s;MT-mcoi.AAs. Krokodillen-farms. Een nieuwe viaduct in Tliüringen van 140 M. lengte en 40 M. hoogte. Deze Nassenteller-viaduct is een der- vele groo- te viaducten tusschen Lauscha en Wallen dorf-Probstzella, een spoorlijn van 15 K. M., waarin ook veel tunnels voorkomen. heeft, raakte men aan hen gewoon, en men liet hen met rust. Mevrouw Ribber verveelde zich niet in het minst. Deze rust en va can tie, eigenlijk midden in haar mondaine drukte, scheen haar een woldaad toe. Het was poëtisch, het was romantisch. De jonge weduwe, waar zij woonde, kon urenlang haar verhalen uit het dorp doen, en als zij den menschen wil de ontsnappen, ging dat gemakkelijk bij de verlaten zee, die monotoon, golf op golf, voortrolde, echter iederen dag weder nieuw voor haar. En dan had zij nog den heer Strijkman te bestudeeren Het is misschien wel mogelijk gedurende eer.ige uren een rol te spelen, doch onmo gelijk, om dit zonder oponthoud dag aan dag voort te zetten, en de „man van de wereld" was wel genoodzaakt zich in zijn ware gedaante te vertoon en. Eens liet hij een ware emotie blijken bij het beschouwen van een zonsondergang. Vroeger, in de groote stad, had hij met der gelijke dingen altijd gespot, en de natuur voor een „theater-directeur" uitgemaakt, die er mooie ,,mises-en-scène" op nahield. Zij begon anders over hem te denken ea dat maakte haar eert klein beetje verheugd. De „man van de wereld" was dus in staat, er, wat de menschen noemen, gevoel op na te houden. Eens was er een groote beweging in het dorp. Jan Harings boot had averij beko men. Een ware ramp 1 „Er is op zijn minst driehonderd gulden voor noodig, om de boot in orde te maken", zei Jan Haring. Den volgenden dag vroeg de heer Strijk man zijn gezellin verlof naar de stad te gaanEn nog denzelfden middag had Jan een anonimen postwissel ontvangen tot het bedrag, dat hij noodig had. Mevrouw Ribber begreep. Dien dag was zij dol van vreugde. De zee is schoon, maar een gevaarlijk roofdier. In een harer woedende stormen sloeg zij de brug \an de boot de „Marianne" af, en nam Eric mede, een kleinen scheepsjongen, die geen ouders had. De oceaan gaf zijn prooi den volgenden dag aan het strand men vond het lijkje op het zand. Mevrouw Ribber droeg de onkosten der begrafenis Met den heer Strijkman begaf zij zich naar het kerkhof, om het doode kind de laatste eer te bewijzen. „De man ■van de wereld" was bleek, en zijn oogen waren vochtig. Hij dwong zichzelf niet te weenen. Het was tevergeefs. Plotseling barstte de ongevoelige en sceptische man in tranen uit en dat om een jongen knaap, dien hij nooit had gekend „Beste vriend", zeide mevrouw Ribber, toen zij samen het kerkhof verlieten, „de proef is volbracht. Nu ken ik u. Uw masker is gevallen, u is een goed mensch. Hier is mijn hand. Als ons eerste kind een jongen is, zullen we hem Eric noemen als herinne ring aan dat arme kind, dat mij jou heeft leeren kennen. Geef mij je armbeste vriend." Hij is weer gekomen, uit het verre Span je, de eerwaardez'n stoomboot bracht hem reeds, z'n trouwe, zwarte knecht volg de hem als immer en z'n schimmel hin nikte vroolijk z'n vreugde uit, toen Neer- iands kusten aan den horizon opdoemden. En hoewel oud, niemand weet precies z'n leeftijd en hijzelf zwijgt er liever over, z'n ha»*t blijft jong en het zal z'n glorie zijn de verschillende verrassingen rond te dee- len, te worpen door dc hooge schoorstee- non of te bergen in klaarstaande 6choenen. Hij houdt zoo van 't jonge volkje, dat zich ©m hem h?cn schaart in angstige span ning met kloppende hartjes, schuchtere blikken werpend naar den strengen, sombe ren knecht met den gevreesden zak en de ruwe roede. De Haantje-de-Yoorsten, de ondeugden op straat, in school en huis, -ie door ieder gevreesde rakkers, hoe sidde ren ze thans, onder den dreigenden blik van Sint, c'ie wonderwel weet van begane euveldaden en in scherp-afkeurende woor den slecht gedrag of minne, lage streken in herinnering brengt. De knecht rinkelt Jaarbij vervaarlijk met z'n ijzeren ketting, de zak opent- zich reecis en de roede trilt verdacht heen en weer, maar, gelukkig, Sint weet wat ver geven is en wanneer dan de goede ouders vriendelijk smeek end om vergiffenis vra gen voor d'r kwajongens, die toch ook wel weer veel mooie dingen deden, dan wil Sint het voor één keertje nog eens probeeren en de toornige oude schijnt zelf zéér verheugt z'n 6traf niet te behoeven voltrekken, 't Is ook schrikkelijk weg te moeten heel naar Spanje, in 'n zak! En dan is 't feest, dan komen de tongen los, dan klinken vroolijk-luid de liedjee op en do vreugde bereikt haar toppunt, wan neer de zwarte knecht, die intusschen lang zoo vreeselijk niet meer lijkt, met gulle hand de schitterende geschenken te voor schijn brengt en de verschillende verlan gens zoo juist te bevredigen weet. Jammer, dat Sint gauw vertrekken moet, maar er zijn immers zoovelen, d^e met on geduld op z'n komst te wachten zitten en als dan even later toevallig Oom binnen treedt, midden in een smulpartij, wordt alles in kleuren en geuren verhaald en de goede gever hoogelijk geprezen. Ja, Sinterklaas, het blijft toch zulk een gezellig intiem feestvieren, het bereidt vreugde aan oud en jong, in een tijd, waarin het buiten zoo droevig-donker zijn kan, als de winterdagen mistig druilen. Wij, Hollanders, die van huiselijkheid hou den, we genieten van zulk bijeenzijn, we voelen ons gelukkig bij 't ontvangen en verzenden der suprises, zoowel voor ons zelf als voor anderen, we gaan geheel op in dat elkaar verrassen en in den druk ken, bezigen tijd van het heden is 't als een rustpunt, waarop eens eventjes uitge- puft kan worden. Maar laten we er bij 't feestvieren te vens aan denken, dat er zoovelen zijn, waar de goede Sint niet komen kan, en voor wie de dagen misschien nog droevi ger, nog druiliger zijn dan voor ons, om dat de nood nijpend prangt en man en vrouw gansch den dag zwoegen moeten om zichzelf en de kinderen van het hoognoodi- ge te voorzien; daar juist zou een Sintcr- KJaas-vie ring dubbele vreugde scheppen, daar juist zouden verrassingen dubbele waarde krijgen. En wie kent niet zulk een gezin? Welnu, pak dan wat van het vele, dat u geschonken werd, bijeen, wees zelf eens Sin terklaas, breng uw gaven voor de deur der armen en laat dan, terwijl buiten de maan misschien door de hoornen te schij nen staat, daarbinnen een zonnetje koeste ren laat daar voor één avond de bange zorgen vervagen en een vreugde lieerschen, die u zelf de heerlijkste voldoening schen ken zal. Dat heet feestvieren. HENK. Onder het groot aantal dieren, dat ten gevolge van inode_luimen en menschel ij ha liefhebberijen tot. uitsterven gedoemd zou zijn, wanneer niet tijdig werd ingegrepen, be-i hoort o. a. ook de krokodil. Oorspronkelijk kwam deze soort voor in alle rivieren, meren en moerassen van Florida, Zuid.Carolina en' vooral van Louisiana. Zoowel blanken als; negers leven voortdurend op voet van oorlog' met den krokodil, het gevolg van de groote^ vraatzucht cn zwelglust van het dier. Kro kodillen eten namelijk bijna uitsluitend visch en veel meer dan zij verdragen kunnen wanneer zij zich bedreigd achten, vallen zij ook menschen aan. Men maakt jacht op aenl krokodil, niet alleen om den groeten viscli- roover te verdelgen, maar vooral om zijn kost baar huidje. Bovendien zijn de eieren bij gastronomen zeer in ecre. De reden, waar-' door de krokodil zou kunnen uitsterven, is echter gelegen in de hooge prijzen, die lief hebbers gaarne betalen voor een krokodillen- ceintuur, -porbemonnaie, ^sigarenkoker, of' -portefeuille. 1 Het is dan. ook niet anders dan als een, handig© koopmansstreek te beschouwen, dat! een paar Yankees hebben getracht-, den kro' kodil voor uitsterven te behoeden. Men be hoeft hierbij werkelijk niet te denken aan eenigo dier onlief de. Alleen de overtuiging, dat er geld uit te slaan wast heeft de, ondernemers er toe gebracht, een paar vijvers; met omringend stuk land af te rasteren en1 er krokodillen heen te voeren. Inderdaad.i is de proef gelukt. Onder de gunstige om standigheden, waarin de dieren leven, onb-1 wikkelt hun huid zich tot één ongeschonden geheel. Nu treft men zoowel in Louisiana als! in Florida en Arkansas, ja zelfs in Cali-. fornië, talrijke krokodillenfarms aan, waar" honderden 'dieren leven. De eigenaar van leen: farm bij Los Angeles in Zuid-Californië bijv.' bezit 2000 krokodillen van alle leeftijden en.i maakt flink© zaken. Heel jonge die ren verkoopt liij aan de Amerikaansche mil- lionnairsvronwen, die zioh vermaken met] het modebeestje op schoot te aaien en tel liefkoozen. Voor f6 a f 10 verkoopt hij ze ook wel aan aquariums en musea? i Het wijfje, dat op 6- a 12-jarigen leeftijd reeds volwassen is, legt per jaar 25—60. eieren, die in grootte en vorm overeenkomenj met een ganzenei. Dö ©deren worden door een4, machine uitgebroed, omdat de kostbare eieren! licht vertrapt kondten worden in de nauwe l ruimte. Bovendien hebben de krokodillen de; weinig natuurlijke gewoonte, hun eigen eieren leeg te slorpen. Na acht weken komen de. jongen uit, en zijn dan ongeveer 20 aM. lang. Men voedt ze in afzonderlijke bas-' sins op, en pas, wanneer zij de jongelings-i en jongedochteren-leeftijd hebben bereikt, en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 20