fjo, 16465 Zaterdag 25 October. A0. 1913. feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIJF Bladen Vierde Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Beau Brocade. PRIJS DER ADVERTENTIES: ïan 1O regeU ,'1.05. Iedere regel meer 70.17J. Grootere lettere naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contant j elk tiental woorden meer 10 Cents. Voor het incaseeeren wordt/' 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANTS Voor Leiden per week 9 Cents i per 3 maanden i f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn 1.30. Franco per post1.65. Afsluiting passage Maarsmansstecg. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat de Maarmansstecg, wegens het maken van een aansluiting op het kabelnet der Electriciteitsfabriek, op Maandag, 27 October a.s. voor het verkeer met rij- en voertuigen zal zijn af gesloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Bur gemorster. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 25 October 1913. In komsteu belasting. Burgemeester en Wethouders van Leiden, brengen in herinnering, dat den 31sten Oc tober e.k. de 4de termijn vervalt van de Plaatselijke Inkomstenbelasting, dienst 1913, en dat alzoo op den lsten November min stens 4/6 gedeelten van den aanslag moeten zijn voldaan. Zij noodigen mitsdien belanghebbenden uit om, ter voorkoming van vervolgings- kosten, tot de betaling van het verschul digde ten kantore van den Gemeente- Ontvanger over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 25 October 1913. Kohieren der Plaatselijke Directe Belasting. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat het lsto suppletoir- en 'het Forensenkohier der Plaatselijke directe belasting, dienst 1913, zijn goedgekeurd, en ingevolge art. 264 der Gemeentewet ter lezing zijn nedergelegd. Burgemeester en Wethouders van Leiden; N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 25 October 1913. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door 8. HOEKSTRA, wonende te Katwijk-aan- Zee, een verzoekschrift is ingediend, om ver lof voor den verkoop van uitsluitend alco holvrijen drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in het vertrek achter den win kel van het perceel Haarlemmerstraat No. 254. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 24 October 1913. IIIX DEB WET. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien het verzoek van de N. V. Boek drukkerij, voorheen L. van Nifterik Hz., om vergunning tot uitbreiding van de boek drukkerij in hetr-perceel Kaiserstraat No. 9, Sectie F no. 657, door bijtrekking der pcr- ceelen Kolfmakerssteeg nos. 8, 10, 10 a en 12, Sectie F nos. 657, 1046 en 895, waarin ge plaatst zullen worden de zetterij, de druk kerij, de binderij en de steriotypeerinrich- ting. Gelet cp de artikelen 6 en 7 der Hinder^ wet; Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Se cretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Zaterdag, den 8sten Nov. e.k. 's namiddags te halftwee op het Raad huis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, ten einde hun herwaren mondeling boe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 25 October 1913. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het verzoek van B. C. J. VAN OMMEREN, om vergunning tot oprichting van een wasch- en strijkinrichting in het perceel Haarlemmerweg, hoek Bakker Korffstraat, Sectie K nos. 2528, 2529 en 2697, waarin geplaatst wordt een stoommachine van 20 pk., tot het aandrijven van twep waschmachines, een centrifuge, een stoom- mangel, een droogapparaat en een strijk- machine. Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd is; alsmede dat op Zaterdag, den 8sten Nov. aanstaande, des namiddags te halftwee op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot - beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 25 October 1913. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien het verzoek van A. H. VAN NOORT, om vergunning tot uitbreiding van de brood- en beschuitbakkerij in het perceel Doezastraat no. 2, Sectie E no. 1497, door het plaatsen van een electromotor van 1 pk. tot het in beweging brengen van een deeg machine. Gelet op do artt. 6 en 7 der Hinderwet; geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd is alsmede dat op Zaterdag, den 8sten Nov. aanst. des namiddags te halftwee, op het Raadhuis gelegenheid zaJ worden gegeven om bezwaren teaen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder wet voor 't gemeentebestuur of een zijner le den rijn verschenen ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 25 October 1913. Leiden, 25 October. Gisteravond kwam de afd. Leiden en Omstreken van de Ned. Ver. van Chr. Kan toor- en Handelsbedienden in vergadering bijeen. De nieuw gekozen voorzitter, de heer J. D. de Rijk, opende de vergadering en zeide zeer verheugd te wezen over de groote opkomst der leden en genoodigden. Enkele mededeelingen betreffend de opge richte cursussen werden stilzwijgend aan genomen. De heer G. Baas Kz., van Zaandam, adj.- secretaris en propagandist der Vereeni- ging, verkreeg vervolgens het woord om te spreken over de vrije Zaterdagmiddag actie. Wanneer wij arbeiden voor verbetering van arbeidstijd en sociale positie, moet daarbij niet alleen aan materieele ideëen worden gedacht, maar liggen hoogere ge dachten daaraan ten grondslag, zei hij o.m. Degenen, die het leven als arbeiden om brood beschouwen, zoowel als gij, die mee- nen dat werken eigenlijk een last is, slaan het leven verkeerd aan. Het doel van ons leven ligt hooger dan in het' opgaan in aardschen arbeid of genot en genoegen. Het doel van ons leven moet zijn de ver heerlijking van den Schepper en de ont plooiing van krachten en gaven op alle levensterrein, waarop men door God is geplaatst. Omdat de arbeid is een deel van het leven, is er naast dien arbeid nog meer to doen, wat verricht moet worden. Die arbeid is deel vsd onze taak. Uit dat beginsel vloeien tweeërlei motieven om ver korting arbeidstijd voort. De arbeid om brood mag niet zooveel beslag leggen, dat er geen tijd overblijft voor anderen arbeid. Voor gezin, vakstudie en ontwikkeling, Kerk en Maatschappij, ten opzichte van vakvereenigingen en 6ociale actie, wat niet is eeD monopolie, dat God gegeven heeft aan gefortuneerden, maar ieder in liét bij zonder, naar de gaven, die hem gegeven zijn. De arbeid mag nooit worden een lijf- en ziel-opofferende bezigheid. Deze gedachte heeft de Chr. vakbeweging bewogen mede te werken aan verkorting van den arbeidsdag. De groote beteekenis, waarom naar onze meening, zei spr., de vrije Zaterdagmiddag, om nu niet direct te zeggen noodzakelijk, maar gewonscht is, ligt in de Zondagsviering. De Zondag behoort gewijd aan den bij zonderen dienst van God. Spreker voüd hierbij gelegenheid de practische actie der Vereeniging en haar afdeelingen ter sprake te brengen, en verraste zijn auditorium door enkele sprekende voorbeelden. De voorzitter herinnerde daarmee aan de plaatselijke actie inzake den vrijen Za terdagmiddag en betreurde, dat slechts een deel der patroons gemeend had de gestelde vragen te moeten beantwoorden. Na de rede van den heer Baas werd er gelegenheid gegeven tot gedachtenwisse- ling, waaraan de heeren J. Pranger en W. Wiggers, van Leiden, en H. W. Doorneveld, van Noordwijk-aan-Zee, deelnamen, die door spreker beantwoord werden. Bij Kon. besluit is in plaats van wijlen prof. mï. P. A. Tichelaar benoemd tot ge woon hoogleeraar in de faculteit der rechts geleerdheid aan de Rijksuniversiteit alhier, om onderwijs te geven in het R-omeinsch recht en zijn geschiedenis, mr. A. H. M. J. van Kan, te Valkenburg (Limburg). Gisteravond opende de Vereeniging voor Ethische en Godsdienstige Vraagstukken de reeks haler voordracht-avonden in dit seizoen met een vergadering in het Kloin-Audito- rium der Academie alhier, waarin als spreker was aangekondigd dr. Fred, van Eeden, van Bussum, met het onderwerp: „De Godsdienst dor toekomst". De opkomst was zóó groot, dat moeilijk alle belangstellenden een zit- of staanplaatsje konden veroveren. Het leeuwenaxandeel vorm den de dames en heeren studenten, doch ook Oen groot aantal burgers gaf van zijn be langstelling blijk. De vergadering werd niet een kort inlei dend woord door den voorzitter, den heer J. II. Kramers, geopend, die nogmaals het doel d er Vereeniging uiteenzette en er op wees, dat in de Vereeniging verschillende kringen wei-den gevormd ter bespreking van sjpeciale onderwerpen. Vervolgens hield de lieer G. Kalff Jr., litt. cand., een geestige toesiiraak, voorna melijk tot de eerste jaars, waarna dr. Van Eeden onder groote stilte der aanwezigen, zijn denkbeelden over den godsdienst der toe komst' uiteenzette. ,Wat wij, volgens spr., allereerst behoeven, is sociale rechtvaardigheid en betere econo mische organisatie. Dat g-aat alle hoogere ontwikkeling vooraf Dan eerst kan een mi lieu ontstaan, waarin overvloed heersoht, en door die overvloed vrijheid tot denken, aan. schouwen en meededen, tot zelfbezinning, be wondering en verheffing. De spr eindigde met de voordracht van enkele prozagedichten: „Wij zangen" ge naamd van den Bengaalsch.cn dichter Tau- gore. van wien Van Eeden zeide-, al zouden de Christenen uit onze wereld dien man mis schien een heiden noemen, er toch moeilijk iemand in do z.g. Christelijke naties te vin den is, die dezen dichter in vroomheid en heilige inspiratie nabij komt. Enkele der aanwezigen stelden vragen, die door den spr. kort beantwoord werden. Ds. R. J. W. Rudolph, vroeger te Lei den, is uit Heidelberg te Amersfoort aan gekomen. Ds. Rudolph gevoelt zich aan van- kclijk veel beter en eet en spreekt wat go- makkelijker. Zijn krachten zijn eer toe dan afgenomen. Omtrent de genezing is nog niet veel te zeggen. Alleen, er bestaat nog hoop op har- stel, Op het oogenblik moet ds. Rudolph volkomen rust genieten, om op 20 Novem ber opnieuw weer in het Instituut van prof. Czerny te Heidelberg behandeld te krui nen worden. Bedankt is voor liet beroep naar de Geref. Kerk te Amsterdam door ds. J. Douma, te Watergraafsmeer, vroeger te Leiden. Op initiatief van de heeren L. Heyeir- mans, arts te Amsterdam, en dr. Th. Stoop, te Dordrecht, zal morgen, Zondag, in „Hotel American", te Amsterdam, een vergadering plaats hebben van geneeskundigen, stu denten in de medicijnen, apothekers en stu deerenden in do pharmacie, om, na onder linge bespreking, een democratische vereeni ging op to richten met het doel de sociale hygiëno in den ruimst-ou zin van het woord te bevorderen. Men meldt ons uit Den Haag: Naar, wij vernemen zal door den Bond van Ned. Onderwijzers een groote salaris-actie wor den georganiseerd. Dit naar aanleiding van het feit, dat in de Troonrede over de wed de regeling van de onderwijzers is gezwe gen. Men is daarover zeer teleurgesteld. De betooging, verleden jaar gehouden door het Salaris-comité en daarna de betooging van den Bond van Ned. Onderwijzers heeft grooten indrv.k gemaakt, doch niet voldoen de om het doel te bereiken. Dit doel is nog veel minder bereikt door de wet op den Kindertoeslag van het Ministerie- Heemskerk. Ook bij de Christelijke en R.-K. onderwijzers, die zich toen voorloopig hebben neergelegd bij dezen kindertoeslag, bestaat reeds lang dezelfde overtuiging om trent het ondoelmatige van deze regeling als bij de openbare onderwijzers. Naar men verneemt, zijn ook de vrijzin nige groepen in de Kamer voor het on verwijld indienen van een nader wets ontwerp, regelende de jaarwedde van de onderwijzers. Het bestuur der Ncd. Zendingsschool heeft met machtiging van het hoofdbe stuur van t Nederlandsch Zendingsgenoot schap en de Utrechtsche Zondingsvereeni- gjjag, tot de Nederlandsohe Zendingsver eeniging de vraag gericht om de besprekin gen te heropenen over een gecombineerde opleiding der kweelceiingen. Het bestuur der Zendingsschool vond aanleiding daartoe, omdat het bezig is met bet ontwerpen der bouwplannen voor een nieuwe. 6chool. De Ned. Zen dings vereeniging heeft echter ge meend die vraag te moeten afwijzen. Het Tijdschrift voor Armenzorg" meldt dat II. M. de Koningin-Moeder aan het bestuur van den Nederlandsch en Bond tot Kinderbescherming f 50 heeft gezonden. Z. K. H. Prins Hendrik is gisteren met gevolg in „Hotel de PEsplanade"- te Ber lijn aangekomen. De Minister van Binnen!a-ndsche Zsl- ken, mr. Gort van der Linden, is voorne mens, op 8 November de Nederlandsohe Handelshoogoschool te Rotterdam te openen. Naar ,,De Ned." meldt, hoopt morgen avond te halfzeven in de Regentessekerk te 's-Gravenhage voor het eerst na zijn minis terschap ds. A. S. Talma een predikbeurt te vervullen. De Unie, vereeniging van Nederland sohe levensverzekerin g-maatschapp i jen heeft zich mot een adres gewend tot de Tweede Kamer, inzake het wetsontwerp tot regeling van het levensverzekeringsbedrijf. Blijkens het rapport van de commissie, belast met het onderzoek der begrooting van Watergraafsmeer, voor 1914, wordt voorgesteld de reeds bestaande plaatselijke belasting voor de heffing van entréo op voetbal-wedstrijden van 5 op 10 pCt. te verhoogen. Door hot bestuur van den Amsterdani- schen Yoetbal-Bond is in een uitvoerig ge motiveerd verzoekschrift aan den Raad dier, gemeente verzocht, het voorstel tot die verhooging niet aan te nemen. De in do vergadering van 17 Mei j.L te Dokkum benoemde Raadscommissie toft DE VERMETELE. 80) Hij steeg af en zij trad wat nader tot hem, zóó dicht, dat hij, zoo hij zijn hand uitstrekte, haar mantel kon aanraken of ook dio blanke vingertoppen, die „Geloof mij, mijnheer", sprak zij wat ongeduldig, daar hij niets zeide, „ik geef u gaarne al wat ik heb, als gij mij niet langer ophoudt. Ik heb dringende, zeer dringende zaken in Londen, die geen uit stel kunnen lijden. Laat nu, als 't u blieft, mijn mannen vrijZij smeekte nu en alle trots was uit haar gelaat geweken. Haar stem beefde hoorbaar. Die lange, zwijgende figuur vóór haar begon haar vrees in-te boezemen. Hij durfde echter nog niet spreken uit vrees met eenig woord zijn droombeeld te verjagen. Dat heerlijk Paradijsvisioen, dat de Hemel hem dezen avond zoo ongedacht had toegezonden, mocht eens weer ver dwijnen en den armen vogelvrij-verklaarde weer aan zijn eenzaamheid overlaten. Dit oogenblik was zoo kostbaar, zoo won dervol. Dwaselijk verlangde hij de macht te be zitten, om den tijd te doen stilstaan, om te maken dat zon, maan en sterren, aarde en hemel hun loop staakten, onderwijl hij naar aanzag, zooals zij daar stond met dien smeekenden blik in haar oogen en de geelkleurige maan boven hen een mat schemerend licht werpend op haar opge- even gelaathaar gouden haardie mooie, kleine, naar hem uitgestrekte hand. Zij scheen op zijn antwoord te wachten en eindelijk fluisterde hij met een zachte stem, die hij trachtte te verdraaien: „Mevrouw, ik bid u, vrees niet. Geloof mij, dat ik liever wenschte de zon nimmer meer te zien ondergaan dan u ook maar het kleinste oogenblik van angst te ver oorzaken". Nu kwam weer die aardige, verlegen blik in haar oogen en zij staarde op dat zwarte masker, dat zijn gelaat bedekte als om het geheim te doorgronden, dat het ver borg. „Wilt gij deze beurs niet aannemen1?" vroeg zij. „Neen, dat wil ik niet, schoone dame", zei hij nog zacht sprekend, „maar ik wilde u vragen mij toe te staan uw hand een oogenblik te mogen vasthouden. Wilt gij mij die gunst bewijzen?" De aandrang was onweerstaanbaar, de begeerte haar hand te drukken zoo sterk, dat hij geen macht had die te bestrijden. Zij scheen verlegen en een weinigbang, maar niet trotsch noch geraakt door zijn vraagmisschien gevoelde zij den invloed van het mysterieuse, dat die zwarte ge daante in den mantel omhulde, of ook de betoovering der omfloerste maan. Zij maak te geen beweging naar hom toe; de hand, die hij zoo gaarne gedrukt had, viel langs haar zijde neer. Er ging iets betooverends uit van die uitgestrekte, stille heide; daar lag een glinstering als van kristal op de bedauwde brem en het smaragdkleurige heidekruid. Timothy en Thomas hadden zich, veilig heidshalve, uit het gezicht, achter het groote voertuig, teruggetrokken en in de koets zat Betty, in elkaar gekrompen van schrik. Zij stonden alleen, deze beiden, ver van de wereld, in een laud, geheel het hunne, een land van droomen, van poëzie, van romantiek, waar men stierf voor een blik uit vrouwenoogen en de wereld overwon voor een vrouwenlach. Hoe stil was het op de heide, terwijl hij haar aanzag en zij zijn blik half bevend, geheel verlegen, beantwoordde. „Wilt ge mij uw hand niet geven?" vroeg hij. En zijn stem trilde, toen hij dat zoo smeekend vroeg. Zij dacht weer terug aan diezelfde stem, jong en teeder, zooals zij die in de smidse gehoord had. Maar zij wilde hem niet te kennen geven, dat zij het geraden had. ,jMijnheer", sprak zij met plotselinge, on verklaarbare koelheid, „gij hebt mijn man nen overweldigd, het zijn maar boersche lafaards en gij zijt zwaar gewapend. Ik ben een weerlooze vrouwHoe kan ik weigeren, als gij beveelt?" Hij nam de pistoleD uit zijn gordel en legde die. op den grond, voor haar voeten. „Neen, schoone damezeide hij, „er is geen kwestie van bevelen. Zie, ik ben nu ongewapend en uw mannen zijn vrij. Beveel hun en ik zal geen "hand of voet verroeren, totdat gij met mij gedaan hebt wat gij wilt. Gij ziet nu, dat ik van uw genade afhangen toch smeek ik u nogmaals uw hand één oogenblik in de mijne te mogen houden". Eén oogenblik aarzelde zij nog, niet om dat zij bang was, maar omdat er iets zoets lag in dit oogenblik van uitstel, een heer lijk gevoel van verwachting der komende blijdschap. Toen gaf zij hem haar hand. „Welwat beeft die", zeide hij, „evenals een verschrikt vogeltje. Zie hoe wit zij er uit ziet in mijn ruwe, bruine hand. Zijt gij niet bang?" „Bang?O, neen!maarmaar het is laatik bid u, laat mij vertrek kenIk mag niet wachtenwant er hangt zooveel af van mijn reisIk bid u, laat mij gaan". „Neen, neenga niet weg", smeekte hij, dat koele handje, welks aanraking zijn zinnen had verward, omklemmend; ga niet, nu juist nietZie, hoe heerlijk schijnt de maan over gindsche heuvels en de vochtige lucht, die uw haar doet glinsteren als met duizend diamanten, terwijl ik, ar me dwaas, uw koele, blanke hand in de mijne houdend, hier sta, starend op een visioen, dat mij dingen toefluistert, die nooit, nooit kunnen bestaanNeen, neen, ga nu juist nietLaat de heide nog eens in duisternis verzinkenLaat mij nog één oogenblik in mijn droom voort levenHet zal alles maar al te gauw voorbij zijn". Hij had zoo zacht gesproken, dat zij het nauwelijks had kunnen hooren; maar zij voelde zijn koortsachtig gloeiende hand de hare drukken, en toen hij ophield te spre ken, hoorde zij een zucht, als een snik, een zucht van sterk verlangen, van wanho pig berouw, die haar hart smartte, met een nieuwe pijn, grooter, heiliger dan mede lijden. Een groote opwinding scheen zich van hem meester te maken. Er was dolheid in zijn bloed. Hij zou haar willen aangrij pen op zijn paard zetten en met haar weg rennen over de heide, ver, ver weg over brem en bramen, over de verwijderde ber gen; verder, verder naar de bergen van de maan naar de vallei der schaduwen, ter wijl zij passief in zijn armen lag en hij altijd door maar kon kijken in haar helder blauwe oogen. Misschien voelde zij die emoties allengs ook over haar komen; zij trachtte haar hand terug te trekken, maar hij wilde die niet loslaten. Ook zij kreeg dat gevoel van onwerkelijkheid, van een visioen uit een droomenland, waarin niemand woonde dan zij en deze eene man; waar geen geluid gehoord werd dan van zijn stem, harts tochtelijk en teeder, die tranen van vreug de en medelijden in haar oogen bracht. Daar begon een krekel te piepen iii het gras aan haar voeten en plotseling hoor den zij op korten afstand het lieflijke ge luid van een herdersfluit een oud dans- wijse spelen. „Luisterfluisterde zij. Het geluid kwam al nader en nader en zij vond het heerlijk te hooren de flauwe echo, het passende accompagnement harer droomerige stemming. „Wat een lief wijsje", fluisterde zij, ter wijl zij instinctmatig met haar voeten de maat begon te trappen„Ik herinnor het mij. heel goed. Hoe dikwijls heb ik daarop gedanst onder den Meiboom". „Wilt gij met mij eens dansen?" „Maar, mijnheer, gij schertst toch Maar zijn opwinding had uu het kook punt bereikt. (WoTdrti vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 1