Overdracht van het Rectoraat.
Burgerl. Stand van Leiden.
Vragen en Antwoorden.
Heden namiddag- te twee uren had in do
Giooto Stadszaal de plechtige overdracht
plaats van het rectoraat der Hoogeschool,
door den rector-magni ficus prof. dr. B. D.
Eerdmans aan zijn ambtgenoot prof. dr. G.
Jelgersma.
Behalve curatoren, hoogleer aren, doctoren
en studenten woonden een groot aantal be
langstellenden deze plechtigheid bij'.
De aftredende reclor-magnificus hield een
iede, waarin hij de lotgevallen der Univer-
öitedt en haar instellingen over het af ge-
loopen studiejaar mededeelde.
Eigenlijk zou ik, als de tijd dTong, de
lotgevallen der Universiteit kunnen samen
vatten in deze één© zinsnede: „In den toe
stand der Universiteit kwam geen veran
dering," aldus ving epr. aan.
Het college van curatoren onderging geen
wijziging. Do taak, die op de schouders van
dit college is gelegd, is niet gemakkelijk. De
opperste verzorgers eener Universiteit te zijn
en niet over eigen middelen te beschikken,
doch in alles afhankelijk te zijn van de
Regeering, brengt reeds eigenaardige moei
lijkheden mee. Doch deze worden nog aan
zienlijk vermeerderd, wanneer de Regeering
niet in staat is te voorzien in wat van
velerlei zijden dringend noodig wordt ge
oordeeld. Spr. brengt dank aan den secre
taris van curatoren, dr. Boddaert, voor de
welwillendheid gedurende zijn rectoraat van
hem ondervonden, on herinnert er met vreug
de aan, dat de curator jhr. dr. N. C. de
Gijselaar tot lid der Eerst© Kamer werd
verkozen.
De kring der lioogleeraren heeft ook geen
verliezen geleden. Moest dr. Vosmaer om
gezondheidsredenen onzen somberen winter
ontvluchten, in het voorjaar kwam hij met
frissch© kracht terug. Spr. hoopt ook, dat
de gezondheid van prof. Van Ophuyz-en in
dcz©^"vacantie zóó mag zijn versterkt, dat
hij de gedwongen rust weer dooT zijn gewone
leefwijze kan vervangen. 'Ook prof. Tiche
laar hoopt hij, hersteld van de overspanning,
die hem kwelde, weer spoedig terug te zien
koeren.
Reeds enkele jaren geleden drong het tot
ons door, zei de spr., dat sommigen in Ncor-
wegen minder gunstige plannen ten opzichte
van onze Universiteit smeedden. Zij wensch-
ten aan de Universiteit te Ohristiania ©en
leerstoel in de godsdienstgeschiedenis te
stichten, met de bepaalde bedoeling dien zetel
dg or onzen ambtgenoot Kristen sen te doen
bezetten. Inderdaad heeft de Noorsche Re
geering een poging daartoe aangewend en
het doet spr. groot genoegen, dat prof. K„
zelf een Noor de moeilijk© beslissing,
waarvoor hij stond, zoo heeft weten op te
lossen, dat hij voor onze Universiteit behou
den blijft.
Van prof. Lorentz, waarop de LeicLscbe
Hoogeschool trofsch is, weet spr., dat deze,
hij moge nn in Haarlem wonen, onze Leid-
eche Lorentz zal blijven. Als een der onzen
rekenen wij ook nog steeds den oud-hoogleer*
aar H. Kern, zedde spr., die den 6d«n April
te Utrecht zijn SOsten geboortedag vierde.
Prof. Lak© scheen in de laatste helft van
den vorigen cursus menigmaal een wankel
baar bezit te zullen worden. In Engeland
werden ernstige pogingen gedaan om hem
daarheen te trekken. Op dit oogenblik ver
toeft hij in Amerika met verlof. Spr. is
er niet zeker van, dat de uitnoodiging tot
het houden van voordrachten niet de bijbe
doeling heeft deze voordrachten tot regel
matige colleges te maken, en hij zou het
zeer betreuren, als het Amerika gelukt© de
zen uitnemenden geleerde aan onze Univer
siteit te ontnemen.
Spr. schetst vervolgens het verlies, dat de
Universiteit lijdt doordat de hoogleeraren Hee-
res en Visser van IJzendoorn, als leden der
Tweede Kamer verkozen, non-actief zijn ge
worden- Hij roept, nogmaals den nieuwen
collega's jhr. dr. Van Eysinga en dr. Ehren-
fest het welkom toe en herinnert er aan, dat
nog zijn benoemd de heersn dr. N. van Wijk
en dr. G. J. Thierry, die eerlang hun ambt
zullen aanvaarden.
Na vervolgens ,te hebben nagagaan boe
de staf van lectoren werd vermeerderd en
te hebben opgemerkt, dat de Ned. Lectoren-
vcrecniging werd gesticht, herinnerde hij aan
het optreden van twee nieuwe privaat-docen
ten, Stond eenigen tijd stil hij de onderschei
dingen, aan verscliil lende hoogleer aren toe
gekend. en vergat ook niet. het gouden ju
bileum van den pedel Doe in de berinnering
terug te roepen.
Het aantal der Studenten, die zich in den
loop van het jaar lieten inschrijven, over
schreed ditmaal het twaalfde honderdtal en
bedroeg 1211; 67 werden ingeschreven voor
enkele lessen, 1141 voor volledig onderwijs.
Het getal van hen, die voor de eerste maal
werden ingeschreven, bedroeg 307.
Het getal der promotion bedroeg 88. Hier
bij verdient de promotie in de taal- en let
terkunde van den O.-I. Archipel de bijzon
dere aandacht, daar zij de eerste "promotie is
van een Inlander uit Ned. O.-Indië aan een
Nederlandscho Universiteit. De schitterende
uitslag van deze promotie eert niet alleen
den jongen doctor, maar is ook een bron
van groot© voldoening voor prof. Snouck
Hurgronje, die met kracht voor de mogelijk
heid van een hoogere ontwikkeling van don
inlander is opgekomen en die door deze pro
motie een krachtig argument ten gunste van
zijn denkbeelden kan bijbrengen.
Behalve de gewone, hadden er ook promoties
honoris causa plaats, alle in de Staatswe
tenschap; den 17den Maart, werd de doctors
graad verleend aan den heer E. Moresco, deoi
18den Juni werd deze graaad toegekend aan
do hoeren T. M. C. Asser, A; L. Fried,
L. Renault en E. Root als een hulde, die
de Leidscho Universiteit bij do opening van
het Vredespaleis aan hun eminente bekwaam
heid wenschte te brengen.
Spr. ging nu na de verschillende voor
drachten, welke hui ten de gewone colleges
werden gehouden, om aan den dorst naar ken
nis bij de Leidscho studenten te voldoen.
Komende tot de Academische gebouwen
en verzamelingen, wees de rector-ma.gnificus
op tal van misstanden, zoowel wat betreft
het uitwendige als de wijze, waar op moet
worden beheerd. Verschillende ambt genoot en
hebben aan het Rijk duizenden guldens y,oor-
geschoten en moeten met het indienen van
allerlei staten nauwkeurig toezien, willen
zij geen gevaar loopen hun voorschotten niet
terug te krijgen.
Sedert 8 Februari is in den toestand van
het Groot-Auditorium, waar toen niet in
vergaderd kon worden, niet de minste ver
andering gekomen. Ook in de lange vacan-
tie is er niets gebeurd. Daar de scheur die
aanleiding tot dezen toestand gaf, reeds in
den voorzomer van 1912 werd bewerkt, is
de zorg, die de Regeering voor onze Uni
versiteit heeft gekoesterd, wel van zeer
ernstigen en bedachtzamen aard geweest.
Spr. dankte het gemeente bestuur voor
de gastvrijheid, in de Gehoorzaal aange
boden, en beval ook voor de toekomst deze
gastvrijheid aan, zoodat hij de restauratie
van het Groot-Auditorium blijkbaar nog
niet spoedig tegemoet ziet.
Ook aan verschillende andere academi
sche gebouwen hapert nog al iets zooals de
redenaar deed uitkomen.
Er bestaak echter eenig uitzicht, dat de
kwestie van het Ziekenhuis, spr. zegt niet
opgelost, maar althans weer ernstig ter
sprake zal komen. Zeer kort voor de groo-
te vacantie liet de Regeering weten, dat
eenige wijziging in de plannen moest wor
den overwogen, daar de Minister het zeer
waarschijnlijk nog op de begrooting 1914
zou plaatsen.
Nog merkte spr. op, dat 's Rijks Herba
rium in zoo'n kommervollen toestand ver-
koert, als deze alleen in Nederland moge
lijk is.
Eenige hoogleeraren en studenten hebben
een vereeniging opgericht voor het stichten
van een leeskamer, waar de voornaam
ste wetenschappelijke werken en tijdschrif
ten op wis- en natuurkundig gebied ter be
schikking zouden zijn, en het heeft sedert
de opening dezer leeskamer niet aan be
langstelling ontbroken.
Spr. brengt voor de oprichting er van
hulde aan die er toe mede werkten en
verwacht, dat dit voorbeeld tot navolging
zal prikkelen.
Komende tot de vele vreemdelingen, die
van ons hooger onderwijs profiteeren, her
innert spr. er aan hoevele buitenlanders
hij dit jaar als rector heeft moeten ant
woorden Studeeren kunt gij hier, maar
examens doen kunt gij niet. De stroom
van vreemde studenten uit Amerika, Ja
pan, Engeland, enz., die men aan Duitscke
Universiteiten vindt, gaat sinds jaren ons
land zorgvuldig voorbij.
Het is de vraag of onze overgroote voor
zichtigheid hier den groei onzer Universi
teit niet op noodelooze wijze belemmert.
Het schijnt, volgens spr., hoog tijd, dat
wegen worden gevonden om in dezen
toestand door ruimere bepalingen verbe
tering te brengen. De taal, bij ons onder
wijs gebruikt, levert voldoenden waarborg
tegen een overvleugeling van Nederlanders
door vreemdelingen. Onze wetenschap mag
er zijn en er is geen enkele reden, waar
om wij ons, als op een hofje van den
stroom des verkeers zouden afzonderen.
Dit kan slechts tot onze eigen schade zijn.
Trouwens, ons geheel Universiteitsleven
is zeer bescheiden, wanneer wij gaan verge
lijken met onze zusters van gelijken oaam
in andere landen. De taak van den Rector
is dan ook een bescheidene. Over de ge
bouwen is de Rijks-opzichter machtiger dan
hij. Deze mag, zonder daartoe te zijn aan
gezocht, zelfs tegen waarschuwing in, het
zweetkamertje met al zijn oude namen la
ten schoon witten, omdat het tc vuil is naar
zijn zind el ijken smaak.
Gelukkig, zeide spr., dat van zulke ge
ringschatting de waarde eener instelling
van wetenschap niet afhangt.
De officieele gegevens wijzeD uit, dat de
studiën van vele studenten bevredigend
resultaat hebben gehad. Van hier. die zich
voor een examen aanmeldden, slaagdeD
74 p-Ct. En spr. wees op veel meer waaruit
dit blijkt
De be teekenis van een Universiteit ligt
ten slotte in niets ander© dan in den weten-
schappelijken arbeid, die er wordt gedaan,
en in de belangstelling, die er bij de leden
der Universiteit voor de wetenschappelijke
vragen besbaat.
De bloei eener Universiteit is daarom
ook niet te bepalen naar den prad of de
uitbundigheid van het studentenleven noch
naar de oudheid van zijn zeden en gewoon
ten.
Wie het studentenleven innig meeleeft,
twijfelt wel een© aan de waarlijk universi
taire atmosfeer onder studenten, doch er zijn
ook tal van moedgevende verschijnselen voor
hem waar te nemen. En spr vertrouwt, dat
het Leidsohe Stud.oorp6 dat als da aanzien-
l.-jkste studentenorganisatie naar buiten de
vertegenwoordiger is dier Leidoche Studen
ten, de eer onzer Universiteit, die voor een
aanzienlijk deel in zijn handen ie gelegd,
voortdurend ter h^rte zal gaan.
Met aangename herinneringen denkt de
Rector ook aan de vriendelijke ontvangst
en de gezellige omgeving, die de organisatie
der vrouwelijke studenten zich heeft weten
te scheppen. Wanneer spr. ten slotte op zijn
rectoraal jaar a-1© op een goed jaar terug
ziet, dan is het, omdat, ondanks alles, de
aanraking met de verschillende onderdeden
der Universiteit de overtuiging wekt, dat zij
gedragen wordt door de liefde en toewijding
van alles, die aan haar zijn verbonden.
Hiermede droeg de rector-magnificus zijn
waardigheid met een Salve Rector
magnified, iterumgue Saïvi" aan zijn op
volger, prof. Jelgersma, over.
JJoderlaiïdsclie Maatschappij voor
Ta In bon w ©n Plautknnde.
Deze Maatschappij hield haar algemeen©
vergadering in Hotel „Do Witte Brug", te
's-Gravenhage.
De onder-voorzitter, de heer S. R. von
Franck, opende wegens afwezigheid van den
voorzitter, de vrij goed bezochte vergade
ring. Tegenwoordig zijn 30 afdeelingen en
samenwerkende verecmigingen.
AI9 leden van het hoofdbestuur werden
gekozen de hoeren J. Bolhuis, te Groningen,
en A. O. Ide, te Wagteningen.
Hierna deelde de voorzitter een schrijven
gibde van, den hw ihr, J» O, lie Jong y&ü
Beek en Donk, waarbij deze als voorzitter
bedankt. De heer Vas Viseer kon zich daar
niet bij neerleggen 'en stelde de volgende mo
tie voot:
„Kennis genomen hebbend© van dit schrij
ven, acht de vergadering het in het belang
der Maatschappij noodig, met allen aandrang
op intrekken van dit besluit aan te dringen.''
Met applaus wordt' deze motie aangenomen.
Punt 6 der agenda was het voorstel van
het hoofdbestuur, om den redacteur van het
orgaan der Maatschappij en den voorzitter
van de vaste keuringscommissie als advisee*
rende leden aan het hoofdbestuur toe te
voegen.
Afdeeling Amsterdam, bij mond© van den
heer A. J. van Laren, lichtte haar bezwaren
vooral omtrent den voorzitter van de vaste
keuringscommissie nader toe. Ook is het niet
gewenscht, dat de redacteur als lid van het
hoofdbestuur optreedt. Ook Haarlem wild©
wijziging en wel zóó, dat beide genoemd©
bceren, als adviaeerende leden en niet als
leden van het hoofdbestuur optreden. Meer
dere afdeelingen maakten ook bezwaar. D©
voorzitter lichtte het hoofdbestuurs-vcorstel
nader toe, waarna het werd aangenomen.
Punt 7. De afd. Amsterdam stelde voor:
Vanwege de Maatschappij in den zomer van
1915 of 1916 een groots national© tentoon
stelling van versieringskunst met bloemen
en planten te houden. In de toelichting wordt
de benoodigdc. som door genoemde afdeeling
op f 60,000 geschat.
Het hoofdbestuur, adviseerde ©en commissi©
te benoemen, om deze zaak nader te onder
zoeken.
Nadat de heer A. J. van Laren krachtig
het voorstel verdedigd heeft, wordt het hoofd-
bestuursvoorstel met bijna algemeene stem
men aangenomen.
Pnnt 8. De afd. Deventer stelde voor:
„Het. is niet wenschelijk, dat op denzelfdea
tijd in "twee dicht bij elkaar gelegen afdee
lingen tentoonstellingen - worden gehouden'.'*
Het hoofdbestuur adviseerde oan verschil
lende redenen dit voorstel niet aan te neme».
De vergadering ging met het hoofdbestuur
accoord.
Punt 9. Voorstel van de afd. Deventer om
bij het houden eener nationale tentoonstel
ling een gelijk bedrag aan subsidie en me
dailles toe te kennen.
Ook de aanneming van dit voorstel werd
door het hoofdbestuur ontraden, alsook door
do vergadering.
Punt 10. De afd. Leiden stelde voor: „De
algemeene vergadering machtig© het hoofd
bestuur de commissi© van plaatselijk© tuin-
bouwonderzoek op te heffen en bij d© vaste
keuringscommissie een comité daarvoor aan
te stellen." Het hoofdbestuur zal gaarne
een opdracht in dien geest aanvaarden. Wordt
bij acclamatie aangenomen. Als plaats voor
de volgende algemeene vergadering in 1914
wordt aangewezen Velp. D© winterbijeen-
komst in 1914 zal in Leiden en de vriend
schappelijke bijeenkomst te 's-Graveland ge
houden worden.
Na goedkeuring dei' rekening over 1912 en
de begrooting van 1914 sloot de voorzitter
onder dank voor de opkomst de bijeenkomst.
ItKCJLASIES,
ft 40 Cent per regel.
2837 30
Ken nieuwe partij.
Onder het bericht van de „Llmb. Koe
rier" over de laatste oorzaak van de scheu
ring in de Christel: jk-Historische partij
schrijft ,,De Banier", orgaan ter verbrei
ding van christelijk-historische beginselen:
Wij meenen, dat dit bericht niet volko
men juist is, althans niet de hoofdzaak.
Waarheid is, dat, zooals wij van den aan
vang af gewaarschuwd hebben, de ontstem
ming is ontstaan door de onafwijsbare ei-
schen van anti-rev. zijde, waardoor de ge
groeide Chr.-Hist. partij (teruggedrongen
op tien zetels) tot betrekkelijke machte
loosheid werd verwezen. Dat de meerder
heid van het hoofdbestuur hierin (contre-
eoeur) bewilligde tot behoud der coalitie,
was de grief en bleef deze ook na de
aanneming van het electoraal accoord.
I>© Ziektewet eu minister Trent».
Naar „Het Volk" verneemt, had minister
Talma in het begin vain Augustus het ini
tiatief genomen tot samenstelling van een
commissie, welke der Regeering van voor
lichting zon dienen bij het nemen van maat
regelen ter uitvoering van hot bepaalde in
eenige artikelen der Ziektewet, die regelen
bevatten, betreffend© de erkende bijzonder©
kassen. Vier organisaties, het Nederlandse!*
Verbond van Vakvereenigingen, de Christe
lijk Nationale Werkmansbond, het Alg. Ne-
derlandseh Wer klieden verbond en de Fede
ratie van de diocesane R.-K. Werklieden-
bonden waren uitgenoodigd een lid voor deze
commissi© aan te wijzen.
De ppyolger yafi ^inisfei; Talm»
schrijft „Het Volk" heeft thans evenwel
aan deze organisaties medegedeeld, het in
stellen valn een commissie in nader© over
weging te hebben genomen, en dat althans
voorloopig een zoodanige commissi© niet
zal worden benoemd.
Het conflict tusschen Japan
en China.
Japan wil het. schiereiland Liaotung, in
het zuiden van Mantsjoerijó, en de provincie
Fukien, gelegen tegenover hot Japansche
eiland Formosa, aan de zuid-oost-kust van
China, zich toeëigenen. Deze verlangens van
Japan geven dieper© beteekenis aan de
eischen, die het China gesteld heeft naar
aanleiding van het gebeurde te Nanking, etc.
JDe brand te Semarang.
De directie van de Nederlandsch-Indi-
sche Houtaankap-Maatscbappij ontving van
haar gedelegeerde te Semarang het navol
gende bericht:
„Zagerij en loodsen door brand sterk
beschadigd.
Voorste loodsen, impregnatiefabriek en
grootste deel voorraad rondhout, alsmede
1000 kub. M. balken gered.
Zullen schade onmiddellijk na vaststel
ling seinen".
ONDERTROUWD: E. van logrn öcheDau m
21 en W. G. E F. Smeets id. 25 j. A.N. van
Wijk nn. 26 7. en 0. E. Oveidijk id. j. W. ti.
Meyer im. 24 j. en Th M. van Ley den jd 27 j
H. J. Flanderhijn im. 21 en E. C. va- den Berg
id. 19 8. Jongeleen jm. 24 j. en M. Wantink d.
V4 j. J. la Rooy jm. 24 j. en W. Rietkerk -d. 22
j. H. J. Granneman im. 24 j. en E. H. Vlasveld jd.
25 j. T. A. Post-na im. 27 en A. W. van der
Horst jd. 25 j. j- B. J Averdièck jm. 22 j. en D. C.
van Zjjp jd. 25 j. J. Eikerbout im. 26 i. en M. van
Eclc d 22 j. M. Kapteijn den Bouwmee-ter jm.
27 j. en E L. Chris iaanse id.26 j. VV. Lans jm.
26 1. en A. M. Vissend 24 jW. van Eygen m
27 i. en J. Visser id. 19 j. M. Fiohiljm 26 j. en
G. M. Wolff id. 27 j.J. J. Kniojm 23 j. enJ. W.
Bouwhuizen jd. 21 j. J. J. Lambo" jm. 27 1. en H
Bchoorl >d 23 j. P. J. Sips jm. Si j. en M. C.
Pierik id. 28 1. R. van Strohó jm. 28 j. en T. van
der Wal jd 24 j.
ALPHEN. Bevallen: J. M. v. d. WerfF geb.
CoraDier 'L. J. de Vos geb. Mulder Z.M. van
Huik geb. [Gijn D.
Gehuwd: K. van Leeuwen met A v. d. Schee.
ZOE ER WO (JDE Geboren: Cornells Wil
helmus Jacobus, Z. van C. Klijn en C. G. van Velaer.
jfCE&T.
Dinsdag16 Sept., te 8 uren.
Leidseh Muziekkorps, directeur Joh. C. Geyp.
No. I. Marsch Wagner.
2. Ouverture „Le Ma^on" Auber.
8 8. Wiener-Blut", Wals. Strauss
t 4. Fantaisie uit de Opera „Les
Hugenots"Meijerbeer.
t 5. „Die Lustige Dorfschmiede" Fucik-
9 6. Potpourri uit „Der Grat von
Luxemburg"Lehar.
7. 1818—1913, „Pro Libertate et
Patria" Feest marsch. Geyp.
Arbeidsconflicten en dronkenschap.
Te Londen ie een blauwboek
verschenen, waarin de invloed van arbeids
conflicten op het bovenmatig drinken van
sterke dranken wordt nagegaan. Eveneen©
wordt behandeld! de invloed van het weer op
het drinken, maar terwijl de cijfers, die in
het blauwboek gegeven worden, de theorie
steunen, dat arbeidsconflicten de onmatig
heid afnemen, toonen zij niet veel verband
tiifisehen het weer en de dronkenschap. Uit
het blauwboek blijkt, dat in het jaar 1912 in
Engeland en Wales 162.980 personen samen
182.592 maal wegens dronkenschap veroor
deeld zijn. Wat het weer betreft, waren de
omstandigheden voor 1911 en 1912 zeer ver
schillend, en in weerwil daarvan volgden in
beide jaren de maandelijksche fluctuatie©
der veroordeelingen wegens dronkenschap
zeer vaak dezelfde lijn. De grootste
onderbreking van den arbeid werd
veroorzaakt door de mijnwerkersstaking in
het begin van 1912, en gedurende de maan
den Februari, Maart en April viel een voort
durende vermindering te constateeren van
het aantal veroordeelingen een snelle en
voortdurend© toename had plaats tot Juli
toen weer gewerkt en goed loon ontvangen
werd waarna er tusschen de cijfers 1911
en 1912 niet veel verschil meer ie waar te ne
men.
Vraag: Kunt u me ook zeggen, waar
om het hier in Leiden bij optochten of se
renades, altijd zooveel moeite kost ruim
baan voor den stoet te maken, en er steeds
een voor en achterhoede bij is?
Op den avond der militairefeesten waB
de opeenhooping van menschen nabij ,,D©
Turk" en het Stadhuis schrikbarend. (Ge
lukkig moest ons politiehoofd er ook door
worstelen zoodat hij zijn maatregelen den
kelijk aan é»n lijve wel zal gevoeld hebben).
Aan het publiek kan het dunkt me niet g*,
legen hebben, daar een groot deel daarvan
óók de feesten in Den Haag meemaakten en
zich daar wel ordelijk gedroeg?
Antwoord: Wij gelooven, dat het aan
een deel der bevolking zelft ligt, dat nog
altijd niet genoeg zelfbeheersching bezit om
op ordelijke wijze van een optocht te genie
ten. Uw veronderstelling, dat het daaraan
niet kan gelegen hebben omdat vele Leide-
naars ook den Haagschen optocht hebben
bijgewoond en het daar wel ordelijk toeging
gaat natuurlijk niet op. In de eerste plaats
zullen daar niet de grootste herriemakers
(jongens en meisjes uit de fabriekswijken)
bij geweest zijn en zoo ja, dan gingen ze
daar in de massa op en voelden zich niet
zoo vrij.
Wanneer een optocht eerst ordelijk kan
zijn als er een groote politie- en militaire
macht met strenge maatregelen optreedt
doet men beter geen optocht te houden.
Het komt ons voor dat wij hier tc veel op
tochten hebben waardoor de rechte animo
om er van te genieten er af gaat en men
er een lolletje van maakt.
Vraag: Wat is de oorzaak, dat, terwijl
hij den optocht onlangs te 's-Gravenhag© ge
houden, d© weg reeds van te voren was af
gezet, niemand vóór den stoet of langs d©n
stoot liep? Het is hier bij optochten, zoo-
als verl. Maandag, steeds een janboel.
Antwoord: Gaarne geven we toe, dat
de Maandagavond-optocht zeer wanordelijk
was, maar bij den middagoptoclit was het
toch niet zoo erg. Dat de weg van te voren
niet was afgezet, lag natuurlijk aan de rege
ling der politie, die dit blijkbaar niet nooc
dig geoordeeld heeft. In Den Haag had de
politie trouwens meerdere hulp van mi "Ij.
tairen te paard.
Vraag: Met het militaire onafhankelijk-
heidsfeest waren er zeer veel menschen op
de been iom den stoet t© zien. Vooral dea
avonds op de B-reestraat stonden de menschen
als opgepakte haring; geen muis kon er
door. Ik vond het echter verschrikkelijk dat
de electr. tram door deze massa menschen
heen moest rijden. Het was gevaarlijk voor
de menschen en een zenuwachtige inspanning
voor de wagenbestuurders, welke den geheelen
weg voortdurend belden.
Ook auto's gingen er door. Zou het nu
niet mogelijk zijn, dat de Trammaatschappij
gedurende den tijd, dat de optocht door d©
straten gaat, rde tram stop laat zetten en
de politie maatregelen neemt om auto's en
rijtuigen uit de massa menschen te weren?
Antwoord: Maatregelen tot stopzetten
van het tram- en rijtuigverkeer mag men niet
al te gauw nemen. Met een beetje voorzich
tigheid, die hij zulke gelegenheden toch ge
raden is, g-aat het ook nog wel. De tram
reed langzaam; of de auto's vrij baan had
den, gelooven we niet. We zagen toch dat
een autobestuurder, die van uit de Prinsesse»-
kado de9 avonds tijdens de drukte de Bree-
straat wild© oprijden, door de politie werd
tegengehouden en lang© het Rapenburg ge
ledd.
Vraag: Was onze cavalerie tijdens den
laatsten optocht met vacantie? Ieder© leek
kon vooruit wel zien, dat politie alleen on
danks haar ijver daar niet tegendo herrie
opgewassen was. Vooral niet als haar atfaar
een halfuur daarvoor gegeven wordt
Antwoord: Zie het antwoord boven.
Wij blijven er bij, dat, als men werkelijk
van een optocht genieten zal, dat dan niet mag
geschieden achter een haag cavaleristen. Zoo
zal het hoofd der politie er ook over gedacht
hebben. De herriemakers mogen zich scha
men en zorgen later beter op te passen.
Vraag: Moet de lichting 1906, welk©
nu onder de wapens is, ook manoeuvres mee
maken
Antwoord: Neen, de lichting 1906 blijft
Sn haar garnizoenen om daar to worden ge
oefend.
Vraag: Aangezien ik 16 Sept. moat
loten en ik graag bij de zeemilitie zou willen
dienen, wilde ik u vragen om inlichtingen,
waar of ik mij dan moet vervoegen?
Antwoord: Op het Raadhuis.
Vraag: Weet u ook 'n middel oni inkt uit
een gekleurd linnen tafelkleed en een ge
kleurd wollen jongenspak te krijgen?
Antwoord: Als do vlekken nog vrij
versch zijn, dan begiet u rl© vlek met melk,
waarin de inkt oplost en daarna uitwasschen
met water en- zachte zeep. Zijn de vlekken
ouder, dan neemt men een hcete oplossing1
van klaverzout en bevochtigt daarmede d©
vlek om ze daarna te bestrooien en in te
wrijven met zinkpoeder, waardoor de vlekken
onmiddellijk verdwijnen.
Vraag: Ik bezit een boek met perka
menten band; de ouderdom is kenbaar aan
de mot, welke er in huis heeft gehouden,
doch tevens aan het jaartal. De titel begint
als volgt: „Zaamenspraa.ken tusschen eenen
Bisschop en eenen Parlemcnts Hoer,
enz. Uitgegeven te Leuven, voor T. CRA-
JENSCHOT, Boekverkoper. MDCCLVI.
Is dit nog een boek van waarde en hoe
oud is dit nu? De inhoud der bladzijden
is gaaf en ongeschonden.
Antwoord: Misschien heeft het voor
een liefhebber nog eenige bijzondere waarde,
wat mode afhangt van de zeldzaamheid van
het boek. Blijkens het in Romoinsch© cijfers
uitgedrukt jaartal is het in 1756 uitgegeven,
het is dus 157 jaar oud. Er zijn wel veel
oudere boeken.
Vraag: Zoudt u zoo goed willen zijn
mij een afdoend middel tegen het uitvallen
van haar te geven en tegen roos,
daar de rooe nog al erg vast zat op het
hoofd?
A n t w.o 0 r dAl© een goed len in ieder
geval onschadelijk middel wordt aanbevolen
een mengsel van ricinusolie en goeden Franf
Bohen brandewijn half en half saaingevoegd
en flink door elkaar geschud. De dunharig©
plekken moeten flink daarmede worden in
gewreven.
Vraag: Ik wilde een huis bouwen naast
een openliggend perceel grond en den bui
tenmuur 'judsrt op d© scheiding plaatsen. De
eigenaar van dit perceel beweert, dat de
buitenmuur 60 o.M. van d© gTenslijn moet
blijven; is dit zoo?
Antwoord: Weineen, u mag op uw
'eigen grond den muur optrekken zooals u
wilt, als Vl maar zorgt, dat u het eigendom)
Van uw buitirmaïi ni©t beschadigt of bena
deelt.