RECEPT. Europsesche fakirs. Niemand of niets, die over zachter, doch knellender boeien beschikt dan de slaap. Een dwingeland is het, een tiran, die ons overmeestert en in zijn armen gevangen houdt. Is het wonder, dat enkele wilskrach- tigen den strijd hebben aangebonden met Morpheus? Het lijstje verslagenen is ech ter even lang, als dat der strijdenden de slaap won het altijd. Frederik de Groote vertelde vaak met eenigen trots van den tweestrijd, dien hij in zijn jeugd met den slaap voerde, en dien hij vier dagen uithield. Ook hem had het geërgerd, dat de slaap hem zoovele koste lijke uren ontnam. Door afwisseling in den arbeid meende hij zich den slaap van het lijf te kunnen houden. Nooit langer dan vier uur heeft Morpheus zich van den ijve- rigen vorst kunnen meester maken. De Duftsche archoloog Winckelman sliep eok nooit langer dan vier uur. Tijdens een studieverblijf van zes maanden ia Grieken land, waar hij stapels manuscripten en do cumenten had te doorworstelen, heeft hij geen bed gevoeld. Te middernacht schoof hij de boeken, die voor hem lagen, op zij, en legde er het hoofd neer. Klokslag vier uren werd hij geregeld wakker, en her vatten dan den arbeidvaak zette hij zijn voeten in een kom water, om wakker te blijven. De groote philoloog Heyne gunde zich slechts twee keer per week eenigo uren slaap. Een rij boeken met een verhooging bij het hoofdeinde vormden een weinig zacht© of verkwikkende sponde. Napoleon, die niemand boven zich dul- de, erkende evenmin de macht van Mor pheus. Hij kon inslapen wanneer hij wilde hij voelde zich na vijf minuten weer zoo frisch als een hoentje. Vooral op veldtoch ten kwam hem deze eigenschap goed te pas. Edison is eveneens een apostel van den geringen slaap. Meer dan eens verwonderden zijn assis- ten zich over zijn volhardingsvermogen. Wanneer deze geniale technicus, die de meeste en grootste uitvindingen der vo rige eeuw op zijn naam heeft staan, weer eens van een nieuw idee zwanger ging, gunde hij zich absoluut geen rust. Pas wan neer Hij geslaagd was, haalde hij de schade in met een gezonden slaap van een tien a twaalf uur. Lawinen in de Alpen. Als ongonoode voorjaarsgasten komen in het Alpen-gebied de lawinen voor, als de heete wind, de Föhn, zijn golven van warme lucht in de dalen jaagt en de sneeuwmassa's snel tot smelten brengt, of als dooiweer met veel stuifsneeuw samen treffen, dan zijn de voorwaarden vervuld voor het loslaten van lawinnen, het af schuiven der geweldige sneeuwmassa's. De bowoners van de bergdalen zien met bange zorg den lentetijd te gemoet, en het is verbazend, met hoeveel zekerheid zij de komst van de lawinnen voorspellen en er hun maatregelen tegen nemen. Door langjarige waarneming zijn hun alle voor waaiden nauwkeurig bekend, en de mees te lawinnen komen jaar op jaar met- c grootste regelmaat terug, vaak op precies dezelfde dagen. De groote en de er mee ge paard gaande verwoestingen verschillen zeer. Als de stijging van de temperatuur en het daarop volgende smelten en loslaten van de sneeuw langzaam gaan, dan zal de afschui vende sneeuwmassa kleiner zijn dan bij een plotseling omslaan van het weer, vooral als dat samenvalt met heftige sneeuwbuien. Dan verlaat de lawine haar gewone bedding en breidt zich uit over gebieden, die in nor male omstandigheden niet worden gestoord maar die nu in beweging komen en langs nieuwe banen verwoestend naar de dalen glijden. Tegen het gewicht van de eenmaal in beweging zijnde massa's vermogen de op gevaarlijke plaatsen aangebrachte beschut tende wonden weinig of niets: 1 - grootste stammen worden als speelgoed weggeveegd en in wilde draaiing door de lucht gesleurd. Heeft de lawine eenmaal zulk een kracht ontwikkeld, dat zij boomen kan ontwortelen dan is er niets, dat haar weerstaat, bosschen noch heuvels en vooruitspringende rotsen, het gesteente vermengt zich met de sneeuw massa's die onder gekraak en gesuis naar beneden storten en eerst tot rust- komen, als er geen verval meer is, of als een tegen overliggende bergwand haar ophoudt. Een beruchte lawiue iö die van Bristen- stock, een der grootste en wel de langste van cle elk jaar terugkeerende. Zij begint op den top van den Bristenstock, de bekende mooie pyramide, die men van hot Vierwald- stadtermeer uit achter in het Reussdal ziet, en eindigt eerst in de Reussbedding bij Am- steg. In normale omstandigheden neemt ze haar gewonen weeg, een erosiespleet, die diep is uitgewoeld maar 6oms overweldigen de sneeuwmassa's de bedding der lawine, en waar ze dan aan de hellingen en op de wei den stilliggende sneeuwvelden in beweging brengt, glijdt alles mee. Een geringe aan leiding kan daartoe meewerken; een m-ensch of een geit soms. Door een Bristenstockla- wine werd voor eenige jaren nog een hon derdjarig banwoud geraseerd, zoodat geen boom gespaard bleef, en over de la-win ega le rij van den Gottha-rdspoorweg stortte toen de lawine in de Pi.eu6s. De schade,door zulk een lawine aange richt. loopt vaak in de tien duizenden, niet enkel door wat ze rechtstreeks vernielt, maa-r meer nog door de onbruikbaarheid van de hinden, waar ze overheen is gegaan. De vermenging van de sneeuw mot aarde, boomstammen en steenen maakt, dat er na het smolten van de sneeuw een laag over blijft, die goed land onbruikbaar mankt. Een eigenaardige schadevergoeding krijgen d'e eigenaars van zulke perceel en door de bepaling, dat, als bij een lawine-ongeval houtwaarden van eenigo beteekenis verlo ren zijn gegaan, de opbrengst bij verkoop toebehoort aan dengene, op wiens grond de stammen zijn blijven liggen. (,,De Aarde en haar Volken.") De oude aristocratische kringen, die dood gaan van geblaseerdheid en verveling, hebj- ben een onbegrensde toegeeflijkheid voor den man, die hen vermaakt, terwijl hij hen beileedigt; meruschen, die glazen stuk smij ten, zijü welkom in een zaal waar men stikt. F i 1 o n. Weinig stervelingen zijn zoo ongevoelig, dat men niet hun toegenegenheid kan win nen door zachtheid, hun vertrouwen door oprechtheid en hun haat opwekken,door min- achtig of verwaarloozing. Zimmerman. De haat ziet soms zoo helder als het genie het niet kan. Lockroy. Stamppot van uien. D K.G. uien, H- K.G. aardappelen, 60 G. vet (boter, reuzel, margarine of een mengsel daarvan), zout, peper, iets azijn. Bereiding De uien schillen, in vieren snijden, wasschen, opzetten met de aard appelen onderin de pan en den bodem be dekt met water. Alles samen gaar laten ko ken, dooreen stampen en stoven met het vet, en desverkiezend iets azijn en peper. Men kan een deel van do aavdappelen ver vangen door rijst bijv. 1?, d.L., die op een laag uien gelegd wordt en bedekt moet worden met een ander deel van de uien en heeft dan wat meer water noodig. Ook kan men de aardappelen gedeeltelijk ver vangen door witte boonen. AJÜLEKBEI. H etondereckeid. Aan de kletstafel in de sociëteit had de dokter van het dorp den hoofdonderwijzer nogal sekuur t-s pakken genomen, waarop deze zich tot den dokter wendde met de vraag ,,Weet u ook, welk verschil er is tusschea u en den hofslager?" Verontwaardigd wees de dokter deze combinatie ais beleedigend af. Maar on vervaard gaf de hoofdonderwijzer het ant woord op de vraag: „Kijk, de hofslager is hofleverancier en u, dokter, is kerkhofleverancieT. Nog gelukkig te land gekomen. Zus verkiest niet te eten, omdat het menu van den dag haar niet bevalt. „Foei", zegt- vader ernstig, „je moest je schamen. Toen ik klein was, was ik dolblij met het eenvoudigste eten en soms kreeg ik niet eens genoeg. Ik heb meer dan eenmaal honger geleden Zus kijkt hem medelijdend aan. „Goed, dat u maar bij ons gekomen bent zegt zij hartelijk. Prettig. „Kun je de deur niet open krijgen?" vraagt de goedmoedige oude heer met nieu we glacé's, aan een achtjarig meisje, dat voor een kruk van.de buitendeur staat te wachten. Hij helpt- haar en liet meisje gaat binnen. „Een volgenden keer moet je het zelf eens prebeeren." „O, ja", zegt het meisje, een volgende keer is wat anders, maar vandaag was de deurkruk nieuw gelakt en nog nat, weet u'k Een slimmerd; „Asjeblieft, baas, de vijf cents terug van den postzegel." „Wat is dat nou, Jaap? En de brief dan?" „Die heb ik stiekum in de bus gestopt, baas, zonder postzegel, toen er precies nie mand voorbij ging HaarantwoorcL Een fat, die op een concert achter een dame zat en haar gaarne eens in het gezicht wilde zien, en daartoe geen gelegenheid kon vinden, tikte haar op den schouder, terwijl hij zich hield, alsof hij een spin van haar kieeding afsloeg. ,,U hebt daar een leelijk dier achter u, mejuffrouw", zeide hij, toen zij omkeek. „O ja, mijnheer", gaf zij ten antwoord, „dat merk ik." Verkeersregeling. In den „Matin" moest de onvoldoende re geling van het verkeer te Parijs het weer eens ontgelden in een aardig gèvonden mal en ten du Een heer en dame willen de Morgue be zoeken en vragen een agent den weg: „Par don, monsieur l'agent pour aller a la Morgne s. v. p. De verkeersregelaar, wijzende op den rij weg, waar het krioelt van rijtuigen, auto's enz. „Traversezïe boulevard." Een nieuwe meid! „Onze laatste meid was gewoon, om als we uit waren, met- haar vrijer in de voorka mer te gaan zitten en mijnheers wijn op te drinken Heb jij eon vrijer?" „Neen, mevrouw, maar als ik weet, dat dat hier mag, dan kan ik er gemakkelijk een krijgen Begrepen. Een boecr, en een la-ndbouwleeraar hadden verschil van meening. „Man," zei de laatste, „weet je wel dat ik twee hoogeecholen heb bezocht, hier te lande één en één in Duitscbland?" „O. dan zei de boer met een blik van begrijpen, „ik heb een kolf gehad, dat door twee koeien gevoed werd... en het- werd een steeds groot-er kalf!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 22