Aluminium in plaats van staniol.
Het ontstaan onzer broodvormen.
De graad van vermoeidheid.
Een zeer practische inrichting te Bangkok, de zoogenaamde Bank-
automobiel Tan de ülunt.
mensch, gekweld door menschen tot in de
laatste seconde van het leven.
„Wat", schreeuwde de weduwnaar op
smartelijken toon, „is mijn smart geweest
vergeleken bij de hare, mijn kwelling bij
de hare?"
Ik kon zijn aanblik niet verdragen. Ik
wendde mijn gelaat af.
Ik zag den man, dien zij had liefgehad
en vertrouwd met heel haar hart. Ik hoorde
bijna den laatsten stervenskreet. En dan....
toen de lange, lange dagen drukten met on-
eindigen last op haar. de gedachte, dat hij
ichuldig kon zijn.
Harm van Zanten greep mijn arm vast.
„Denkt u?" fluisterde hij angstig, „dat
men 't haar zal zeggen Zal zij het weten
nu?"
Het is vreemd, hoe mij dat alles weer
in den geest kwam, misschien in enkele se
conden. Toen ik weer kldér dacht, zag ik,
dat Kaatje ook gepeinsd had.
„Kleintje, ik geef een stuiver voor je ge
dachten 1" riep ik uit.
„Mannie, waarom houd je niet van den
lieven Kees?"
Mijn antwoord kwam meer voort uit voor-
Bchtigheid dan uit eerlijkheid-
„Ik heb nooit gezegd, dat ik een hekel
aan hem heb."
Hoe verwijtend zien Kaatje's klare, be
grijpende oogen me aan.
„Je hadt hem liever niet op de bruiloft
gevraagd 1"
„Hij is er toch geweest?"
„Alleen, toen ik huilde..dat hij er
Hiet zou komen."
Mijn tweede antwoord ia evenmin recht
uit-
'„Het is zoo vervelend, voor zoo'n jongen,
om bij zoo'n ernstige plechtigheid te zijn.
Ik wou hem sparen."
„Je bent zoo'n komieke jongenman-
trie.Ik ben bang, dat de lieve Kees te
lichtzinnig voor je is. Hij is niet knap, weet
je, maar je moet het intellect ook niet te
hoog schatteD. Hij is een goede, aardige,
zelfopofferende jongen." Toen begon zij
dringender te spreken. „En mooi is het niet
van je, hoor je, om vooroordeelen tegen
iemand te hebben."
jLieveling, laten wij geen ruzié maken."
„Ruzie?" Er kwamen tranen in Kaatje's
oogen. Zij omhelsde mij. „Ozeg dat woord
piet, nooit, nooit zullen we ruzie hebben
Even zat ze stil. En toen smeekte ze
„Maar, mannie! zul je nu je.begt doen,
om van den lieven Kees te houden? Hij
heeft nooit iets kwaads gedaan, nooit in
zijn leven."
EEN MILLIARD.
Men hoort dikwijls van een milliard spre
ken en van menschen, die verscheiden mil-
liarde rijk zijn.
Een milliard is een woord, dat spoedig
uitgesproken is, doch weinige personen stel
len zich voor wat een milliard verbeeldt.
In zilver weegt een milliard 5 millioen kilo
in goud bedraagt het gewicht 322,580 kilo's
in briefjes van 1000 frank, 1780 kilo's; in
briefjes van 100 frank 11,500 kilo's.
Om een milliard te vervoeren (indien
men 50 kilo's per man laat dragen) zijn
er 36 mannen noodig, indien het in brief
jes van 1000 frank bestaat; 230 mannen, in
dien het in briefjes van 100 frank is; 6450
mannen, indien het milliard in goud, 100,000
mannen, indien het in zilver is. Een mil
liard in briefjes van duizend zou 2000 boek-
deelen van 500 bladen elk bedragen.
Het zou een kostelijke bibliotheek zijn.
In 5-frank-stukken op een lijn geplaatst,
het eene naast het andere, zou een milliard
een lengte bereiken vaü 7,400,000 M. Met
een millard zou men in stukken van 5
frank een baan kunnen plaveien van Ant
werpen naar Brussel en dit op een breedte
van ruim 3 M. Om daarna al deze stukken
op te rapen, met een snelheid van 4800 stuk
ken per uur, zou een man, die 10 uren per
dag werkt, ongeveer 14 jaar daarvoor noo
dig hebben. Een man, die een milliard be
zit, geplaatst tegen 3 pCt., kan 2h millioen
per maand of 83,333 frank per dag verte
ren. Elk uur maakt diens bezitter 3472
frank rijker. De meeste menschen kunnen
het wel met minder doen.
Eiken morgen op bepaalden tijd komt dit
voertuig voor bij de grootste kantoren in
do stad cn wisselt gratis, in 't bijzonder
Die stijgende prijs van het tin is oorzaak
geworden, dat men in Duitschland heeft
omgezien naar een goedkooper sun*ogaatir
dat voldoen zou aan de eisclien, aan heb
staniol gesteld. Te gelijk met do stijging
van de tinprijzen, viel een daling der alumi-
niumprijzen te constatoeron, cn dat heeft hot
denkbeeld doen geboren worden te trachten
daaruit een verpakkingsmateriaal te vervaar
digen, dat staniol zou kunnen vervangen.
Van dit nieuwe materiaal zegt de „Techn.
Rundschau", dat het in menig opzicht do
voorkeur verdient boven staniol. Immers, dit
laatste bevat soms 10 pCt lcod. Het nieuwe
materiaal, zegt Regierungsrat Hundsdörfcr,
wordt niet aangetast door de meeste orga
nische zuren, die in levensmiddelen voorko
men, het oxydcert niet aan do lucht, geeft
aan de eetwaren, daarin verpakt, geen bij
smaak en is steviger en lichter.
De moeilijkheid was het maken van gTooto
rollen daarvan. Men had het,nieuwe materiaal
wel kunnen walsen tob oft een dikte van
0.01 m.M., maar dat was een veel te duur
proces, en bovendien kon staniol nog do
helft dunner worden gemaakt zonder poreus
te worden.
Dat geschiedt door uit platen" van pl.ïn. 20
c.M. dikte eerst dunne bladen te maken;
het materiaal loopt achtereenvolgens tus-
schen steeds dichter bijeenstaande walsen-
door.
Dan worden verschillende bladen op elkaar
gelegd met een laagje sterk verdunde olie
tusschen elke twee bladen, en ook de rollen,
waartusschen deze bladen dun worden ge
walst, worden onder do olie gehouden. Aldus
wordt verhinderd, dat de bladen weer op
elkaar gaan kleven of aan de walsen zich
vastzetten. T-cn slotte wordt dan tusschen
de bladen nog zeepsop gespoten en als deze
op elkaar liggende bladen de laatste walsen
hebben gepasseerd, zijn zo te gelijk ontdaan
van de olie, die daaraan nog mocht kleven,
en het oppervlak van elk blad is prachtig
glad.
Het heeft jaren geduurd, voordat men in
Europa de techniek zoo grondig had be
studeerd en zooveel ervaring had opgedaan,
dat men met de Amerikaanschè producten kon
wedijveren. Die ervaringen en de verbeterin
gen in de techniek, die zij ten gevolge had
den gehad, bleken evenwel van niet veel nut
voor het nieuwe aluminium-inateriaal. Men
moest bijna weer van meet aan beginnen. En
de „eindelooze" rollen, zooals die voor do
inpakmachincs noodig zijn, kon men niet
samenstellen. Men moest zich bepalen tot'
het maken van bladen, bruikbaar voor de
verpakking met de hand. Paste men dei
voor staniol gebruikelijke methode toe, dan
vormden zich in de olie of heb zeepwater
droppels, die in de geheefe laag bladen,
kleingeld. Dit bespaart den kantoorbedien
den veel tijd en zorgt er voor, dat zij altijd
óver het noodige geld beschikken kunnen.
gaten maakten en ze dus onbruikbaar deden
worden. De olierestjes, die van het begin
van het walsproces aan het materiaal blo-'
ven kleven, konden wel door ze te wasschen
met benzine worden verwijderd, maar er1
moet iets tusschen de bladen blijven, om te
verhinderen, dat ze op elkaar gaan kleven.
Dat is thans gelukt. Men verdunt de olie
resten, die aan het materiaal kleven door
alcoholdamp, of damp van benzine of van
aether in zulk oen graad, dat do droppel-
vorming niet meer voorkomt. De aju mini urn-
bladen kunnen nu tot Ö.UÜo m.M. verdund'
worden zonder aaneen te kleven en zonder
dat er gaten in vallen. Deze bladen kunnen'
thans in dezelfde lengte als vroeger alleen'
de staniolrollen worden vervaardigd. Als
deze rollen zijn uitgegloeid, dan doet het
materiaal in niets onder, voor staniol, en kan
het ook voor machinale verpaklcing worden
gebezigd. Ook met patronen kan men deze
„aluminiumfolie" voorzien. Alleen de pogin
gen ze te bedrukken zijn tot nu toe mislukt.
De konijnenteelt in Queensland.
Queensland heeft reeds voor zijn langdu-,
rigen strijd tegen de konijnen pl.ra. 30 mil-;
lioen gulden uitgegeven. Het plaatsen van;
duizenden mijlen afrastering van gaas, heb
in-dienst-stellen van een klein leger opzich-,
ters, het doen overkomen van verschillende1
bacteriologische deskundigen, de inentingen^
van besmettelijke ziekte tot uitroeiing der
plaag, de in-dionst-stelling van gesubsi-,
dieerde commissies, het voortdurend gebruik-j
maken van vergiften, etc., zijn oorzaak van'
deze gTOote uitgaven.
Het is een langdurige en wanhopige strijd'
geweest om de konijnen uit het land te
krijgen, en de last, die op de farmers ge
legd werd, hoezeer zij ook gesteund werden
door de Regeering, was zwaar, want uit'
eigen zak hebben zij in den loop der jaren
21 millioen gulden kunnen bijpassen.
Nu is echter, volgens een bericht, dat wijl
in de „Meat Trades Journal" aantroffen, do^
invasie der konijnen volkomen teruggedron
gen; geheelo districten, die vroeger vol ko
nijnen waren, zijn thans er vrij van; en men
schat hun aantal op slechts één tiende ge
deelte van wat het in den slechtsten tijd was.
Natuurlijk is dit voor de boeren in Queens
land heuglijk nieuws en de Rjegeering neemt
nu ook een grooter deel van de kosten der
bestrijding der plaag, door middel van af
rastering, voor haar rekening.
De Queenslanders hebben steeds geweigerd
geld van de konijnen to maliën, in den vorm
van bevroren konijnen en huiden, zooals dat
in de andere Australische Staten het geval
is geweest (in 1906 bijv. voerde Australasia
pl.m. 25 millioenen bevroren konijnen uit);
zij beschouwde^ konijnen steeds als ongen
dierte. („Ned. La^db^WkblcL,").
In een cultuur-historische studie over het
brood in „Vragen van den Dag", behan
delt de heer D. J. van der Ven o.rn. de
kwestie, hoe toch de velerlei broodvormen,
die wc thans kennen, ontstaan zijn. Ver
schillende dier broodvormen cn -namen,
clateeren uit den vóór-Christelijkcn tijd,
toen het geloof nog het brengen van mqn-
schcn- of dierenoffers eischtc. Jn plaats van
het dieroffer, kwam sedert allengs het gc^-
vs ijde brood, dc offerkoeken cn hosties.
Do eerste offerkoeken en -brooden sym
boliseerden het lichaam van den mensch,
in welks plaats het immers aan do goden
geofferd werd. Later kwamen'ook diervor
men in gebruik en nog later werden in het
deeg de heilteekenen of symbolen vastge
legd van de goden zelf. Zoo worden de
„klaasmannetjes" door vele geleerden be-
■6chouwcl als onberekenbaar oude vormen,
en in de speculaas-symboliek zijn heel wat
diervormen, die in het meest enge ver
band tot Wodan staan. Zoo bet varken, met
de gouden borstels, die een wagon trekt,
waarin Fro in hoogst eigen persoon zit cd
dat doelt op het slachten van het ever
zwijn vóór het joelfeest, alsmede de vrijer
en vrijster van taai-taai, symbolisccrend
St.-Nicolaas als huwelijk- of hylicmakcr.
De ruiters te paard doelen op Wodan cn
zijn tocht op Kleipnir door het luchtruim
cn de overal te vinden haantjes verhalen
van den oudtijds aan Wodan ge wijden
vogel.
Dat deze symboliek nog vrij lang gevoeld
werd, blijkt wel uit een keur, d.d. 3 De
cember 1622 van den Calvinistischcn ma
gistraat te Arnhem, die het bakken van
Sint-Nicolaaskoekjes verbood, omdat som
mige „dier koekgens bet fa^oen \an cenighe
beddekens" hadden. Die vormen werden
dan ook gedecreteerd als „niet alleen strij
dende teghen de goede orde ende polytic",
doch ook als de burgers afleidende van de
„ware Godesdyenst".
Welnu, uit zoo'n overouden tijd dateert
ook nog „het halve maantje", dat in groo
te massa's nog steeds gebakken wordt. Dit
broodje heoft men werkelijk naar de maan
sikkel gemaakt. Ue maan staat op zeer in
nige wijze in verband met de vrouw. Wan
neer gij dit alles met elkaar in verband
brengt, zult gij ccn beter begrip krijgen
van de diepe symboliek, die in „doodgewo
ne" broodjesvorm verscholen ligt. Zoo
moet de Duitschc bol de wedergeboorte
symboliseeren, terwijl het kransje den
kringloop der zon aanschouwelijk in beeld
bracht, de Heidensche voorstelling der
eeuwigheid, gesymboliseerd in een slang,
die zichzelf in den staart bijt. Dit Heiden
sche zonncgebak werd reeds in 740 op het
'concilie van Leftma verboden, cn later moet
Karei dc Groote in zijn glocienden ijver,
om de Friezen en Saksen te kerstenen, er
zelfs de doodstraf hebben opgezet; maar
spoedig bleek, dat, hoe barbaarsch ook, het
verbod niet de gewenschte uitwerking had
en toen de Gentenaren o. a. toch kalmpjes
doorgingen, om op 23 Februari Aseh-
woensdag krakelingen, d. i. „rondö te
midden holde mastellen", te eten, beval
hij, dat voortaan in den ring een kruis
moest worden opgenomen, zoodat men vier
kwadraten kreeg.
En zoo ontstond de primitieve krakeling
uit het ringbrood, de Duitschc „Bretzeln"
in naam nog steeds levendig herinnerend
aa.n die oud-Germaansche „bretselen". Zijn
Stubenvoll c. a. deze meening toegedaan,
volgens Oberle is de krakeling een ver
vorming van het zonnerad, welks vier spa
ken dc vier jaargetijden zijn. Later wijzig
de de vorm zich ook al omdat men de be-
beekenis er niet meer van wist, ontstond de
eivorm, en het kruis maakte plaats voor
de over elkaar geslagen armpjes (braehio-
lo), die op hun beurt weer met het middel-
eeuwsche braccllum en het Duitsche „Bret-
zel" in verband staan.
Eigenaardig is ook, dat de oud-vader-
landsche bollen congruent waren met die,
in het oude Hellas gebakken. En mag men
een betrouwbaar Amsterdamsch hoogleer
aar gclooven, dan hebben de klassieke Grie
ken, ©venals de mr. bakkers uit de 17de
eeuw bollen gebakken van „acht aan een
schoot" die zij altijd dan natuurlijk in
het Gricksch „Brood van vier reepen en
acht mondvollen noemden". Hieruit hebben
ijverige taalvorschcrs gedistilleerd, dat
„bol" equivalent zou zijn m©t „mondvol".
Uit Griekenland zijn in 171 (na Chr.) de
bollen naar Italië gekomen, en van hier uit
Noordelijker op tot ook in ons land. In oude
ordonnantie- en kerkboeken komen heel
wat bepalingen voor, op de „warme bollen"
betrekking hebbende. Zoo mochten oor
spronkelijk slechts bollen gebakken wor
den van grof meellater werden ook fijne
bollen toegestaan, mits deze door den
mcostcr-bakker met een groote F gemerkt
werden, zoodat vergissen on.mogelijk was.
In de keuren waren ook bepalingen opge-
nomon omtrent het gewicht van het brood
metdat al zagen de bollenbakkers toch
soms kans de strenge keuren te ontduiken,
zoodat het is voorgekomen, dat de bollen
6 lood te licht werden bevonden.
Over den oorsprong van het woord „ka
detjes" loopen de meeningen uitcon. De
volksmond wil, dat de Fransche uitgeweke
nen, die zich na de opheffing van het edict
van Nantes ten onzent vestigden, de gebrui
kelijke broodjes tc klein hebben gevonden
althans zij wilden ze grooter hebben en
trachten dit duidelijk te maken door do
woorden „deux fois quatre", d. i. twee
maal een broodje van vier duiten.
Onze brave bakkers snapten wat de Fran
sozen wilden en bakten voortaan „douve-
katertjes" naast de „kadetjes". Do laag
ste zouden zoo heeten naar 4 duiten (qua-
tre-duitjes) en de eerste naar 8 duiten
(deux fois quatres). Tegen deze etymologie
zijn evenwel de geleerden in opstand ge
komen, die er het Latijn natuurlijk weer
bijhaalden en zeiden, dat. ons simpel ka
detje gevormd is naar verkleinwoord van
het Latijnsche „caput", dat „hoofd" betee-
kent. Ook omtrent de Fransche etymologie
van den deuvekater waren zij niet te spre
ken, daar immers reeds Killiaen hot woord
kende on zijn werk al een eeuw vroeger
uitgegeven werd (1588) dan dc opheffing
van het edict (1085) plaats vond.
KIND.
Kind zij'n i9 spelen en zingen,
is hupplen en springen,
is kennen geen zorgen
van heden en morgen
Kind zijn is welen van lijden,
noch zwoegen en strijden,
Is weten van wee niet en acht....
Een kind is een lach!
Kind zijn bij pijnen en plagen
en schreien, en klagen,
in sm ar tl ijle verweren,
en moeilijk ontberen,
Kind, zonder blijheid door 't leven gegaan..
Uw beeld is een traan!
O Ivome de dag,
Dat de traan wordt een lach
Ons is het gegeven
Te brengen in 't leven
Van kindren, die lijden,
Een zonnig verblijden,
To haas ben de dag,
Dat de traan wordt ccn lach!
KATH. LEOPOLD.
„Het gulden Boek."
De physiologische uitwerking van den
arbeid, de graad van vermoeidheid, dc be
studeering van de omstandigheden, waarin
een werkman de meeste werkkracht ont
vouwt, terwijl hij zich het minst ver
moeit, vormen een ingewikkeld vraagstuk,
bij7 de oplossing waarvan dc nijverheid
groot belang heeft.
De Amerikaansehe ingenieur Taylor, die
er in is geslaagd, de industi'ieele opbrengst
van enkele fabrieken te vermeerderen door
de arbeiders ivit te zoeken en hen te dwin
gen, in bepaalde houdingen en met wis
kundig berekende rustpoozen te werken,
heeft één van de zijden, die dit vraagstuk
bezit, onder het oog gezien. Volgens dc
„Temps" heeft dc Fransche hoogleeraar
Dastre aan de Academie der Wetenschap
pen tc Parijs een nota aangeboden, waar
in de heer Jules Amar, den uitslag van
zijn onderzoekingen omtrent den graad
der vermoeidheid doet kennen.
Om te beginnen, alclus geeft de „Temps"
den inhoud dier nota weer, plaatst hij
een arbeider in zoodanige omstandigheden,
dat zijn werkzaamheid hem niet het min
ste gevoel van pijn veroorzaakt cn hem
tot geen enkele gevaarlijke inspanning
dwingt. De bedoelde normale omstandig
heden bestaan in het trappen op een soort
fi'ets, welke slechts, de' verbruikte kracht
opteekent, dus niet van zijn plaats komt.
Het Fransche blad noemt deze machine
een ergometrische fiets, welke benaming
duidelijk is, als men weet, dat „ergon"
werk beteekent.
Voor 'bet meten van verbruikte kracht
kunnen trouwens ook andere verrichtingen
worden aangewend. De „Temps" noemt
het beklimmen vaD een trap, bot loopen
op een vlak of hellend terreiu, het in b-j-
weging brengen van een kruk, het hante
ren van een voorhamer.
De heer Amar heeft dc betrekking on
derzocht, die bestaat tusschen de verschijn
selen van den bloedsomloop cn dei spier
arbeid. Hij ging den polsslag na en nmt
den bloeddruk. Id de rust vertoont (ie gra
fische voorstelling, als uitkomst van het
onderzoek, niets bijzonders. Naar gelang
van den arbeid, die verricht wordt, toont
de lijn een wijziging en versnelt hot
rhythmc van den pols.
Uit verscheiden van dergelijke onder
zochte voorstellingen blijkt, dat er een
evenredige verhouding bestaat tussche/i de
toeneming van het aantal polsslagen eu
de snelheid evenals de hoegrootheid van
den arbeid.
Als er te veel wordt gearbeid, zijn do
polsslagen overhaast. Als dc arbeid zwaar
is, krijgt de lijn, die het pols-rhythme aan
geeft, een onregelmatig en hoekig karak
ter. Ook is uitgemaakt welke graad van
bloeddruk overeenkomt met do uiterste
grenê van de vermoeienis.
De Fransche geleerde komt dan tot deze
gevolgtrekking: „Zoolang het rytbme en
het tijdsverloop tuschen twee polsslagen'
dé voortttïhrijdcnde beweging van den ar-j
beid volgt, kan de spierenwerkzaainheid
als normaal beschouwd worden. Zoodra,
echter het rhi^thrne zich bovenmatig ver
snelt cn de loop van de betreffende lijnen
onregelmatig wordt, kan men zich gewaar
schuwd rekenen, dat de arbeidsvoorwaar-
den abnormaal zijn".
Voor de vaak scherpe woordenwisselin
gen tusschen patroon en gezél omtrent de
mate vaD vermoeidheid en den tijd, waar
na deze zich doet gelden, zijn deze opmer
kingen ongotwijfeld van heslist belang,
daar zij op den bodem der objectiviteit
plaatsen wat tot nu toe slechts subjective
waarde had, ofschoon de uislag van dit
onderzoek overeenkomt mot wat ieder
daarvan zal hebben verwacht.
Een nieuw procédé om eieren te
conserveeren.
In de „Revue de Chimie industrielle" be
schouwt De Keghel de verschillende manie
ren om eieren te conserveeren. Hij geeft
de voorkeur aan die, waarbij zachte dier
lijke of plantaardige vetten gebruikt wor
den. De schaal moet gesteriliseerd worden
door indompeling in een zilverfluozuur-op-
lossing van 0,2 gr. per L„ waarna men dc
eieren inwrijft met het volgend mengsel:
14 gr. aardnotenolie, 20 gr. palmolie, 16
gr. cocosolie, 47 gr. reuzel, 2 gr. walschot
(spermaceti), 1 gr. trioxymethyleen en 0,5
gr. thymolpoeder. Dit mengsel, dat op een
zacht vuurtje wordt bereid, vertoont koud
veel eigenschappen der vaseline. Zóó be
handelde eieren hadden na 18 maanden nog
denzelfden smaak en hetzelfde uiterlijk als
pasgelegde exemplaren. De kosten bedra
gen iets meer dan één cent per ei.