Ilo. I©4le
LËIBSGH DAGBLAD, Zaterdag 3D Augustus. Eerste Blad.
Anno 1913.
Brieven uit Warmond.
De gemeente-begrooting
voor den dienst 1914,
nr. (Slot).
FEUILLETON.
eest pHsises.
Brieven uit Katwijk.
Liir.
m'aldefrij1, hoeft verzekerd. Wat ik ten dezte
geschreven heb, is de volle waarheid; geen
tittel of jota, trek ik daarvan terug. Wel
weet ik, dat da voor gezegd doel aange
kochte grond behoort tot de terreinen, thans
noodig voor de berghaven. Toen de grond
werd gekocht, was het nog de bedoeling
de opslag-plaats der loggers te graven aan
de Noordzijde van het Prins.Hendrik-kanaal,
welk plan, ontworpen door den ingenieur
der gemeente, is vervangen door een groot-
scher, dat de hoofdingenieur van Rijks- en
Provinc. Waterstaat heeft aanbevolen en voor
de uitvoering van welk laatste plan Rijk en
Provincie bereid zijn subsidie te verloenen.
Maar ik weet ook, dat de tegenwoordige
eigenaar van besproken grond bereid is dien
de gemeente tegen kostprijs weder over te
dragen, indien hem terzelfde grootte een
stuk grond gelegen aan de berghaven in ruil
wordt gegeven. -Mijn bewering, dat zoodTa
do berghaven gegraven zou zijn en in ge
bruik genomen, ter plaatje een scheepmaker ij
zou geopend worden, is alzoo niets meer dan
de waarheid een feit alzoo ook, dat de tot
stand-koming der vaartverbetering Ivatwijk-
IJmuidcn inclusief hot graven van do berg
haven zal slrekkcn tot opbloei dezer thans
kwijnende nijverheid.
In één ding heb ik me evenwel vergist; ik
heb gezegd, dat de grondeigenaars van deze
werken niet zouden willen profiteeren, daar
zij zich niet zouden laten verlei len om meer
dan de werkelijke waarde voor dc bciioodig-
de gronden te vragen, waar het van alge-
meeiïe bekendheid is, dat bij onteigening goen
hcoger prijs wordt uitgekeerd. Hierin heb
ik in ij deerlijk vergast, ik erken dit volmon
dig, er is iemand, nog wol een Rijksambte
naar, eigenaar van een zeer afgelegen, ge
heel ingesloten, zonder ©enigen uitweg zijnd
perceeltje teelgrond van ong9veer .220 Al2., die
gezegd -perceel nog geen 10 jaar geleden
kocht voor ruim f 57 en die- daarvoor, thans-
oen bedrag van duizend gulden durft
vragen. Toen ik dit hoarder kon ik me zelf
niet gclooven, nog veel minder mijn zegsman,
en ben ik daarom op onderzoek uitgegaan
en ter plaatse waar men het kan weten,
kreeg ik de verzekering, dat mijn inlich
tingen juist waren. Nu begrijpt ieder, dat
een dergelijke dwaze eisch nimmer zal
werden ingewilligd, maar hieruit valt tooh
wel af tc leiden, dat het met den aankoop
der benoodigde gronden niet zoo vlot zal
gaan, dat het bezit diergronden, ai ware
het slechts alleen van het zooeven besproken
peroeol, langs den weg der onteigening zal
moeten plaats hebben. Indien Rijksambtena
ren in dezen voorgaan, wat mag dan van
gewone particulieren worden verwacht!
Ik vind dit bepaald jammer, eerstens om
dat hierdoor de spoedige tot-stand-kom ing van
het zco ncodige. werk onwillekeurig wordt
togen gehouden en tweedons omdat het bij
een dergelijke wijze van werken doorgaans
hard tegen hard gaat, waardoor warme hoof
den worden gevormd, en men weet hotwarme
hoofden geven koude harten.
In mijn vorigon Brief heb ik zeer tot mijn
leedwezen nog verzuimd te wijzen op oen
groot voordeel van de berghaven.
Deed. ik vroeger reeds uitkomen, dat het
gereedmaken der vaartuigen thans te IJmui-
den en elders moet plaats grijpen, is de
berghaven met vaartver betering daa'r, dan
kunnen de loggers naar Katwijk worden ge
bracht en heeft hJert zoogenaamde graaien"
dus ook te Katwijk plaats, waardoor de
equipage de laatste veertien dagen bij haar
familie kan blijven. Mannen en vaders be
hoeven hun eolitgenooten en gezinnen niet
feitelijk reeds twee weken cvóór de afvaart
naar de hari ngvissch or ij te veü*l aten. De
jeugdigen onder de bemanning kunnen dan
ook langer in het ouderlijke huis vertoeven,
zijn niet gedoemd om twee weken en langer
elders te verblijven; elders, waar de onder
vinding heeft bewezen, dat het voor hen
zoo verleidelijk, zoo gevaarlijk is. Kortom:
de berghaven zal ook in niet geringe mate
do huiselijkheid onder de visschersgezinncn
bevorderen.
Toen ongeveer 35 jaren geleden het Prins-
Hendrikkanaal stond geopend te worden, wa
len er pessimisten bij de vleet, die mem de q,
dat een uitgaaf daarvoor nimmer gemoti
veerd was, dat daarmede een zorg op den
hals der gemeente werd gehaald, die zou
blijken niet te dragen te zijn. En wat heeft
de toekomst, de tijd van lieden gebracht
Katwijk, destijds een gemeente, die met
moeite den strijd om het bestaan kon strijden,
die moest worden opgenomen in de rij dor
noodlijdende gemeenten, wier belastingbeta
lende ingezetenen do hoog noodigo gemeen
telijke uitgaven niet konden bijeenbrengen,
is thans een plaats, die met eere mag wor
den genoemd, omdat reeder ij en handel mot
de aanverwante bedrijven er bloeien. Is die
bloei door noeste vlijt en volharding van het
Gemeentebestuur verkregen, in ieder geval
mogelijk gemaakt, het doet mij genoegen
to mogen zien, dat on zo Vroede Vaderen
niet op de behaalde lauweren blijven rusten,
dat zij een geopend oog blijven houden voor
de belangen van de. zoooven genoemde be
langrijkste factoren van welvaart en bloei,
n.l. de visscherij cn de handel. Een der
meest bekende Raadsleden heeft het enkele
jaren geleden zoo juist gezegd, dat Katwijk
zich vcor deze bcido factoren offers had.
te getroosten, omdat met de vissoherij cn
handel Katwijk valt of staat. Dat Raadslid
was wel een reedcr, maar hij wist het uit
zijn jarenlange praktijk, dat de visschorij
en handel alleen dan kunnen bloeien, wan
neer do banen barer ontwikkeling niet wor
den versperd.
Het is geenszins oen „Geldsachgesinnung"
W3.nneer ik in bovenstaande regelen nogmaals
een pleidooi heb trachten te geven voor do
vaartverbetering KatwijkIJmuiden!
LV.
Lang heb ik geaarzeld het onderworp,
waaraan ik een gedeelte van mijn brief wil
dienstig maken, te handelen; doch na rijp
beraad ben ik over de bezwaren, welko mij
weerhielden, heengestapt. Reeds oer kwam
ik tegen verdachtmaking cn onrechtvaar
dige handelingen op, zonder aanzien des
persoons, zoodat ik dit thans, nu het 'n ano
nymus geldt, zeker nog vrijelijker kan doen
en het mij als plicht kan aangerekend wor
den. Gedachtig het: „Kwaad is kwaad en
goed is goed, of ó'at vriend of vijand doet",
zal ik ook van deze zaak kortelijks alles me-
dedeelen, en er van zegegen, wat ik er van
weet, van denk, en anderen er van zeggen.
't Is nu bijna drie weken geleden, dat aan
het Warmonderhek, op een Maandagavond,
een lief, aanvallig, nog geen drie jaar oud,
blond, krullig knaapje, het waakzame moe
deroog ontkomen, het vaderlijk toezicht ont
gaan, den zorgen van het personeel ont
vloden was, en nergens te vinden, met angst
en bange verwachting gezocht werd. Tot
eindelijk o, treurige waarheid, de vader het
lijkje van zijn lieveling zelf vond en uit het
water haalde. Verschrikkelijk treurig, zal
ieder, die voor eens anders leed iets voelen
kan, moeten zeggen.
Ieder was dan ook vol deelneming met Het
treurig lot, dat de familie L. zoo plotse
ling trof, en in diepen rouw dompelde.
Toch had niet. ieder medelijden met haar
verlies; integendeel.
Het geval staat hierbij alleen, doch een
anonymus gaf dit onomwonden in 'n schrij
ven een „gedicht" te kennen, waarvan de
Redactie van dit Blad, hoewel hij haar be
kend was, den inhoud niet onder de oogen
van de lezers heeft willen brengen; een in
houd, welk© niet vreemd bleek aan de jong
st© Raadsverkiezingen alhier. Ik wil hier
ook niet het politiek gedeelte aanroeren en
evenmin aan een oordeel onderwerpen de
letterkundige waarde van dat dichterlijk
venijn of die rijmelarij. Hoogstaand is deze.
zeker niet. Hoe kan iemand zóó te werk
gaan! Dat wilde ik uitroepen en cr bijvoe
gen de dichter" heeft geen vaderhart,
geen helder denkvermogen. Is hij misschien
ontoerekenbaar? Doch neon, het tegendeel
daarvan is m. i. ook weer aan te nemen.
En dat schrijven te Sassenheim gepost
ontving de vader van het verdronken
knaapje, nog vóór het lijkje was begraven,
ongeveer 24 uren na het t-mrisr ongeval.
Waarvoor dan to°li. g?a~hte lezer, dat
zwaarbeproefde, diepbedroefde ouderhart,
na radelóoze smart., in stiMe berusting ge
komen. zóó wr°~d, onmenschdi'k gevoelloos
opnieuw gewond zoo treurig laag te tref
fen
De kleinen treden op 't kleed, de grooten
op het hart-, zegt Vondel, maar gij werpt uit
uw schuilplaats een niet te pareeren'moord
wapen, om de gapende wonden te vergroo-
ten, met gif te vullen. Maar wie anony
mus, geeft u recht en vanwaar uw bevoegd
heid, om een dergelijk oordeel uit te spre
ken, wat gij blijkbaar nog doet oncrcr het
mom van zedeprediker Wat geeft u recht
een beschuldiging van te zijn Godshooners
dat zwaarbeproefde gezin naar het hoofd te
slingeren
Vergeef mij, geachte lezeressen en waarde
lezers, als ik mij te scherp heb uitgespro
ken. Maar neen! dat kan niet. Een derge
lijke handelwijze is zoo in en in- treurig, dat
men die niet scherp genoeg kan afkeuren,
en alleen spijt gevoelen kan, dat men niet
in krasser woorden ziin verontwaardiging
lucht kan geven. Doch bij dat alles, zac ik in-
deze zaak o zoo gaarne den anonymus uit
zijn schuilhoek gehaald.
Niet om hem te kastijden, "iet om h°m tei
veroordeelen, dat laat ik aan anderen over,
doch er worden namen, rf beter er wordt een
naam genoemd van wien men denkt, zelfs
pertinent zegt: „Niemand anders kan het
zijn". En al is er veel schijn, ik zou gaarno
een bewijs zien om, zoo h°t soms eens niet-
die wezen mocht, lmm vrij te kunnen spre
ken van een onschuldig hem opgelegde
blaam, een verdenking van zoo ernstigen
aard.
Neg boord° ik van iemand, zeer betrouw-'
baar, dat een ander persoon, bij een sterfge
val te zijnen huwc, een dergelijk geschrijf
ontving; doch mijn "erontwaaroiging is al
zoo groot dat ik liever van dat weerzinwek
kend onderwerp afstnn. óm te komen, nog
eens op h©t „lichtpunt" dat mij nog: 1 in-
terresseerde.
In de Laatste Raadsvergadering is bij kris
en kras verzekerd, dot de Warmondsche
Brieven een onjuiste berekening gaven, 't
Ging over die 5 a 6 cents per uur van dep
lampenist. Nu, eerlijk gezegd, schreef ik zóó,
dat ik kon gelooven, dat ieder het snappen
kon, en heel eenvoudige, oningewijde lezer»
hebben heel goed begrepen, dat het niet
ging over het salaris, dat hij reeds genoot*
doch over de (vermoedelijke, niet vasto
nog) vergoeding, die men hem toedacht voor
het meerdere werk, hetwelk hij deed. Zelf ia
in die vergadering verklaard, dat het in geen
twee uren te loopen wasdus mijn bereke
ning van 65 x 2 x 2 uren is 260 uren was
niet te hoog. De f 13 a f 14 die van die f 20
na aftrek van kosten overblijven, maken bij
mij niet anders da-n zoo'n nikkelstukje onge-.
veer per uur.
Nu heb ik nog nooit gerept van bekeuring»,
geld, want de politie is dien man wel zoo
genegen d'at, als de gelegenheid schoon is,
zij haar mede-gemeente-ambtenaar nog een
paar gulden boete bezorgt, omdat zijn Tij-
wiellantaarn ten gevolge van den storm het
eens begaf. Maar daar had zij recht toe.
Als ik eerlijk mijn gevoelen eens zeggen
moet, dan geloof ik, dat die man er uit
moet. De politie moet ten minste al iemand
gepolst hebben, of hij dat „baantje"' niet
beliefde. Doch. deze moet geantwoord heb
ben: Dank je voor zulke baantjes, daar je
niets aan verdient."
Ten slotte zal het er nog op uitdraaien,
dat de lantaars automatisch uitgedraaid zul
len worden. Nu er is maar een systeem, dat
nog een beetje betrouwbaar is en dat zou een
uitgaaf meebrengen van f llCO a f 1200 in-
eens en toch nog 'n controleur op den koop
toe, die niet gemist kan worden. Misschien1
krijg dit dan neg iets meer dan nu de lampe
nist, maar dan is toe de gewensehte veran
dering er en krijgen wij 'n steeds meer kosten
gevende gemeente-onderneming, waar men
nog veel pleizier van beleven kan. Want de
kunstjes om een geheelen dag een lantaarn
met weinig moeite te laten branden, zal men
hier ook niet achterwege laten.
Met dat al blijf ik, van een vrij standpunt
uit, betreuren, dat het ééne Raadslid, dat
nog opkomt voor billijkheid en recht wil doen
toekomen en arbeid naar waarde beloonen,
totaal a.lleen staat. En tweedons, dar men
zich met gewoon en duidelijk geschrijf, niet
begrijpelijk genoeg kan uitdrukken voor
iemand, die naar mijn meening aan een half
woord genoeg moest hebben.
Ik leef echter altijd nog in het gelukkig
De koeten van het onderwijs zijn geraamd
op f 528,343, tegen f 520,637 over 1913. Hier
is dus een toename van f 8000 to oenstau
teeren, wat op zulk een- gToot bedrag eni
met de wetenschap, dat aan alle takken van
onderwijs steeds hoogere eischen worden ge
steld, zeker nogal mosva.lt. Bovendien komt
dit bedrag op verre na niet geheel ten laste
der gemeente. In do salarissen van het onder
wijzend personeel, draagt het Rijk bij
f 122,653, voocr het' herhalingsonderwijs f 1500,
voor de Kweekschool voor Onderwijzers en
Ondexwijzerceöcn f 12,792, voor het Middel
baar onderwijs f 10,000, vcor het gymna
sium f 11,597, of in het geheel bijna f 150,000.
Dan zijn hier ook ondergebracht 9ubsidiën
aan instellingen, die met het eigenlijk onder
wijs in zeer verwijderd verband staan, zoo
als f 500 als bijdrage aan de restauratie
der Pieterskerk, f 5000 vcor dc volksfeesten,
f 5500 aan Schouwburg en muziekkorps.
De kosten voer het lager onderwijs zijn
het grootst. Uitgetrokken is daarvoor
f363,525 tegen f355,193 in 1913.
Het Middelbaar, cn gynmasiaal-ondcrwijs
zal volgens doze begroeting moeten kosten
f123,722 tegen f122,243 in het jaar 1913,
waarop de kosten toen waren geraamd. Dc
verdere kosten in dit hoofdstuk onderge
bracht zijn in het geheel f41,046, waarvan
f 21,173 aan kcoten voor dc openbare en f1400
voor subsi die aan de bijzondere bewaar
scholen.
De kosten van het armwezen cn subsidiën
en bijdragen aan daarmede in verband staande
instellingen worden geraamd op f141,860
tegen f 132,550 in 1913 of zoo ongeveer f 9000
meer.
De meeste hierop voorkomende posten zijn
weder hcoger geraamd dan een jaar te voren.
Do koeten van do gomcente.apoth.cck f 500,
onderstand aan bohoeftigen ook f 500, dc
groot© verhooging wordt echter veroorzaakt
door den poet kosten van verpleging van
arme krankzinnigen, waarvoor nu is uitge
trokken hot aanzienlijk bedrag van f 77,160,
bijna f7000 moer dan in 1913.
Onder de ontvangsten vinden wc echter een
bedrag van f 22,720 als subsidiën van Rijk
en Provincie voor dit doel uitgetrokken. Er
blijft dan tcoh nog een bedrag van ruim
f50,000 ten laste der gemeente.
De kosten van den Armenraad zijn pro
memorie uitgetrokken. Alen weet zeker nog
niet bij benadering te bepalen, wat deze
Raad aan de gemeente zal kosten. Het zal
nog wel niet meevallen.
Het hoofdstuk IXKosten voor landbouw,
handel en nijverheid is gestegen van f 8930
tct f 10,430. Deze stijging wordt hoofdzake
lijk veroorzaakt door een post van f 1500
voor kasten van de ontsmetting van de vee.
markt, waarmede vroeger de paohtcr van
den reinigingsdienst schoon belast. Dit be-,
dra.g verhoogt dus als het ware nog den
gemeentelijken reinigingsdienst.
De lies te d van do vrije paardenmarkt zul
len volgens de begroeting ook nog f 500 be
dragen.
De kosten van het beheer en onderhoud
der bezittingen iu het voLgend hoofdstuk
ondergebracht zijn ook al weer ruina f 4000
liooger geraamd. Er is voor uitgetrokken
f 32,872.
De grondlasten en personcele lasten zullen
naar raming van f5656 tot f.9096 stijgen,
een gevolg van don aankoop van huizen en
land in dit jaar.
Aan rente en aflossing zal volgens deze
begrooting inbeten worden betaald f 353,069
legen f322,436 in 1913.
Die aanzienlijke vermindering is te wijten
aan do rente van lijdelijk opgenomen gelden
ter voorziening van kasgeld.
Op de begreoting van 1913 was daarvoor
uitgetrokken f 30,000, thans f 65,000.
Het 13de hoofdstuk vermeldt „uitgaven,
niet ender vorige hoofdstukken behoorende",
waarvoor is uitgetrokken f25,455. De voor
naams!© post daarvan is voorschotten aan
ambtenaren der gemeente, ten- einde daaruit
voorloopig kleine betalingen ten behoeve der
gemeente te doen en leert dus dat vele
kleintjes dan toch wel degelijk een, grooto
la a ken.
1)
Voor het dorp Deeping was het feit, dat
een 'hofstede in Midden-Deeping verhuurd
werd, op zichzelf een niet onbelangrijke
gebeurtenis! maar de bewoners van Groot-
Deeping, Midden-Deeping en Klein-Dee-
ping warem zeer ontsteld, toen het bericht
kwam, dat die woning aan een Duitsohe
prinses was verhuurd. De. vrouwen vooral
verwachtten haar komst met de levendigste
belangstelling en nieuwsgierigheid en deze
steeg ten top, toen men vernam, dat prin
ses Elisabeth van Kass el-Naesau pas 19
jaar en 7 maand.cn oud was.
De tweelingen Damgerfield deelden do
opgewonden nieuwsgierigheid hunner bu
ren niet. Zij voelden zioli er door belee-
digd, dat- de huurster van Midden-Deeping
een Duitsohe prinses was. Erebus was
meer gekrenkt dan Terror (aldus waren de
bijnamen der tweelingen), en men mag aan
nemen, dat de grootc vaderlandsliefde, die
zij in dit opzicht ten toon spreidden, tot
bp zekere hoogte afhankelijk was van het
feit, dat mevrouw Blenkinsop, de voor
naamste babbelkous uit de buurt, op een
biddag kwam thee-drinken, en mededeelin-
gen had te doen omtrent de grootvaders,
g'ootmeoders, verwanten, ooms, neven pn
^ntes van de prinses, eindigende met de
uitspraak; „En wat een voorbeeld zal ze
z'jn voor de meisjes uit den cintrek
Toen de prinses de boerderij bereikte,
J^rd de nieuwsgierigheid dor buren slechts
0n deele door haar aanblik beloond. Zij
Aan den gemeente.ont vanger wordt daar
voor f 12,000 toegedacht, tot uitbetaling van
weekloon aan stadswerkvolk, aan den com
mandant der brandweer f 1000 voor dc uitbe
talingen van belooningen aan brandweerlie
den, aan den directeur van het Openbaar
Slachthuis ook f 1000, aan den directeur der
gemeentewerken voor de betaling van vrach
ten en nota's van kleine leveringen f2000,
aan de hoofden der scholen voor het doen
schoonhouden der lokalen en het aanmaken
der kachels, elk f 100, enz.
Ock komt er op voor een bedrag van f 1000
voor andere uitgaven, niet onder de voren
staande behoorende. Deze zijn dus wel extra
moeilijk onder eciiige rubriek te brengen.
Zoo komen we eindelijk tot do uitgaven,
wtiko zoo noodig door buitengewone
ontvangsten mogen gedekt worden. Dit hoofd
stuk wijst een eindcijfer aan van f2,085,512
tegen f 1,069,772 op de vorige begrootingon.
Daarop komt in de eerste plaats voor: aflos
singen van dc gemeentebedrijven tot een be
drag van f 85,512, die door hetzelfde be
drag onder de ontvangsten gedekt wordt
doordat de Sted. Fabrieken van Gas en
Elcctriciteit en de gestichten „Endegeast"
enz. het aan de gemeente afdragen.
Verder is daarop uitgetrokken f 2,000,000
voor aflossing van tijdelijk ter voorziening
in de behoefte aan kasgeld opgenomen geld.
Ock dit bedrag vinden wij weder onder dc
ontvangsten terug. Alen wacht op een ge
schikte gelegenheid tot hel aangaan van een
definilieve leening. Alen zal zich herinneren
dat daarover in de laatste vergadering van
den gemeenteraad nog over gesproken is,
toen door mr. Van der Pot werd opgemerkt,
dat z. i. de gemeente thans deze leaning
reeds had. moeten aangaan.
Hiermede hebben wij getracht oen vrij
duidelijk overzicht van de gemeentebcgroo-
ting te geven. Van eritiek zoowel in liet
algemeen, als op enkele onderdosten, mes
ne n we ons te moeten onthouden. Straks
komt zij in de afdeelingen van den Gemeen
teraad in behandeling en daarna in open
bare vergadering. Wij zullen er dan nog wol
van hooien.
Wij gelooven echter niet da-t de Raad aan
het besnoeien dor uitgaven zal gaan. Aten
zal zich wol bepalen tot op- en aanmerkin
gen van ondergeschikten aard, zoodat de
begreotang zeer zeker zal worden aangeno
men, zcoals zij is voorgesteld.
Dat mijn vorige Brief, handelende over oen
voor Katwijk zoo belangrijk onderwerp, on
besproken zou blijven, had ik geenszins ver
wacht. en in het belang dor- goede zaak ware
hot dan.ook geweest, indien eritiek ware ge
geven in dit Blad, dat mijn Brieven opneemt.
Dit hoeft echter niet zoo mogen zijn. Ware
het nu in die eritiek bij - bemerkingen igo-
blèven, ik zou daarop niet ingaan; maar
waar gezegd werd, dat ik leugen met waar
heid dooreen meng, acht ik het plicht op
de kwestie in deze terug te komen. Ik heb
dan gezegd, dat do Staat een deel der kosten
zal dragen; daartoe had ik, volgens mijn ni.ee-
ning, alle recht, want het is van algemoene
bekendheid, het heeft .trouwens in tal
van bladen gestaan en natuurlijk ook in de
Handelingen der Staten.Generaal dat de
betrokken Alinister bij suppletoir© begroe
iing heeft gevoteerd een bedrag van f 5000
als „eerste" termijn van een subsidie in de
voorgenomen werken tot een maximum van
f 117,225 of met andere woorden door het
Rijk zal in de kosten der vaart verbetering
IJmuidcn.Katwijk-aan-Zee, annex het graven
der berghaven, een subsidie aan de gemeente
worden verleend tot hetzelfde bedrag als
door de Provincie in dit werk wordt bijge
dragen. Ik kan mij dan ook niet goed in
denken, hoe er menschcn zijn, die hun min
der ontwikkelden dorpsgenootcn durven voor
houden, dat de Staat voor het werk slechts
f 6000 heeft uitgetrokken. Alen zou zoo zeg
gen: iemand die dit met een gerust geweten
het volk durft voorhouden, zal voor niets
terugdeinzen.
In mijn Brief heb ik verder gezegd, dat
er een bekwaam scheepsbouwmeester is, die
zich reeds nu het bezit van grond voor een
naar de eischen des tijds ingerichte sohoep-
bezooht niet, na-ar verwacht werd, een der
d/ri© kerken, want zij had haar eigen pre
dikant meegebracht. Zij zagen haar alleen
op haar rijtoeren gedurende den middag,
een kleine, stijve gestalte, met een dikken
sluier tegen de zon, rechtop zittend in de
victoria naast de hoogroode barones,
(d. w. z. rood in het gezicht; zij was in het
zwart gekleed), onder wier hoede zij naar
Engeland was gekomen.
Men hoorde nu, dat de prinses om ge
zondheidsredenen naar Engeland was ge
komen, dat zij zwak was en dat de genees-
heeren voor tering vreesden. Zij hoopten,
dat een zomer en een herfst in de uitsteken
de lucht van Deeping haar zouden verster
ken. Dat bericht verminderde de koude vij
andigheid van Erebus.
Alaar het feit, dab zij tot dat volk be
hoorde, dat Engeland te vuur en te zwaard
wilde vernietigen, bleef niet zonder invloed
op het besluit van de tweelingen, om den
beroemden perzik en-boomgaard van de
boerderij te plunderen.
Hun moeder was dood en dokter Arbuth-
not had hun aangeraden, volop vruchten
te eten. Perziken waren de beste vruchten
in het seizoen en de perziken op de be
wuste boerderij waren, zei men, beter dan
welke perziken ook, in een broeikas ge
trokken. De tweelingen waren nooit bij
maohte geweest, in te zien, dat de wet van
het mijn en dijn ook op ooft toepasselijk
was.
Het was in den namiddag, een stikheet en
namiddag na het bezoek van den genees
heer, en de tweelingen stonden op het punt
him rijwielen te bestijgen zonder op eenig
doel het oog te hebben, toen een gloed
plotseling in de diep-blauwe oogen van
Terror straalde. Hij zei:
„Ik heb een idee".
Bijwijze van antwoord vonkte er glans in
de bruine oogen van Erebus, en vroolijk
riep zij uit:
„De hemel zij gedanktIk begon al te
gelooven, dat ons nooit meer iets zou over
komen. Dat moet het gevolg van het heeti
weer zijn'.
„Die Duitschers", zcd Terror langzaam,
„waarom zouden we geen plundertocht ia
den perziken-boomgaard ondernemen'?''
„Uitstekendriep Erebus en haar leven
dig gezichtje glansde van opgewektheid.
Toen voegde zij er na een pauze schoor
voetend aan toe: „Als de prinses werke
lijk zi.-delijk is, heeft zij die misschien zo'f
noodig."
„Allemaal kan zij ze niet noodig hebben.
Waarom zouden we er niet plunderen? Er
zijn er honderden," zei Terror. „Je moet
er zwaar bier bij drinken. Pruimen zijn ook
lekker, maar daar krijg je gauw genoeg
van."
„Alaar hoe komen we in den boomgaard?
De poort in den muur gaat enkel van bin
nen open", zei Erebus in gedachten.
„Dat behoeft niet." zei Terror. „Haal
gauw wat blaren, die we tusschen de perzi
ken kunnen leggen. Dan smaken ze beter."
Erebus liep den tuin in bij de keuken en
toen zij terugkwam, was Terror bezig een
klein net aan den achterstaaf van zijn fiets
te binden. Daar deden zij de bladeren in en
gingen langzaam naar de boerderij..
De tweelingen kenden de streek door en
door en ongezien bereikten zij langs Het
bosch, dat als een scherm bjj Het huis stond,
den boomgaard^ die achter dehoevegetegpa.
was. Die zoom bccmen was inderdaad nut
tig. Staande op een lagen tak van een dier
boomen, stak Terror voorzichtig boven den
muur uit en bespiedde den tuin. Deze was
stil en leeg, behalve, dat hij een snurkend
geluid hoorde, dat hem een weinig ontrust
te, daar hij het toeschreef aan een varken,
dat op eenigen afstand verwijderd was.
Hij klom naar een hoogeren tak, leundo
over den muur en verspiedde den gulden
last van den boom onder hern. Hij koos
zijn perzik, de rijpste, die hij m het oog
kon krijgen, schoof zijn net daaronder,
sohudde aan den boom, lichtte de vrucht
in het net over den muur en reikte ze
aan Erebus ovcr) die beneden waohtce.
De tuin was niet zoo leeg als Terror
vermoedde. Op een tuinstoel op het kleine
grasveld in het midden zat prinses Elisa
beth, voor hem verscholen door den dich
ten wand van 'n pcreboom en in een stoel
naast haar zat of liever zwom haar gou
vernante, barones Frederica von Aschers-
leben.
De barones voegde niets aan de ouder-
wetsche bekoring van den tuin toe. Haar
oogen had zij gesloten, de mond was open,
haar gezicht was van het pijnlijkste rood
en van haar korten, maar buitengewoon
spitsen neus kwam het snorkgeluid, dat
Terror aan een niet te ver af zijnd varken
had toegeschreven.
De prinses was warm, erg warm gekleed,
den stikheet en middag in aanmerking ge
nomen, en kleine zweetdruppels stonden op
haar voorhoofd. Het boek met verhalen,
dat zij had trachten te lezen, lag omge
keerd op Haar sahoot en zij keek den
glpeaeaK&eai jfcuin rond met een uitdrukking
van ontzaglijke mistroostigheid cn wrevel
op haar knap, bleek gezicht.
Toen verscheen een bewegend voorwerp
binnen haar gezichtskring, juist bij het
einde van den muur onder den pcreboom;
een voorwerp, dat tegen den tuinmuur be
woog. Zij kon niet onderscheiden wat het
was, maar het scheen haar, dat een perzik
werd opgelicht, en over den muur ver
dween.
Dit vreemde gedrag van een perzik wek
te dermate haar nieuwsgierigheid, dat zij
ondanks dc hitte opstond en rustig naar
den pereboom wandelde. Toen zij daar
in do buurt kwam, vond zij een jongen
met mooi haar, die over den muur leunde.
Ofschoon zeer verrast, vergat Terror
niet, beleefd te zijn. Hij glimlachte vriend
schappelijk en zei op zijn meest aangena-
men toon: „Hoe maakt u het?''
„Hij wist niet, hoeveel do prinses-van
hun guitenstreek had gezien en hij was
niet van plan schuld te bekennen door
een overijlde en misschien nuttclooze
vlucht.
„Hoe gaat het?" vroeg de prinses aar
zelend en ©en beetje hoogmoedig. „Wat
voer je daar boven uit?"
„Ik bekijk den tuin", zei de jongen naar
waarheid, maar niet heel nauwkeurig, want
hij keek veel meer naar dc prinses.
Zij staarde hem aan, verbaasd fronste zij
d© wenkbrauwen.
Zij dacht, dat hij perziken had geplukt,
maar daar was zij niet zeker van, en zoo
wel zijn open, argloos gezicht als de hel
derblauwe oogen logenstraften de verden-
king.
(Wordt vervolgd).