tfo. 16433.
LEIBSGH DA6ELAB, Woensdag VI Be^tsEiber. Tweede Blad.
Anno 1913.
De Troonrede en de Pers.
buitengewone algemeene vergadering
VAN DE
K, V. „lEeidscli Dagblad" op Woens
dag 24 September, des avonds te acht
aren, ten huize van den Directeur.
Volgens „De Maasbode" (roomsch-kath.)
zou het eigenlijk karakter van het nieuwe
kabinet bepaald worden door het antwoord
op de vraag:
„Zal het zijn kracht aanstonds wenden
op de aangekondigde zeer-partieele grond
wetsherziening en daardoor den duur van
eigen leven zeer beperken immers, door
de voorgeschreven Kamerontbinding in het
grootste gevaar brengen of nemen de
andere aangekondigde maatregelen ook
waarlijk een ernstige plaats in op zijn
program
„Is het een Kabinet van grondwetsher
ziening, of een Kabinet als andere, dat
onder andere ook kiesrechtherziening
brengen wil
„Nu daarop het antwoord niet te geven
is, weet men ook niet, waarop de aan
dacht te concentreer en".
„De Maasbode" eindigt:
„Voldoende is duidelijk, dat we ons bij
een en ander al te zeer op gissingen moeten
'oaseeren. Deze Regeering, wij wisten het,
kan geen volledige opening van zaken ge
ven. De democratische, en zeker niet de
sociaal-democratische eischen, die de ver
kiezingen beheerschten, kan zij niet invol
gen.
„Waarom zé het niet doet, blijkt niet.
Alleen zou de tijdrekenkunde in verband
met de voorgestelde grondwetsherziening
kunnen verklaren, dat het nieuwe program
zoo weinig omvat.
„Wanneer de grondwetsherziening aan
de orde zal komen, blijkt- echter evenmin.
En vriend en tegenstander blijven in het
onzekere.
„Wederom is dus voor rechts het parool:
afwachten, wat deze Regeering, die zeker
van rechts afhangt, eigenlijk wenscht".
„Toch het Concentratie-program?" vraagt
„De Tijd," (roomsch-kath.) die vroegor hetfc
optreden van een uit de linkerzijde samen
gesteld zakenkabinet had bepleit.
De aangekondigde ouderdomsrente aan
alle zeventigjarigen bespreekt „Do Tijd" in
de volgende bewoordingen:
„Wat nu het onderscheid zal blijken tus
schen deze kostelooze ouderdomsrente en
het door het concentratie-program geeisohte
staatspensioen, blijft af te wachten. Groot
schijnt ons 't verschil niet. Echter worclt do
Invaliditeitswet, welke den arbeider, die
gedurende een zeker getal jar on pTerofiën
heeft betaald, op den ouden dag (of in go-
val vaninvaliditeit reeds vroeger) een
rente toekent, niet ingetrokken.
Dde wet zal alleen maar „vereenvoudigd"
worden. Hetz-elfde zal gebeuren, met<lo
Raden wet, terwijl de Ziektewet een radicale
verandering zal ondergaan; immers, niet
alleen geldelijke uitkeering bij ziekte, maar
ook geneeskundige hulp zal daardoor aan
hen, die onder de wet vallen, worden verze
kerd."
De 'eerste algemeene indruk van „De
Tijd" is, dat do tegenwoordige» regeering
haar krachten verre overschat. "Het pro-
Kram, in deze Troonrede ontwikkeld, is
er een, zooals men mocht verwachten van
een regeering. Diet alleen van eigen kracht
bewust, maar tevens overtuigd in beide
Kamers der Staten-Generaal op een sterke
meerderheid te kunnen rekenen.
„De Tijd" schrijft verder
„In een hoofdartikel, hetwelk 1 "i sommige
van onze vrienden tegenspraak uitlokte, be
pleitten wij ettelijke weken geleden, als ge
ringste kwaad het optreden van een uitslui
tend uit d-e linkerzijde samengesteld Zaken
kabinet, hetwelk zich bij zijn wetsvoorstellen
tot onderwerpen, bannen de neutrale zone
vallende, zou bepalen en dat, zoolang het
niet voor een Kabinet van beginselen moet
plaats maken, voor het tot stand brengen
van zoodanige ontwerpen, hulp zou kunnen
mogen en vrinden bij de rechterzijde tegen
over den uitersten vleugel der linkerzijde,
dien der socialist-en.
,,Een derge-liik ministerie blijkt hef. tegen
woordige niet. Hoewel, gelijk wij hoven reeds
zoiden, hetgeen het eigenlijk wil ten opzich
te van de Tnvalidtiteits- in Onderdo ma verze
kering en ook nog omtrent, andere punten,
ons niet volkomen duidelijk is, meenen wij
tooh, dat deze Troonrede voldoende lioht
geeft, om aan gaande het karakter der regee
ring, niet lancer in den geringsten twijfel te
verkeeren. Wij krijgen met haar te doen als
een liberaal kabinet-, dat voor de uitvoering
van zijn plannen alleen bij de linkerzijde
steiui zal hebben te zoeken.
„Vergissen wij ons ook'verder niet, dan
g.ian wij met dit ministerie oen tijdvak, vol
van politieke wisselvalligheden, incohaeren-
tie en Onvruchtbaarheid tegemoet.
„Dat dit- tijdvak niet al te lang moge du
ren, dat het niet al te veel sohade moge toe
brengen aan onze nationa-le belangen, maar
snoeclig voor een vaster en en meer verzeker
en toestand moge plaats maken, als de el
lendige gevolg-en der jongste algemeene ver
kiezingen door eon nieuwe uitspraak van het
kiezersvolk zullen zijn goed gemaakt, is onze
opreohte wensch."
Het „Centrum" (roomsch-kath.) zegt:
„Dat wordt dus een revisie op één be
paald punt in tegenstelling met de meer
dgemeene voorstellen van het ministerie-
Heemskerk. Het onderwijs-vraagstuk is dan
°ok uit de door het nieuwe Kabinet voor
genomen herziening uitgeschakeldvan
j grondwettelijke gelijkstelling tusschen open
bar en bizonder onderwijs zal dus voor
loopig geen sprake zijn, en het eenige wat
de regeering in 't vooruitzicht stelt is een
Staatscommissie, welke over een „algemeen
i j^vredigende regeling" ter zake de subsi-
Peering en de daaraan te verbinden voor
aarden zal hebben te beraadslagen. De
is nu maar, wat dit Kabinet onder
een „algemeen bevredigende regeling" cn
de daaraan te verbinden „voorwaarden"
verstaat. Veel hangt daarbij natuurlijk af
van de samenstelling der commissie, maar
voor 't overige staan wij nog voor een
vraa-gteeken. Wel blijkt uit den hier bedoel
den passus, dat de Rechtsche koers van vóór
de verkiezingen is losgelaten, hetgeen ove
rigens wel niemand verwonderen zal.
„Wat de sociale wetgeving betreft, zal
blijkbaar niet worden overgegaan tot het
intrekken, of buiten werking stellen van de
Invaliditeitswet, zooals op vrij hoogen toon
tijdens de behandeling en na de aanneming
dier wet door verschillende pen- en woord
voerders van Links werd verlangd. Ze zal
alleen worden „vereenvoudigd", evenals de
Raden wet, terwijl de Ziektewet zal worden
uitgebreid. Het „stuk Staatspensioen", dat,
naar men beweerde, in de Invaliditeitswet
stak, wil de regeering aanvullen met de be
paling, dat de ouderdomsrente zal worden
gegeven aan allen, die gedurende een ze
keren termijn geen ondersteuning genoten
van een instelling van weldadigheid.. Wordt
hiermee een systeem van staatspensionnee-
ring in algemeenen zin voorbereid? Het
lijkt niet waarschijnlijk. Trouwens, het Ka
binet is, volgens mr. Treub, die het weten
kan, niet pro en niet anti. Handhaving van
de Invaliditeitswet en algemeene. staats-
pensionneering zouden ook moeilijk samen
gaan."
Over wat omtrent de defensie wordt ge
zegd schrijft het „Cent-r."
„Ten aanzien der landsverdediging wordt
niet veel afgeweken van den weg, door de
vorige regeering ingeslagen. Of de Linker
zijde daarover zeer gesticht zal zijn? Men
mag het betwijfelen. Met name zullen de
vrijzinnig-democraten en socialisten slechts
matig met dit gedeelte der Troonrede in
genomen wezen."
Tot slot volgt het hoofdstuk koloniën
„Wat in dezen passus ietwat eigenaardig
treft is de opwekking tot „verdraagzaam
heid op het gebied van den godsdienst"
naast onderlinge waardeering der rassen.
Men kan dezelfdo woorden in verschillen
den zin uitleggen Laten wij daarom de
hoop uitspreken, dat de regeering onder
die opwekking tot verdraagzaamheid niet
bedoelt, het missiewezen op eenigerlei wijze
te belemmeren in zijn gezegenden arbeid.
Naarmate het Christendom in breeder kring
wordt verbreid en nageleefd, zal de band
met het moederland hechter worden.
„Wat nu deze Troonrede in 't algemeen
betreft, kan van haar worden getuigd, dat
ze op sommige punten met beslistheid
spreekt, op andere een ietwat twijfelachtig
geluid geeft. Blijkbaar is er naar gestreefd
sommige zaken, die als uitersten konden
worden beschouwd, te vermijden. Er is ge
wikt en gewogen, gepast en gepieten, ge
doezeld en geschrapt. Zoo zal er van meer
dan één zijde ook wel critiek kómen. Wij
voor ons willen ons heden ertoe bepalen
de opmerking te maken,, dat in de passage
over Grondwetsherziening en kiesrechtre
geling niet wordt gerept van de evenredige
vertegenwoordiging, terwijl toch nagenoeg
alle partijen zich daarvoor hebben uitge
sproken. Dat is een leemte van beteeko-
nis, welke ons vrijwel onbegrijpelijk voor
komt. Terwijl do kansen van de beoogde
kiesrechthervorming o.i. ook zouden win
nen, indien men daaraan de bopaling van
stemplicht vastkoppelde."
„De Standaard" (a-ï.) zegt van deze Troon
rede
„Wat onze geëerbiedigde Koningin heden
morgen in de Vereenigde zitting der Staton-
Generaal ten gehoore bracht, klonk zoo heel
anders dan men daags na afloop van de
herstemmingen zou hebben geducht.
„Van 't machtwoord der dreigende tyran
nic, dat vooral tusschen 17 en 25 Juni in
pers en meeting weerklonk, viel zelfs de
nagalm in dit Vorstelijk woord niet te be
speuren.
„Van de op één na dertig zinsneden, die
het staatstuk bevat, is er welbczien slechts
één, waarvan de strekking, zoo men op do
letter afgaat, tegen de beleden politiek van
do rechterzijde ingaat, enzelfs die ééne zin
snede die exceptie maakt voor het kiesrecht,
is zoo yoorziclitig gesteld, dat ze desnoods
te aanvaarden ware. Het Vrouwen-kiesrecht
voor weduwen-gezinshoofden ontmoette ook
in onzen kiring sympathie, en „behoudens
vast te stellen juitsl ui tingen" kan elk kies:
recht, zonder positieve eischen, een alge
meen karakter vertonnen."
En verder lezen we:
„Ook ter zake van de Defensie van Land
en Koloniën blijft dit Kabinet, min óf moer,
in het door zijn voorgangers aangegeven
spoor. AI aanstonds een slagschipdan voort
zetting van de reorganisatie der levende
strijdkrachten; voorts verdere voorziening in
uitrusting en verpleging; en ten slotte betere
regeling van het verlofskader; al 't welk
natuurlijk de noodige millioenen verslinden
zal, en voor de zestien Socialisten zal zijn
om naar te watertanden.
„En nu de .vijf critieke punten.
„Voor Indië geen syllabe tegen missie of
kerstening, maar enkel generale „opwekking
tot verdraagzaamheid op het gebied van den
godsdienst", dus zoowel van de Christenen
jegens de Mohammedanen als- van de Mo
hammedanen jegens de .Christenen. Etn zoo
ook ras tegenover ras.
„Van een oorlogsverklaring aan onze mis-
sionnaire actie in Indië alzoo geen. zweem."
Na er op te hebben gewezen, dat Ta lm a's
wetgeving niet ten .doode verwezen is en
dat het kiesrecht den democraten niet zal
voldoen, schrijft het blad:
..Ten vierde inzake het onderwijs geen en
kel troostwoord ter geruststelling van de
dwepers met het openbaar onderwijs; van
traktementsverhooging g<een ideemaar eenig-
lijk een Staatscommissie, om de kwestie van'
het hijzonder onderwijs definitief te regelen,
onder voorwaarden die in de wet te stellen
zullen zijn.
„Een zinsnede ons nieer dan den Ned.
Bond van Onderwijzers in het gevlij ko
mende."
Het artikel besluit:
„Kort saamgevat, een Troonrede, die naar
ons zoo ver overbuigt als het 3rerschil in
beginsel slechts even gedoogt, maar wel te
verstaan in termen en uitdrukkingen, die
uiterst rekbaar zijn, en daardoor straks eon
bedenkelijk karakter kunnen erlangen. Maar
in elk geval geeft deze Troonrede den hard-
sten slag aan de gro?p der socialisten.
„Ons dunkt, heel het land door zullen de
„Genossen" perplex staan."
In een driestar „De eerste begrootingen"
schrijft „De Stand.":
„De heethoofd vergist zich, die reeds hij
de behandeling van de eerste Begrootingen
van dit Kabinet groot spektakel van- Rechts
verwacht.
„Over de Stombus, die achter ons ligt, over
den val van het vorig Kabinet., en over
het politiek karakter van het Kabinet dat
thans optrad, zal uiteraard breed, en soms
scherp, gediscussieerd worden, maar van- d»
poging zelfs om ook maar één der Begroo-
tingen te doen afstemmen, kan geen sprake
zijn.
..Dit volgt reeds uit de vaste traditie.
Nog'steeds immers heeft men bij' de optroding
van een nieuw Kabinet er" de eerste budget
ten met vlag en wimpel laten doorgaan, en
den strijd geconcentreerd op de antithese
der politieke beginselen.
„En ditmaal vooral mag dit met zekerheid
voorspeld, omdat de Begrootingen, gelijk ze
thans inkomen, veel meer product zullen
zijn van den arbeid van het vorig Kabinet,
dan van het nu opgetreden ministerie."
Tot slot do voorspelling:
„Do cardinale strijd in zake de .Begroo
tingen wacht ons eerst een jaar later."
Aan „De Nederlander" (chr.-hist.) valt
het aanstonds op, „dat het thans opgetre
den Kabinet een linksch Kabinet wenscht.
te zijn, dat de eischen der concentratie zoo
veel mogelijk tracht uit te voeren, doch dat
tegelijkertijd een poging wil doen, om de
rechterzijde aan zich te binden door een,
althans in deze Troonrede uiterst vage be
lofte ten aanzien van de onderwijs-quaes-
tie."
„Afgezien nog hiervan", zegt het blad
verder, „dat het vinden eener algemeen
bevredigende regeling zoo iets is als do
„quadratuur van den cirkel", lijkt de instel
ling eener Staatscommissie, wier arbeiden
„met bekwamen spoed" spreekwoordelijk is,
wel de meest geschikte kapstok om 'n, in de
schatting der rechterzijde urgent vraagstuk,
voorloopig aan op te hangen. Wij zijn be
nieuwd of de rechtsche groepen met dezen
wissel op de toekomst in den zak, bereid
zullen worden bevonden om de andere wis
seltjes der firma C'oncéntratie en Co. (-van
welke vennootschap de S.-D. A.-P. de stil
le vennoot mag heeten) te honoreeren. Ons
komt dit nogal twijfelachtig voor.
„Minister Treub komt niet met een voor
stel tot invoering van Staatspensioen, maar
wat hij er voor in de plaats stelt is toch
niet heel veel anders dan wat hij vroeger
veroordeeld heeft. Voorgesteld wordt een
regeling, om aan alle behoeftige^ zeventigja
rigen een dusgenaamde. ouderdomsrente"
toe te kennen, zonder premiebetaling dus,
cn zonder beperking tot hen dien in loon
dienst hebben gearbeid."
Over den heer Treub schrijft liet blad
„De Minister Treub is dus over het on
overkomelijk bezwaar van het Kamerlid
Treub heengekomen."
En dan over de defensie
„Voor Indië (echter) wordt de aanbouw
van een slagschip „ten laste van de Indi
sche geldmiddelen" voorgesteld. In hoever
re dit voorstel deze stuksgewijze „dave
rende krankzinnigheid" (in de taal van
„Het Volk") verband houdt met een door
het Kabinet aanvaarden van de Indische
defensie-voorstellen, blijkt niet. Het ligt
geheel in de lijn van het bekende rapport,
en het is dus vermoedelijk op dezen grond,
dat reeds bij voorbaat, en waarschijnlijk
niet ten onrechte, gerekend is op den steun
der rechterzijde, voor dit van minister Ram-
bonnet afkomstige voorstel."
Komend tot de Indische paragraaf schrijft
het blad
„Op het einde van de Troonrede wordt
in een mooie phrase iets gezegd over „de
saamhoorigheid van Moederland en Kolo
niën", de noodzakelijkheid van „volksop
voeding, zich aanpassende aan de behoefte
der verschillende groepen, waaruit de be
volking bestaat", welke „opvoeding" bo
vendien moet „opwekken" tot „verdraag
zaamheid op het gebied van den godsdienst
en onderlinge waardeering der rassen". In
dien dit iets meer clan een phrase betee-
kent, zal het Kabinet zich dus beijverèn de
tradities van De Waal Malefijt en Idenburg
voort te zetten, ond^r wier regeering ook
voor het gouvernemenfs-onderwijs méér
gedaan is dan onder hun onmiddellijke voor
gangers. Over deze continuïteit in de Indi
sche onderwijs-politiek kunnen wij ons
slechts verblijden."
„De Ned." besluit aldus:
Alles te zamen genomen blijkt uit deze
Troonrede, dat de naam, „extra-parlemen
tair Kabinet" voor het pasopgetreden mi
nisterie niet meer is daneen naamdas
de Concentratie den extra-parlementariër
Cort van der Linden dankbaar mag zijn
voor de wijze waarop hij voor haar de
kastanjes uit het vuur wil halen, doch dat
ons bedunkens niet alle waarborgen
aanwezig zijn, dat hij zich bij dezen arbeid
de vingers niet branden zal.
„Aan de rechterzijde wordt, naar ons ge
voelen, geen enkele concessie van beteeko-
nis gedaan die haar zou kunnen verzoenen
met de eenigszins zonderlinge wijze waarop
het resultaat van den Juni-strijd in dit ex
tra-parlementaire Kabinet is belichaamd."
„De Nieuwe Courant" (vrij-lib.) juicht
het plan om het onderwijs-vraagstuk ter on
derzoeking aan een gemengde commissie op
te dragen, van harte toe.
„Het kan zijn, dat zij niet tot bevredigen
der resultaat geraakt dan de grondwets
commissie, maar men bedenke, dat zij zal
worden ingesteld speciaal met het oog op
het brengen van de belangen van het bij
zonder onderwijs in overeenstemming met
die van liet algemeen volksonderwijs. Het
ministerie heeft blijkbaar de hoop op we-
derzijdschen goeden wil om langs dien weg
tot vrede of tenminste rust te komen, niet
laten varen dat verheugt ons en wij willen
eerlijk trachten in die hoop te deelen.
„Bij de grondwetsherziening zal zich de
vraag voordoen of dc uitbreiding van het
kiesrecht tegelijk in een voorloopig kiesre
glement 3al worden neergelegd en dus ter
stond toegepast. In dat geval zou een ge
lijktijdige toepassing van de evenredige
vertegenwoordiging niet achterwege m gen
blijven. Niet zonder ieedwezen missen wij
ieder woord over die gewichtige hervor
ming in de Troonrede.
„Wat het tijdstip der grondwetsherzie
ning betreft, verluidde dat de kabinet*'or-
mateur zich voorstelde met de afdo^ing
daarvan het thans aangevangen wetgeven
de tijdvak te besluiten. De Troonrede ver
meldt dat zij onverwijld zal worden voor
bereid, hetgeen op eenigen meerderen spoed
schijnt te duiden. Het meeste hangt in de
zen van de Kamer af.
„Strekt de paragraaf betreffende de
grondwetsherziening ter voldoening aan
den wensch der linkerzijde, welke aan de
rechtsche meerderheid bij de jongste ver
kiezingen een einde maakte, over de rni-
nisterieele plannen met het andere groote
onderwerp, het staatspensioen of liever de
ouderdoms-voorziening, blijft nog een sluier
hangen."
De nieuwe minister van Landbouw heeft
de „N. Ct." op-het kritieke punt van zijn
optreden niet veel wijzer gemaakt dan ze
gisteren was.
„Vereenvoudiging van de Radenwet is
uitstekend en een aanvulling van de Ziek
tewet, in dien zin. dat niet alleen op zie
kengeld, maar ook op geneeskundige hulp
een recht aan de verzekerden wordt toege
kend, zal beantwoorden aan een behoefte
die bij de parlementaire behandeling van
de Ziektewet sterk uitkwam en waarin prak
tische voorziening niet onmogelijk gracht
kan worden. Dit onderwerp zal anders heel
wat debat uitlokken en wij vragen ons niet
zonder zorg af op hoeveel parlementairen
tijd er gerekend zal moeten worden om de
in de sociale paragraaf van de Troonrede
aangekondigde wetgevende plannen tot uit
voering te brengen in afwachting van dc
grondwetsherziening.
„Met kósten voor de Indische defensie
denkt het ministerie het Nederlandsche
budget voor 191-1 niet te bezwaren. Minis
ter llambonnet zal voorstellen „een slag
schip" aan te bouwen, geheel ten laste van
dc Indische geldmiddelen. Het kan echter
niet anders of dit schip moet bedoeld zijn
als het eerste van ee.i vloot, voor de ver
dediging van ons koloniaal bezit bestemd.
Zou die, in afwijking van de voorstellen
der Staatscommissie voor de Indische de
fensie, geheel ten laste van Indië gebracht
worden? Het is niet denkbaar, en men kan
slechts vermoeden, dat hier de eenige weg
gekozen werd, die open stond om onver
wijld aan Indie's verdediging de hand te
slaan.
„Minister Bosboom kondigt voortzetting
van het werk van Colijn aan, met een afwij
king wat de regeling van het verlofskader
betreft. Die houdt blijkbaar verband niet her
meeningsversohil dat zich nopens de i|,rich
ting der bevelvoering verleden jaar tusschen
hem en zijn voorganger openbaarde. De in de
Troonrede gebruikte uitdrukkingen zijn zeer
voorzichtig gekozen.
„Zooals wij verwachtten, beteckent 't op
treden van den heer Lely als minister in de
eerste plaats het krachtig ter hand nemen
van de droogmaking der Zuiderzee. Het
Wieringermeor-plan is eergisteren ingetrok
ken, hefc groote plan (de Troonrede bevat bet
woord „afsluiting") komt thans aan de orde.
Met genoegen zien wij den ondernemings
geest die hieruit spreekt, zich in deze rich
ting en niet in die van naasting der spoor
wegen door den Staat bewegen."
Het blad besluit met d'e volgende opmer
king:
„Het eeryige wat in het eerste dieel van
de Troonrede, aan de aankondiging der re-
geeringsplannen voorafgaande on^e aan
dacht trok, is dat daarin, niet wordt ge
wag gemaakt van de nationale herdenking
van het herstel der onafhankelijkheid. Do
Regeering heeft hierin het voorbeeld ge
volgd van het mrinisterié-Thorbecke in 1863.
Dezer dagen werd in herinnering gebracht,
aan hoe scherpe oritiek Groen van Prin-
sterer dat stilzwijgen destijds onderwierp
en hoe liij ten antwoord ontving dat enkel
een gevc-el van kieschheid de regeering
weerhouden had den Koning zei ven van de
wedervetfheffing zijner dynastie te doen
gewagen.
„Wij verwaokten van de rechterzijde niet
dat zij zal trachten Groen's oppositie-middel
opnieuw te hanteeren en vermoeden dat en
kel historische zin den nieuwen premier be
woog de Thorl>eckiaansche opvatting aan H.
M aan te bevelen. Wij voor ons hadden
wel gaarne heden in de Ridderzaal eenige
echo op de nauwelijks verstomde nationale
feestklanken vernomen.
„Maar wij hebben de stem van Hare Ma-
j'estejfc zelve weder gehoord bij de opening
van het nieuwe wetgevende tijdvak. Moge
het in ongestoorden loop dc verwezenlijking
brongen van staatkundige wensch en en ge
dachten diile der gelieele natie ten z>egen
zijn."
De ..Nieuwe Rotterdamsche Courant"
(lib.) noemt de Troonrede een fiksch werk
program, dat wat de hoofdpunten aangaat,
min of meer een terugslag poogt te geven
op den uitslag der verkiezingen van dezen
zomer.
„In de groote lijnen het concentratie
program" er is, dunkt ons, verschil in
den weg, waarlangs de nieuwe regeering
het doel denkt de bereiken. Al dadelijk
ten opzichte van de grondwetsherziening,
in de Troonrede vooropgesteld. Een
concentratie-regeering zou een meer al
gemeene grondwetsherziening hebben wil
len ondernemen, en getracht hebben dc
oplossing van het onderwijsvraagstuk
daarin onder te brengen. De Troonrede
beperkt de grondwetsherziening tot een
kiesrechtherziening jammer! en scha
kelt- met name het onderwijs van de her
ziening uit, waaromtrent -een staatscom
missie naar een „algemeen" bevredigende
regeliug zal hebben te zoeken.
„Ilier kan een adder schuilen onder het
gras. Zal een algemeen bevredigende re
geling mogelijk zijn zonder herziening van
het onderwijsartikel der grondwet? En zoo
niet, krijgen wij dan twee grondwetsherzie
ningen achter elkaar? Of is het de bedoe
ling met de indiening van de voorstellen
tot grondwetsherziening te wachten, tot
dat over dit punt zekerheid is verkregen 1
„Er is hier, dunkt ons, grond voor vrees,
dat de kiesrechthervorming door den loop
der omstandigheden naar het eind vau
de vierjarige legislatieve periode zal wor
den verschoven. Zou de regeering er rou
wig om zijn? Haar program in zijn geheel
duidt er niet op, dat zij met een spoe
dige ombKding der Staten-Geueraal, ala
Ou '-i~mijdelijk met elke grondwetsherzie
ning gepaard gaat, rekening houdt.
„Wat de .kiesrechthervorming zelve be
treft van e\ enredige vertegenwoordiging
wordt n:et gesproken, maar demogelijkheid
daaitoe zal .rel in de hervorming worden
vervat.
„Overigens stemt de paragraaf vrij
wel overeen met het concentratie-program.
Zoo er bij wijze van additioneele artikelen
een voorloopig kiesreglement aan wordt
toegevoegd, kunnen wij in dit opzicht te
vreden zijn. Mits spoed
„De sociale paragraaf heldert zeer wei
nig op; zij is schier aan een rebus gelijk.
Kostelooze verleening van ouderdomsren
te aan behoeftige zeventigjarigen staat
voorop. Het ontwerp wordt niet als een
wijziging van de Invaliditeitswet (.art.
369) aangekondigd. Deze wet lezen
wij in een zinsnede, die op zich zelve
staat zal worden gehandhaafd, schoon
vereenvoudigd; niet uitgebreid tot niet-
loonarbeiders, noch inge»krompen tot zui
vere invaliditeitswet dit is althans niet
wat men gemeenlijk onder vereenvoudi
ging verstaat. Slaat dus hetgeen omtrent
de ouderdomsrente wordt aangekondigd
op een zelfstandige wet die betrekking
heeft op degenen, die niet reeds onder art.
369 der Invaliditeitswet zijn begrepen?
En krijgen wij dan tweeerlei ouderdoms
rente (staatspensionneering) een, naar het
beginsel-Treub, bij wijze van overgangs
maatregel tot de verplichte verzekering
der Invaliditeitswet, en een echte concen-
tratie-staatspensionneering voor wie niet-
loonarbeiders zijn?"
Het lijkt de „N. R. Ot.vreemd.
„Doch wat dan? Ileeft men wellicht to
doen met een verschil tusschen wat in deze
zitting zal worden ingediend en wat
wordt voorbereid, zoodat de eerste zinsne
de toch ook op een wijziging van de In
validiteitswet betrekking zou hebben? Als
men aan het vragen gaat, naar wat be
doeld is, komt men van de eene vraag in
de andere, maar, ronduit gezegd, de be
woordingen der Troonrede geven ons zoo
weinig hóüeyast, dat wij er niet verder aan
willen beginnen. „De lieer Treub zal hard
werken" zegt deze paragraaf, die ver
der in den bekenden interview-toon is
gehouden. „De heer Treub heeft wel eens
duidelijker gesproken" is al wat wij er
van weten tc vertellen.
„Aanvulling van de Ziektewet met een
recht op geneeskundige behandeling zal
onder dc gewijzigde politieke omstandig
heden wel op vrij algemeenen bijval kun
nen rekenen".
Uit de Troonrede leidt het ,,Alg. Han
delsblad" (Üb.) af, dat deze regeering wil
zijn een liberale regeering, die een liberale
regeeringspolitiek wil voeren, die in vele
opzichten het concentratie-programma wil
verwezenlijken, maar zich blijkbaar niet
aan het concentratie-programma gebonden
acht en er op sommige belangrijke punten
van afwijkt.
„De eerst aangekondigde regeeringsdaad
grondwetsherziening tot verkrijging van
het algemeen kiesrecht en tot wegneming
van de belemmeringen voor het vrouwen
kiesrecht. bewijst dat de regeering reke
ning houden wil met de bij de. verkiezingen
gedane uitspraak.
„Doch, wat de verwondering barende
opneming van den heer Treub in het mi
nisterie reeds deed vermoeden: dit kabinet
wil de voorziening, in de nooden van oude
behoeftigen op andere wijze regelen dan
de geconcentreerde partijen wenschen. Zal
dat met steun der kerkelijke minderheid
in de Kamer geschieden? De Invaliditeits
wet blijft gehandhaafd, zal slechts herzien
en vereenvoudigd wordenDe Ziektewet
blijft gehandhaafd en de beginselen dien
aangaande in het concentratie- program
verkondigd worden niet uitgevoerd. Wel
zal echter worden voorgesteld de staats-
uitkeering aan oude behoeftigen uit te
breiden: allen die zeventig of ouder zijn
en behoeftig ontvangen een staatsrente,
zoo zij niet bedeeld zijn geworden. Doel
en strekking van die beperking is ons niet
duidelijk. Zooals bekend, wordt thans die
rente slechts verstrekt aan ouden die krach
tens de Invaliditeitswet bij vroegere in
voering dier wet verzekeringsplichtig zou
den zijn geweest. In dit opzicht wordt dus
getracht het concentratie-program gedeel
telijk uit te voeren.
„Duidelijk en krachtig wordt echter het
hoofdpunt van dat program naar voren ge
schoven
„Grondwetsherziening om te komen tob
algemeen kiesrecht en wegneming van de
belemmeringen voor vrouwenkiesrecht.
„En voor velen zal de kracht van het
kabinet in de eerste plaats gelegen zijn in
het feit, dat deze belofte zoo duidelijk
wordt afgelegd".
Heb „Hbld." legt verder dan nadruk op
de geprononceerd liberale richting van de
regeeriug.
„Deze blijkt ten eerste al uit dc zinsnede
betrekking hebbende op de Indische poli
tiek. De woorden „bevordering der volks
opvoeding" en „verdraagzaamheid op het
gebied van den godsdienst en onderlinge
waardeering der rassen" zijn van te alge
meene strekking om in de Troonrede eeni
gen anderen zin te hebben dan deze*, aan
de z.g. christelijke politiek, die thans in
Indië gexo$rd wordt, zullen wij een einde
maken.