tfo. 16437. ZiEIDSCH DAGBLAD, Maandag* 22 September. Tweede Blad. Arno 1913.
Telegrammen.
Gemeentezaken.
De Balkankwestie«
Het vredesverdrag.
KONSTANTINOPEL, 21 Sept. (R. O.).
De inleiding tot het Turksch-Bulgaarsche
yerdrag vangt als volgt aan; „De beide
iouvereinen wenschen op krachtige en
duurzame basis de betrekkingen te herstel
len". De inleiding spreekt niet over vriend
schapsbetrekkingen, die ten allen tijde zui
len voortduren, zooals in het verdrag van
Londen het geval was. Het eerste artikel
bakent op de bekende wijze de grens af.
'Art. 2 regelt de nationaliteitskwestie.
Een tijdsverloop van vier jaar wordt toe
gestaan aan de inwoners van het land,
die in Bulgarije blijven om te kiezen tus-
Bchen emigratie of Bulgaarsche nationali
teit. Gedurende deze vier jaar zijn de be
woners niets dienstplichtig. Art. 3 heeft
betrekking op de rechten der Mohammeda
nen en die hunner gemeenten. Het bepaalt,
dat de Mohammedanen dezelfde politieke
rechten als de Christenen in Bulgarije zul
len genieten. Krachtens art. 4 zullen de
yakoufs (godsdienstige stichtingen) door
de Mohammedaansche gemeenten beheerd
worden. Art. 5 verleont algemeene am
nestie. Art. 6 bepaalt, dat de ontruiming
yan het aan Bulgarije afgestane grondge
bied binnen 2 maanden zal plaats hebben.
'Art. 7 heeft betrekking op de uitwisseling
yan krijgsgevangenen. Een artikel bepaalt,
dat het verdrag van Londen van kracht
blijft, voor zoover liet door het nieuwe ver
drag niet gewijzigd wordt. Een ander ar
tikel zegt, dat het nieuwe verdrag van
kracht wordt op den dag, dat het wórdt
xmderteekend. Een bijzonder artikel, be
seffende de oprichting en het onderhoud
:"Van monumenten op slagvelden, dat de
-Bulgaren in het verdrag wilden inlasschen.
werd geschrapt. Do technische adviseurs
en de Turksche en Bulgaarsche gedelegeer
den werken den geheelen dag aan de rege
ling van bijkomstige kwesties en aan do
definitieve redactie van den tekst van het
verdrag, dat 14 of 15 artikelen zal bevatten.
Over 9 artikelen is men reeds tot algeheele
overeenstemming geraakt. Het is mogelijk,
dat het verdrag reeds den 23sten of 25sten
dezer geteekend wordt.
KONSTANTINOPEL, 21 Sept. (R. O.).
De leden der Turksch:Buigaafsche delega
ties gaan voort de bijkomstige kwesties
te bespreken, om de daarop betrekking
hebbende artikelen n.l. betreffende de
rechten door particulieren verworven en de
bestaande mijnooncessies te kunnen redigee-
ren. Wat aangaat de krijgsgevangenen,
werd overeengekomen, dat de Porte aan
Bulgarije de betaalde soldij zal restitueer en.
Daarentegen zal de kwestie betreffende de
ko-sten van hun onderhoud en hun repatri-
eering door het Haagsche Hof van Arbitra
ge worden uitgemaakt. De gedelegeerden
zijn geneigd de Turksche meening te aan
vaarden, dat n.l. volgens de laatste confe
rentie van Den Haag de oorlógvoerenden
verplicht zijn, hun gevangenen te onderhou
den. Een afzonderlijk artikel bepaalt, dat
Bulgarije door nieuwe wetten geen veran
dering kan brengen in de bepalingen be
treffende de Mohammedaansche gemeen
ten cn scholen. Wat aangaat de Muftis
houdt men behoudens zekere wijzigingen
Tast aan de bepalingen van 1S09.
Griekenland en Turkije.
ATHENE, 21 Sept. (R. O.) Het ministe
rie van Marine heeft het verlof der reser-
Xisten ingetrokken. Deze maatregel houdt
verband met de sleepende wijze, waarop
door Turkije de Turksch-Orieksche onder
handelingen gevoerd worden.
KONSTANTINOPEL, 21 Sept. (R. O.).
In een officieus artikel wijst do Jeune
Turc" op de noodzakelijkheid van een
rechtstreeksche overeenkomst tusschen
Griekenland en de Porte over de eilanden
kwestie opdat men aldus tot het sluiten
van een tweeden vrede kan geraken,
die zoowel Konstantinopel als Athene be
vredigt.
Het J o n g-T u r k b c h' congres.
KONSTANTINOPEL, 21 Sept. (R. O.).
Het Jong-Turksch congres, dat thans ver
gadert, hoorde hét jaarverslag van den al-
gemeenen secretaris over de politieke ge
beurtenissen in het afgeloopen jaar aan.
Het verslag keurt 't protocol van den wa
penstilstand, te Tchataldja gesloten, af.
Het acht den nieuwen vrede voor Turkije
Toordeelig, daar het voordeel trok uit het
conflict tusschen de Balkanbondgenooten.
Het zet de hervormingen uiteen, die de
partij van Eenheid en Vooruitgang
tot stand zal trachten te bren
gen, in het bijzonder de versterking der
Vloot. Het comité, zegt het rapport, heeft
zich in eeD politieke partij getransfor
meerd.
De toestand in Albanië.
SALONIKI, 21 Sept. (R. O.). Een vol
slagen anarchie heerscht in Albanië. Mufid
bey is haastig uit Europa teruggekeerd
cn heeft zijn partijcongres te zamen ge-
toepen, om op te rukken tegen Essad pas
ja, die te Tirana de Oostenrijks.'.he vMg
geheschen heeft en de regeering te Valona
gesommeerd heeft, de stad over te geven.
Dssad pasja legde persoonlijk beslag ;ip
den douanepost te Durazzo.
Koning Constant ij n te P a r ij s.
PARIJS, 21 September (R. O.). De ko-
^ng van Griekenland ontving hedenmorgen
j minister Pichon gedurende een veertigtal
minuten in audiëntie. Na de mis in de
J grieksche kerk te hebben bijgewoond, begaf
de koning zich naar het Elysée, waar de
President der republiek liem een dejeuner
Aanbood. Den koninklijken gast werden de
militaire eerbewijzen gebracht, terwijl een
muziekkorps de Grieksche Koningshymne
pa gehoore bracht. De koning overhandig
de aan president Poincaré het Grootkruis
in de Grieksche Orde van den Verlosser.
Hierna bracht de president de volgende
toast uit„Wanneer ik tot Uwe Majesteit
mijnen hartelijken welkomstgroet richt, doe
ik dit met do groote voldoening, ten aan-
lioore van haar verheven souverein, aan de
edele Helleensché natie de gevoelens van
Frankrijk te mogen vertolken. Niets van
hetgeen het dappere Grieksche volk raakt,
heeft Frankrijk ooit onverschillig gelaten.
Het heeft weleer met geestdrift de zegepra
lende wedergebo »rte van de bakermat on
zer hedendaagsche beschaving verwelkomd,
en sedert dien heeft het met een soort fa
milie-trots den spoedigen vooruitgang waar
genomen, welken Griekenland 'zich door
zijn vaderlandsliefde en zijn onophoudelijke
energie heeft verworven. Frankrijk hoeft
zichzelf gelukkig geacht, dat het, op ver
zoek van de Grieksche rogeering, de zending
heeft mogen aanvaarden, gedurende de
twee jongste oorlogen over de veiligheid
uwer landgenooten te mogen waken. Het
heeft er zich over verblijd, tusschen uwe of
ficieren en de onzen nauwe banden van ka
meraadschap te zien knoopen, het heeft
den heldenmoed en het welslagen der schoo-
ne troepen van Uwe Majsteit toegejuicht,
het heeft in uwen rouw zoowel als in uwe
vreugde gedeeld, en nog onlangs betreurde
het met Uwe Majesteit en geheel Grieken
land, let wreede verlies van den souverein,
wiens trouwe vriendschap het had beproefd,
en dio mij verleden jaar persoonlijk op zoo
vriendelijke wijze dank zegde voor de daad
werkelijke sympathie, waarvan Frankrijk
hem zoo herhaaldelijk blijk had gegeven.
Ik verzoek Uwe Majesteit, wel te willen ge-
looven, dat Frankrijk, welks gevoelens on
veranderlijk zijn, voor Griekenland de op
rechte en betrouwbare vriend blijft, die het
steeds is geweest. Ik hef mijn glas op ter
eere van Uwe Majesteit, en ik drink op de
grootheid en den voorspoed van Grieken
land."
De koning van Griekenland antwoordde
als volgt op deze toast„Mijnheer de Pre
sident! Ik dank u voor de hartelijke woor
den van welkom, die gij tot mij gericht heb,
en voor de welsprekende bewoordingen,
waarmede gij gewezen hebt op de gevoelens
van onveranderlijke vriendschap, welke
uwe edele natie steeds voor Griekenland
aan den dag heeft gelegd. Op mijn beurt
acht ik mij gelukkig, tegenover den eer
sten regeeringspersoon der republiek uiting
te kunnen geven aan mijn levendige dank
baarheid vóór den onwaardeerbaren steun,
dien Frankrijk niet heeft opgehouden aan
de eischen van Griekenland te verleenen,
sedert zijn ontwaking tot onafhankelijkheid,
tot aan, en inet inbegrip van den zegevie
renden strijd, dien het'pas heeft beëindigd.
In goede zoowel als slechte dagen der ge
schiedenis, ondervond de- Grieksohe nat-ie
steeds sympathie en steun der groote Fran-
sche natie, en nog onlangs, in den loop der
heide oorlogen, nam Frankrijk het edelmoe
dig op zich, voor de veiligheid mijner on.
derdanon te waken, en op het oógenblik,
waarop ernstige vraagstukken zich voorde
don, waarbij Griekenland's levensbelangen
op het spel stonden, was Frankrijk, steeds
bereid om een zaak van rechtvaardigheid esn
vrijheid te steunen, het land, dat het initia
tief nam, om de rechten van mijn volk te
verdedigen. Dank zij do onophoudelijke zorg
vaai mijin vader, wiens nagedachtenis gij hebt
gehuldigd, in bewoordingen, die mij diep
ontroerden ,is Griekenland, ten spijt van
vele moeilijkheden, voortgeschreden op den
w.eg van vooruitgang en beschaving. Bewust
van zijn kracht en zijn rechten, heeft het
zich voorbereid op een strijd, waaruit het
grootor en meer geëerbiedigd is te voor
schijn getreden, en in deze opperste voorbe
reiding hoeft 't eens te meer voordeel getrok
ken van de medewerking en den bijstand
van Frankrijk. De regeering der republiek
heeft wel goed willen vinden, een militaire
missie naar Griekenland uit te zenden, sa
mengesteld uit bekwame offioieren van alle
wapens, dio onder leiding van generaal
Eydoux hun taak aanvaardden met bevoegd
heid, .en met vurigen werkijver en meeeiee-
pende geest-drift bezield, waaraan het mij
zeer bijaonder aangenaam is, hulde te
brengen. Ik verzoek u te gelooven, mijnheer
de president, dat ik de gevoelens van daad
werkelijke sympathie, waarvan Frankrijk
aan Griekenland zoovele bewijzen heeft ge
geven, hoogelijk waardeer en dat ik zeer
hoogen prijs sttel op het handhaven en de
uitbreiding van de banden van traditionee-
le vriendschap, die ome beide landen ver
eenigen. Ik hef mijn glas op~"ter eere van
den president der republiek en van me
vrouw Poinoa-ré, en ik drink op de glorie en
den voorspoed van Frankrijk."
De beide toespraken werden staande door
■de aanwezigen aangehoord. Het orkest
speelde het Grieksche volkslied en de
Marseillaise. Aan het déjeuner namen o.a.
deel de minister-president-, de minister van
Buiitenlandscho Zaken en van Oorlog, ge
neraal Eydoux, enz.
PARIJS, 21 Sept. (R. O.) De koning
van Griekenland verliet om 2 u. 50 het
Elysée en bereikte om 2 u. 55, zonder dat
zich eenig incident voordeed, zijn hotel.
De stakingen in Engeland.
BIRMINGHAM, 21 Sept. (R. O.) De sta
kende spoorweglieden besloten onmiddel
lijk den arbeid te hervatten.
De Italiaansche minister
van posterijen overleden.
COSSANO, 21 Sept. (R. O.) Calissano, de
Italiaansohe minister van Posterijen, ie
plotseling overleden.
Prins Kotsiïva.
TOKIO, 21 Sept. (R. O.) Prins Kotsura,
die onlangs naar Tokio i9 teruggekeerd en
wiens gezondheid, naar men meende, aan
merkelijk verbeterd was, is wederom inge
stort. Men heeft geconstateerd, dat hij aan
kanker lijdende is. De bulletins der genees-
heeren zijn zeer onrustwekkend.
Terrein voor een nieuw Academisch
ziekenhuis.
In do vergadering van 28 Juli 1910 word
besloten verschillende paroeelen weiland, ter
gezamenlijke grootte van 16.09.54 H.A., aan
het Rijk te verkoopen tegen betaling als
koopprijs godurende 75 achtereenvolgende ja
ren jaarlijks van een som van f 52jj»E56
(4.229 pCt. van 2/s der gehoele koopsom)7^K.a.
onder "voorwaarde, dat het Rijk zich vorbónd
op do gekochte terreinen een Academisch" Zie
ke n huis te stichten met bïjbehoorendo kli
nieken en laboratoria en mot den bouw daar
van vóór 1 Juni 1913 aan te vangen.
Indien evenwel op 1 Juni 1913 niet met
don bouw was begonnen, zou liet Rijk ge
durende de dan nog ree toerende 72 jaren
in plaats van de genoemde annuïteit jaar
lijks vóór of op 1 Jiuii, voor de eerste
maal derhalve in 1914, oen som van f 7913.35,
d. i. 4.229 pCt. van do.goheele koopsom, aan
de gemeente Leiden betalen j bovendien zou
het Rijk alsdan vóór of op 1 Augustus 1913
voor eens aan de gemeente Leiden een som
van f8235 (4.229 pCt. van Vs der koop
som over den termijn "van 1 Januari 1910
tot 1 Jo.nuari 1913 met bijberekening van
do ï'n dat govM' vcraoliuldig'de rente) betalen.
-Mocht daarna Jhot Rijk echter te eemger tijd
alsnog met dén bouw "aanvangen, dan zou, -
te beginnen met het jaar,' vólgende op dat,
waarin met bouwen werd begonnen, do verder
verschuldigde jaarlijksche som wederom
f 5275.56 bedragen. Ook zou, in geval op
1 Juni 1913 niet mot don bouw was aan
gevangen, het dor gemeente Leiden alsdan
tot en met 31 December 1913 vrijstaan, in
den" eigendom der afgestane terreinen terug
te treden, .tegen terugbetaling aan het Rijk
van do ontvangen annuïteiten, zondor meer.
Do op die overdracht vallende kosten van
registratie en overschrijving zouden alsdan
tén laste van het Rijk komen.
De bedoeling van een en ander was, om
aan de gemeente eenigen waarborg te geven,
dat de overgedragen terreinen ook inderdaad
voor den bouw van een nieuw Academisch
Ziekenhuis met bijbehoorende klinieken zou
den worden bestemd. Indien door het Rijk
niet vóór 1 Juni 1913 met den houw was
begonnen, dan zou de gemeente derhalve ge-
durende do overeengekomen 75 jaren niet
4.229 pCt. van het 2/3 gedeelte der koop
som, maar van do geheéle koopsom Ontvan
gen, met hijberokening van de rente, welke
de gemeente zou hebben genoten, indien de
dan op eens opoiachbaar wordende termijnen
van het Va gedeelte der koopsom reeds vroe
ger betaald waren- En bovendien zou do ge
meente dan,, indien zij daaraan de voorkeur
mocht geven, in do. gelegenheid zijn om in
den eigendom der afgestape terreinen terug
te treden, mót teruggave, in dat geval, aan
het Rijk van de reeds door de gemeente
ontvangen annuïteiten.
Aangezien nu met den bouw Van het nieu
we Academisch Ziokenhuis niet vóór 1 Juni
1913 is begonnen, is het Rijk hert bovenge
noemde bedrag van f8235 aan de gemeente
verschuldigd, terwijl jaarlijks, totdat mot
den bouw een aanvang is gemaakt, in plaats
van een annuïteit van f 5275.56 een som
van f 7913-35 moet worden betaald.
In tusschen lieeft de Minister van Binnenl-
Iandscho Zaken hij schrijven van 30 Juni
1913 verzocht, den Raad voor te stellen het
Rijk voorloopig nog te ontheffen van de ver-
pliohting tot betaling der verbeurde som
van f 8235 door den fatalen tormijn bij wjj-
Zigingscontract, nog vcor zekeren tijd (bijv,
tot uiterlijk 1 Juni 1914) te verlengen.
Als reden dér vertraging van den bouw
geeft de Minister in -het 6ohrijven op, dat
het hem niet -mogelijk was aanstonds aan de
hem ter bcoordeeling voorgelegdo definitieve
plannen zijn goedkeuring te hechten in ver
band met de vrij aanzienlijke overschrijding
der aanvankelijk, door de zoogenaamde Zie
kenhuis-commissie voor de uitvoering geraam
de kosten. Nadere gedachten wisseling was
derhalve noodig, om tot bezuiniging te kómen
cn een en ander was oorzaak, -dat tot leed
wezen ya.n den Minister niet vóór den in
1910 gestel den datum van 1 Juni 1913 met
den bouw kon worden aangevangen.
Thans is echter, zoo schrijft do Minister-
verder, door hem in deze een eindbeslissing
genomen kunnen worden-; aan den Rijks-
bouwkundige voor -de Gebouwen van Onder
wijs bij het Departement van Binnenland,
sche Zaken is opdracht gegeven, zoo spoedig
mogelijk nog- éenige vereenvoudigingen in
de plannen aan te brengen, zoodat thans,
naar de Minister vertrouwt, binnen zeer
korten tijd eon ontwer p-v e r h o o-
gingswet, waarbij do stichting
van het Ziekenhuis bij de Staten-
G^ncraal aanhangig zal worden
gemaakt, liet Departement van
Binnenlandsche Zaken zal kun
nen verlat en.
Het komt B. en Ws. voor, dat met liet
oog op deze mededeelingen, waaruit blijkt,
dat thans bij den Minister de ernstigo wil
voorzit, om de zaak te bespoedigen, er alles
zins" termen aanwezig zijn om 't Rijk in deze
ter wille te zijn en den fatalen termijn voor
ten hoogste één jaar te verlengen. Een spoe
dig tot stand komen van het nieuwe Aca
demisch Ziekenhuis met hijbelioorende kli
nieken en laboratoria is toch ook voor do
gemeente Leiden van het hoogste gewicht
en hierop kan naar hun msening het meest
staat worden gemaakt, indien aan den wcnsch
van den Minister wordt tegemoet gekomen.
Ten einde echter aan de gemeente zooveel
mogelijk waarborgen te verschaffen, dat bij
verienging van den fatalen termijn, ook daad
werkelijk met den bouw een aanvang is ge
maakt, zouden zij den aanhef van de boven
aangehaalde voorwaarde als volgt willen le
zen:
„Indien' óp 1 Juni 1914 Van dé Vóór dén
bouw van het complex ziekénhuisinrichtingen
én laboratoria benoodigde gelden niet een
eerste termijn bij de wet zal zijn toegestaan;
en hiet daadwerkelijk mét den bouw is be
gonnen, Zal het Rijk geduténde de dan nog
resteerende 71 jaren in plaats yan de gé-
noemde annuïteit..... enz."
In verhand met deze wijziging zullen dan
verder de overige data in die voorwaarde ge
noemd (o. a. de termijn van optie aan do
gemeente toegestaan) eveneens met 1 jaar
worden verlengd, terwijl het bedrag door
het Rijk versoliuldigd, indien niet op 1 Juni
1914 met den bouw mocht zijn aangevangen,
zal moeten worden bepaald op ,f 11,202, d. i.
f 8235 verhoogd met 4 pOt. van dit bedrag
wegens rente over 1 jaar en met 4 229 pCt.
van 1/s der koopsom van de landerijen, even-
eens over 1 jaar.
De Minister heeft bereids medegedeeld, zich
met deze wijzigingen te kunnen veroenigen.
Op grond van een en ander geven zij
den Riuvd mitsdien in overweging, zjjn be
sluit van 28 Juli 1910 in den door hen
aangegeven zin te wijzigen.
De kosten der wijzigingsakte zullen, uit-
gezonder d do zegel kosten in verband met art.
28 dor wet op het recht van zegel, voor reke
ning van het Rijkkomen.
Overgang van onze gemeente
ambtenaren In 'a Rijks pensioen
wetten.
In verband met hot op 1 October a.a. in
werking treden der „Pensioenwet voor de
gemeenteambtenaren 1913" en der „Wedu-
wenwet voor de gemeenteambtenaren 1913",
verder kortheidshalve „Pensioenwet" en
„Weduwenwet" genoemd, moeten door den
Raad verschillende beslissingen worden ge
nomen.
In een uitvoerig praeadvios werden de
noodige veranderingen, die moeten plaats
hebben door B. en Ws. besproken en op dui
delijke wijze toegelicht. Wij kunnen met
het oog op de ruimte het lange betoog hier
niet weergeven, doch meenen ook te kun
nen volstaan met de besluiten zelf weer te
geven.
B. én Ws dan geven den Raad in overwe
ging te besluiten
a. hen te machtigen krachtens art. 68 der
Pensioenwet vo">r de gemeente-ambtenaren
1913 aan zijne Excellentie den Minister van
Financiën dc verklaring in te zenden, dat
de gemeente Leiden bereid is voor de op
1 Mei 1913 in haar dienst zijnde ambtena
ren het gedeelte van de pensioenen, betrek
king hebbende op de in haar dienst door
gebrachte jaren, jaarlijks vóór 1 Juli aan
het fonds, bedoeld in art. 50 dier wet, uit
te keeren
b. voor het geval dienovereenkomstig zal
zijn besloten te bepalen
lo. dat, met handhaving voor de op 1 Oc
tober 1913 in dienst zijnde ambtenaren van
de doorloopende korting op de bezoldiging
der ambtenaren ten behoeve van de ge
meente, omschreven in de verordening van
20 Maart 1902 (Gem. Blad no. 6), rogelende
het verleenen van pensioen en wachtgeld
aan gemeente-ambtenaren, laatstelijk gewij
zigd bij verordening van 21 October 1909
(Gem. Blad no. 21), dc korting voor de na
dien datum aan te stellen ambtenaren
wordt vastgesteld op pCt. 's jaars van
den pensioensgrondslag
2o. dat van de bijdragen, door de gemeen
te met 1 October 1913 of later verschuldigd
ten behoeve van den inkoop van in haar
dienst doorgebrachte jaren, verhaal tot de
bij de desbetreffende wetten gestelde gren
zen zal plaats vinden, met dien verstande
dat ten opzichte van de tijdelijke agenten
van politie 2de klasse, alsmede ten opzich
te van andere tijdelijke ambtenaren, wier
bezoldiging met het oog op het niet ver
schuldigd zijn van pensioensbijdragen geacht
moet worden lager te zijn, dan wanneer zij
in vasten dienst waren, geen korting zal
worden toegepast, terwijl op de vaste amb
tenaren, aangesteld tusschen 1 Mei en 1
October 1913, 21 pCt. van de in art. 63 der
Pensioenwet voor de gemeente-ambtenaren
1913 bedoelde totaalsom zal worden ver
haald
3o. dat de bijdragen, die krachtens de
Weduwenwet voor de gemeente-ambtenaren
1913 door de gemeente verschuldigd zijn,
door haar krachtens art. 32 dier wet op de
betrokken ambtenaren ten volle zullen
worden verhaald.
De herziening der bestaande pensioenver
ordening en Wediiwenverordoning, het tref
fen van maatregelen ter handhaving van
verkregen rechten, voor dc in dienst zijn
de vaste en tijdelijke ambtenaren, het tóe-
kennen van suppletoire pensioenen, waar
de bestaande regelingen voor de ambtena
ren gunstiger waren, het bepalen der be
stemming van het gemeentelijk pensioen
fonds voor weduwen en weezen van gemeen
te-ambtenaren en verder noodige besluiten
zullen te zijner tijd bij dea Raad aanhangig
worden gemaakt.
Salarisherziening Tan klerken en
adjunct-commiezen ter Secretarie,
de boden en congierge Tan liet
Stadhuis en den commies-redacteur.
Deze salarisregeling voor de klerken en
adjunct-commiezen, die in 1907 bij veror
dening werd vastgesteld, Ikan niet meer
voldoende worden genoemd volgens B. en
Ws. hetgeen ook in de praktijk is gebleken,
toen bij de laatste oproeping voor gediplo
meerd klerk zich in het geheel 6leohts twee
sollicitanten aanmeldden.
Verbeteringen ran den bestaanden toe-stand
zouden B. en Ws. niet zoo zeer door ver-
hoogdng van aanvangswedde der klerken
zien aangebracht doch door de vooruitzich
ten wat gunstiger te maken.
Begonnen op een tractement van f 600
ontvangt een gediplomeerd ambtenaar na
3 jaar dienst alhier f 700, na 6 jaar f 800,
na 9 jaar f 900, en eerst na 12 jaar f 1000.
Om al deze redenen komt het B. en Ws.
gewensehb voor de verhoogingen voor de
klerken en de adjunct-commiezen niet lan
ger om de 3 jaar, doch telkens na 2 ja* in
uitzicht te stellen en bovendien in de veror
dening te bepalen, dat klerken, in het be
zit van het diploma, wanneer zij gedurende
twee jaar hun maximum-wedde hebben ge
noten, bij gebleken bekwaamheid, geschikt
heid en dienstijver, ter beoordeeling van
hun College, worden bevorderd tot ad
junct-commies. Teneinde tevens de mini
mum-bezoldiging voor d© ongediplomeerde
klerken een weinig te verbeteren, zoude de
aanvangswe-dde der klerken van f 500 op
f550 '8 jaars gebracht kunnen worden, in
verband waarmede dan, aangezien het max>-
mum-salaris der klerken op f 700 dient
bepaald te blijven, de beide periodieke ver-
hoogdngen der klerken in plaats van op f 100
in den vervolge op f 75 zouden moeten wor
den vastgesteld.
De aanvangswedde van een gediplomeerd
klerk bedraagt dan f 625, welk bedrag na 2
jaar bij toekenning der periodieke verhoo
ging stijgt tot f 700.
Groote uitgaven zijn aan de nieuwe rege
ling noot verbonden. Zij heeft, gelijk gezegd,
in hoofdzaak ten doel, de vooruitzichten
voor do jongere ambtenaren to verbeteren.
Voor het jaar 1914 bedragen de meerdere
kosten voor de gemeente slechts f 100.
Behalve de zooeven genoemde wijziging w
de salarisregeling dor klerken en adjunct-
commiezen zouden B. en Ws. verder nog
eenige verhooging der bezoldiging van den
oonoierge, de boden en den bediende ten
Raad hui zie willen voorstellen.
De boden genieten thans een minimum
jaarwedde van f 600 met 4 verhoogingen a<ï
f 50 telkens na 3 jaar dienst, tot een maxi
mum derhalve van f 800, terwijl zij bovendien
'n jaarlijksohe tegenmoetkoming in de kosten
van kleeding en sohoeisel ontvangen van
f 65. en de oudste bode nog in het genot is
van eenige geringe emolumenten.
Deze bezoldiging achten zij, gelet op den
tegenwoordigen levensstandaard en de trak
tementen van andere beamibten in deze ge
meente, niet meer voldoende. Een verhoo
ging ad f 50, zoowel van de; .minimum- als
van de maximum-jaar wedde is. alles
zins billijk te noemen. Doch wanneer de be
zoldiging der boden met f 50 wordt ver
hoogd, dient ook die van den concierge bil-
lijkh-eidshalve met een zelfde bedrag ver
meerderd te worden.
De jaarwedde van den bediende be
draagt thans f 400, benevens 't genot van
vrije woning. Ook hem zouden B. en Ws.
evenals aan de boden, een viertal perio
dieke verhoogingen telkons na 3 jaren
dienst als zoodanig in uitzicht willen stel
len, welke verhoogingen dan ieder op
f 25 zouden kunnen worden bepaald.
Ten slotte vragen B. en Ws. nog eenigö
oogenblikken aandacht voor do trakte-
mentbVegeling van den commies-redacteur.
Deze is thans aldus vastgesteld, dat do
minimum-jaarwedde bedraagt f1600 ,welk
bedrag met 3 periodieke verhoogingen
van f 200, telkens na 2 jaar dienst, kan
«stijgen tot f2200.
Bij de vaststelling der salarisregeling ie'
1907 werd de maximum-bezoldiging vooï i
den oommies-redacteur gelijkgesteld met 'f
die der hoofdcommiezen; alleen den hoofd-
commies, chef der afdeeling „Algemeene
Zaken" werd een f 200 hoogere jaarwedde
toegekend.
Inmiddels zijn de traktementen der
hoofdcommiezen sedert het jaar 1907 allo
met f 200 verhocgd, doch door toevallige
omstandigheden had een dergelijke ver
hooging niet plaats ten opzichte van do
jaarwedde van den commies-redacteur.
Met het oog op den zeer verantwoordelij
ken werkkring van den commies-redacteur,
aan wien bovendien bij ongesteldheid, af
wezigheid of ontstentenis van den {Secre
taris, de waarneming van diens functiën
is opgedragen, zijn B. en Ws. van oordeel,
dat zijn traktement, zoowel wat het mini
mum als het maximum betreft, niet lager,
mag zijn, dan het voor don hoofdcommies,
chef der afdeeling „Algemeene Zaken" in
de verordening vastgelegde salaris. Het
minimum dient dus op f2000, het maxi
mum op f 2600 te worden bepaald.
Bij invoering der verschillende besproken
wijzigingen met ingang van 1 Januari a.s.,
zullen de meerdere kosten voor 1914 bedra
gen: f 100 voor de wijziging in do trakte-
mentsregoling der klerken en adjunct-com
miezen, f 210 voor den concierge, de 3
boden en den bediende ten Raadhuizo en
f400 voor den commies-redacteur, of te
zamen -f f 710.
Aanschaffing; Tan «ten inventaris en
het materieel voor den gemeen
telijken reinigingsdienst.
In verband met den op l Januari a.s. in
te voeren gemeentelijken - roinigingsdionst
zal tot de aanschaffing van den inventaris
cn het materieel, voor den dienst benoo-
digd, moeten worden overgegaan.
Blijkens het in de Leeskamer ter visie
liggende rapport van de Commissie van
Fabricage en de daarbij gevoegde bijlagen
wordt hiervoor een bedrag van f35.500
vereischt.
Door dc deskundigen, die in April 1911
rapport uitbrachten omtrent de wijze,
waarop de reinigingsdienst in deze ge
meente, na heb verstrijken van het gelden
de pachtcontract op 3l December 1913, zou
behooren te worden uitgevoerd, werd voor
een en ander f31450 uitgetrokken. Men
achtte toen 11 panden voldoende cn nader
is gebleken dat er 13 noodig zijn en zoo is
er nog een en ander dat er meer noodig
is. Voorts zijn over 't algemeen de prijzen
der materialen gestegen. Uit al deze facto
ren wordt een verhooging van f 4000 ver
klaard.
Voor de kosten van voorbereiding der'
reiniging, salarieering- van den adjunct
directeur die reeds geruimen tijd geleden
werd benoemd, kosten van verstrekte ad
viezen enz. is nog noodig f 3500, terwijl
ten slotte de Commissie van Fabricage ook
nog een bedrag van f 4500 voor onvoor
ziene uitgaven met betrekking tot de totale
inrichting van den reinigingsdienst noodig
acht.
Een totaal bedrag dus van f43500 dat
uit een leening kan worden gevonden.
B.- en Ws. geven den Raad mitsdien in'
overweging door vaststelling van nevens-
gaanden suppletoiren begrootingsstaat een
bedrag van f43500 voor de zooeven ge
noemde doeleinden beschikbaar te stellen*