Overdracht van het Rectoraat. Burgerl. Stand van Leiden. Vragen en Antwoorden. Heden namiddag- te twee uren had in do Giooto Stadszaal de plechtige overdracht plaats van het rectoraat der Hoogeschool, door den rector-magni ficus prof. dr. B. D. Eerdmans aan zijn ambtgenoot prof. dr. G. Jelgersma. Behalve curatoren, hoogleer aren, doctoren en studenten woonden een groot aantal be langstellenden deze plechtigheid bij'. De aftredende reclor-magnificus hield een iede, waarin hij de lotgevallen der Univer- öitedt en haar instellingen over het af ge- loopen studiejaar mededeelde. Eigenlijk zou ik, als de tijd dTong, de lotgevallen der Universiteit kunnen samen vatten in deze één© zinsnede: „In den toe stand der Universiteit kwam geen veran dering," aldus ving epr. aan. Het college van curatoren onderging geen wijziging. Do taak, die op de schouders van dit college is gelegd, is niet gemakkelijk. De opperste verzorgers eener Universiteit te zijn en niet over eigen middelen te beschikken, doch in alles afhankelijk te zijn van de Regeering, brengt reeds eigenaardige moei lijkheden mee. Doch deze worden nog aan zienlijk vermeerderd, wanneer de Regeering niet in staat is te voorzien in wat van velerlei zijden dringend noodig wordt ge oordeeld. Spr. brengt dank aan den secre taris van curatoren, dr. Boddaert, voor de welwillendheid gedurende zijn rectoraat van hem ondervonden, on herinnert er met vreug de aan, dat de curator jhr. dr. N. C. de Gijselaar tot lid der Eerst© Kamer werd verkozen. De kring der lioogleeraren heeft ook geen verliezen geleden. Moest dr. Vosmaer om gezondheidsredenen onzen somberen winter ontvluchten, in het voorjaar kwam hij met frissch© kracht terug. Spr. hoopt ook, dat de gezondheid van prof. Van Ophuyz-en in dcz©^"vacantie zóó mag zijn versterkt, dat hij de gedwongen rust weer dooT zijn gewone leefwijze kan vervangen. 'Ook prof. Tiche laar hoopt hij, hersteld van de overspanning, die hem kwelde, weer spoedig terug te zien koeren. Reeds enkele jaren geleden drong het tot ons door, zei de spr., dat sommigen in Ncor- wegen minder gunstige plannen ten opzichte van onze Universiteit smeedden. Zij wensch- ten aan de Universiteit te Ohristiania ©en leerstoel in de godsdienstgeschiedenis te stichten, met de bepaalde bedoeling dien zetel dg or onzen ambtgenoot Kristen sen te doen bezetten. Inderdaad heeft de Noorsche Re geering een poging daartoe aangewend en het doet spr. groot genoegen, dat prof. K„ zelf een Noor de moeilijk© beslissing, waarvoor hij stond, zoo heeft weten op te lossen, dat hij voor onze Universiteit behou den blijft. Van prof. Lorentz, waarop de LeicLscbe Hoogeschool trofsch is, weet spr., dat deze, hij moge nn in Haarlem wonen, onze Leid- eche Lorentz zal blijven. Als een der onzen rekenen wij ook nog steeds den oud-hoogleer* aar H. Kern, zedde spr., die den 6d«n April te Utrecht zijn SOsten geboortedag vierde. Prof. Lak© scheen in de laatste helft van den vorigen cursus menigmaal een wankel baar bezit te zullen worden. In Engeland werden ernstige pogingen gedaan om hem daarheen te trekken. Op dit oogenblik ver toeft hij in Amerika met verlof. Spr. is er niet zeker van, dat de uitnoodiging tot het houden van voordrachten niet de bijbe doeling heeft deze voordrachten tot regel matige colleges te maken, en hij zou het zeer betreuren, als het Amerika gelukt© de zen uitnemenden geleerde aan onze Univer siteit te ontnemen. Spr. schetst vervolgens het verlies, dat de Universiteit lijdt doordat de hoogleeraren Hee- res en Visser van IJzendoorn, als leden der Tweede Kamer verkozen, non-actief zijn ge worden- Hij roept, nogmaals den nieuwen collega's jhr. dr. Van Eysinga en dr. Ehren- fest het welkom toe en herinnert er aan, dat nog zijn benoemd de heersn dr. N. van Wijk en dr. G. J. Thierry, die eerlang hun ambt zullen aanvaarden. Na vervolgens ,te hebben nagagaan boe de staf van lectoren werd vermeerderd en te hebben opgemerkt, dat de Ned. Lectoren- vcrecniging werd gesticht, herinnerde hij aan het optreden van twee nieuwe privaat-docen ten, Stond eenigen tijd stil hij de onderschei dingen, aan verscliil lende hoogleer aren toe gekend. en vergat ook niet. het gouden ju bileum van den pedel Doe in de berinnering terug te roepen. Het aantal der Studenten, die zich in den loop van het jaar lieten inschrijven, over schreed ditmaal het twaalfde honderdtal en bedroeg 1211; 67 werden ingeschreven voor enkele lessen, 1141 voor volledig onderwijs. Het getal van hen, die voor de eerste maal werden ingeschreven, bedroeg 307. Het getal der promotion bedroeg 88. Hier bij verdient de promotie in de taal- en let terkunde van den O.-I. Archipel de bijzon dere aandacht, daar zij de eerste "promotie is van een Inlander uit Ned. O.-Indië aan een Nederlandscho Universiteit. De schitterende uitslag van deze promotie eert niet alleen den jongen doctor, maar is ook een bron van groot© voldoening voor prof. Snouck Hurgronje, die met kracht voor de mogelijk heid van een hoogere ontwikkeling van don inlander is opgekomen en die door deze pro motie een krachtig argument ten gunste van zijn denkbeelden kan bijbrengen. Behalve de gewone, hadden er ook promoties honoris causa plaats, alle in de Staatswe tenschap; den 17den Maart, werd de doctors graad verleend aan den heer E. Moresco, deoi 18den Juni werd deze graaad toegekend aan do hoeren T. M. C. Asser, A; L. Fried, L. Renault en E. Root als een hulde, die de Leidscho Universiteit bij do opening van het Vredespaleis aan hun eminente bekwaam heid wenschte te brengen. Spr. ging nu na de verschillende voor drachten, welke hui ten de gewone colleges werden gehouden, om aan den dorst naar ken nis bij de Leidscho studenten te voldoen. Komende tot de Academische gebouwen en verzamelingen, wees de rector-ma.gnificus op tal van misstanden, zoowel wat betreft het uitwendige als de wijze, waar op moet worden beheerd. Verschillende ambt genoot en hebben aan het Rijk duizenden guldens y,oor- geschoten en moeten met het indienen van allerlei staten nauwkeurig toezien, willen zij geen gevaar loopen hun voorschotten niet terug te krijgen. Sedert 8 Februari is in den toestand van het Groot-Auditorium, waar toen niet in vergaderd kon worden, niet de minste ver andering gekomen. Ook in de lange vacan- tie is er niets gebeurd. Daar de scheur die aanleiding tot dezen toestand gaf, reeds in den voorzomer van 1912 werd bewerkt, is de zorg, die de Regeering voor onze Uni versiteit heeft gekoesterd, wel van zeer ernstigen en bedachtzamen aard geweest. Spr. dankte het gemeente bestuur voor de gastvrijheid, in de Gehoorzaal aange boden, en beval ook voor de toekomst deze gastvrijheid aan, zoodat hij de restauratie van het Groot-Auditorium blijkbaar nog niet spoedig tegemoet ziet. Ook aan verschillende andere academi sche gebouwen hapert nog al iets zooals de redenaar deed uitkomen. Er bestaak echter eenig uitzicht, dat de kwestie van het Ziekenhuis, spr. zegt niet opgelost, maar althans weer ernstig ter sprake zal komen. Zeer kort voor de groo- te vacantie liet de Regeering weten, dat eenige wijziging in de plannen moest wor den overwogen, daar de Minister het zeer waarschijnlijk nog op de begrooting 1914 zou plaatsen. Nog merkte spr. op, dat 's Rijks Herba rium in zoo'n kommervollen toestand ver- koert, als deze alleen in Nederland moge lijk is. Eenige hoogleeraren en studenten hebben een vereeniging opgericht voor het stichten van een leeskamer, waar de voornaam ste wetenschappelijke werken en tijdschrif ten op wis- en natuurkundig gebied ter be schikking zouden zijn, en het heeft sedert de opening dezer leeskamer niet aan be langstelling ontbroken. Spr. brengt voor de oprichting er van hulde aan die er toe mede werkten en verwacht, dat dit voorbeeld tot navolging zal prikkelen. Komende tot de vele vreemdelingen, die van ons hooger onderwijs profiteeren, her innert spr. er aan hoevele buitenlanders hij dit jaar als rector heeft moeten ant woorden Studeeren kunt gij hier, maar examens doen kunt gij niet. De stroom van vreemde studenten uit Amerika, Ja pan, Engeland, enz., die men aan Duitscke Universiteiten vindt, gaat sinds jaren ons land zorgvuldig voorbij. Het is de vraag of onze overgroote voor zichtigheid hier den groei onzer Universi teit niet op noodelooze wijze belemmert. Het schijnt, volgens spr., hoog tijd, dat wegen worden gevonden om in dezen toestand door ruimere bepalingen verbe tering te brengen. De taal, bij ons onder wijs gebruikt, levert voldoenden waarborg tegen een overvleugeling van Nederlanders door vreemdelingen. Onze wetenschap mag er zijn en er is geen enkele reden, waar om wij ons, als op een hofje van den stroom des verkeers zouden afzonderen. Dit kan slechts tot onze eigen schade zijn. Trouwens, ons geheel Universiteitsleven is zeer bescheiden, wanneer wij gaan verge lijken met onze zusters van gelijken oaam in andere landen. De taak van den Rector is dan ook een bescheidene. Over de ge bouwen is de Rijks-opzichter machtiger dan hij. Deze mag, zonder daartoe te zijn aan gezocht, zelfs tegen waarschuwing in, het zweetkamertje met al zijn oude namen la ten schoon witten, omdat het tc vuil is naar zijn zind el ijken smaak. Gelukkig, zeide spr., dat van zulke ge ringschatting de waarde eener instelling van wetenschap niet afhangt. De officieele gegevens wijzeD uit, dat de studiën van vele studenten bevredigend resultaat hebben gehad. Van hier. die zich voor een examen aanmeldden, slaagdeD 74 p-Ct. En spr. wees op veel meer waaruit dit blijkt De be teekenis van een Universiteit ligt ten slotte in niets ander© dan in den weten- schappelijken arbeid, die er wordt gedaan, en in de belangstelling, die er bij de leden der Universiteit voor de wetenschappelijke vragen besbaat. De bloei eener Universiteit is daarom ook niet te bepalen naar den prad of de uitbundigheid van het studentenleven noch naar de oudheid van zijn zeden en gewoon ten. Wie het studentenleven innig meeleeft, twijfelt wel een© aan de waarlijk universi taire atmosfeer onder studenten, doch er zijn ook tal van moedgevende verschijnselen voor hem waar te nemen. En spr vertrouwt, dat het Leidsohe Stud.oorp6 dat als da aanzien- l.-jkste studentenorganisatie naar buiten de vertegenwoordiger is dier Leidoche Studen ten, de eer onzer Universiteit, die voor een aanzienlijk deel in zijn handen ie gelegd, voortdurend ter h^rte zal gaan. Met aangename herinneringen denkt de Rector ook aan de vriendelijke ontvangst en de gezellige omgeving, die de organisatie der vrouwelijke studenten zich heeft weten te scheppen. Wanneer spr. ten slotte op zijn rectoraal jaar a-1© op een goed jaar terug ziet, dan is het, omdat, ondanks alles, de aanraking met de verschillende onderdeden der Universiteit de overtuiging wekt, dat zij gedragen wordt door de liefde en toewijding van alles, die aan haar zijn verbonden. Hiermede droeg de rector-magnificus zijn waardigheid met een Salve Rector magnified, iterumgue Saïvi" aan zijn op volger, prof. Jelgersma, over. JJoderlaiïdsclie Maatschappij voor Ta In bon w ©n Plautknnde. Deze Maatschappij hield haar algemeen© vergadering in Hotel „Do Witte Brug", te 's-Gravenhage. De onder-voorzitter, de heer S. R. von Franck, opende wegens afwezigheid van den voorzitter, de vrij goed bezochte vergade ring. Tegenwoordig zijn 30 afdeelingen en samenwerkende verecmigingen. AI9 leden van het hoofdbestuur werden gekozen de hoeren J. Bolhuis, te Groningen, en A. O. Ide, te Wagteningen. Hierna deelde de voorzitter een schrijven gibde van, den hw ihr, J» O, lie Jong y&ü Beek en Donk, waarbij deze als voorzitter bedankt. De heer Vas Viseer kon zich daar niet bij neerleggen 'en stelde de volgende mo tie voot: „Kennis genomen hebbend© van dit schrij ven, acht de vergadering het in het belang der Maatschappij noodig, met allen aandrang op intrekken van dit besluit aan te dringen.'' Met applaus wordt' deze motie aangenomen. Punt 6 der agenda was het voorstel van het hoofdbestuur, om den redacteur van het orgaan der Maatschappij en den voorzitter van de vaste keuringscommissie als advisee* rende leden aan het hoofdbestuur toe te voegen. Afdeeling Amsterdam, bij mond© van den heer A. J. van Laren, lichtte haar bezwaren vooral omtrent den voorzitter van de vaste keuringscommissie nader toe. Ook is het niet gewenscht, dat de redacteur als lid van het hoofdbestuur optreedt. Ook Haarlem wild© wijziging en wel zóó, dat beide genoemd© bceren, als adviaeerende leden en niet als leden van het hoofdbestuur optreden. Meer dere afdeelingen maakten ook bezwaar. D© voorzitter lichtte het hoofdbestuurs-vcorstel nader toe, waarna het werd aangenomen. Punt 7. De afd. Amsterdam stelde voor: Vanwege de Maatschappij in den zomer van 1915 of 1916 een groots national© tentoon stelling van versieringskunst met bloemen en planten te houden. In de toelichting wordt de benoodigdc. som door genoemde afdeeling op f 60,000 geschat. Het hoofdbestuur, adviseerde ©en commissi© te benoemen, om deze zaak nader te onder zoeken. Nadat de heer A. J. van Laren krachtig het voorstel verdedigd heeft, wordt het hoofd- bestuursvoorstel met bijna algemeene stem men aangenomen. Pnnt 8. De afd. Deventer stelde voor: „Het. is niet wenschelijk, dat op denzelfdea tijd in "twee dicht bij elkaar gelegen afdee lingen tentoonstellingen - worden gehouden'.'* Het hoofdbestuur adviseerde oan verschil lende redenen dit voorstel niet aan te neme». De vergadering ging met het hoofdbestuur accoord. Punt 9. Voorstel van de afd. Deventer om bij het houden eener nationale tentoonstel ling een gelijk bedrag aan subsidie en me dailles toe te kennen. Ook de aanneming van dit voorstel werd door het hoofdbestuur ontraden, alsook door do vergadering. Punt 10. De afd. Leiden stelde voor: „De algemeene vergadering machtig© het hoofd bestuur de commissi© van plaatselijk© tuin- bouwonderzoek op te heffen en bij d© vaste keuringscommissie een comité daarvoor aan te stellen." Het hoofdbestuur zal gaarne een opdracht in dien geest aanvaarden. Wordt bij acclamatie aangenomen. Als plaats voor de volgende algemeene vergadering in 1914 wordt aangewezen Velp. D© winterbijeen- komst in 1914 zal in Leiden en de vriend schappelijke bijeenkomst te 's-Graveland ge houden worden. Na goedkeuring dei' rekening over 1912 en de begrooting van 1914 sloot de voorzitter onder dank voor de opkomst de bijeenkomst. ItKCJLASIES, ft 40 Cent per regel. 2837 30 Ken nieuwe partij. Onder het bericht van de „Llmb. Koe rier" over de laatste oorzaak van de scheu ring in de Christel: jk-Historische partij schrijft ,,De Banier", orgaan ter verbrei ding van christelijk-historische beginselen: Wij meenen, dat dit bericht niet volko men juist is, althans niet de hoofdzaak. Waarheid is, dat, zooals wij van den aan vang af gewaarschuwd hebben, de ontstem ming is ontstaan door de onafwijsbare ei- schen van anti-rev. zijde, waardoor de ge groeide Chr.-Hist. partij (teruggedrongen op tien zetels) tot betrekkelijke machte loosheid werd verwezen. Dat de meerder heid van het hoofdbestuur hierin (contre- eoeur) bewilligde tot behoud der coalitie, was de grief en bleef deze ook na de aanneming van het electoraal accoord. I>© Ziektewet eu minister Trent». Naar „Het Volk" verneemt, had minister Talma in het begin vain Augustus het ini tiatief genomen tot samenstelling van een commissie, welke der Regeering van voor lichting zon dienen bij het nemen van maat regelen ter uitvoering van hot bepaalde in eenige artikelen der Ziektewet, die regelen bevatten, betreffend© de erkende bijzonder© kassen. Vier organisaties, het Nederlandse!* Verbond van Vakvereenigingen, de Christe lijk Nationale Werkmansbond, het Alg. Ne- derlandseh Wer klieden verbond en de Fede ratie van de diocesane R.-K. Werklieden- bonden waren uitgenoodigd een lid voor deze commissi© aan te wijzen. De ppyolger yafi ^inisfei; Talm» schrijft „Het Volk" heeft thans evenwel aan deze organisaties medegedeeld, het in stellen valn een commissie in nader© over weging te hebben genomen, en dat althans voorloopig een zoodanige commissi© niet zal worden benoemd. Het conflict tusschen Japan en China. Japan wil het. schiereiland Liaotung, in het zuiden van Mantsjoerijó, en de provincie Fukien, gelegen tegenover hot Japansche eiland Formosa, aan de zuid-oost-kust van China, zich toeëigenen. Deze verlangens van Japan geven dieper© beteekenis aan de eischen, die het China gesteld heeft naar aanleiding van het gebeurde te Nanking, etc. JDe brand te Semarang. De directie van de Nederlandsch-Indi- sche Houtaankap-Maatscbappij ontving van haar gedelegeerde te Semarang het navol gende bericht: „Zagerij en loodsen door brand sterk beschadigd. Voorste loodsen, impregnatiefabriek en grootste deel voorraad rondhout, alsmede 1000 kub. M. balken gered. Zullen schade onmiddellijk na vaststel ling seinen". ONDERTROUWD: E. van logrn öcheDau m 21 en W. G. E F. Smeets id. 25 j. A.N. van Wijk nn. 26 7. en 0. E. Oveidijk id. j. W. ti. Meyer im. 24 j. en Th M. van Ley den jd 27 j H. J. Flanderhijn im. 21 en E. C. va- den Berg id. 19 8. Jongeleen jm. 24 j. en M. Wantink d. V4 j. J. la Rooy jm. 24 j. en W. Rietkerk -d. 22 j. H. J. Granneman im. 24 j. en E. H. Vlasveld jd. 25 j. T. A. Post-na im. 27 en A. W. van der Horst jd. 25 j. j- B. J Averdièck jm. 22 j. en D. C. van Zjjp jd. 25 j. J. Eikerbout im. 26 i. en M. van Eclc d 22 j. M. Kapteijn den Bouwmee-ter jm. 27 j. en E L. Chris iaanse id.26 j. VV. Lans jm. 26 1. en A. M. Vissend 24 jW. van Eygen m 27 i. en J. Visser id. 19 j. M. Fiohiljm 26 j. en G. M. Wolff id. 27 j.J. J. Kniojm 23 j. enJ. W. Bouwhuizen jd. 21 j. J. J. Lambo" jm. 27 1. en H Bchoorl >d 23 j. P. J. Sips jm. Si j. en M. C. Pierik id. 28 1. R. van Strohó jm. 28 j. en T. van der Wal jd 24 j. ALPHEN. Bevallen: J. M. v. d. WerfF geb. CoraDier 'L. J. de Vos geb. Mulder Z.M. van Huik geb. [Gijn D. Gehuwd: K. van Leeuwen met A v. d. Schee. ZOE ER WO (JDE Geboren: Cornells Wil helmus Jacobus, Z. van C. Klijn en C. G. van Velaer. jfCE&T. Dinsdag16 Sept., te 8 uren. Leidseh Muziekkorps, directeur Joh. C. Geyp. No. I. Marsch Wagner. 2. Ouverture „Le Ma^on" Auber. 8 8. Wiener-Blut", Wals. Strauss t 4. Fantaisie uit de Opera „Les Hugenots"Meijerbeer. t 5. „Die Lustige Dorfschmiede" Fucik- 9 6. Potpourri uit „Der Grat von Luxemburg"Lehar. 7. 1818—1913, „Pro Libertate et Patria" Feest marsch. Geyp. Arbeidsconflicten en dronkenschap. Te Londen ie een blauwboek verschenen, waarin de invloed van arbeids conflicten op het bovenmatig drinken van sterke dranken wordt nagegaan. Eveneen© wordt behandeld! de invloed van het weer op het drinken, maar terwijl de cijfers, die in het blauwboek gegeven worden, de theorie steunen, dat arbeidsconflicten de onmatig heid afnemen, toonen zij niet veel verband tiifisehen het weer en de dronkenschap. Uit het blauwboek blijkt, dat in het jaar 1912 in Engeland en Wales 162.980 personen samen 182.592 maal wegens dronkenschap veroor deeld zijn. Wat het weer betreft, waren de omstandigheden voor 1911 en 1912 zeer ver schillend, en in weerwil daarvan volgden in beide jaren de maandelijksche fluctuatie© der veroordeelingen wegens dronkenschap zeer vaak dezelfde lijn. De grootste onderbreking van den arbeid werd veroorzaakt door de mijnwerkersstaking in het begin van 1912, en gedurende de maan den Februari, Maart en April viel een voort durende vermindering te constateeren van het aantal veroordeelingen een snelle en voortdurend© toename had plaats tot Juli toen weer gewerkt en goed loon ontvangen werd waarna er tusschen de cijfers 1911 en 1912 niet veel verschil meer ie waar te ne men. Vraag: Kunt u me ook zeggen, waar om het hier in Leiden bij optochten of se renades, altijd zooveel moeite kost ruim baan voor den stoet te maken, en er steeds een voor en achterhoede bij is? Op den avond der militairefeesten waB de opeenhooping van menschen nabij ,,D© Turk" en het Stadhuis schrikbarend. (Ge lukkig moest ons politiehoofd er ook door worstelen zoodat hij zijn maatregelen den kelijk aan é»n lijve wel zal gevoeld hebben). Aan het publiek kan het dunkt me niet g*, legen hebben, daar een groot deel daarvan óók de feesten in Den Haag meemaakten en zich daar wel ordelijk gedroeg? Antwoord: Wij gelooven, dat het aan een deel der bevolking zelft ligt, dat nog altijd niet genoeg zelfbeheersching bezit om op ordelijke wijze van een optocht te genie ten. Uw veronderstelling, dat het daaraan niet kan gelegen hebben omdat vele Leide- naars ook den Haagschen optocht hebben bijgewoond en het daar wel ordelijk toeging gaat natuurlijk niet op. In de eerste plaats zullen daar niet de grootste herriemakers (jongens en meisjes uit de fabriekswijken) bij geweest zijn en zoo ja, dan gingen ze daar in de massa op en voelden zich niet zoo vrij. Wanneer een optocht eerst ordelijk kan zijn als er een groote politie- en militaire macht met strenge maatregelen optreedt doet men beter geen optocht te houden. Het komt ons voor dat wij hier tc veel op tochten hebben waardoor de rechte animo om er van te genieten er af gaat en men er een lolletje van maakt. Vraag: Wat is de oorzaak, dat, terwijl hij den optocht onlangs te 's-Gravenhag© ge houden, d© weg reeds van te voren was af gezet, niemand vóór den stoet of langs d©n stoot liep? Het is hier bij optochten, zoo- als verl. Maandag, steeds een janboel. Antwoord: Gaarne geven we toe, dat de Maandagavond-optocht zeer wanordelijk was, maar bij den middagoptoclit was het toch niet zoo erg. Dat de weg van te voren niet was afgezet, lag natuurlijk aan de rege ling der politie, die dit blijkbaar niet nooc dig geoordeeld heeft. In Den Haag had de politie trouwens meerdere hulp van mi "Ij. tairen te paard. Vraag: Met het militaire onafhankelijk- heidsfeest waren er zeer veel menschen op de been iom den stoet t© zien. Vooral dea avonds op de B-reestraat stonden de menschen als opgepakte haring; geen muis kon er door. Ik vond het echter verschrikkelijk dat de electr. tram door deze massa menschen heen moest rijden. Het was gevaarlijk voor de menschen en een zenuwachtige inspanning voor de wagenbestuurders, welke den geheelen weg voortdurend belden. Ook auto's gingen er door. Zou het nu niet mogelijk zijn, dat de Trammaatschappij gedurende den tijd, dat de optocht door d© straten gaat, rde tram stop laat zetten en de politie maatregelen neemt om auto's en rijtuigen uit de massa menschen te weren? Antwoord: Maatregelen tot stopzetten van het tram- en rijtuigverkeer mag men niet al te gauw nemen. Met een beetje voorzich tigheid, die hij zulke gelegenheden toch ge raden is, g-aat het ook nog wel. De tram reed langzaam; of de auto's vrij baan had den, gelooven we niet. We zagen toch dat een autobestuurder, die van uit de Prinsesse»- kado de9 avonds tijdens de drukte de Bree- straat wild© oprijden, door de politie werd tegengehouden en lang© het Rapenburg ge ledd. Vraag: Was onze cavalerie tijdens den laatsten optocht met vacantie? Ieder© leek kon vooruit wel zien, dat politie alleen on danks haar ijver daar niet tegendo herrie opgewassen was. Vooral niet als haar atfaar een halfuur daarvoor gegeven wordt Antwoord: Zie het antwoord boven. Wij blijven er bij, dat, als men werkelijk van een optocht genieten zal, dat dan niet mag geschieden achter een haag cavaleristen. Zoo zal het hoofd der politie er ook over gedacht hebben. De herriemakers mogen zich scha men en zorgen later beter op te passen. Vraag: Moet de lichting 1906, welk© nu onder de wapens is, ook manoeuvres mee maken Antwoord: Neen, de lichting 1906 blijft Sn haar garnizoenen om daar to worden ge oefend. Vraag: Aangezien ik 16 Sept. moat loten en ik graag bij de zeemilitie zou willen dienen, wilde ik u vragen om inlichtingen, waar of ik mij dan moet vervoegen? Antwoord: Op het Raadhuis. Vraag: Weet u ook 'n middel oni inkt uit een gekleurd linnen tafelkleed en een ge kleurd wollen jongenspak te krijgen? Antwoord: Als do vlekken nog vrij versch zijn, dan begiet u rl© vlek met melk, waarin de inkt oplost en daarna uitwasschen met water en- zachte zeep. Zijn de vlekken ouder, dan neemt men een hcete oplossing1 van klaverzout en bevochtigt daarmede d© vlek om ze daarna te bestrooien en in te wrijven met zinkpoeder, waardoor de vlekken onmiddellijk verdwijnen. Vraag: Ik bezit een boek met perka menten band; de ouderdom is kenbaar aan de mot, welke er in huis heeft gehouden, doch tevens aan het jaartal. De titel begint als volgt: „Zaamenspraa.ken tusschen eenen Bisschop en eenen Parlemcnts Hoer, enz. Uitgegeven te Leuven, voor T. CRA- JENSCHOT, Boekverkoper. MDCCLVI. Is dit nog een boek van waarde en hoe oud is dit nu? De inhoud der bladzijden is gaaf en ongeschonden. Antwoord: Misschien heeft het voor een liefhebber nog eenige bijzondere waarde, wat mode afhangt van de zeldzaamheid van het boek. Blijkens het in Romoinsch© cijfers uitgedrukt jaartal is het in 1756 uitgegeven, het is dus 157 jaar oud. Er zijn wel veel oudere boeken. Vraag: Zoudt u zoo goed willen zijn mij een afdoend middel tegen het uitvallen van haar te geven en tegen roos, daar de rooe nog al erg vast zat op het hoofd? A n t w.o 0 r dAl© een goed len in ieder geval onschadelijk middel wordt aanbevolen een mengsel van ricinusolie en goeden Franf Bohen brandewijn half en half saaingevoegd en flink door elkaar geschud. De dunharig© plekken moeten flink daarmede worden in gewreven. Vraag: Ik wilde een huis bouwen naast een openliggend perceel grond en den bui tenmuur 'judsrt op d© scheiding plaatsen. De eigenaar van dit perceel beweert, dat de buitenmuur 60 o.M. van d© gTenslijn moet blijven; is dit zoo? Antwoord: Weineen, u mag op uw 'eigen grond den muur optrekken zooals u wilt, als Vl maar zorgt, dat u het eigendom) Van uw buitirmaïi ni©t beschadigt of bena deelt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 6