RECEPT.
gelden voor een vrijstelling van de celiba
tair-belasting. De kwestie was netelig, zoo
netelig, dat eindelijk de knoop werd door
gehakt en de belasting opgeheven werd.
De scherpste wet, die ooit tegen de vrij
gezellen werd ingevoerd, heeft Lodewijk
:XIV voor Canada uitgevaardigd. Er was
een termijn vastgesteld, en ieder, die bij
het vervallen van den bepaalden datum
niet gehuwd was, zou nooit eenig openbaar
ambt mogen bekleeden, zou zich niet
's avonds in het publiek mogen vertoon en,
en zou aan een groot aantal dergelijke
maatregelen ten prooi zijn. Het gevolg was,
dat een groot deel der oude vrijers alsnog
in het huwelijksbootje stapten, en dat een
ander deel besloot, liever het land te ver
laten, dan zich te laten tyranniseeren.
De termijn, waarop het „oude-vrijers-
Bchap" aanvangt, is zeer verschillend. In
Home was men tot zijn 26ste jaar huwbaar,
en noemde men ieder, die deze leeftijds
grens overschreden had, nu reeds een „ver
stokt" vrijgezel. In andere streken achtte
men een man van 40 jaar nog wel in staat
tot de „meest dwaze aller dwaze stappen".
Pas als hij de 50 naderde, werd de kans heel
klein. Op het oogenblik bestaat er een bij
zonder strenge celibair-belasting in Chili,
die alle ongetrouwde mannen boven de 30
jaar 1 pCt. van hun totaal inkomen laat of
feren voor hun vrijheid.
Auto's en paarden.
Het moderne autoverkeer mag de straat
onveiliger hebben gemaakt voor het wan
delend publiek dan dit was in de dagen
van aapje en victoria^ een groot voordeel
is het, dat de auto enorm veel zuiniger
is. De paardenhoeven slaan kuilen en ga
ten in het plaveisel. Een auto daarentegen
rolt gelijkmatig oveu het asphalt of de
straatsteen enDe statistieken, die in ver
schillende buitenlandsohe steden opge
maakt zijn betreffende het onderhoud der
wegen, wijzen een belangrijke daling aan.
In vele gevallen bleef men hetzelfde bud
get besteden, maar liet daarvoor de klin
kerbestrating, die bier en daar nog lag,
veranderen in asphalt. De aanleg hiervoor
is kostbaar, doch duurzaam, en de onder
houdskosten ziin miniem.
Zigeunsr-SSjf spreuken-
De heer P. Schmidt, te Berlijn, heeft
eenige typeerende Zigeunerspreuken ver
zameld
Als je vrouw ruzie met je maakt, heeft
zij iets op haar geweten.
Muziek is een sohoone kunst en een vuil
handwerk.
De beste slaap komt voor middernacht.
Waak dus als de menschen goed slapen.
Pijn houdt op als je er niet meer op let.
Als je morgen te eten hebt, is vandaag
je dag goed.
Zoolang de dominee je alles afkoopt, ben
je nog eerlijk man.
Goed staan is beter dan goed klimmen.
Wie langzaam uit zijn bed komt is vlug
in de kleeren.
Geef je huis niet weg vóór je een dood
kist hebt.
Wie de menschen dom weet te houden,
die is nog eens een knap man.
Een cultuur-historisch film-archief.
De Duitsche keizer heeft altijd een le
vendige belangstelling aan den dag gelegd
voor de moderne kincmatografie. Alle of-
ficieele doen en laten van Wilhelm II
wordt op zijn bevel „opgedraaid". Waar
schijnlijk heeft men hiermee iets bijzon
ders voor.
Naar wij vernemen, ligt het in 's Keizers
bedoeling voor het nageslacht een museum
der twintigste-eeuwsche zeden en gewoon
ten te stichten. De Keizer zelf interres-
seert zich bijzonder voor de gebruiken in
vroegere eeuwen en verwacht, dat over
een paar honderd jaar de menschen wel
eens willen zien, hoe het nu toegaat. Op
deze wijze hoopt hij bet hun gemakkelijk
te maken
De tien geboden voor den student.
1. Gij moet u geen vrijheid tot leeren en
leven laten schenken, maar uzelf vrij maken.
2. Houdt eer en waarheid' hoog, maar
maak van uw eer geen afgodsbeeld en ver
draag de waarheid ook van anderen
3. Wijdt u aan de nieuwe ethiek, wees
geen slaaf van verouderde zeden.
4. Meen niet, dat het noodzakelijk is, dat
„jeune-sse se passé" maar leer orn te leven.
5. Vergeet in den omgang met vrouwen
nooit, dat ge een moeder hebt, en behandel
de vrouwen op dezelfd'e wijze als ge zoudt
willen, dat men uw zusters behandelt.
6. In deze eeuw van hygiëne en statistiek
zult ge u ten opzichte van alcohol niet ach
terlijk betoonen.
7. Ge zult niet vergeten, dat het woord
„student" is afgeleid van „studeeren" en
dat ge alleen door hard werken het recht
verkrijgt om eens een enkelen keer lui te
zijn.
8. Wees niet kleingeestig en denk bij het
studeeren niet uitsluitend! aan het examen,
maar zorg naast vakstudie voor alge
meen© ontwikkeling, zoodat ge later in le
ven en beroep tot een leider van het vblk
kunt worden.
9. Ge zult niet reeds nu antirevolutionnair
of sociaal-democraat, conservatief of voor
uitstrevend, orthodox of liberaal zijn, maar
eeröt al deze richtingen grondig leeren ken
nen en verdraagzaamheid oefenen, omdat
ze toch allen eenzijdig zijn.
10. Ge zult u in stud-entenvereenigingen
niet druk maken om etiquette of vechten om
het presidentschap, maar u eerst in dienst
stellen van de gemeenschap.
Het Champagne-verbruik.
Volgent1 den Franschen statisticus Yves
Gujrot bedroeg de champagne-uitvoer in
1S46 4,711,915 flesschen in 1872 was de
uitvoer gestegen tot 18,017,779 flesschen
in 1909 bedroeg de uitvoer 26,173,580
flesschen. De uitvoer is dus enorm toe
genomen.
Dat de Franschen echter zelf ook nog wel
eens den champagne doen knallen, bewijst
het volgende: in 1846 maakten de Fran
schen 2,355,366 flesschen soldaat, welk cij
fer in 1909 gestegen was tot 13,120,946. In
1909 heeft dus de totaal-productie 39.294,526
flesschen bedragen.
Uit de bovenstaande statistiek blijkt, dat
het champagne-verbruik in Frankrijk dus
in veel sneller tempo is toegenomen dan
de bevolking.
Sneeuw eieren.
7 eiwitten, 115 gram suiker, wat vanielje-
poeder, l£ liter melk, 50 gram maizena.
Bereiding: De eiwitten met de helft van
■de suiker zoo 6tijf kloppen en daarbij va-
nieltje voegen. De melk in een platte lage
pan met de overige suiker laten koken.
Schep telkens een gedeelte eiwit, ter gröttt-
te van een ei, met een lepel op de kokende
melk en plaats er niet te veel tegelijk in de
pan, uit voorzorg, dab zij elkaar niet raken.
De vlokken moeten vier minuten op de melk
koken, af en toe gekeerd, en er met de
schuimspaan uitgenomen wordeai. Wanneer
zij koud zijn, presenteert men ze met saus
er omheen, die van de overige melk met
maizena gemaakt wordt. Men kan de saus
ook binden met de eierdooiers.
STOPGOUD.
ALs de droomen var den knapenleeftijd
vervlogen zijn, klopt het hart -des te warmer
voor de werkelijkheid. Het sc-hoone en edele
wordt eerst naar waarde geschat door hem
die weet, hoeveel laag, er omgaat in de we
reld, hoeveeel nood en ellende de mensch-
heid pijnigt en kwelt.
C .Vosmaer.
Wetenschap, in de jeugd verkregen, is
gelijk een opschrift, in marmer gebeiteld.
Joodsche Spreuk.
Menschen fietserc.
Ik fiets door Nergensbuizen en stap af
voor de onder kastanjeboomen schilderach
tig gelegen dorpsherberg. Ik ga in de met
fijn zand bestrooide gelagkamer zitten en
bestel een broodje met ham.
De herbergier brengt een flink belegde bo
terham en zegt:
„Dat kost twee dubbeltjes."
„Goed, zeg ik, maar ik wil nog meer
eten."
„Ja", meent hij en verroert zich niet,
„maar daar moet dan vooruit voor betaald
worden."
„Maar man, je hoeft niet bang te zijn,
dat ik er tussohenuit zal trekken."
„Dat kan wel zijn," zegt hij „aan fatsoen
lijke menschen vraag ik ook nooit vooruit
betaling, maar met fietsers kun je nooit te
voorzichtig zijn
De victorie zonder armen.
Pat bezoekt het museum voor beeldhouw
werken en ziet er een beeld zonder armen.
„Wat is dat?" vraagt hij aan den sup
poost.
„Dat beeld heet „De Overwinnaar*',.'
antwoordt de bewaarder.
Pat kijkt aandachtig naar het beeld.
,De overwinnaar," zei hij daarna.
„Nou, dan ben ik benieuwd eens den an
der te zien."
Opschriften.
Gelezen voor een winkelruit:
Alhier verkrijgbaar voor de feesten: Ille
meneer en andere verlichte artikelen..
Op een uithangbord te Breda:
Orto peesche
Schoonmaker.
Op een koffiehuis tegenover een apotheek
Hier en hierover verkoopt men dranken,,
Hier voor de gezonde en daar voor de
kranken.
Sch ooibriefje.
Een jongen, die een paar dagen de school
verzuimd had, kwam terug met een verband
om zijn keel en volgend briefje van zijn va
der:
„Meneer wilt u mijn zoon vandaag nog
geen Duitsche les geven, zijn keel i© zoo pijn
lijk, dat hij nauwelijks Hollandsch kan pra
ten!"
Nie<t onaardig.
Overste der cavalerie: „Neen, meneer de
rechter, u vóór."
Rechter: „Volstrekt niet! Na ui Macht
gaat boven recht."
Indi en...
„Wil ik u misschien voor acht dagen het
boek over welgemanierdheid leenen?"
„Als u het zoo lang kunt missen."
De hand erin.
„Ik ben vanmorgen van huis gegaan zon
der een cent in m'n zak."
„Hoe kwam dat zoo?"
„'k Weet 't niet. Ik vermoed, dat mijn
vrouw er de hand in heeft gehad."
Hij eet weinig.
Mevrouw (tot de keukenmeid)„Wat zeg
je Marie, ben je geëngageerd? Daarvan heb
ik nog nooit iete gemerkt l"
Keukenmeid: „Ja, mevrouw, maar hij eet
ook zoo bitter we;nig
Gemaa-kerdbal.
„Onder de maskers heerschte een zéér
opgewekte stemming; de feestvreugde was
op ieders gelaat duidelijk zichtbaar
Doorzien.
Dokter: „Mevrouw, zouden we uw echt
genoot niet eens met X-tralen onderzoo
ken?"-
Mevrouw„Niet noodig dokterIk heb
hem al. lang doorzien!"