Ilo. I©4le LËIBSGH DAGBLAD, Zaterdag 3D Augustus. Eerste Blad. Anno 1913. Brieven uit Warmond. De gemeente-begrooting voor den dienst 1914, nr. (Slot). FEUILLETON. eest pHsises. Brieven uit Katwijk. Liir. m'aldefrij1, hoeft verzekerd. Wat ik ten dezte geschreven heb, is de volle waarheid; geen tittel of jota, trek ik daarvan terug. Wel weet ik, dat da voor gezegd doel aange kochte grond behoort tot de terreinen, thans noodig voor de berghaven. Toen de grond werd gekocht, was het nog de bedoeling de opslag-plaats der loggers te graven aan de Noordzijde van het Prins.Hendrik-kanaal, welk plan, ontworpen door den ingenieur der gemeente, is vervangen door een groot- scher, dat de hoofdingenieur van Rijks- en Provinc. Waterstaat heeft aanbevolen en voor de uitvoering van welk laatste plan Rijk en Provincie bereid zijn subsidie te verloenen. Maar ik weet ook, dat de tegenwoordige eigenaar van besproken grond bereid is dien de gemeente tegen kostprijs weder over te dragen, indien hem terzelfde grootte een stuk grond gelegen aan de berghaven in ruil wordt gegeven. -Mijn bewering, dat zoodTa do berghaven gegraven zou zijn en in ge bruik genomen, ter plaatje een scheepmaker ij zou geopend worden, is alzoo niets meer dan de waarheid een feit alzoo ook, dat de tot stand-koming der vaartverbetering Ivatwijk- IJmuidcn inclusief hot graven van do berg haven zal slrekkcn tot opbloei dezer thans kwijnende nijverheid. In één ding heb ik me evenwel vergist; ik heb gezegd, dat de grondeigenaars van deze werken niet zouden willen profiteeren, daar zij zich niet zouden laten verlei len om meer dan de werkelijke waarde voor dc bciioodig- de gronden te vragen, waar het van alge- meeiïe bekendheid is, dat bij onteigening goen hcoger prijs wordt uitgekeerd. Hierin heb ik in ij deerlijk vergast, ik erken dit volmon dig, er is iemand, nog wol een Rijksambte naar, eigenaar van een zeer afgelegen, ge heel ingesloten, zonder ©enigen uitweg zijnd perceeltje teelgrond van ong9veer .220 Al2., die gezegd -perceel nog geen 10 jaar geleden kocht voor ruim f 57 en die- daarvoor, thans- oen bedrag van duizend gulden durft vragen. Toen ik dit hoarder kon ik me zelf niet gclooven, nog veel minder mijn zegsman, en ben ik daarom op onderzoek uitgegaan en ter plaatse waar men het kan weten, kreeg ik de verzekering, dat mijn inlich tingen juist waren. Nu begrijpt ieder, dat een dergelijke dwaze eisch nimmer zal werden ingewilligd, maar hieruit valt tooh wel af tc leiden, dat het met den aankoop der benoodigde gronden niet zoo vlot zal gaan, dat het bezit diergronden, ai ware het slechts alleen van het zooeven besproken peroeol, langs den weg der onteigening zal moeten plaats hebben. Indien Rijksambtena ren in dezen voorgaan, wat mag dan van gewone particulieren worden verwacht! Ik vind dit bepaald jammer, eerstens om dat hierdoor de spoedige tot-stand-kom ing van het zco ncodige. werk onwillekeurig wordt togen gehouden en tweedons omdat het bij een dergelijke wijze van werken doorgaans hard tegen hard gaat, waardoor warme hoof den worden gevormd, en men weet hotwarme hoofden geven koude harten. In mijn vorigon Brief heb ik zeer tot mijn leedwezen nog verzuimd te wijzen op oen groot voordeel van de berghaven. Deed. ik vroeger reeds uitkomen, dat het gereedmaken der vaartuigen thans te IJmui- den en elders moet plaats grijpen, is de berghaven met vaartver betering daa'r, dan kunnen de loggers naar Katwijk worden ge bracht en heeft hJert zoogenaamde graaien" dus ook te Katwijk plaats, waardoor de equipage de laatste veertien dagen bij haar familie kan blijven. Mannen en vaders be hoeven hun eolitgenooten en gezinnen niet feitelijk reeds twee weken cvóór de afvaart naar de hari ngvissch or ij te veü*l aten. De jeugdigen onder de bemanning kunnen dan ook langer in het ouderlijke huis vertoeven, zijn niet gedoemd om twee weken en langer elders te verblijven; elders, waar de onder vinding heeft bewezen, dat het voor hen zoo verleidelijk, zoo gevaarlijk is. Kortom: de berghaven zal ook in niet geringe mate do huiselijkheid onder de visschersgezinncn bevorderen. Toen ongeveer 35 jaren geleden het Prins- Hendrikkanaal stond geopend te worden, wa len er pessimisten bij de vleet, die mem de q, dat een uitgaaf daarvoor nimmer gemoti veerd was, dat daarmede een zorg op den hals der gemeente werd gehaald, die zou blijken niet te dragen te zijn. En wat heeft de toekomst, de tijd van lieden gebracht Katwijk, destijds een gemeente, die met moeite den strijd om het bestaan kon strijden, die moest worden opgenomen in de rij dor noodlijdende gemeenten, wier belastingbeta lende ingezetenen do hoog noodigo gemeen telijke uitgaven niet konden bijeenbrengen, is thans een plaats, die met eere mag wor den genoemd, omdat reeder ij en handel mot de aanverwante bedrijven er bloeien. Is die bloei door noeste vlijt en volharding van het Gemeentebestuur verkregen, in ieder geval mogelijk gemaakt, het doet mij genoegen to mogen zien, dat on zo Vroede Vaderen niet op de behaalde lauweren blijven rusten, dat zij een geopend oog blijven houden voor de belangen van de. zoooven genoemde be langrijkste factoren van welvaart en bloei, n.l. de visscherij cn de handel. Een der meest bekende Raadsleden heeft het enkele jaren geleden zoo juist gezegd, dat Katwijk zich vcor deze bcido factoren offers had. te getroosten, omdat met de vissoherij cn handel Katwijk valt of staat. Dat Raadslid was wel een reedcr, maar hij wist het uit zijn jarenlange praktijk, dat de visschorij en handel alleen dan kunnen bloeien, wan neer do banen barer ontwikkeling niet wor den versperd. Het is geenszins oen „Geldsachgesinnung" W3.nneer ik in bovenstaande regelen nogmaals een pleidooi heb trachten te geven voor do vaartverbetering KatwijkIJmuiden! LV. Lang heb ik geaarzeld het onderworp, waaraan ik een gedeelte van mijn brief wil dienstig maken, te handelen; doch na rijp beraad ben ik over de bezwaren, welko mij weerhielden, heengestapt. Reeds oer kwam ik tegen verdachtmaking cn onrechtvaar dige handelingen op, zonder aanzien des persoons, zoodat ik dit thans, nu het 'n ano nymus geldt, zeker nog vrijelijker kan doen en het mij als plicht kan aangerekend wor den. Gedachtig het: „Kwaad is kwaad en goed is goed, of ó'at vriend of vijand doet", zal ik ook van deze zaak kortelijks alles me- dedeelen, en er van zegegen, wat ik er van weet, van denk, en anderen er van zeggen. 't Is nu bijna drie weken geleden, dat aan het Warmonderhek, op een Maandagavond, een lief, aanvallig, nog geen drie jaar oud, blond, krullig knaapje, het waakzame moe deroog ontkomen, het vaderlijk toezicht ont gaan, den zorgen van het personeel ont vloden was, en nergens te vinden, met angst en bange verwachting gezocht werd. Tot eindelijk o, treurige waarheid, de vader het lijkje van zijn lieveling zelf vond en uit het water haalde. Verschrikkelijk treurig, zal ieder, die voor eens anders leed iets voelen kan, moeten zeggen. Ieder was dan ook vol deelneming met Het treurig lot, dat de familie L. zoo plotse ling trof, en in diepen rouw dompelde. Toch had niet. ieder medelijden met haar verlies; integendeel. Het geval staat hierbij alleen, doch een anonymus gaf dit onomwonden in 'n schrij ven een „gedicht" te kennen, waarvan de Redactie van dit Blad, hoewel hij haar be kend was, den inhoud niet onder de oogen van de lezers heeft willen brengen; een in houd, welk© niet vreemd bleek aan de jong st© Raadsverkiezingen alhier. Ik wil hier ook niet het politiek gedeelte aanroeren en evenmin aan een oordeel onderwerpen de letterkundige waarde van dat dichterlijk venijn of die rijmelarij. Hoogstaand is deze. zeker niet. Hoe kan iemand zóó te werk gaan! Dat wilde ik uitroepen en cr bijvoe gen de dichter" heeft geen vaderhart, geen helder denkvermogen. Is hij misschien ontoerekenbaar? Doch neon, het tegendeel daarvan is m. i. ook weer aan te nemen. En dat schrijven te Sassenheim gepost ontving de vader van het verdronken knaapje, nog vóór het lijkje was begraven, ongeveer 24 uren na het t-mrisr ongeval. Waarvoor dan to°li. g?a~hte lezer, dat zwaarbeproefde, diepbedroefde ouderhart, na radelóoze smart., in stiMe berusting ge komen. zóó wr°~d, onmenschdi'k gevoelloos opnieuw gewond zoo treurig laag te tref fen De kleinen treden op 't kleed, de grooten op het hart-, zegt Vondel, maar gij werpt uit uw schuilplaats een niet te pareeren'moord wapen, om de gapende wonden te vergroo- ten, met gif te vullen. Maar wie anony mus, geeft u recht en vanwaar uw bevoegd heid, om een dergelijk oordeel uit te spre ken, wat gij blijkbaar nog doet oncrcr het mom van zedeprediker Wat geeft u recht een beschuldiging van te zijn Godshooners dat zwaarbeproefde gezin naar het hoofd te slingeren Vergeef mij, geachte lezeressen en waarde lezers, als ik mij te scherp heb uitgespro ken. Maar neen! dat kan niet. Een derge lijke handelwijze is zoo in en in- treurig, dat men die niet scherp genoeg kan afkeuren, en alleen spijt gevoelen kan, dat men niet in krasser woorden ziin verontwaardiging lucht kan geven. Doch bij dat alles, zac ik in- deze zaak o zoo gaarne den anonymus uit zijn schuilhoek gehaald. Niet om hem te kastijden, "iet om h°m tei veroordeelen, dat laat ik aan anderen over, doch er worden namen, rf beter er wordt een naam genoemd van wien men denkt, zelfs pertinent zegt: „Niemand anders kan het zijn". En al is er veel schijn, ik zou gaarno een bewijs zien om, zoo h°t soms eens niet- die wezen mocht, lmm vrij te kunnen spre ken van een onschuldig hem opgelegde blaam, een verdenking van zoo ernstigen aard. Neg boord° ik van iemand, zeer betrouw-' baar, dat een ander persoon, bij een sterfge val te zijnen huwc, een dergelijk geschrijf ontving; doch mijn "erontwaaroiging is al zoo groot dat ik liever van dat weerzinwek kend onderwerp afstnn. óm te komen, nog eens op h©t „lichtpunt" dat mij nog: 1 in- terresseerde. In de Laatste Raadsvergadering is bij kris en kras verzekerd, dot de Warmondsche Brieven een onjuiste berekening gaven, 't Ging over die 5 a 6 cents per uur van dep lampenist. Nu, eerlijk gezegd, schreef ik zóó, dat ik kon gelooven, dat ieder het snappen kon, en heel eenvoudige, oningewijde lezer» hebben heel goed begrepen, dat het niet ging over het salaris, dat hij reeds genoot* doch over de (vermoedelijke, niet vasto nog) vergoeding, die men hem toedacht voor het meerdere werk, hetwelk hij deed. Zelf ia in die vergadering verklaard, dat het in geen twee uren te loopen wasdus mijn bereke ning van 65 x 2 x 2 uren is 260 uren was niet te hoog. De f 13 a f 14 die van die f 20 na aftrek van kosten overblijven, maken bij mij niet anders da-n zoo'n nikkelstukje onge-. veer per uur. Nu heb ik nog nooit gerept van bekeuring», geld, want de politie is dien man wel zoo genegen d'at, als de gelegenheid schoon is, zij haar mede-gemeente-ambtenaar nog een paar gulden boete bezorgt, omdat zijn Tij- wiellantaarn ten gevolge van den storm het eens begaf. Maar daar had zij recht toe. Als ik eerlijk mijn gevoelen eens zeggen moet, dan geloof ik, dat die man er uit moet. De politie moet ten minste al iemand gepolst hebben, of hij dat „baantje"' niet beliefde. Doch. deze moet geantwoord heb ben: Dank je voor zulke baantjes, daar je niets aan verdient." Ten slotte zal het er nog op uitdraaien, dat de lantaars automatisch uitgedraaid zul len worden. Nu er is maar een systeem, dat nog een beetje betrouwbaar is en dat zou een uitgaaf meebrengen van f llCO a f 1200 in- eens en toch nog 'n controleur op den koop toe, die niet gemist kan worden. Misschien1 krijg dit dan neg iets meer dan nu de lampe nist, maar dan is toe de gewensehte veran dering er en krijgen wij 'n steeds meer kosten gevende gemeente-onderneming, waar men nog veel pleizier van beleven kan. Want de kunstjes om een geheelen dag een lantaarn met weinig moeite te laten branden, zal men hier ook niet achterwege laten. Met dat al blijf ik, van een vrij standpunt uit, betreuren, dat het ééne Raadslid, dat nog opkomt voor billijkheid en recht wil doen toekomen en arbeid naar waarde beloonen, totaal a.lleen staat. En tweedons, dar men zich met gewoon en duidelijk geschrijf, niet begrijpelijk genoeg kan uitdrukken voor iemand, die naar mijn meening aan een half woord genoeg moest hebben. Ik leef echter altijd nog in het gelukkig De koeten van het onderwijs zijn geraamd op f 528,343, tegen f 520,637 over 1913. Hier is dus een toename van f 8000 to oenstau teeren, wat op zulk een- gToot bedrag eni met de wetenschap, dat aan alle takken van onderwijs steeds hoogere eischen worden ge steld, zeker nogal mosva.lt. Bovendien komt dit bedrag op verre na niet geheel ten laste der gemeente. In do salarissen van het onder wijzend personeel, draagt het Rijk bij f 122,653, voocr het' herhalingsonderwijs f 1500, voor de Kweekschool voor Onderwijzers en Ondexwijzerceöcn f 12,792, voor het Middel baar onderwijs f 10,000, vcor het gymna sium f 11,597, of in het geheel bijna f 150,000. Dan zijn hier ook ondergebracht 9ubsidiën aan instellingen, die met het eigenlijk onder wijs in zeer verwijderd verband staan, zoo als f 500 als bijdrage aan de restauratie der Pieterskerk, f 5000 vcor dc volksfeesten, f 5500 aan Schouwburg en muziekkorps. De kosten voer het lager onderwijs zijn het grootst. Uitgetrokken is daarvoor f363,525 tegen f355,193 in 1913. Het Middelbaar, cn gynmasiaal-ondcrwijs zal volgens doze begroeting moeten kosten f123,722 tegen f122,243 in het jaar 1913, waarop de kosten toen waren geraamd. Dc verdere kosten in dit hoofdstuk onderge bracht zijn in het geheel f41,046, waarvan f 21,173 aan kcoten voor dc openbare en f1400 voor subsi die aan de bijzondere bewaar scholen. De kosten van het armwezen cn subsidiën en bijdragen aan daarmede in verband staande instellingen worden geraamd op f141,860 tegen f 132,550 in 1913 of zoo ongeveer f 9000 meer. De meeste hierop voorkomende posten zijn weder hcoger geraamd dan een jaar te voren. Do koeten van do gomcente.apoth.cck f 500, onderstand aan bohoeftigen ook f 500, dc groot© verhooging wordt echter veroorzaakt door den poet kosten van verpleging van arme krankzinnigen, waarvoor nu is uitge trokken hot aanzienlijk bedrag van f 77,160, bijna f7000 moer dan in 1913. Onder de ontvangsten vinden wc echter een bedrag van f 22,720 als subsidiën van Rijk en Provincie voor dit doel uitgetrokken. Er blijft dan tcoh nog een bedrag van ruim f50,000 ten laste der gemeente. De kosten van den Armenraad zijn pro memorie uitgetrokken. Alen weet zeker nog niet bij benadering te bepalen, wat deze Raad aan de gemeente zal kosten. Het zal nog wel niet meevallen. Het hoofdstuk IXKosten voor landbouw, handel en nijverheid is gestegen van f 8930 tct f 10,430. Deze stijging wordt hoofdzake lijk veroorzaakt door een post van f 1500 voor kasten van de ontsmetting van de vee. markt, waarmede vroeger de paohtcr van den reinigingsdienst schoon belast. Dit be-, dra.g verhoogt dus als het ware nog den gemeentelijken reinigingsdienst. De lies te d van do vrije paardenmarkt zul len volgens de begroeting ook nog f 500 be dragen. De kosten van het beheer en onderhoud der bezittingen iu het voLgend hoofdstuk ondergebracht zijn ook al weer ruina f 4000 liooger geraamd. Er is voor uitgetrokken f 32,872. De grondlasten en personcele lasten zullen naar raming van f5656 tot f.9096 stijgen, een gevolg van don aankoop van huizen en land in dit jaar. Aan rente en aflossing zal volgens deze begrooting inbeten worden betaald f 353,069 legen f322,436 in 1913. Die aanzienlijke vermindering is te wijten aan do rente van lijdelijk opgenomen gelden ter voorziening van kasgeld. Op de begreoting van 1913 was daarvoor uitgetrokken f 30,000, thans f 65,000. Het 13de hoofdstuk vermeldt „uitgaven, niet ender vorige hoofdstukken behoorende", waarvoor is uitgetrokken f25,455. De voor naams!© post daarvan is voorschotten aan ambtenaren der gemeente, ten- einde daaruit voorloopig kleine betalingen ten behoeve der gemeente te doen en leert dus dat vele kleintjes dan toch wel degelijk een, grooto la a ken. 1) Voor het dorp Deeping was het feit, dat een 'hofstede in Midden-Deeping verhuurd werd, op zichzelf een niet onbelangrijke gebeurtenis! maar de bewoners van Groot- Deeping, Midden-Deeping en Klein-Dee- ping warem zeer ontsteld, toen het bericht kwam, dat die woning aan een Duitsohe prinses was verhuurd. De. vrouwen vooral verwachtten haar komst met de levendigste belangstelling en nieuwsgierigheid en deze steeg ten top, toen men vernam, dat prin ses Elisabeth van Kass el-Naesau pas 19 jaar en 7 maand.cn oud was. De tweelingen Damgerfield deelden do opgewonden nieuwsgierigheid hunner bu ren niet. Zij voelden zioli er door belee- digd, dat- de huurster van Midden-Deeping een Duitsohe prinses was. Erebus was meer gekrenkt dan Terror (aldus waren de bijnamen der tweelingen), en men mag aan nemen, dat de grootc vaderlandsliefde, die zij in dit opzicht ten toon spreidden, tot bp zekere hoogte afhankelijk was van het feit, dat mevrouw Blenkinsop, de voor naamste babbelkous uit de buurt, op een biddag kwam thee-drinken, en mededeelin- gen had te doen omtrent de grootvaders, g'ootmeoders, verwanten, ooms, neven pn ^ntes van de prinses, eindigende met de uitspraak; „En wat een voorbeeld zal ze z'jn voor de meisjes uit den cintrek Toen de prinses de boerderij bereikte, J^rd de nieuwsgierigheid dor buren slechts 0n deele door haar aanblik beloond. Zij Aan den gemeente.ont vanger wordt daar voor f 12,000 toegedacht, tot uitbetaling van weekloon aan stadswerkvolk, aan den com mandant der brandweer f 1000 voor dc uitbe talingen van belooningen aan brandweerlie den, aan den directeur van het Openbaar Slachthuis ook f 1000, aan den directeur der gemeentewerken voor de betaling van vrach ten en nota's van kleine leveringen f2000, aan de hoofden der scholen voor het doen schoonhouden der lokalen en het aanmaken der kachels, elk f 100, enz. Ock komt er op voor een bedrag van f 1000 voor andere uitgaven, niet onder de voren staande behoorende. Deze zijn dus wel extra moeilijk onder eciiige rubriek te brengen. Zoo komen we eindelijk tot do uitgaven, wtiko zoo noodig door buitengewone ontvangsten mogen gedekt worden. Dit hoofd stuk wijst een eindcijfer aan van f2,085,512 tegen f 1,069,772 op de vorige begrootingon. Daarop komt in de eerste plaats voor: aflos singen van dc gemeentebedrijven tot een be drag van f 85,512, die door hetzelfde be drag onder de ontvangsten gedekt wordt doordat de Sted. Fabrieken van Gas en Elcctriciteit en de gestichten „Endegeast" enz. het aan de gemeente afdragen. Verder is daarop uitgetrokken f 2,000,000 voor aflossing van tijdelijk ter voorziening in de behoefte aan kasgeld opgenomen geld. Ock dit bedrag vinden wij weder onder dc ontvangsten terug. Alen wacht op een ge schikte gelegenheid tot hel aangaan van een definilieve leening. Alen zal zich herinneren dat daarover in de laatste vergadering van den gemeenteraad nog over gesproken is, toen door mr. Van der Pot werd opgemerkt, dat z. i. de gemeente thans deze leaning reeds had. moeten aangaan. Hiermede hebben wij getracht oen vrij duidelijk overzicht van de gemeentebcgroo- ting te geven. Van eritiek zoowel in liet algemeen, als op enkele onderdosten, mes ne n we ons te moeten onthouden. Straks komt zij in de afdeelingen van den Gemeen teraad in behandeling en daarna in open bare vergadering. Wij zullen er dan nog wol van hooien. Wij gelooven echter niet da-t de Raad aan het besnoeien dor uitgaven zal gaan. Aten zal zich wol bepalen tot op- en aanmerkin gen van ondergeschikten aard, zoodat de begreotang zeer zeker zal worden aangeno men, zcoals zij is voorgesteld. Dat mijn vorige Brief, handelende over oen voor Katwijk zoo belangrijk onderwerp, on besproken zou blijven, had ik geenszins ver wacht. en in het belang dor- goede zaak ware hot dan.ook geweest, indien eritiek ware ge geven in dit Blad, dat mijn Brieven opneemt. Dit hoeft echter niet zoo mogen zijn. Ware het nu in die eritiek bij - bemerkingen igo- blèven, ik zou daarop niet ingaan; maar waar gezegd werd, dat ik leugen met waar heid dooreen meng, acht ik het plicht op de kwestie in deze terug te komen. Ik heb dan gezegd, dat do Staat een deel der kosten zal dragen; daartoe had ik, volgens mijn ni.ee- ning, alle recht, want het is van algemoene bekendheid, het heeft .trouwens in tal van bladen gestaan en natuurlijk ook in de Handelingen der Staten.Generaal dat de betrokken Alinister bij suppletoir© begroe iing heeft gevoteerd een bedrag van f 5000 als „eerste" termijn van een subsidie in de voorgenomen werken tot een maximum van f 117,225 of met andere woorden door het Rijk zal in de kosten der vaart verbetering IJmuidcn.Katwijk-aan-Zee, annex het graven der berghaven, een subsidie aan de gemeente worden verleend tot hetzelfde bedrag als door de Provincie in dit werk wordt bijge dragen. Ik kan mij dan ook niet goed in denken, hoe er menschcn zijn, die hun min der ontwikkelden dorpsgenootcn durven voor houden, dat de Staat voor het werk slechts f 6000 heeft uitgetrokken. Alen zou zoo zeg gen: iemand die dit met een gerust geweten het volk durft voorhouden, zal voor niets terugdeinzen. In mijn Brief heb ik verder gezegd, dat er een bekwaam scheepsbouwmeester is, die zich reeds nu het bezit van grond voor een naar de eischen des tijds ingerichte sohoep- bezooht niet, na-ar verwacht werd, een der d/ri© kerken, want zij had haar eigen pre dikant meegebracht. Zij zagen haar alleen op haar rijtoeren gedurende den middag, een kleine, stijve gestalte, met een dikken sluier tegen de zon, rechtop zittend in de victoria naast de hoogroode barones, (d. w. z. rood in het gezicht; zij was in het zwart gekleed), onder wier hoede zij naar Engeland was gekomen. Men hoorde nu, dat de prinses om ge zondheidsredenen naar Engeland was ge komen, dat zij zwak was en dat de genees- heeren voor tering vreesden. Zij hoopten, dat een zomer en een herfst in de uitsteken de lucht van Deeping haar zouden verster ken. Dat bericht verminderde de koude vij andigheid van Erebus. Alaar het feit, dab zij tot dat volk be hoorde, dat Engeland te vuur en te zwaard wilde vernietigen, bleef niet zonder invloed op het besluit van de tweelingen, om den beroemden perzik en-boomgaard van de boerderij te plunderen. Hun moeder was dood en dokter Arbuth- not had hun aangeraden, volop vruchten te eten. Perziken waren de beste vruchten in het seizoen en de perziken op de be wuste boerderij waren, zei men, beter dan welke perziken ook, in een broeikas ge trokken. De tweelingen waren nooit bij maohte geweest, in te zien, dat de wet van het mijn en dijn ook op ooft toepasselijk was. Het was in den namiddag, een stikheet en namiddag na het bezoek van den genees heer, en de tweelingen stonden op het punt him rijwielen te bestijgen zonder op eenig doel het oog te hebben, toen een gloed plotseling in de diep-blauwe oogen van Terror straalde. Hij zei: „Ik heb een idee". Bijwijze van antwoord vonkte er glans in de bruine oogen van Erebus, en vroolijk riep zij uit: „De hemel zij gedanktIk begon al te gelooven, dat ons nooit meer iets zou over komen. Dat moet het gevolg van het heeti weer zijn'. „Die Duitschers", zcd Terror langzaam, „waarom zouden we geen plundertocht ia den perziken-boomgaard ondernemen'?'' „Uitstekendriep Erebus en haar leven dig gezichtje glansde van opgewektheid. Toen voegde zij er na een pauze schoor voetend aan toe: „Als de prinses werke lijk zi.-delijk is, heeft zij die misschien zo'f noodig." „Allemaal kan zij ze niet noodig hebben. Waarom zouden we er niet plunderen? Er zijn er honderden," zei Terror. „Je moet er zwaar bier bij drinken. Pruimen zijn ook lekker, maar daar krijg je gauw genoeg van." „Alaar hoe komen we in den boomgaard? De poort in den muur gaat enkel van bin nen open", zei Erebus in gedachten. „Dat behoeft niet." zei Terror. „Haal gauw wat blaren, die we tusschen de perzi ken kunnen leggen. Dan smaken ze beter." Erebus liep den tuin in bij de keuken en toen zij terugkwam, was Terror bezig een klein net aan den achterstaaf van zijn fiets te binden. Daar deden zij de bladeren in en gingen langzaam naar de boerderij.. De tweelingen kenden de streek door en door en ongezien bereikten zij langs Het bosch, dat als een scherm bjj Het huis stond, den boomgaard^ die achter dehoevegetegpa. was. Die zoom bccmen was inderdaad nut tig. Staande op een lagen tak van een dier boomen, stak Terror voorzichtig boven den muur uit en bespiedde den tuin. Deze was stil en leeg, behalve, dat hij een snurkend geluid hoorde, dat hem een weinig ontrust te, daar hij het toeschreef aan een varken, dat op eenigen afstand verwijderd was. Hij klom naar een hoogeren tak, leundo over den muur en verspiedde den gulden last van den boom onder hern. Hij koos zijn perzik, de rijpste, die hij m het oog kon krijgen, schoof zijn net daaronder, sohudde aan den boom, lichtte de vrucht in het net over den muur en reikte ze aan Erebus ovcr) die beneden waohtce. De tuin was niet zoo leeg als Terror vermoedde. Op een tuinstoel op het kleine grasveld in het midden zat prinses Elisa beth, voor hem verscholen door den dich ten wand van 'n pcreboom en in een stoel naast haar zat of liever zwom haar gou vernante, barones Frederica von Aschers- leben. De barones voegde niets aan de ouder- wetsche bekoring van den tuin toe. Haar oogen had zij gesloten, de mond was open, haar gezicht was van het pijnlijkste rood en van haar korten, maar buitengewoon spitsen neus kwam het snorkgeluid, dat Terror aan een niet te ver af zijnd varken had toegeschreven. De prinses was warm, erg warm gekleed, den stikheet en middag in aanmerking ge nomen, en kleine zweetdruppels stonden op haar voorhoofd. Het boek met verhalen, dat zij had trachten te lezen, lag omge keerd op Haar sahoot en zij keek den glpeaeaK&eai jfcuin rond met een uitdrukking van ontzaglijke mistroostigheid cn wrevel op haar knap, bleek gezicht. Toen verscheen een bewegend voorwerp binnen haar gezichtskring, juist bij het einde van den muur onder den pcreboom; een voorwerp, dat tegen den tuinmuur be woog. Zij kon niet onderscheiden wat het was, maar het scheen haar, dat een perzik werd opgelicht, en over den muur ver dween. Dit vreemde gedrag van een perzik wek te dermate haar nieuwsgierigheid, dat zij ondanks dc hitte opstond en rustig naar den pereboom wandelde. Toen zij daar in do buurt kwam, vond zij een jongen met mooi haar, die over den muur leunde. Ofschoon zeer verrast, vergat Terror niet, beleefd te zijn. Hij glimlachte vriend schappelijk en zei op zijn meest aangena- men toon: „Hoe maakt u het?'' „Hij wist niet, hoeveel do prinses-van hun guitenstreek had gezien en hij was niet van plan schuld te bekennen door een overijlde en misschien nuttclooze vlucht. „Hoe gaat het?" vroeg de prinses aar zelend en ©en beetje hoogmoedig. „Wat voer je daar boven uit?" „Ik bekijk den tuin", zei de jongen naar waarheid, maar niet heel nauwkeurig, want hij keek veel meer naar dc prinses. Zij staarde hem aan, verbaasd fronste zij d© wenkbrauwen. Zij dacht, dat hij perziken had geplukt, maar daar was zij niet zeker van, en zoo wel zijn open, argloos gezicht als de hel derblauwe oogen logenstraften de verden- king. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5