fjo, 16465
Zaterdag 25 October.
A0. 1913.
feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIJF Bladen
Vierde Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Beau Brocade.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
ïan 1O regeU ,'1.05. Iedere regel meer 70.17J. Grootere lettere naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contant j elk
tiental woorden meer 10 Cents. Voor het incaseeeren wordt/' 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leiden per week 9 Cents i per 3 maanden i f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn 1.30.
Franco per post1.65.
Afsluiting passage Maarsmansstecg.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat de
Maarmansstecg, wegens het maken
van een aansluiting op het kabelnet der
Electriciteitsfabriek, op Maandag, 27
October a.s. voor het verkeer
met rij- en voertuigen zal zijn af
gesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Bur gemorster.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 25 October 1913.
In komsteu belasting.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
brengen in herinnering, dat den 31sten Oc
tober e.k. de 4de termijn vervalt van de
Plaatselijke Inkomstenbelasting, dienst 1913,
en dat alzoo op den lsten November min
stens 4/6 gedeelten van den aanslag moeten
zijn voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden
uit om, ter voorkoming van vervolgings-
kosten, tot de betaling van het verschul
digde ten kantore van den Gemeente-
Ontvanger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 25 October 1913.
Kohieren der Plaatselijke Directe
Belasting.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat het lsto
suppletoir- en 'het Forensenkohier der
Plaatselijke directe belasting, dienst 1913,
zijn goedgekeurd, en ingevolge art. 264 der
Gemeentewet ter lezing zijn nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 25 October 1913.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
8. HOEKSTRA, wonende te Katwijk-aan-
Zee, een verzoekschrift is ingediend, om ver
lof voor den verkoop van uitsluitend alco
holvrijen drank, voor gebruik ter plaatse
van verkoop, in het vertrek achter den win
kel van het perceel Haarlemmerstraat
No. 254.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 24 October 1913.
IIIX DEB WET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien het verzoek van de N. V. Boek
drukkerij, voorheen L. van Nifterik Hz., om
vergunning tot uitbreiding van de boek
drukkerij in hetr-perceel Kaiserstraat No. 9,
Sectie F no. 657, door bijtrekking der pcr-
ceelen Kolfmakerssteeg nos. 8, 10, 10 a en
12, Sectie F nos. 657, 1046 en 895, waarin ge
plaatst zullen worden de zetterij, de druk
kerij, de binderij en de steriotypeerinrich-
ting.
Gelet cp de artikelen 6 en 7 der Hinder^
wet;
Geven bij deze kennis aan het publiek, dat
genoemd verzoek met de bijlagen op de Se
cretarie dezer gemeente ter visie gelegd is;
alsmede dat op Zaterdag, den 8sten Nov.
e.k. 's namiddags te halftwee op het Raad
huis, gelegenheid zal worden gegeven om
bezwaren tegen dit verzoek in te brengen,
terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat
niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet
overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor
het gemeentebestuur of een zijner leden
zijn verschenen, ten einde hun herwaren
mondeling boe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 25 October 1913.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het verzoek van B. C. J. VAN
OMMEREN, om vergunning tot oprichting
van een wasch- en strijkinrichting in het
perceel Haarlemmerweg, hoek Bakker
Korffstraat, Sectie K nos. 2528, 2529 en 2697,
waarin geplaatst wordt een stoommachine
van 20 pk., tot het aandrijven van twep
waschmachines, een centrifuge, een stoom-
mangel, een droogapparaat en een strijk-
machine.
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bij deze kennis aan het publiek,
dat genoemd verzoek met de bijlagen op de
Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd is;
alsmede dat op Zaterdag, den 8sten Nov.
aanstaande, des namiddags te halftwee
op het Raadhuis gelegenheid zal worden
gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in
te brengen, terwijl zij er de aandacht op
vestigen, dat niet tot - beroep gerechtigd
zijn zij, die niet overeenkomstig artikel 7
der Hinderwet voor het gemeentebestuur
of een zijner leden zijn verschenen, ten
einde hun bezwaren mondeling toe te
lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 25 October 1913.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien het verzoek van A. H. VAN
NOORT, om vergunning tot uitbreiding van
de brood- en beschuitbakkerij in het perceel
Doezastraat no. 2, Sectie E no. 1497, door
het plaatsen van een electromotor van 1 pk.
tot het in beweging brengen van een deeg
machine.
Gelet op do artt. 6 en 7 der Hinderwet;
geven bij deze kennis aan het publiek, dat
genoemd verzoek, met de bijlagen, op de
Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd is
alsmede dat op Zaterdag, den 8sten Nov.
aanst. des namiddags te halftwee, op het
Raadhuis gelegenheid zaJ worden gegeven
om bezwaren teaen dit verzoek in te
brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti
gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij,
die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder
wet voor 't gemeentebestuur of een zijner le
den rijn verschenen ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 25 October 1913.
Leiden, 25 October.
Gisteravond kwam de afd. Leiden en
Omstreken van de Ned. Ver. van Chr. Kan
toor- en Handelsbedienden in vergadering
bijeen.
De nieuw gekozen voorzitter, de heer
J. D. de Rijk, opende de vergadering en
zeide zeer verheugd te wezen over de
groote opkomst der leden en genoodigden.
Enkele mededeelingen betreffend de opge
richte cursussen werden stilzwijgend aan
genomen.
De heer G. Baas Kz., van Zaandam, adj.-
secretaris en propagandist der Vereeni-
ging, verkreeg vervolgens het woord om te
spreken over de vrije Zaterdagmiddag
actie.
Wanneer wij arbeiden voor verbetering
van arbeidstijd en sociale positie, moet
daarbij niet alleen aan materieele ideëen
worden gedacht, maar liggen hoogere ge
dachten daaraan ten grondslag, zei hij o.m.
Degenen, die het leven als arbeiden om
brood beschouwen, zoowel als gij, die mee-
nen dat werken eigenlijk een last is, slaan
het leven verkeerd aan. Het doel van ons
leven ligt hooger dan in het' opgaan in
aardschen arbeid of genot en genoegen.
Het doel van ons leven moet zijn de ver
heerlijking van den Schepper en de ont
plooiing van krachten en gaven op alle
levensterrein, waarop men door God is
geplaatst. Omdat de arbeid is een deel
van het leven, is er naast dien arbeid nog
meer to doen, wat verricht moet worden.
Die arbeid is deel vsd onze taak. Uit dat
beginsel vloeien tweeërlei motieven om ver
korting arbeidstijd voort. De arbeid om
brood mag niet zooveel beslag leggen, dat
er geen tijd overblijft voor anderen arbeid.
Voor gezin, vakstudie en ontwikkeling,
Kerk en Maatschappij, ten opzichte van
vakvereenigingen en 6ociale actie, wat niet
is eeD monopolie, dat God gegeven heeft
aan gefortuneerden, maar ieder in liét bij
zonder, naar de gaven, die hem gegeven
zijn. De arbeid mag nooit worden een lijf-
en ziel-opofferende bezigheid.
Deze gedachte heeft de Chr. vakbeweging
bewogen mede te werken aan verkorting
van den arbeidsdag. De groote beteekenis,
waarom naar onze meening, zei spr., de
vrije Zaterdagmiddag, om nu niet direct
te zeggen noodzakelijk, maar gewonscht is,
ligt in de Zondagsviering.
De Zondag behoort gewijd aan den bij
zonderen dienst van God. Spreker voüd
hierbij gelegenheid de practische actie der
Vereeniging en haar afdeelingen ter sprake
te brengen, en verraste zijn auditorium
door enkele sprekende voorbeelden.
De voorzitter herinnerde daarmee aan
de plaatselijke actie inzake den vrijen Za
terdagmiddag en betreurde, dat slechts een
deel der patroons gemeend had de gestelde
vragen te moeten beantwoorden.
Na de rede van den heer Baas werd er
gelegenheid gegeven tot gedachtenwisse-
ling, waaraan de heeren J. Pranger en W.
Wiggers, van Leiden, en H. W. Doorneveld,
van Noordwijk-aan-Zee, deelnamen, die
door spreker beantwoord werden.
Bij Kon. besluit is in plaats van wijlen
prof. mï. P. A. Tichelaar benoemd tot ge
woon hoogleeraar in de faculteit der rechts
geleerdheid aan de Rijksuniversiteit alhier,
om onderwijs te geven in het R-omeinsch
recht en zijn geschiedenis, mr. A. H. M. J.
van Kan, te Valkenburg (Limburg).
Gisteravond opende de Vereeniging voor
Ethische en Godsdienstige Vraagstukken de
reeks haler voordracht-avonden in dit seizoen
met een vergadering in het Kloin-Audito-
rium der Academie alhier, waarin als spreker
was aangekondigd dr. Fred, van Eeden, van
Bussum, met het onderwerp: „De Godsdienst
dor toekomst".
De opkomst was zóó groot, dat moeilijk
alle belangstellenden een zit- of staanplaatsje
konden veroveren. Het leeuwenaxandeel vorm
den de dames en heeren studenten, doch ook
Oen groot aantal burgers gaf van zijn be
langstelling blijk.
De vergadering werd niet een kort inlei
dend woord door den voorzitter, den heer
J. II. Kramers, geopend, die nogmaals het
doel d er Vereeniging uiteenzette en er op
wees, dat in de Vereeniging verschillende
kringen wei-den gevormd ter bespreking van
sjpeciale onderwerpen.
Vervolgens hield de lieer G. Kalff Jr.,
litt. cand., een geestige toesiiraak, voorna
melijk tot de eerste jaars, waarna dr. Van
Eeden onder groote stilte der aanwezigen,
zijn denkbeelden over den godsdienst der toe
komst' uiteenzette.
,Wat wij, volgens spr., allereerst behoeven,
is sociale rechtvaardigheid en betere econo
mische organisatie. Dat g-aat alle hoogere
ontwikkeling vooraf Dan eerst kan een mi
lieu ontstaan, waarin overvloed heersoht, en
door die overvloed vrijheid tot denken, aan.
schouwen en meededen, tot zelfbezinning, be
wondering en verheffing.
De spr eindigde met de voordracht van
enkele prozagedichten: „Wij zangen" ge
naamd van den Bengaalsch.cn dichter Tau-
gore. van wien Van Eeden zeide-, al zouden
de Christenen uit onze wereld dien man mis
schien een heiden noemen, er toch moeilijk
iemand in do z.g. Christelijke naties te vin
den is, die dezen dichter in vroomheid en
heilige inspiratie nabij komt.
Enkele der aanwezigen stelden vragen, die
door den spr. kort beantwoord werden.
Ds. R. J. W. Rudolph, vroeger te Lei
den, is uit Heidelberg te Amersfoort aan
gekomen. Ds. Rudolph gevoelt zich aan van-
kclijk veel beter en eet en spreekt wat go-
makkelijker. Zijn krachten zijn eer toe dan
afgenomen.
Omtrent de genezing is nog niet veel te
zeggen. Alleen, er bestaat nog hoop op har-
stel, Op het oogenblik moet ds. Rudolph
volkomen rust genieten, om op 20 Novem
ber opnieuw weer in het Instituut van
prof. Czerny te Heidelberg behandeld te krui
nen worden.
Bedankt is voor liet beroep naar de
Geref. Kerk te Amsterdam door ds. J. Douma,
te Watergraafsmeer, vroeger te Leiden.
Op initiatief van de heeren L. Heyeir-
mans, arts te Amsterdam, en dr. Th. Stoop,
te Dordrecht, zal morgen, Zondag, in „Hotel
American", te Amsterdam, een vergadering
plaats hebben van geneeskundigen, stu
denten in de medicijnen, apothekers en stu
deerenden in do pharmacie, om, na onder
linge bespreking, een democratische vereeni
ging op to richten met het doel de sociale
hygiëno in den ruimst-ou zin van het woord
te bevorderen.
Men meldt ons uit Den Haag: Naar,
wij vernemen zal door den Bond van Ned.
Onderwijzers een groote salaris-actie wor
den georganiseerd. Dit naar aanleiding van
het feit, dat in de Troonrede over de wed
de regeling van de onderwijzers is gezwe
gen. Men is daarover zeer teleurgesteld.
De betooging, verleden jaar gehouden door
het Salaris-comité en daarna de betooging
van den Bond van Ned. Onderwijzers heeft
grooten indrv.k gemaakt, doch niet voldoen
de om het doel te bereiken. Dit doel is
nog veel minder bereikt door de wet op
den Kindertoeslag van het Ministerie-
Heemskerk. Ook bij de Christelijke en
R.-K. onderwijzers, die zich toen voorloopig
hebben neergelegd bij dezen kindertoeslag,
bestaat reeds lang dezelfde overtuiging om
trent het ondoelmatige van deze regeling
als bij de openbare onderwijzers.
Naar men verneemt, zijn ook de vrijzin
nige groepen in de Kamer voor het on
verwijld indienen van een nader wets
ontwerp, regelende de jaarwedde van de
onderwijzers.
Het bestuur der Ncd. Zendingsschool
heeft met machtiging van het hoofdbe
stuur van t Nederlandsch Zendingsgenoot
schap en de Utrechtsche Zondingsvereeni-
gjjag, tot de Nederlandsohe Zendingsver
eeniging de vraag gericht om de besprekin
gen te heropenen over een gecombineerde
opleiding der kweelceiingen. Het bestuur der
Zendingsschool vond aanleiding daartoe,
omdat het bezig is met bet ontwerpen der
bouwplannen voor een nieuwe. 6chool. De
Ned. Zen dings vereeniging heeft echter ge
meend die vraag te moeten afwijzen.
Het Tijdschrift voor Armenzorg"
meldt dat II. M. de Koningin-Moeder aan
het bestuur van den Nederlandsch en Bond
tot Kinderbescherming f 50 heeft gezonden.
Z. K. H. Prins Hendrik is gisteren met
gevolg in „Hotel de PEsplanade"- te Ber
lijn aangekomen.
De Minister van Binnen!a-ndsche Zsl-
ken, mr. Gort van der Linden, is voorne
mens, op 8 November de Nederlandsohe
Handelshoogoschool te Rotterdam te
openen.
Naar ,,De Ned." meldt, hoopt morgen
avond te halfzeven in de Regentessekerk te
's-Gravenhage voor het eerst na zijn minis
terschap ds. A. S. Talma een predikbeurt
te vervullen.
De Unie, vereeniging van Nederland
sohe levensverzekerin g-maatschapp i jen
heeft zich mot een adres gewend tot de
Tweede Kamer, inzake het wetsontwerp tot
regeling van het levensverzekeringsbedrijf.
Blijkens het rapport van de commissie,
belast met het onderzoek der begrooting
van Watergraafsmeer, voor 1914, wordt
voorgesteld de reeds bestaande plaatselijke
belasting voor de heffing van entréo op
voetbal-wedstrijden van 5 op 10 pCt. te
verhoogen.
Door hot bestuur van den Amsterdani-
schen Yoetbal-Bond is in een uitvoerig ge
motiveerd verzoekschrift aan den Raad dier,
gemeente verzocht, het voorstel tot die
verhooging niet aan te nemen.
De in do vergadering van 17 Mei j.L
te Dokkum benoemde Raadscommissie toft
DE VERMETELE.
80)
Hij steeg af en zij trad wat nader tot
hem, zóó dicht, dat hij, zoo hij zijn hand
uitstrekte, haar mantel kon aanraken of
ook dio blanke vingertoppen, die
„Geloof mij, mijnheer", sprak zij wat
ongeduldig, daar hij niets zeide, „ik geef
u gaarne al wat ik heb, als gij mij niet
langer ophoudt. Ik heb dringende, zeer
dringende zaken in Londen, die geen uit
stel kunnen lijden. Laat nu, als 't u
blieft, mijn mannen vrijZij smeekte nu
en alle trots was uit haar gelaat geweken.
Haar stem beefde hoorbaar. Die lange,
zwijgende figuur vóór haar begon haar
vrees in-te boezemen.
Hij durfde echter nog niet spreken uit
vrees met eenig woord zijn droombeeld te
verjagen. Dat heerlijk Paradijsvisioen, dat
de Hemel hem dezen avond zoo ongedacht
had toegezonden, mocht eens weer ver
dwijnen en den armen vogelvrij-verklaarde
weer aan zijn eenzaamheid overlaten.
Dit oogenblik was zoo kostbaar, zoo won
dervol.
Dwaselijk verlangde hij de macht te be
zitten, om den tijd te doen stilstaan, om
te maken dat zon, maan en sterren, aarde
en hemel hun loop staakten, onderwijl hij
naar aanzag, zooals zij daar stond met
dien smeekenden blik in haar oogen en de
geelkleurige maan boven hen een mat
schemerend licht werpend op haar opge-
even gelaathaar gouden haardie
mooie, kleine, naar hem uitgestrekte hand.
Zij scheen op zijn antwoord te wachten
en eindelijk fluisterde hij met een zachte
stem, die hij trachtte te verdraaien:
„Mevrouw, ik bid u, vrees niet. Geloof
mij, dat ik liever wenschte de zon nimmer
meer te zien ondergaan dan u ook maar
het kleinste oogenblik van angst te ver
oorzaken".
Nu kwam weer die aardige, verlegen blik
in haar oogen en zij staarde op dat zwarte
masker, dat zijn gelaat bedekte als om
het geheim te doorgronden, dat het ver
borg.
„Wilt gij deze beurs niet aannemen1?"
vroeg zij.
„Neen, dat wil ik niet, schoone dame",
zei hij nog zacht sprekend, „maar ik wilde
u vragen mij toe te staan uw hand een
oogenblik te mogen vasthouden. Wilt gij
mij die gunst bewijzen?"
De aandrang was onweerstaanbaar, de
begeerte haar hand te drukken zoo sterk,
dat hij geen macht had die te bestrijden.
Zij scheen verlegen en een weinigbang,
maar niet trotsch noch geraakt door zijn
vraagmisschien gevoelde zij den invloed
van het mysterieuse, dat die zwarte ge
daante in den mantel omhulde, of ook de
betoovering der omfloerste maan. Zij maak
te geen beweging naar hom toe; de hand,
die hij zoo gaarne gedrukt had, viel langs
haar zijde neer.
Er ging iets betooverends uit van die
uitgestrekte, stille heide; daar lag een
glinstering als van kristal op de bedauwde
brem en het smaragdkleurige heidekruid.
Timothy en Thomas hadden zich, veilig
heidshalve, uit het gezicht, achter het
groote voertuig, teruggetrokken en in de
koets zat Betty, in elkaar gekrompen van
schrik.
Zij stonden alleen, deze beiden, ver van
de wereld, in een laud, geheel het hunne,
een land van droomen, van poëzie, van
romantiek, waar men stierf voor een blik
uit vrouwenoogen en de wereld overwon
voor een vrouwenlach.
Hoe stil was het op de heide, terwijl hij
haar aanzag en zij zijn blik half bevend,
geheel verlegen, beantwoordde.
„Wilt ge mij uw hand niet geven?" vroeg
hij. En zijn stem trilde, toen hij dat zoo
smeekend vroeg. Zij dacht weer terug aan
diezelfde stem, jong en teeder, zooals zij
die in de smidse gehoord had. Maar zij
wilde hem niet te kennen geven, dat zij
het geraden had.
,jMijnheer", sprak zij met plotselinge, on
verklaarbare koelheid, „gij hebt mijn man
nen overweldigd, het zijn maar boersche
lafaards en gij zijt zwaar gewapend. Ik
ben een weerlooze vrouwHoe kan ik
weigeren, als gij beveelt?"
Hij nam de pistoleD uit zijn gordel en
legde die. op den grond, voor haar voeten.
„Neen, schoone damezeide hij, „er
is geen kwestie van bevelen. Zie, ik ben
nu ongewapend en uw mannen zijn vrij.
Beveel hun en ik zal geen "hand of voet
verroeren, totdat gij met mij gedaan hebt
wat gij wilt. Gij ziet nu, dat ik van uw
genade afhangen toch smeek ik u
nogmaals uw hand één oogenblik in de
mijne te mogen houden".
Eén oogenblik aarzelde zij nog, niet om
dat zij bang was, maar omdat er iets zoets
lag in dit oogenblik van uitstel, een heer
lijk gevoel van verwachting der komende
blijdschap.
Toen gaf zij hem haar hand.
„Welwat beeft die", zeide hij,
„evenals een verschrikt vogeltje. Zie hoe
wit zij er uit ziet in mijn ruwe, bruine
hand. Zijt gij niet bang?"
„Bang?O, neen!maarmaar
het is laatik bid u, laat mij vertrek
kenIk mag niet wachtenwant er
hangt zooveel af van mijn reisIk bid
u, laat mij gaan".
„Neen, neenga niet weg", smeekte hij,
dat koele handje, welks aanraking zijn
zinnen had verward, omklemmend; ga niet,
nu juist nietZie, hoe heerlijk schijnt
de maan over gindsche heuvels en de
vochtige lucht, die uw haar doet glinsteren
als met duizend diamanten, terwijl ik, ar
me dwaas, uw koele, blanke hand in de
mijne houdend, hier sta, starend op een
visioen, dat mij dingen toefluistert, die
nooit, nooit kunnen bestaanNeen,
neen, ga nu juist nietLaat de heide
nog eens in duisternis verzinkenLaat
mij nog één oogenblik in mijn droom voort
levenHet zal alles maar al te gauw
voorbij zijn".
Hij had zoo zacht gesproken, dat zij het
nauwelijks had kunnen hooren; maar zij
voelde zijn koortsachtig gloeiende hand de
hare drukken, en toen hij ophield te spre
ken, hoorde zij een zucht, als een snik,
een zucht van sterk verlangen, van wanho
pig berouw, die haar hart smartte, met een
nieuwe pijn, grooter, heiliger dan mede
lijden.
Een groote opwinding scheen zich van
hem meester te maken. Er was dolheid
in zijn bloed. Hij zou haar willen aangrij
pen op zijn paard zetten en met haar weg
rennen over de heide, ver, ver weg over
brem en bramen, over de verwijderde ber
gen; verder, verder naar de bergen van
de maan naar de vallei der schaduwen, ter
wijl zij passief in zijn armen lag en hij
altijd door maar kon kijken in haar helder
blauwe oogen.
Misschien voelde zij die emoties allengs
ook over haar komen; zij trachtte haar
hand terug te trekken, maar hij wilde die
niet loslaten. Ook zij kreeg dat gevoel van
onwerkelijkheid, van een visioen uit een
droomenland, waarin niemand woonde dan
zij en deze eene man; waar geen geluid
gehoord werd dan van zijn stem, harts
tochtelijk en teeder, die tranen van vreug
de en medelijden in haar oogen bracht.
Daar begon een krekel te piepen iii het
gras aan haar voeten en plotseling hoor
den zij op korten afstand het lieflijke ge
luid van een herdersfluit een oud dans-
wijse spelen.
„Luisterfluisterde zij.
Het geluid kwam al nader en nader en
zij vond het heerlijk te hooren de flauwe
echo, het passende accompagnement harer
droomerige stemming.
„Wat een lief wijsje", fluisterde zij, ter
wijl zij instinctmatig met haar voeten de
maat begon te trappen„Ik herinnor het
mij. heel goed. Hoe dikwijls heb ik daarop
gedanst onder den Meiboom".
„Wilt gij met mij eens dansen?"
„Maar, mijnheer, gij schertst toch
Maar zijn opwinding had uu het kook
punt bereikt.
(WoTdrti vervolgd).