. De werktuigen zijn van verschillenden aard. Zoo zijn hier aanwezig de ijzeren vijzels die da locomotieven steeds met. zich meevoeren, een zestal zware dommekrachten, derailleer platen om machines er. wagens weer m het spoor te brengen, trekkettingen, nouweelen, ©tukken rails, zware houten blókken, bijlen en zagen, om beknelde personen uit te kap pen en te zagen, benevens een aantal groo- tero en kleinere werktuigen, welker aanwe- -So.wjoods una Ciq sr qCrpiaoq^uouo pioqihz ramp. De seinlantaarns staan in een speciaal daartoe ingericht rekj tegen den zijwand van den wagon, terwijl een ladder, die tevens als draagbaar voor gewonden gebezigd kan wor- deu, aan de zoldering 19 bevestigd Voor het personeel- zijn voorts st-eads olie jassen aanwezig. In de tweede afdeeiing van het rijtuig bevinden zich twee compartimenten, die anderhalf maal zoo ruim zijn als de ge wone coupé's in de personenrijtuigen, bo nevens een soort keuken of kombuis. De eerste compartimenten kunnen gebruikt worden voor het vervoer van doctoren eri helpers voor heb geval de ramp groote af metingen heeft aangenomen, tn voor het uitrukkende treinpersoneel. In gevat van nood kunuen drie gekwetsten in eiker, ooupé geplaatst worden: één op iedere bank en én op den vloer. Een hospitaal in het klein dus. De laatste coupé, als-keuken iugcricht, is zeer practiseh geïnstalleerd. Aan de eene zijde bevindt zioh een compleet aanrecht, waarop een tweetal groote gaskomforen ge plaatst zijn, en waarin tevens een waschge- legenheid is aangebracht. Warm water voor koffie der manschappen en desgewcnscht voor de behandeling der gewonden, is dus steeds aanwezig. Onder het aanrecht bevin den zich eenige bussen met koffie en thee, terwijl daarboven een rek is getimmerd voor kook- en drinkgerei. Ter and:re zijde staan een drietal gruote, geëmailleerde waterreservoirs, die steeds ge vuld zijn. Vergeten, we te jli.lt" m°t u.* groote verbandikist, waarin do noodige chi rurgische instrumenten, noodverbanden en gummislangen, welke laatste noodig zijn voor het afbinden van gewonde ledematen. De gecombineerde wagon weegt ongeveer 27,(XX) kilo's en is voorzien van gasgloeilicht., stoomvcrwarming en Westinghouse-noodrem Voor eiken ongevallen-wagon is een spe ciale beambte aangewezen, wiens werk uit- rijtuig en wiens plicht het is te zorgen, dat sluitend bestaat in het onderhoud van het het dag en nacht tot onmiddellijk uitrukken gereed is. Hopen we, dab het evenwel niet noodig 1 en de roode wagen nog lang ongebruikt op het emplacement zal blijven staan Do opnieuw uitgebroken staking der garnalenvisschers te Stellen dam, is, naar do ,,N. R. Ct." meldt, uitge breider dan de eerste. Zij omvat 2S vaar tuigen (85 visschers). Met uitzondering van -onkelo vaartuigen, die het eigendom der pellerijen zijn, is de staking algemeen. Het geschil loopt thans over de prijsregeling in Maart: de visschers verlangen een verhoo ging van 2 cents per K.G., de handelaars willen den ouden prijs met 1 cent per Kilogram verlagen en zeggen, dat do concurrentie met de Engelsche garnalen cn dio uit andcro streken van ons land geen hoogor loon toelaat. In „De Hotelhouder" vinden wij een mededeeling over een practiseh en maatregel. Dc Ned. Hotelhoudersbon d "heeft voor de leden uniforme kaarten la ten maken, die in de.hotelkamers kunnen worden opgehangen en prijzen van iogios, ontbijt, bad, enz. vermelden. Enkele no bels ten onzent en vele in hot buitenland hebben reeds dezo kaarten, dio bij den ga*t vertrouwen wekken, mits men dAn van de zo tarieven ook niet afwijko.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5