De athletiek in Amerika. Een Napoleon herinnering. Men heeft reeds meermalen de gelegen heid gehad op te merken, hoe de sport, en in hoofdzaak de athletiek, een belangrijke plaats inneemt bij de lichamelijke opvoeding der Amerikaansche. jeugd, en £oe alles en iedereen in Amerika samenwerken, om reeds op de schoolbanken den jongelui liefde voor de athletiek te leeren. Het zichtbaar gevolg hiervan is, dat de meeste athletiek-wereldreoorde door Ame rikanen warden gehouden. Men moet even wel niet dienken, dat elke Amerikaansche athleet tot 'n dergelijke verrichting in staat is. Dit is zeer zeker niet het geval, maar wan- neem we aannemen, dat bijv. op elke 500 be oefenaars der athletiek er één is, die een bui tengewone verrichting kan leveren, dan be wijst het groot aantal Amerikaansche records slechts, dat de athletiek in Amerika jloor honderd duizenden wordt beoefend, ©n dat is ook werkelijk het geval. Het is zeker loonend, om eens na te gaan op welke wijze de athletiek zióh in Amerika burgerrecht heeft veroverd, en hoe men in het land der onbegrensde'mogelijkheden ver zekerd/ kan blijven van voortdurende belang stelling voor de athletischè sporten. De Amerikaan heeft hiertoe drie groote hulpmiddelen, en dat zijn in de eerste plaats de scholen, in de tweede plaats de univer siteiten en in cle derde plaats de groote Amerikaansche athletiekclubs. Hoe men de schooljeugd, door het beschik baar stellen van de noodige terreinen, het verplicht onderricht in de athletiek naaet (lat in d© gymnastiek, het uitschrijven van sehoolwedstrij de>n en andere middelen, waar toe de sdioolautoriteiten, door ruime sub sidies van stad en land, in staat gesteld worden, reeds spoedig tot geestdriftige be oefenaars doet worden, mogen wij wel als bekend veronderstellen. Ha de school verlaten te hebben, trekken de jongelui naar de universiteiten, en het .is over de beoefening der sport aa-n deze in richtingen, dat we eens wat meer bijzonder heden willen vertellen. De voornaamste Amerikaansche universi teiten, die zeer zeker eon \ceroldwrmoud heid verkregen hebben, zijn Yale an Har vard. Op deze beide is het, evenals op vrij wel alle andere Amerikaansche hoogesoho- len, voor de eerst e-j aars-studenten ver. plichtend, om aan de sportoefeningen, meer in het bijzonder aan de athletiek, deel te nemen. Indien men om een ran ders reden hiervan wordt vrijgesteld, moet men in ieder geval de gymnastieklessen durende het eerste jaar volgen. Ha deze periode van gedwongen eport zijn de studenten echter hieraan zoo gewend, jdat zjj bij-na zonder uitzondering ook verder 'de sport blijven beoefenen, en zco nemen te Harvard 75 pCt. van de 4000 studenten ge regeld aan de sportoefeningen deel. Sport ten minste, wanneer men ze ernstig be oefent, en aloohol zijn feitelijk twee on- vereenigbare begrippen, en het is dan ook ce begrijpen, dat op de meeste universitei ten de studenten zijn in de universiteit jelf gehuisvest sterke drank een verbo den artikel is, dcut slechts bij enkele bij zondere gelegenheden geduld wordt. Welk ,een belangrijk voordeel hier dus de sport beoefening medebrengt, behoeft zeker niet nader uiteen gjezet te worden. Er wordt wel eens beweerd, dat -do studie op de A. merikaansch e universiteiten onder de sportbeoefening lijdt, doch dit is sleohts een fabel. Bovendien hebben vrijwel alle uni versiteiten d© bepaling gemaakt, dat nie mand zijn universiteit in een wedstrijd W.g vertegenwoordigen, wanneer hij niet •voor zijn jaarlijks examen ia geslaagd. Alle universiteiten hebben fraaie sport terreinen met eon Stadion», waarin de groote wedstrijden worden gehouden. Het Harvard-Stadion is geheel van steen opgetrokken en biedt ruimte aan - voor £5,000 toeschouwers. Deze ruimte is eoh- jber voor de groote voetbalwedstrijden, waardoor Yale en Harvard een wereld naam hebben verkregen, nog te klein en door houten hulptribunes is men dan in staat, «40,000 toeschouwers te kunnen ber gen. Buiten het Stfdion heeft men verschil lende terreinen voor andere sporttakken, en o. m. 60 lawntennisbanen. In Yale is het nieuwe Stadion nog niet geheel gereed, maar 'dit wordt onge twijfeld het grootste der wereld, daar er 61,000 zitplaatsen en bovendien nog 0000 staanplaatsen zijn. Als men rekent, dat bij de 'groote wedstrijden geen plaatsje onbezet is, en dat de plaatsen 2 dollar per stuk koeten, dan kan men ook begrijpen waar de universiteiten het geld vandaan halen, om haar schitterende sportterreinen aan te leggen. Haast Yale en Harvard, heeft men nog de universiteit van Princeton, die in de vrije natuur, tussohen Hew-York en Phila delphia., is gevestigd', en waar eveneens een zeer opgewekt sportleven bestaat. Niet minder dan '46 base-ball manschappen bracht deze universiteit verleden jaar in het veld. De universiteit, welke op athletiek-gebied de grootste bekendheid heeft verworven, is die te Pensylvanië, waar de beroemde trai ner Mik© Murphy, bekende athleten als Lippmcott, Reidpo/th en Meredith, om sleohts eenige der meest op de>n voorgrond tredende athleten van den laatsten tijd te noemen, heeft geoefend en tot wereldkam pioenen gevormd. Wolk een gelukkig samengaan van licha melijke en geestelijke ontwikkeling men door deze inrichting der Amerikaansche uni versiteiten heeft verkregen, zal een ieder duidelijk zijn; de voortdurende toenemende bloei van Amerika is het sprekend resultaat van dit alles. Voor onze Hollan-dsche sportautoriteiiten, die zich tevergeefs moeite geven *om te trachtten de sport op onze universiteiten wat meer ingang te doen vinden, zal het bovenstaande nog wel langen tijd een on bereikbaar ideaal blijven; men denke slechts aan de laatste mislukking dor studenten- voetbalwedstrijden op Oud-Roosenbu rch te Amsterdam. De dorde scnakel in de sportievs opvoe ding der Amerikanen noemden we hierbo ven, de athletiekclubs, en het is juist van dew* £rro<*rfa. A m o«vil-a jvno/»>.J —L men zich in ons land een moeilijk denkbeeld kan vormen. Een d er grootste clubs is de „New-York Athletic Club", die in 1868 werd opgjerioht. De club bepaalt zich niet tot de uitsluitende beoefening der athletiek; maar alle mogelijke takken van sport, zelfs biljar ten en kegelen, worden door de leden be oefend. De club heeft een prachtig clubge bouw en uitstekend ingerichte oefenterrei nen. Ruim 4000 leden zijn tot de New-York A.-C." toegetreden, en .dezen betalen, al naar gelang van hun leeftijd, een contribu tie van 60 tot 100 dollar per jaar, terwijl nieuwe leden 200 dollar entree moeten be talen A Dit zijn voor het grootste deel sport lui, die niet meer aan wedstrijden deelne men, maar die door dagelijksch bezoek van de club steeds met de actieve sportlui vaak bovendien hun zoons in aanraking komen en ze met raad en daad steunen. Voor de jongelui is de contributie bedui dend minder gesteld. Voor verschillende takken van sport zijn bekwame oefenmees- ters, die bij de groote clubs flinke salarissen verdienen.. Zoo betalen de New-York A.-C. en de Irish-American-Club ieder 5000 dol. lar voor een athletiektrainer. De Chicagó- Athletic-QLub heeft wel het prachtigste club gebouw, waarbij o. m. een geheel in marmer gebouwd zwembassin. Ook hier uitstekende trainers en prachtige oefenterreinen. Deze club heeft ruim 3000 leden. En zoo zijn er tal van groote clubs in Amerika, welke door de oudere sportlui als een sociale oluh worden beschouwd, eji die door de groote contributies dezer heeren in staat gesteld worden voor' de jongere, actieve sporthii ze ei* veel te doen. De ouderen betalen gaar ne' een flinke som. wanneer het er op aan komt om de eer van hun sportclvv» te ver dedigen, en vandaar, dat deze clubs zoo buitengewoon veel goeds voor de sport kun nen doen, waartoe olubs, die, zooals bij ons, hoofdzakelijk uit jonge, actieve sport lui bestaan, onmogelijk de middelen zoudeq kunnen vinden. De glorie van elke dub is de verzameling, van e ere te eken en, die door de leden zijn gewonnen, meestentijds in een der hoofd zalen in een fraaie kast uitgestald. Voor de jongere leden zijn vaak die bewijzen van suc ces der ouderen een aansporing tot vol hardend oefenen, opdat ook zij later aan hun zonen met reohtmatiigen trots, op de door hen behaalde overwinningen op het sportveld kunnen wijzen. Dat in deze verzamelingen vaak Heel wat kostbare prijzen vereenagd zijn. blijkt wel uit Het feit, dat bijv. de New-York 'A.-O. Haar prij zen verz-n meHtng voor meer dan 10.000 dollar heeft verzekerd. Wanneer men al deze bijzonderheden over de Amerikaansche sport nagaat, zal men zeker moeten erkennen, dat in de nieuwe wereld zeer veel is, dat navolging door ons verdient, al is het dan ook slecht* navolging op bescheiden schaal. In Dresden woonde een zeer oude man, .met witte bakkebaarden, glad-gieschoren kin, eenvoudig,- maar zorgvuldig gekleed, die ge- Tegeld, geleund op een stok, zijn dagelijk- sche wandelingetje maakte. Het merkwaar dige van den man was echter, dat hij altijd aan de rechterhand een zwarten handschoen droeg. Alléén aan de rechterhand, bij alle mogelijk weer, waar hij ook was in een ka mer, in zijn eigen huie. Men kon hem voor zijn raam zien met zijn zwarte handschoen aan. Men zegt,, dat hij een kast vol zwarte Techter-handschoenen had. En eiken vierden Donderdag trok de oude man, alleen in rijn kamer, een nieuwen rechter-band&ohoea aan. Hij was een aangename verstandige en allesbehalve zonderlinge oude heer; nie mand durfde hiean echter naar dSe eigenaar digheid vragenhet zijn zijn Meankindereo, die daarover het volgende vertellen, boo schrijft de ,,Voss. Zeitung" ,,Het was 26 Augustus (Donderdag) 16U voor de slag bij Dresden. De oude man was toen nog heel jong en pas getrouwd! en woon- ue Ui eem ivnkeiöieuw huns met een aardig torentje, waar hii steeds gewoond heeft Do garden van Napoleon stonden op de pleinen en wachtten op het bevel van voorwaart» trekken tegen den vijand, die in een halven cirkel om de stad lag. Om rfrf nr^ pol eon het bevel van voorwaar rukken. Hjj bezocht toen een plaats, waar hij het voorb$- trekken van zijn soldaten a>u kunnen zien en waair zij hem nog zouden kunnen groe ten. Het huisje mot het klein© torentje leek hem het gosohiktst.i De Keizer trad met zijn officieren van den staf binnen; jeugdigs heer des huizes verscheen met z; danig verschrikte vrouw en wees hem gewr^g weg naar den toren. Bij een buiging trap ontmoetten de vooruiten el lende ora-^. nansoffieieren de dienstbode, die juist mt een blad, waarop een. kostbaar koffieservies stond, de trap afkwam en dood ver schrikt over die militaire indringers het blad met inhoud en al uit haar handen Het vallen. De Keizer stapte, zonder een seconde te verlie zen, over de srbervtfn heen en betrad het, platvorm van den toren. Reeds begroette, hem het gejubel van de naderende grena diers. Na een kwartier wenkte de Keizer deh heer dee huizes en vroeg hem een en ander over de stree.k, die men van hiep overzien kon. De man sprak vlot FransoK, de Keizer knikte voldaan. Toen ging hij naar beneden, waar de vrouw des huizes met de dienstbo de bezig wae de scherven op te rapen. De keizer bleef ■'een oogenblik stilstaan en zei glimlachend tot den jonge-n man: „.Bent u pas getrouwd?" ,,.Ta, Uwe Majesteit". „U hebt door mijn toedoen schade gele den. wat ben ik u schuldig?" De jonge man Niets, Uwe Majesteit? U bent in mijn huis geweest." ,,Dan dank ik u", 7©.i de Keizer, en drukte de man stevig de. hand. Dienzelfden avond trok de jong© man een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 21