RECEPT» jaarin 13 landenBelgië, Denemarken, Groot-B ritannië, Oostenrijk-Hongarijc (voor kleinere bedrijven), Griekenland, Italië, Japan. Noorwegen, Portugal (voor meisjes) Roemenië. Rusland, Finland en Zweden, 12 jaar; in 3 landen: Duitschland, Frankrijk, Nederland, 13 jaar; in 3 landen: Oosten- njk-Hongarije (voor fabrieken), Servië en Zwitserland, 14 jaar. De leeftijdsgrens voor bijzondere bescher mingsmaatregelen voor jeugdige personeij loopt van tusschen het 14de en 18de jaar gewoonlijk tot het 21ste. De arbeidsduur voor kinderen en jeugdige arbeiders ver schilt van 6 tot 12 uur met schafttijden van tot 2 uur. De werktijd voor vrouwen wisselt van 10 tot 12 uur met tusschenpoozen van 1 tot 2 uur. Korter werktijd op Zaterdagen en des avonds vóór feestdagen vindt men in Duitschland, Griekenland, Nederland, Zwitserland en Groot-Britannië. De te Bern gesloten overeenkomst betref fende verbod van nachtarbeid voor vrou wen is door 11 iegeeringen erkend; eenige andere, die niet toegetreden zijn, o. a. Grie kenland, Argentinië, Roemenië, hebben af zonderlijk dergelijk verbod uitgevaardigd. Een regeling van maximum arbeidsduur voor volwassen mannen bestaat in Oosten rijk en Zwitserland, 11 uur; Rusland 11$ uur en Frankrijk 12 uur. („Soziale Praxis".) De parelmoer>visscherij. De Australische parelmoer-industrie ie ongeveer dertig jaar geleden aan de kust van N.-Queenland op eigenaardige wijze be gonnen. Daar was in dien tijd de Fransch- man Jar dine, die zich, met behulp van Au stralische inboorlingen toelegde op dn vangst van zeeslakken, die in Australië», ongeveer ale de Indische zwaluwnesten, als lekkernij worden genuttigd en een belang rijk handelsartikel vormen. Jardine ging van uit Sidney de kust langs om zijn waar uit de zee te halen Daarbij haalde hij telkens parelmosselen- echelpen ia zijn netten op. Hoewel hij er de .waarde niet van kende, nam hij toch een kleine hoeveelheid mee naar Sidney. Daar lichtte men hem beter in en de energieke Franeohman wijdde zich geheel aan de ver zameling van parelmosselen. Thans nog be oefent hij het beroep van parelmoervissoher in Australië. Intussohen is de parelmoer-vissoherij, zoo als men weet, geen kinderwerk. Met netten kan men de paredmosselen niet vangen. Dui kers moeten de schelpen uit de zee ophalen het zijn meest Japanneeaen, die zich op den bodem dier zee neerlaten, om soms urenlang in duikerspak daar beneden te zijn om de kostbare schelpen te verzamelen. Van de Australische producten is Singapore sinds lang de markt geworden. Daar wordt zoo wel de parelmoer als de parel verhandeld. Vooral de Chineezen handelen er veel in pa rels van minder kwaliteit. Zooals men weet komt de pareloester zeer veel voor op de oesterbanken van Ceylon. De kwaliteit van de daar gevonden pielen is veel beter dan die van de Australische p:v- relmosselen. De Australische parelmossel is veel grooter dan die van Ceylon en komt vooral voor in de wateren van Tues-day- eiland, langs de kusten van N.-Queensland, West-Australië, Banna, Nieuw-Guinea en de Philippijnem Verder worden oesters gevischt in de Per- Bische Golf, in Sharks-bay, in Egypte en een weinig in Japan. Ook in Nieuw-Caledonië en Tahiti worden parelmosselen gevonden. Het groote gevaar, dat aan de vissche- rij is verbonden, maakt natuurlijk de pro ducten duur. De parelmoermosselen worden in zeven soorten verdeeld, waarvan de duur ste 2500 per ton opbrengen. De gemiddelde waarde van een ton rao6selen is ongeveer f 500. Voor een groot deel gaan de parelmos- selen naar Londen, waar zij op twee-maande- lijksche veilingen worden verkocht; voor een groot deel gaat de parelmoer naar Shef field, waar men er heften van messen en dergelijke voorwerpen van maakt. Dat de waarde van mosselen zoo verschil lend is, komt daarom, dat een groot deel der schelpen zeer onregelmatig is gevormd. Natuurlijk zijn die schelpen veel minder waard, al weet een handig vakman het pa relmoer er van nog voortreffelijk te bewer ken! Koffiecrême. L. slagroom, 3 eiwitten, 115 gr. poe dersuiker, 3 bladen witte gelatine, d.L. sterk koffie-extract. Bereiding: De eiwitten met den room stijf kloppen, er de suiker bij doen en langzaam Ret koffie-extract, waarin de gelatine is opgelost. Dit alles in een gla zen vla-schotel doen en presenteeren met: soezen. STOPGOUD. Overtuiging is het geweten van het ver stand. R. Elsmeere. In het hart van een klein kind ligt het zelfde diepe gevoel van rechtvaardigheid als in het hart van een groot volk. O. Feuillet. allerlei. Het betooverde bord. Een kunstschilder moest een bord schil deren, waarop een landschapin het land schap een beer aan een ketting en daar onder Herberg „De beer aan den ket ting." De schilder vond het wel wat erg naar, dat dat beest altijd aan een ketting moest liggen, zon op een pretje en zei: „Wat denk je nou, dat zoo'n beest altijd aan een ketting blijft liggen, daar is het toch te sterk voor!" „Dat kan wel waar wezen," zei de kaste lein, „maar de beer, die u schildert, blijft liggen". „Dat kan je begrijpen, ook die loopt nog weg", was het antwoord van den schilder. De kastelein keek den schilder aan alsof hij iets aan hem bespeurde om hem naar een gekkenhuis te laten brengen. „Ik wed om drie pinten bier," zèi de schilder, „dat ook die beer weglooopt". „Top" de kastelein sloeg door. Het bord werd geschilderd en het was zeer naar den zin van den kastelein, die echter niet kon nalaten om eens flink den beer te betasten, om te weten of hij wel echt er op geschilderd was en goed vast zat, dat hij bijv., niet opgeplakt of -ge speld was. „Nou," zei hij, „laat die nu eens weg- loopen". Eenige dagen nadat het bord had gehan gen en het 's nachts flink had geregend, kwam de kastelein 's ochtends naar zijn bord kijken en verschrikt zag hij, dat de beer weg was. De geheele Amsterdamsche Pieter-Jaeob-straat „stond op stelten", want dao bord was betooverd. De schilder kreeg zijn drie pinten bier, maar kon het bord weer meenemen, want zoo'n be tooverd bord wilde de kastelein niet langer hebben. De schilder had schik van zijn beer met waterverf aan een ketting van olieverf. Een weddenschap. De boot was op het punt te vertrekken en de pasagiers hingen op de verschansing en wachtten op het teeken. Daar zag iemand in de verte een wielrijder en het bleek al spoedig, dat hij zijn best deed om nog op de boot te komen. Reeds hadden dc matrozen de groote loopbrug ingenomen en de kans voor den wielrijder leek gering. Een wedlustig pas sagier vond het een mooie gelegenheid, om een tientje tegen een gulden te zetten, dat hij het niet halen zou. Het aanbod werd aangenomen en heel het dek geraakte in een soort opgewondenheid. „Hij haalt het niet!" „Jawel; 't zal op 't nippertje wezen." „Loop rond „Hij haalt het niet." „Hij haalt het Hij is er. Hoera!" In hetzelfde oogenblik was de wielrijder ter plaatse. Hij sprong van zijn wiel en liep over de eenige smalle plank, die nog was blijven liggen. „Vooruit! Alles los!" riep hij. Het was de kapitein. Aantrekkelijk. „Ik zal den kerel aanklagen." „Waarom?" „Hij heeft mij beleedigd." „Waarmee „Begrijp eens, hij zei tegen mij„Ik ver zeker je „Maar dat is toch geen beleediging „Stellig wel Dé kerel is agent van een veeverzekering." S t oiu. Zij„Je bent vriendelijker tegen die stomme dieren dan tegen je vrouw." Hij: „Als je ook eens probeerde stom te zijn, zou je eens zien hoe vriendelijk ik was." Wit" op zwart Een soort verloopen genie beweerde „Ik gebruik nooit een notitieboek; als ik wat onthouden wil, schrijf ik het op mijn manchetten." „Met krijt?" vroeg de ander, met een veelzeggenden blik op de manchetten. Dienstbodebriefj e. „geachte Mevrouw op het Atverdensie van den krant dat u een diens meid vraag en daar heb ik zin aan maar ik moet voor dag en nacht want ik kom van buiten por- stand Goddiens oud 28 Jaar maar ik kan niet koken maar graag wil leeren het loon dat u geeft dat moet u schrijfen en van goeden geduigen verzien." Te beleefd. Stationschef„Nu, waar wacht u op met instappen Oude heer „Ik zou nog graag mijn nicht je willen omhelzen, dat daarginds komt aangeloopen." Stationschef„Stap u maar invoor de rest zal ik wel zorgen." Aan zijn woord gehouden. Mevrouw Grootmond (die van haar ren ten leeft tot den baddokter)„Dokter, ik moet u bekennen, dat ik uw rekening bui tensporig Loog vind." Dokter „Maar u hebt toch gezegd, dat u tot iederen prijs gezond wilde worden?" Mislukte geestigheid. Een directeur van een Spoorweg-maat schappij reisde eens op een der lijnen van zijn eigen Maatschappij, toen de conduc-1 teur, die hem blijkbaar nog niet persoonlijk kende, zijn plaatskaartje kwam vragen. „Ik heb er geen." „Wat, heb u er geen?" „Neen, mijn gezicht is mijn plaatskaar tje," zei de directeur, die eens grappig wilde zijn. „Nu, dan reist u eerste klasse met een plaatskaartje derde," antwoordde de con ducteur. De directeur wenschte wel, dat hij min der grappig geweest was. Daar kon hij het mee doen. Een verwaande gek zat des avonds op de veranda. Niet ver van hem zat een dame, wie hij het met zijn dwaze aanmer kingen en zijn bluf dikwijls lastig maakte. „Ziet gij, barones", sprak hij, „hoe zelfs de motten om mij heen fladderen?" „Zij zien u zeker voor een licht aan," was liet koele antwoord. Verontschuldiging. „Wat, jij, een vegetariër, eet jij paar- denvleesch?" ,,Nu ja, maar het is van een... appel schimmel."-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 22