Miskende uitvinders.
De microbe van de hondsdolheid.
Het fssst fier zwarte pelikanen.
Ba New-Yorksclie lorry teats."
liet nietiwe Provinciale Hnscam te HaSle.
De beroemde vóór-historische verzame- De eigenaardigé bouw van dit museum is
ling van de stad Halle is thans bijeen in het werk van den Dusseldorfsclien prof,
het nieuwe museum, hetwelk binnenkort Wilhelm Kreis.
voor het publiek zal worden opengesteld.
klimmJenwterdeïi in 1889 op de 1000 inwo
ners Verpleegd 13,4, gaande Weg* steeg dit
cijfer tot 22.1 in 1912. De eerste indruk
van deze cijfers is volgen^ den sclrrijyeai
zeker teleWrsltellend.
iWie Verder met belangstelling 'die vör-
boteringidn, an detn loop der tijden op het
terrein van kr an kziinni geil wezen allengs aan.
gebracht, heeft leeren kennen, zou als
vrucht jdaaWan leen stijging van het per
centage 'der heirs telden willen zien. Tocli
is dit niet het geval: het aantal opgeno
menen stijgb belangrijk, terwijl het aantal
herstelden relatief vermindert, zonder dat
ter ©enig© redelijke grond bestaat om aan te
nomen, dat de verpleging in de gestichten
zich in ongunstigen zin heeft gewijzigd, en
Cr blijft hier wel geen andere gevolgtrekking
over dan deze, dat de schare, die naar de»
krankzinnigengestichten gaat, in haar sar
menstelling :aioh wijzigt, en in toenemende
mate elementen bevat met weinig gunstige
prognose. Deze gevolgtrekking wordt ver
sterkt door de stijging van het aantal over
ledenen en wordt zekerheid, wanneer wij1
onder de sohare, die naar de gestichten]
wordt geleid, steeds meer en meer zeer
jeugdigen (imbecillen en idioten) en steeds
meer en meer zeer bejaarden .(seniel de
menten) zien. Inzonderheid deze laatste
groep kwam eertijds nauwelijks voor de ver
pleging in een krankzinnigengesticht in, aan
merking. Vooral deze personen worden thans
gjnoar en meer. zoodra hun verzorging
bezwaren oplevert, naar de krankzinnigenge
stichten geleid, om van daaruit grafwaarts
te worden gedragen.
Met do stijging van de gosfcichksbevol-
king Meld de gezinsverpleging geen gelijken
tred; daar valt stilstand te constateren
zooals?' met cijfers wordt aangetoond. In 1909
bedroeg het aantal van hen, die in gezinnen
werden verpleegd, 148, in 1910 klom heb
tot 149, in 1911 en eveneens in 1912 be
droeg het nog slechts 141.
Eigenaardig is het, dat in do laatste jaren
over heb algemeen meer mannen dan vrou-
•wen werden overgeplaatstgemiddeld J/5
jneor. Een reden hiervoor is niet bekend.
Ten aanzien van de personen, als niet
krankzinnig afgevoerd, wordt liet volgende
vermeld: Een man van 23 jaar, afkomstig
pit een huis van bewarihg, werd na een
verblijf van één maand als niet krankzinnig
weder derwaarts gevoerd. Een jongen, oud
,1(3 jaar, afkomstig uit een weeshuis, werd
na ©en verblijf van 13 dagen weder terug
gebracht naar bedoelde inrichting. Een man
van 70 jaar, afkomstig uit een bestodelin-
genhuis, in bewaring gesteld in oen krank
zinnigengesticht ten van daar uit na achtl
dagen overgebracht naar een ander gesticht,
werd, na 23 dagen aldaar vertoefd te heb
ben, als niot krankzinnig afgevoerd en
teruggebracht naar een bestedelingcnhuis.
Een man van 62 jaar werd na een ver
pleging van 25 dagen als niet krankzinnig
weder in de gelegenheid gesteld naar eigen
woning terug te keeren. Een heer, die op
kamers woonde, en in een gesticht in be
waring werd gesteld, werd na 8 dagen tijds
als niet krankzinnig ontslagen en ging toen
over in een sanatorium voor zenuwlijders.
Een vrouw van 30 jaar werd na een ver
blijf van 13 da-gen in de gelegenheid ge
steld weder naar haar eigen woning te gaan.
Een meisje van 12 jaar, afkomstig uit het
ouderlijk huis, werd na een verpleging van
25 dagen overgebracht naar een inrich
ting voor zwakzinnigen.
De bevoikirog van GroenSand.
Volgens de „Deutsche Tagesaeitung"
neemt in Groenland het aantal inboorlingen
toe, een merkwaardig verschijnsel. Immers
gewoonlijk constateert men het tegendeel,
als een natuurvolk door een cultuun6taat on
derworpen wordt.
Volgens de officieel© Deenache statistie
ken was de bevolking van Groenland in de
periode 1901 tot 1911 van 11,893 tot 13,459
gestegen. Onder dit laatste getal waren 384
Europeanen, regeeringsambtenaren en per
soneel van de mijnen bij Julianahaab, waar
koper govonden wordt. De grootste steden
zijn Sükkortoppem met 410 en Julianahaab
met 373 iawocuura.
Slechts zelden gebeurt het, dat groote
uitvinders tijdens hun leven de vruchten van
hun arbeid plukken. De geschiedenis geeft
ons hieromtrent tal van voorbeelden. Ook
in onzen tijd van beschaving en vooruitgang
worden uitvinders dagelijks gehoond en be
spot.
Onlangs stierf te Parijs in de diepste ar
moede Oharlos Tellier, de uitvinder van een
ijsmachine.
Kort geleden richtte men te Bar-le-Duc
een gedenkteeken op voor Micliaux, die de
fieto met pedalen had uitgevonden. De man
zelf had echter Teeds lang geleden als het
slachtoffer van armoede en vergetelheid van
dit ondermaansche afscheid genomen.
Niet veel beter -ging het Frederik Sau-
vages. Jarenlang werkte hij aan de uitvin
ding van de scheepsschroef. En wat was het
resultaat van zijn arbeid? Toen Ilij eindelijk
„Eureka" uitriep, wierp men hem in den
kerker wegens zijn groote schulden. In En
geland werd zijn uitvinding het eerst ge
bruikt, zonder dat Sauvages er eenig voor
deel van had.
Ook William Lee beleefde niet veel succes
van zijn werk. Hij vond een machine uit om
kousen te breien. Toen zijn uitvinding offi
cieel bekend gemaakt werd, verhief zich een
storm van verontwaardiging. Men ve:weet
hem, dat hij de arbeiders wilde ruïneeren;
zijn machine werd in beslag genomen, en die
uitvinder moest do vlucht naar het buiten
land nemen. Van honger moest hij later om
komen.
Thimonnier, de uitvinder van de naai
machine, was er allereliendigs/t laan toe.
Toen hij zijn machine in 183Ó te Parijs wilde
tentoonstellen, moest hij met het toe
stel op den rug te voet van Amplepuis, in
het Rhone-departement. naar Parijs loopen.
Eindelijk bereikte hij die stad, en beleefde
daar de grootste teleurstelling zijns levens.
21 jaar later gelukte het hem zijn machine
naar Londen te sturen; men scheepte hem
met een paar bankbiljet .en van 100 fr. af.
Na een kleine verandering gebruikte men
zij.n machine. Thimonnier echter had er in
het geheel geen voordeel van.
Slechts weinig uitvinders is het geluk be
schoren. tijdens hun leven hun verdiensten
beloond en erken-d te zien.
De uitvinder van de rolschaats kreeg bijv.
voor zijn rolschaats 12 milloen. Harvey Ken
nedy werd multi-millionnair, omdat hij den
ri'vschoen uitvond. D« uitvinder van de vei
ligheidsspeld stierf als de eigenaar van 40
millioen gulden. 4 millioen verdiende die
handige rot met de uitvinding van de draai
bare gummi-hak.
Maar Philippe de Girard, die in lSlQ de
methode vond, om linnen machinaal te spin
nen, stierf zonder een enkelen stuiver, of
schoon een millioen was uitgeloofd voor
deze uitvinding.
Toen in 1854 de Engclsche ingenieur Long-
bridge het ministerie van oorlog de teeke-
ningen voorlegde van een nieuw stuk ge
schut, hield men hem voor niet friscli. Spoe
dig daarop stierf de uitvinder. De slag was'
te zwaar voor hem'* geweest. Maar na zijn
dood in 1SS0 was de commissie van lands
verdediging van oordeel, dat Longbridge
„hot wonder der wonderen was".
Ds eerste bestijging van dsn Moni-Blauc.
In „Petermann'y Mitteilungen" wordt een
en ander meegedeeld omtrent de eerste be
stijging van don Mont-Blanc.
In 17C6 was ©r door H. B. de Saussures
een prijs uitgeloofd voor dengene, die de/>
Mont-Blanc-top bereikte. Tal van pogingen
werden gedaan, echter tevergeefs; tot op 8
Augustus 1783 een boer, Jacques Balmat,
met den dorpedokter Michael Paccard het
doel bereikten. Er ontstond een onverkwik
kelijke strijdbeidefi wilden het eerst aange
komen zijn. Beiden vonden aanhangers, die
elkanders bijwijzen heftig bestreden.
In de laatste tien jaren is desze oude kwes
tie weer herleefd en onlangs heeft Heinrich
Dubii eeh boek uitgegeven: „Paccard wider
Balmat oder die Entwickelung einer Legen-
do", waarin hij verklaart, dat Paocaa*d de
eerste is. Bewezen is dit echter ook door zijn
werk niet; het zal wel altijd een onopgeloste
vraag blijven.
De üiplomaten-uniform afgeschaft.
Dezer dagen toog de nieuw© Amerikaan-
sche gezant in Duitecliland bij Wilhelm II
op audiëntie, om hem zijn geloofsbrieven aan
te bieden. Tot aller verwondering vertoon
de hij zich niet in de echt Amerikaansche
uniform, waaruit men onmiddellijk den mil-.:
lionnair herkent, maar in een eenvoudigen
zwarten rok.
Aan deze toilet-kwestie zit meer vast. Aan
vankelijk droegen de Amerikaansche ge
zanten gee-n bepaalde uniformen. Maar toen
het mode werd, dit baantje aan de mil-
lionnairs te geven, wisten zij van den Presi
dent der Vereenigde Staten gedaan te krij
gen zich naar eigen smaak een uniform te
mogen laten maken. Natuurlijk schafte men
zich de prachtigste uniformen aan,om alleen»
reeds daardoor de aandacht op zioli te la
ten vestigen. ITet „pak" van den nieuwen ge
zant was reedt» in de maak, toen de tegen
woordige president Woodrow Wilson aan
alle gezanten het voorschrift rondstuurde,
zich in het vervolg wee* ais „gentleman"
te kleedea.
Men hoeft er misschien wel van gehoord^
dat bovengenoemde tut nu toe ouoverwin-
bare en onbekende mierobe gevonden is.
Professor Hidcyo Noguchi, van do Rocke-
fcller.instolling, komt daarvan dc eer toe.
Pasteur had aan do hanu van belangrijke
proeven aangetoond, dat do hondsdolheid c-an
microbiacho ziekte is. Hij was tot de slot
som gekomen, dat de smetstof der dolheid
vooral in liet ruggemerg en het zenuwstelsel
zetelt. Hij entte konijnen met die slof in
.en deed deze oen geheel© reeks tochten door
het organisme van verscheiden konijnen doen,
totdat een verzwakte smetstof verkregen
werd. 1
Het gedroogde merg van do laatste cate
gorie konijnen, welke slechts met verzwakte
smetstof was ingeënt, dient om het ianti-
dolheddssarum te bereiden. In die reeks proe
ven blijft do microbe, de besmettelijke be
werker van de dolheid onzichtbaar.
Na Pasteur heb Rn verscheiden geleerden
getracht, do bewuste microbe te isoleorcn.
Zij vonden zeer kleine, korrelachtige deeltjes
in het centrale zenuwstelsel van de dieren,
die met dolheid geslagen waren. Maar dit
was do microbe van de vrees el ij ke ziekte nog
niet. Onlangs werd ontdekt, dat de smetstof
van do dolheid kan gefilterd worden.
1 In 1912 is professor Noguchi mot do eul-
,tuur van dio stof begonnen. Hij heeft onge-
veer 50 reeksen culturen mot. hersan- of
mergslof op bederf werend-è wijze uit Giiince-
6cbe biggetjes, konijnen en honden gewon
nen, welke dieren met verschillende smet
stoffen waren ingeënt.
In vier gevallen heeft de Ja.panscho ge
leerde in de culturen van de smetstof kleine
lichaampjes ontdekt, rend of ovaal, door
vliesjes omhuld, die geheel afweken van
de kleine, korrelachtige lichaampjes, of
schoon zij zich in dezelfde culturen als deze
laatste voordoden. Zij verschenen plotseling
en jn grooten getale en vertoonden zich
vier tot vijf dagen. Vervolgens hebben zij
een vermindering ondergaan, welke samen-
viel met een vermeerdering van do korrel
achtige deeltjes.
Do algomeene vorm.eigenschappen van do
in de tweede plaats gevonden microben, dio
wel do hondsdolheid schijnen te veroorzaken,
.heeft professor Noguchi gefotografeerd en
1100-ma.al vergroot, gereproduceerd.
Hij beeft zo vergeleken met de lichaam
pjes, die Negri hoeft ontdekt in de her
senen van honden, die ten g-evolge van dol
heid bezweken zijn, en hij heeft een duidelijk
onderscheid vastgesteld. Dc lichaampjes, die
NogucM verkroeg, vermenigvuldigen zich
snel door middel van zgn. verlcnopping of
splitsing. Ze lijkon niet op bacteriën, maar
op „pTotozoairen". Ze zijn ©en duizendste
tot twaalf duizendste m.M. groot.
Noguchi heeft daarmee een volstrekt over
tuigend© proef bewerkstelligd. Hij heeft die
ren met zgn.- rein.culturen van die korrel
achtige doeltjes ingeënt en heeft aldus d©
hondsdolheid overgebracht op konijnen en
Guineesche biggetjes, zooak de typische ver
schijnselen en de geslaagd© inenting bij dio
dieren bewezen hebben.
D© ontdekking van de protozoaire van
d© hondsdolheid heeft, volgens de „Temps",
'den geleerden, die in het huis van Pasteur
werken, levendige belangstelling ingeboe
zemd.
Professor Mietsjnikof heeft de ontdekking
•van buitengewoon gewicht genoemd. Hij be
greep de daarop betrekking hebbend© nvede-
deeling van Noguchi nog wel niet geheel,
maar hij acht voldoend© waarboïgen aan
wezig, om deze ortfdekking een datum te
doen zijn in do geschiedenis der bacterio
logie. D© beroemde geloerde zei o.a. aan een
vertegenwoordiger van de „Tcmps":
„Do cultuur van de protozoaire der honds
dolheid zal wellicht do vervaardiging moge
lijk maken van een serum of vaccine, dat
.van veel sterker werking zal zijn dan het
merg, wat thans bij d© vaccinatie tegen de
dolheid wordt aangewend.
De pijnlijk© en langdurige behandeling,
welk© tegenwoordig het toedienen van een
twintigtal prikken is, zal dan vermoedelijk
z<eer verkort kunnen worden."
J>e golgexd© doelt dan mee, dat godv^tndfê
het jaar 1912 395 personen de bedoeld©
inspuiting in het instituut.Pasteur te Parijs
liebbqn omlrrgaan en tl at geen enkel sterf
geval daarbij is vermeld. Dit is de tweed©
maal sinds 27 jaar. dat deze uitslag be
reikt word. In landen buiten Frankrijk sticht
de dolheid echter erger kwaad. Dc methode,
die voort zal vloeien uit de ontdekking
van Noguchi, zal liet misschien mogelijk
maken, do operatieve behandeling van de
ernstige beten uit te stellen.
ProDeAsor Noguchi is ongeveer 40 jaar
oud. Hij is in het Noorden van Japan ge
boren en e tarnt uit ©en oude familie van
krijgslieden. Het grootste pleizier voor No
guchi in zijn jeugd was, met kruit te spe
len. Eens ontplofte hat kruit, dat hij in
de hand hield. Zijn pols werd verscheurd, de
vingers aan ©en hand werden wco;genomen.
Toch beklaagde hij zich niet. Sinds dien
vormt dio hand slechts ©en stomp, waarvan
hij zich zeer handig bedient.
Hij Ivcoft zich aal f opgevoed. Acht jaar
geleden stapte hij in de Vereenigde Staten
aan wal en trad in het Rockefeller-insiituut.
Daar deed hij zijn voornam* sutclekkingcn.
Hij zal, aldus verzekerde professor Jama-
noechi glimlachend aan de Tcmps", ver
standig doen, in Amerika te blijven. De Ja-
pansch© onderzoekers worden beroemd, zoodra
zij in Europeesehe of Amoi ikaansche labo
ratoria werken, terwijl, keeren zij in Japan
terug, hun wetenschappelijke voortbrengst
vertraagt cn zelfs spoedig ophoudt.
Te Parijs aangekomen hoeft professor
Noguchi aan zijn collega's van het insii-
tuul-Pasteur zijn culturen cn de protozoaire
van d© hondsdolheid getoond.
Noguchi zelf wordt beschreven als klein,
tenger, zenuwachtig en beweeglijk; hij heeft
een kop vol uitdrukking, uitspringende juk.
beenderen, cn licht omrimpold© oogen, waar
uit snelle, stealsche en doordringende blik
ken schieten.
Daarbij deelde professor Metsjnikof me©,
dat d© bedoeld© microbe slechts van do
lucht afgesloten kan leven. De bewuste pro
tozoaire, die, bij dieren van het laborato
rium ingespoten, deze dol hebben gemaakt,
kunnen gedurende drie of vier maanden in
hun cultuur".milieu leven, maar op dat
oogenblik hebben d© parasieten hun kwaad
aardig karakter bijna verloren.
Men schrijft aan de „Erankf. Zeitung"
In Europa kemt de zwarte pelikaan, de
vraatzuchtige vischvanger, weinig meer
voor bij de slimme Cliineezen daarentegen
word:» hij voor de yischvangst afgericht en
tot dit doel in gevangenschap grootgebracht.
Zij werden gewoonlijk met hun tienen of
twaalven in een boot meegenomen. Op den
rand van de boot zittend en als honden ge
dresseerd, springen zij, wanneer de visscher
fluit, in liet water. Zij duiken naar visschen
en brengen den buit iu hun snavels iu de
boot. Is een vlsch voor één vogel te groot,
dan komen twee of drie hem te hulp en sle
pen de vangst met vereende krachten in de
lu.ot.
ZonderPng is het, dat de zwarte pelika
nen zich weinig vermenigvuldigen; de jon
gen zijn zwak en worden door de oudo vo
gels niet gevoerd.
Eén dag van het jaar zijn de zwarte peli
kanen liet voorwerp van de algemeene be
wondering. Het groote visehfeest is een wel
dadigheidsfeest, eeu feest voor de armen,
wat in China wel des te merkwaardiger is,
aangezicu naastenliefde cn dankbaarheid
zeldzaam voorkomende deugden bij hen zijn.
De zwarte pelikaan is in het Oosten het
symbool van eenzaamheid en teruggetrok*
kenheid Alle tempels zijn met metalen pe
likanen versierd.
Op het visehfeest wordt de oude pelikaan,
die in den tempel van den visch-god Yü-en-
han verzorgd wordt, op een kussen in een
gouden kooi de stad rondgedragen. In de
steden, die aan de groote rivieren liggen,
draagt men den heiligen pelikaan naar den
oever, dompelt de kooi driemaal in het wa
ter, een handeling, die den ouden heer nu
niet juist aangenaam is. Daarna komt een
lange rij pelikanen aanwaggelen, die heden
allen een roeden ring om den hals dragen,
waaraan eon klein groen porseleinen klok
je hangt. Die klokjes hebben aan den bin
nenkant ccn metalen streep cn zijn gestemd,
zoodat dc dieren bij liet waggelen muziek
maken, die, ten minste voor Chineesche
ooren, liefelijk klinkt. De vogels worden
iii dc booten geladen cn visschen twee uren
lang, wanneer ten minste dc emmers niet al
van tc voren gevuld zijn.
-En met die echte Oosterschc kalmte wach
ten de Chineezcn tot dit afgcloopen is, om
dan op een open plek een stellage op te
richten, waar de bakken met viscli op ge
plaatst worden. I3 alles klaar en de stel
lage door een-dichte mensehenmassa om
ringd, dan gaan twee bijzonder goed gedres
seerde vogels op dc bakken zitten en wer
pen de visschen onder het volk, dat eiken
bijzonder goeden worp met luid gejubel be
groet. De allerarmsten, van welker ellen
de men zich in Europa geen voorstelling
kan maken, plegen de kleine vischjes da
delijk op de plaats zelf, rauw met kop en
graten, te verslinden. Dc anderen wachten,
tot zij uit het gedrang kunnen komen om
de vischcn op de in allerijl aangelegde
houtskoolvuren voor eenige centen te laten
bakken. De geplaagde pelikanen mogen
dien middag zonder ring vissclien en zich
eens flink te goed doen.
Dc stad New-York ligt op het Manhat-
tam-eiland, en wordt door de Eastrivier, de
Hudson en de Harlem-river van het vaste
land gescheiden. De Hudson is hier onge
veer 000 a 1200 M. breed en het gevolg is,
dat verschillende groot© spoorwegmaat
schappijen haar eindstation moesten plaat
sen, op de rechteroever, to Yersey-City of
te Hoboken. Om de reizigers en goederen
naar New-York te brengen, v orden de
ferry-boats gebruikt, die bovendien de be
woners uit dj voorsteden op den rechter
Hudson-oever iu staat stellen New-York te
bereiken.
De ferry-boats zijn ongeveer G1.50 M. lang
en 19.50 M. breed, de waterverplaatsing
bedraagt 890 ton, de snelheid is 12 knoo-
pen, het arbeidsvermogen der machine is
1016 P.K. Zij kunnen ongeveer 2000 men-
'schen vervoeren en hebben ruimte voor 18
voertuigen. Het middengedeelte van de
boot is bestemd voor de auto's en rijtui
gen (ongeveer zooals bij de Amslerdam-
sche Tolhuisboot, de z.g. „kettingboot").
Aan iederen kant zijn gesloten afdeelingen
voor de reizigers; boven deze drio afdee
lingen loopt een bovendek. De voor- en
achtersteven zijn afgerond cn zoo gemaakt,
dat zij precies aanpassen bij de „landing
steigers." Deze gelijken op drijvend droog
dok en zijn van binnen in vorm gelijk aan
de booten.
De ferry-boats zullen waarschijnlijk spoe
dig verdwijnen, daar de nieuwe Hudson-
tunnels reeds klaar zijn. De treinen gaan
dan onder de rivier door en komen zoo
direct in New-York.
Êis èiangeritie
De Amerikanen hebben de Oude Wereld in
vele opzichten overtroefd. Nu rest nog, de
oudste Wereld de loef af te steken. Kon men
voor Semiramus hangende tuinen aanleggen
zij leverde het hem nog*f raaier. Een Ameri
kaan bouwt hangende wolkenkrabbers!
Een gasfabriek in de omgeving van New-
York had haar kantoren gevestigd in een
gebouw van twaalf verdiepingen'; een huis,
dat men daarginds over den „Oceaan" huisje
noemt. De zaakjes gang?v goed or de directie
besloot, d© kantoorgebou-ven uit te breiden.
Rondom het perceel werd een lap grond ge
kocht, waar men r -■« groot gebouw op wilde
zetten van 19 étages. Het oude huis zo.1
met 7 verdiepingen worden verhoogd. Bij on.
derzoek Week center, dat de fundamenten
met zoo'n vracht kondon dragen. Dank zij
de moderne staal- en ijzertechniek heeft men
nu tooh hetgeheele -"bouv tot- gelijke hoog
te kunnon optrekken. De 7 middelste verdie
pingen hangen De ijzeren balkon rusten op
die der belendende percselen. Twaalf en
dorr-ion .,hoog" zijn \oor het oog he 1 gewoon
verbonden*