Uit ds Reehtzaai. Financieele mededeelingeiL verhooging van de salarissen niet iets moet worden verhoogd, kan intussohen worden overwogen. Geschiedt dit, wat niet onbillijk kan ge noemd worden, dan is vooral oen behoor lijke winst verzekerd. En dat is ook niet onbillijk. Jt Is waar, dat deze gestichten de betee- kenis van onze Universiteit verhoogen, doch overigens exploiteert een gemeente zulke stichtingen niet voor haar p-leizier of om er gelei op toe te legigen. Anders is het met een inrichting als het Openbaar Slachthuis, dat in het belang der volksgezondheid in het leven is geroe pen en waarmede niet wordt beoogd winst te maken. Daar is een tijd geweest, dat algemeen werd geda-cht, dat daar heel wat geld bij gelegd zou moeten worden. Gelukkig is er verleden jaar een kentering gekomen. Nieuwe hoeren, nieuwe wetten en het scheen, dat mot den nieuwen directeur de zaken een anderen keer zonden nemen. Het vrij hoog gewaande nadeelig saldo viel danig mee. Het was echter nog altijd de vraag, of die voordeelige exploitatie van duur zou zijn. Het was daarom ook, dat ik met belangstelling naar het verslag van deze gemeentelijke instelling greep, en al lereerst het hoofdstuk over de inkomsten en uitgaven opsloeg. Het deed mij genoegen t>e kunnen lezen, dat het exploitatie-jaar 1912 evenals zijn voorganger ook weer uit financieel oogpunt gunstig is te noemen. 'Het tekort, geraamd op f 10.402, bedroeg in werkelijkheid slechts f S17 zelfs nog iets minder dan in 1911, toen het 914 bedroeg. Maar dan toch altijd nog een tekort, zal men zeggen. Ik antwoord: Feitelijk niet, want daarin zijn ook begrepen de kosten van de vee- en vleesehkeuring, die voor de oprichting van" het Slachthuis een bedrag uit de gemeentekas vorderde van f 3100. Dit in aanmerking genomen, zou men kun nen zeggen, dat de exploitatie een voordee- lig saldo van f 2300 opleverde. Dez© keu ring hadden we toch moeten behouden, ook al ware er geen Slachthuis gekomen. In het algemeen genomen kan men niet zeggen, dat het gebruik van h-st jachthuis beduidend is toegenomen. Het vle-eschge- bruik en daardoor ook het slagersbedrijf is in Leiden vrij stabiel. De slachtgelden zijn echter voor een paar jaar verhoogd cn daardoor is een meerdere opbrengst van f 2000 verkregen. Ook het keurloon is, vergeleken met een jaar of drie vroeger, met een kleine f 400%toegenomen. Do ver koop van ijs, die in 1909 f 2757 bedroeg, klom in 1912 tot f 4200, een gevolg hier van, dat d"2, slagers thans het noodigc ijs nagenoeg geheel van het Slachthuis betrek ken, wat vroeger minder het geval was. Tegenover de meerdere ontvangsten staat een vermindering der uitgaven, zoodat het mes aan beide kanten snijdt. Aan salarissen werd in 1903 bijv. f 11,715 'betaald, in 1912 ruim f 10G0 minder. Het gebruik van steenkolen daalde in dien tijd van f 4900 tot f 4500. Hot gewone onderhoud was in 1SC0 ruim f 30C0 en heeft thans ruim f 2100 bedragen. Aan buitengewoon onderhoud, vernieuwing en uitbreiding, werd voor drie jaar f 3145 bsgteed en iu 1912 f 2734, en om hiermee' te besluiten: bureau- eu laboratoriumkcs- ten, uitgaven voor vee- en vleesehkeuring, enz. daalden van f 1700 op f 1500. Er blijkt uit. dat er mot zuiniger hand wordt be heerd dan vroeger en ook dat komt de exploitatie ten goede. In 1909 was het te kort dan ook nog ruim f 10,000. Laat ons jhopen, dat het zoo door mag gaan: dan zie ik den tijd nog komen, dat ■de inkomsten ruim opwegen tegen t^c uit gaven. De slagers kunnen daartoe het hunne ook bijdragen, door zoove-eil mogelijk het slachtTiuisbodrijf als hun eigen bedrijf ts beschouwen en daarnaar t? handelen. Een goede ha.rmonlo tusechen directie en slagers is daartoe hot meest bevorderlijk. Ben ik welingelicht, clan laat deze op hst cogenblik niets te wens oh en over. Het zou voor een goeden gang van zaken misschien overweging verdienen, dat de slagers-orga nisaties het recht kregen een paar leden uit haar midden aan te wijzen, die eens of meermalen oer jaar met de directie en de commissie uit het gemeentebestuur bijeenkwamen, om hun van raad en advies te dienen. De stoot daartoe zou. dunkt mij, echter moeten uitgaan van de slagers zolvnn, die een verzoek zouden kunnen doen aan den Gemeenteraad, dio met d°n directeur zulk een verzoek ongetwijfeld In ernstige overweging zou nemen. Verslag van den toestand dar gemeente Katwijk in 19!2. li. In do geneeskundige armen-verzorging wordt, door de kerkelijke instellingen van welaadigheid voorzien; de Koepok-inenting heeft van gemeentewege steeds overeen komstig art. 8 der wet plaats. Voor gratis vaccinatie wordt f 140 uitge keerd, voor lijkschouw f 10, terwijl de vroed vrouw te Katwijk-aan-Zee een toelage geniet van f 150, om daarvoor verloskundige hulp gratis te verleenen aan onvermogenden. Het aantal verrichte koepok-inentingen bedroeg 309. In 1912 werd een der veldwach ters ontslagen en als zoodanig benoemd R. Wagter. Over het algemeen is de waarne ming van den dienst goed. De buitengewóón- veldwachter B. Star, speciaal belast met den velddienst, valt bij drukke gelegenheden voor den'gewonen dienst in. Te Katwijk-aan- Zee hebben de veldwachters beurtsgewijze den nachtdienst. Branden of rampen hadden in 1912 niet plo ats. Het aantal openbare scholen bedroeg 4, met 4 hoofden, 9 onderwijzers; 5 onderwij zeressen en 4 kweekelingen. Deze scholen werden bezocht door 391 mannelijke en 426 vrouwelijke leerlinge^ waarvan er resp. 145 en 147 kosteloos werden onderwezen. De kosten van het onderwijs, inclusief dat der bewaarscholen en der vakscholen, be droeg f28,107.10. Het aantal bijzondere scholen bedroeg 6, waarvan 2 voor M. U. L. O.aan deze scho len waren verbonden 6 hoofden, 12 onder wijzers, 10 onderwijzeressen en 4 kweeke lingen. De 6 bijzondere scholen werden be zocht door 547 mannelijke en 510 vrouwelijk© leerlingen. Er zijn 2 openbare bewaarscholen met totaal 342 leerlingen. De Rijks normaalschool is opgericht 1 April 1879; de lessen worden gegeven in de openbare lagere school te Katwijk aan den Rijn, des Maandags, Woensdags en Zater dags van elke week. Met de opleiding zijn belast: 1 directeur, 10 leeraren en 1 leerares voor het onderwijs in de nuttige handwer ken. Op 31 December bedroeg het aantal leerlingen 25 m. en 17 v. De H. B.-S. verbonden aan de St.-Wille- brordi-Stichting alhier, telde op 31 Decem ber 11 leeraren, 43 leerlingen; het gymna sium 36 leeraren met 125 leerlingen. De armen-verzovging heeft plaats door de Kerkelijke instellingen van weldadigheid, die voor zoover kan worden nagegaan, zich gced van haar taak kwijten. In vergelijking met het vorig jaar is de toestand der behoeftige klasse niet achter- uil- gaande. "Werkverschaffing heeft in deze gemeente niet plaats. De gemeente-spaarbank, zoowel als de Boerenleenbank te Katwijk aan den Rijn en te Katwijk-aan-Zee verkeeren in goeden staat. Zoowel voor den landbouwer als den veehouder was de algemeene toestand in 1912 niet ongunstig. De waarde der lande rijen zoowel in koop als in huur was station- nair. Ouder de Maatschappijen en Genootschap pen tot bevordering van den landbouw wor den genoemd: Yer-eeniging voor Landbouw belangen te Katwijk aan den Rijn en Ver- eeniging voor bloembollencultuur en Land bouwbelangen te Katwiik-aan-Zeebeide vereenigingen hebben een wisselend aantal leden. Invoer van nieuwe gewassen en werkt u- gen had niet plaats. Wat de veerassen be treft. blijft men in het oude ras voortelen Misgewas en verlies van oogsten door cn- weer, hagel, vorst, overstroomingen en der gelijke verschijnselen hadden niet plaats. Kraaien brengen groote schade toe aan bloembollen, aardappelen, peulvruchten en graanvele middelen worden aangewend, doch zonder gevolg. Het eenig afdoend mid del is doodschieten. Ratten, konijnen en ha zen worden genoemd als schadelijk voor bloembollen, kool, peulvruchten, en graan eerstgenoemde tracht men te vangen met klemmen, de laatste soort staat onder be scherming der wet. De kleine grauwe slak voor bloemboller», uien en kool, hoofdzakelijk op kleigrondde runs voor kool. Ziekte kwam onder landbouwgewassen sporadisch voorook mder het vee waren de z? te-gevallen sporadisch. Beteeld werden met rogge pl.m. 2 IIA., haver 12, booncn 1, erwten 4, aardappelen 293, gele wortelen 1.5, korte Friescli?, 1, uien S, roode klaver 1, bloemkool 3, roode kool 2, witte cn savoyckcol 1 en groot© of tuinbeonen 1 H.A. Met bloembollen, narcissen, enz, werden beteeld ongeveer 10 H. A. Langs d? bermen der wegen en in de duinen wordt met bocin- beplanting doorgegaan met opgaand hout is beplant 2 II. A., met eiken, dennen en ander hakhout ruim 13 H. A. In 1912 werden ontgonnen 5 H A. duinen tot bouwland. Zoowel van gemeentewege als door het Hoogheemraadschap Rijnland heeft helmbeplanting in duinen en strandreep ge regeld plaats. Er zijn 2 werven voor Scheepsbouw en wel speciaal voor den bouw van bommen, die echter in de laatste jaren niet meer werden bijgebouwd, zoodat het r.orspijeel werd be zig gehouden met réparatiewerk. Oo een der werven werden 't voria jaar gebouwd 'n paar booten voor de Hoard Z id-HoUondsihe Red. d i n g-M a <c. eh o p o ij Onder de middelen van vervoer te r ater vindon we vermeld 2 stoombcoten voor per sonen en goederenvervoer cp Leiden, 6 beurtschepen en veerschepenn.l 2 op Am sterdam on Zaandam, 1 cp Rotterdam en 3 op Leide^. De Hoord-Zuid-Koll-ndse1 e Tramweg-Mij. heeft voor den dienst in gebruik 18 motor wagens en 12 aanhangwagens van het ééD- klasse-type, terwijl een gedeelte der rijtui gen en goederenwagens van de Stoomtram eveneens nog worden gebruikt. Van de Ambachtsteekens^hool en de. vis- scherij chóol worden afzonderlijk? verslagen overgekgd, die echter reeds vroeger in dit blad werden vermeld. KanÊoogerecht fïoof;idorp. F. K., schipper, liggende met zijn schip in lessing in de Hoofdvaart van Haarlem mermeer, had de gelegenheid te baat geno men en tusschen de hoornen langs den rij weg een lijn gespannen en daaraan goede ren te drogen gehangen. Voor het schrikken van paarden, die aldaar kunnen passeeren, is dit. ten streng ite verboden. Eisch 3 boete subs. 2 dagen hechtenis. G. B., te Hoofddorp, had goederen op den openbaren weg laten staan, terwijl hem te voren reeds door dc politie daarvan op zegging was gedaan. Door een misverstand had hij een kuikenshok van slechts kleine afmetingen verzuimd weg te halen, wat de politie aanleiding had gegeven hem te ver baliseeren. Eisch 2 boete, subs. 2 dagen hechtenis. L. V., kleerbleeker te Hillegom, had twee vrouwen in zijn bedrijf later laten werken dan tot des avonds 7 uren. Beklaagde erkende de feiten, doch ver dedigde zich, dat het uit nood was, omdat een gedeelte spoedeischend was. Bovendien had één der getuigen het gaarne aangeno men, omdat haar man zonder werk was en zij met het overwerk 50 ets per avond ver diende. Nu zij evenwel door wangedrag door hem uit zijn dienst was ontslagen, had zij uit wraak, van deze overtredingen, die al lang achter den rug waren, aangifte ge daan bij de politie. Eisch 10 geldboeten ieder van 50 ets., sub sidiair 1 dag hechtenis voor iedere boete. A. E., visscher te Aalsmeer, lag met zijn schuitje in het vischwater langs den Stom meerweg, aldaar, toen de opziener der Visscherijen, Hart, van Zaandam, bij hem kwam ter uitoefening van controle in ver band met genoemde wet. Het bleek, dat E. voorhanden had 4 zeelten en een karper, bestemd voor de consumptie. Daar het voor deze visch gesloten tijd was, zoodat E. ze niet voorhanden mocht hebben, werd hij geverbaliseerd en werd thans 5 boete subs. 2 dagen hechtenis tegen hem gcëischt. D. L. en P. Ch. B., te Roelofarendsveen, hadden gevischt met een zegen in den Ro verspolder onder Alkemade. Laatstgenoem de was voorzien van een akte en vergun ning. Zij waren echter niet best met de bepalingen van het visscher ij reglement op de hoogte, want juist op dien dag was het visschen met dc zegen verboden. Eisch te gen ieder hunner 2 boete, subs. 2 dagen hechtenis met verbeurd verklaring van de zegen. N. v. d. L., te Lisserbroek (Haarlemmer meer), had gevischt met een palingfuik in een sloot te Lisserbroek, zonder daarvoor vergunning of een akte te hebben. Bij de behandeling der zaak bleek, dat de fuik hem niet toebehoorde, daar ook niet te wa ter was gebracht, maar door eon oom van hem, zoodat hij zich eigenlijk aan iels had schuldig gemaakt, dat onder vischdicfstal kon worden gerekend. Op verzoek van den oom is dit evenwel niet vervolgd. Eisch wegens strooperij, 2 geldboeten ieder van 2 subsidiair 2 dagen voor iedere boete. J. J. G., te Hillegom, werd aangehouden wegens het rijden zonder licht. Hij gaf even wel op genaamd te zijn Zalm, hetgeen door de politie spoedig werd bemerkt dat het een gefingeerde naam was. Eisch wegens het rijden zonder licht 3 of 3 dagen en wegens het opgeven van een valschen naam 15 of 15 dagen hechtenis. Een verduistering. gepleegd door F. K. van G., te Hillegom, ten nadeele van zijn patroon M. Koek, al daar, werd behandeld door de Haarlemsche rechtbank. Van G. is eigenlijk zwervende, doch was tijdelijk bij Koek in dienst. Deze zond hem op 17 Juni uit om 5 te innen voor geleverde brandstoffen. De man deed dit, doch kwam niet terug. Hij had het geld verteerd. De officier requireerde 2 maanden gevan genisstraf. Mr. Slingenberg pleitte clementie. Diefstalletje. Te Oudewetering had een oude zwerver in oen kruidenierswinkel winkelwaar weg genomen, o. a. een zakje met koffie en 19-\ cent. Toen hij de daad pleegde, was hij- ra deloos, naar hij zcide. 't Kon goud, 't. kon zout zijn, wat hij gestolen had, hij moest wat doen, omdat hij ten einde raad was. De man zat zoo slecht in dc kleeren, dat de burgemeester van Oudewetering hem een pak kleeren had gegeven. De ambtenaar eiuchto 3 dagen gevange nisstraf, 2 dagen hechtenis en één jaar op zending naar een Rijkswerkinrichting. De man vroeg, om dat laatste niet te doen veel liever wilde hij ender water dan naar de werkinrichting. Hij hoopte wel weer zijn brcod te kunnen verdienen. Mr. Simons deed een goed woordje voor den man. De Haarlemsche rechtbank veroordeel de H v. d. R., arbeider te Haarlemmer meer, wegens mishandeling, tot ƒ3 of 3 clagen. JSfr© groswelest der Ihilpreu. De Daily Tel." geeft het rapport van den Russisch'en ambtenaar, door zijn regeering belast met een onderzoek naar de gruwelen, die cle Bulgaren tijdens hun bezetting van Auri'anopel en Traeie bedreven heetten te hebben. Volgens dat rapport is de beschuldi- ging maar al te waar. Ahsmead-Bartlett, de bijzondere correspondent van de „Daily Tel." heeft van het oorspronkelijke rapport afschrift genomen. Hij ertaalt het met weg lating van al te erge dingen. Wij doen uit het rapport eenig-e grepen. De schrijver van het rapport begint m_t te zeggen, dat d? Turksche regeeriüg hem vol komen vrijheid gaf om in gezelschap van een dozijn buióenlandsche correspondenten, ver tegenwoordigende de grootste bladen en nieuwsagentschappen in Europa, naar Adrianopel te gaan en daar en in den om trek rond te zien. Dat was reeds a an wijzin c, waarheid zou uitkomen. Een nauwgezet on derzoek heeft uitgebracht, dat zij met hun aanklacht in hun reolit waren. De rapporteur zal niet spreken omdat het algemeen bekend is hoe de Bulgaren de eerste vier dagen, dat zij in Adrianopel waren, de 15,000 Turksche krijgsgevangen soldaten en 5C00 burgers als kudden op het Serail-eiland hielden, waar zij van kou en honger als ratten stierven. Zij hadden er niets te eten, dan de bast der boomed en de oude zolen van hun schoenen. Toen ze naar Bulgarije werden gezonden, waren er nog maar 10,000 over. De consuls en de Turksche, Grieksche en Joodsehe bevolking zijn eenstemmig in hun verontwaardiging over de uitspattingen van de Bulgaren. Er werd op groote schaal ge blunderd. De meeste huizen van gegoede Mohammedanen staan met ingeslagen deuren en vensters en leeggeplunderdzelfs de hui zen van Turksche generaals. In al de mos keeën. zelfs de beroemde moskee van Sul- t ten Selim, is geen enkel van de kostbare tapijten achtergelaten. De eenige bibliotheek van de moskee is ook beroofd. Heele trein ladingen met dien buit gingen naar Sofia. De rapporteur geeft ettelijke voorbeelden van plundering. Een er van is dit: Een rijke Oostenrijksche Jood, met name Rodrigue, vertrouwde, bij zijn vertrek naar Konstanti- nopel, zijn huis aan drie Bulgaarsche offi cieren toe. Terugkeerend vond hij zijn huis leeg; alles was naar Sofia gezonden, zelfs een piano. Op dezelfde wijze zijn de huizen van de rijke Joodsehe bankiers Mozes Behmmoiras en Benaroya leeggehaald. Verdere gruwelen: Eiken ochtend vond men lijken van Mohammedanen, dL des nachts waren vermoord. Nu nog worden lijken van Tu.rksche gevangenen, met won den bedekt, uit de openbare waterputten opgehaald. Op den eersten dr dit de Bulgaren in Adrianopel waren, werd een oude Turk sche soldaat, verzwakt door het beleg, door een Bulgaar voortgedreven. De Turk kon slechts met moeite verder, en werd nu met de kolf van het geweer bewerkt. Een Jood vroeg den Bulgaar medelijden te hebben, waarop de Bulgaar Turk en Jood met de bajonet doorstak. Op den derden dag schoten twintig Bul gaarsche soldaten in de Miri-Miram-moskee dertien Turken neer, na ze eerst beroofd te hebben; drie van de Turken waren mol- lahs. Toen de Bulgaren Adrianopel ontruim den, zonden iij 200 Turksche gevangenen onder geleide naar Moestafa Pasja. Al do zieken cn gewonden die onderweg niet ver der konden, werden afgemaakt. De troep marcheerde in drie groepen. Een groep van zestig man werd op een gegeven oogen- blik aangezegd, dat de mannen vrij waren te gaan, waarheen zij wilden. Nauwelijks waren cfe gevangenen op stap gegaan of de Bulgaren openden op bevel van een officier het vuur op hen. Op tien na werden allen gedood. Deze tien waren gewond en hiel den zich dood. Evenals in andere gevallen worden hier namen genoemd. Wat er met de andere groepen is ge beurd, weet men niet, maar de Grieksche metropoliet vertelt, dat twee priesters aan de oevers van de Maritsa dozijnen lijken van gevangenen hebben gezien, vol kogel en bajonetwonden, cn dan in de rivier ge worpen. Toen de Bulgaren van de nadering der Turken hoorden, op 7 Juli, verbrandden zij levensmiddelen. Eenige uitgehongerde Grieken maakten zich van wat zakken meel meester. Den volgenden dag namen de Bul garen 45 van die mcnschen gevangen, bon den ze vier aan vier aaneen, wierpen ze in de Maritsa en schoten op hen, als zij tracht ten zich te redden. Een paar dagen later werden de lijkon uit de rivier gehaald. (De rapporteur heeft de foto's). Wat de vrouwen hebben geleden is niet te zeggen. Turksche, Grieksche, Joodsehe cn zelfs Armenische ofschoon de Arme niërs aan den kant der Bulgaren streden werden op niet nader aan te geven wijze mishandeld, zonder onderscheid van stand of leeftijd. De correspondent laat de bizonderheden hieromtrent uit het rapport weg. Hij zegt alleen, dat wat de Bulgaar sche soldaten hebben gedaan even erg is als al het afschuwelijke wat op dit punt in de- geschiedenis bekend is. De rapporteur haalt verder allerlei staal tjes aan van de lompheid en ruwheid van generaal Veltsjef, die de wreedheden ver ontschuldigde en er zelf voor uitkwam, dat hij Grieken cn Muzelmannen wou uitdel gen. Dc stelregel van de Bulgaren, van den opperbevelhebber tot den jongsten sol daat, wasWij hebben Adrianopel ver overd ten koste van het leven van duizen den Bulgaren, het goed en zelfs het leven van de inwoners behoort dus ons, en wij hebben het recht er mee to doen wat wij verkiezen. Het rapport beweert verder, dat de Bul garen ook vijandschap tegenover Rusland toonden en prijst de Serviërs en Turken. De Servische officieren in Adrianopel waren menschelijk cn bescheiden tegenover de be volking, de Bulgaarsche ruw en laatdun kend. Hoe zorgzaam waren tijdens het be leg de Turksche bevelhebbers voor aL de elementen van de bevolking SS et „sjouwen" van gasten. ,,De Hotelhouder" schrijft: Ge-lijk bekend is, maakt een zekere cate gorie van personen in het drukke seizoen er een beroep van om reizigers, vooral die genen, die weinig bereisd zijn en dus dik wijls bij aankomst in een groote stad staan als een kat in een vreemd pakhuis, den weg te wijzen naar „een goed hotel". Voor el- ken gast, dien dergelijke personen in het hotel brengen, krijgen zij een zeker bedrag van den hotelier. Het „goede hotel" blijkt dan dikwijls een slechte en dure gelegen heid te zijn, want de provisie voor den tus- schenpersoon moet natuurlijk op den gast verhaald. Een en ander vormt een misstand, die zoowel in het belang van de vreemde lingen als in da-t van de serieuze hotel-in dustrie zeer ongewenscht is. Klachten dien aangaande kwamen ons, evenals vorige ja ren, ook nu weer ter oore. Een paar staaltjes. Een koetsier krijgt aau. het station een paar vreemdelingen, die met een der avondtreinen zijn aangeko men, als vrachtje. Zij verzoeken hem hen naar een bepaald hotel te brengen. De koetsier geeft hun de verzekering, dat dit hotel en vele andere geheel vol zijn, maar dat hij nog een uitstekend etablissement weet, waar nog plaats is. 't Is reeds laat en de reizigers zijn dus al erg blij, dat zij ten minste nog logies kunnen krijgen en vertrouwen zich aan den gids toe en nu gaan zij naar de inrichting, waar de koet sier voor zijn vrachtje per persoon ƒ0.50 of soms wel 1 krijgt, doch waar het nacht verblijf veelal slecht en naar verhouding duur is. Een ander geval werd ons nog ge rapporteerd. Een koetsier bracht een paar reizigers op hun uitdrukkelijk verlangen naar een bepaald hotel. Dit was echter volde eigenaar, die in het drukke seizoen in verbinding staat met een degelijk pen sion, telefoneerde of daar nog plaats was en op bevestigend antwoord, gaf hij den koetsier order daarheen te rijden. Maar al wie er aankwamen, niet de verwachte gas ten. De aapjeskoetsier had ze naar een van zijn dépendances gebracht, waar hij zeker is van een zoet provisietje, maar waar de gasten in den aap gelogeerd waren. Onaangenaam zijn deze dingen zeker, doch moeilijk schijnt het tot nu toe aan dezen misstand paal en perk te stellen. Ook in het buitenland komt hij veel voorin Duitschland noemt men dezen toestand met een algemeen woord „das Schrciergelder und Vorschleppungs-unwesten" In „Das Hotel", het orgaan van den Int. Hotelbesitzer Verein, doet een inzender het volgende middel aan de hand, om het euvel te bestrijden, een middel, dat wij moge onze dagbladpers er haar medewerking toe verleenen inderdaad aanbevelenswaard achten. Ik geloof, aldus de inzender, dat voor vele reizigers het reizen ongewoonte is. Hoe zou het anders mogelijk zijn, dat bijv. advocaat A. zich tot een kruier, clr. B. zich tot een koetsier, de fabrikant C. zich tot een spoor wegbeambte en dominee D. zich tot een an der geheel onbevoegd persoon wendt om te informeeren naar een goed hotel of restau rant en naar den rang daarvan alsof een dezer daar ooit had gelogeerd of gegeten Het zou inderdaad een dankbare taak voor onze dagbladpers zijn, als zij er van tijd tot tijd en vooral in den vacantietijd eens de aandacht op vestigde, dat elke reiziger, die een hem vreemde plaats wil bezoeken, best doet vooruit inlichtingen in te winnen naar behoorlijk onderdak of dat hij ook, ter plaatse aangekomen, bij de in- lichtingenbureaux der vereenigingen tot be vordering van het vreemdelingenverkeer de noodige gegevens kan verkrijgen. Op deze manier zou een belangrijk deel der rei zigers „rcis-wijs" worden, en daar het goe de voorbeeld nooit geheel zonder uitwer king blijft, zou er gegronde kans bestaan, dat het „sjouwen" van gasten naar meer of minder onaanzienlijke herbergen of „Ook- Hotels" langzamerhand zeldzamer werd. lieu verontrustend© statistiek. Iedere maand publiceert do „Staatscou rant het aantal bedrijfsongevallen, waar van bij de Rijksverzekeringsbank aangifte is gedaan en daarbij zijn steeds de cijfers der vorige jaren gevoegd. Herhaaldelijk is het ons opgevallen, schrijft „De Tijd", hoezeer het aantal dier aangiften regelmatig, maar ook verontrus tend, klimt en wel meer bepaaldelijk se dert 1909, toen het aan het dalen was. In dat j'aar waren er 64,638 aangiften, en sedert is het totaal gestegen en werd het geleidelijk 66,086, 71,731 en 79,883. Moge een dergelijke toeneming van be drijfsongevallen al verbazen, in het loopen- de jaar is het er nog erger moe gesteld. In de 7 verloopen maanden waren er reeds 49.023, tegen 45,014 in dezelfde maand van 1912, hetgeen bet eekent, dat sedert Januari het aantal bedrijfs-ongevallen is toegeno men met 10 pCt. en er dus gemiddeld in Juli meer dan 300 ongevallen plaats heb ben per werkdag, tegen ongeveer 200 in dezelfde maand van 1906. Het ligt niet op onzen weg, de oorzaken van al die „ongelukken" op te sporen. De* wet eis ebt aangifte en moedigt er toe aan, niets te verzuimen, om de getroffenen te doen kennen en ze schadeloos te stellen. En wij zien niet voorbij, dat elke aangifto Dog niet de uitkeering van schadevergoe ding ten gevolge heeft. Evenwel, als wij die cijfers nagaan, komt het denkbeeld bij ons op, dat er toch wel wat gauw naar den dokter wordt geloopen, en dat de zomermaanden tot meer „be drijfsongevallen" aanleiding geven, wettigt het vermoeden, dat er verband is tusschen de vele ongevallen en het mooie weer Volgens het Weekblad van de Oom- missiebank te Amsterdam, zijn in de w?ek. geëindigd 19 Aug., door tus- schenkomst dier Bank verhandeld de navolgende incourante en minder cou rante fondsen: Aand. Assurantie-Maatschappij tegonBrand schade en op het Loven de Kodor- landen van 1845 (20 pCt gestort) F 525 5 pCt Obl. Bouwgrond-AIaatsch. Nieuwerschie 63 pCt, Aand. Amsterdamscho Hypotheekbank 125 Aand Cultunr-Maatsch. Soboroh (Serie A) SO 4pCt.0bl. Flectrische Spoorwog-Maatsch. 92 4% püt. Obl. Exploitatie-Maatsch. Schovo- nlng6n 71" —72 Pref. aand. Hollandsere Cacao- en Chocolade fabrieken vh Bensdorp Co 39—39*£ Aand. Landbouw-Maatsch Tjisaroonio 159 4 pCt Obl Maatsch. tot Expl. van de Brakke Grond 80 Aand Mijnbouw Maatsch Aequator 220 Aand.M\jnbouw-Maatsch. Salida GO—65 07 Volgost. aand L'edoriandsch-Amerikaanscho Land-MaatschappU 93 Aand. Rederlandsch-Westfaalsche Spoorwog- Maatsch appij 29) 4 pCt. Obl Boord-Friescho Lócaalspoorwcg- Maatschappü (afgestempeld) 71—70 Aand. Oost-Indische Zeo-en Brandassurantie- Maatsch (10 pCt gestort) 55 5 pCt Obl. Peru (leening 1S7U) 8 Aand. Bank van Huydocopor Van Diolon 110 9 Aand. Kederlandsche fabriek van Werktuigen en Spoorw.matoriêel (Serie B) .115 Aand. Raadpensionaris Johan de Wltt, AJgo- meene Maatsch. van Vorzekerlngop het Leven en by Ziekte (10 pCt. gestort) 25 Aand. Stoomboot Maatsch Hilligersborg .109 9 5 pCt. Obl. Suikerfabriek vh. Van der Linden Co. 93^ Aand. Vereenigd Bezit v. Indisch© Fondson 130—132 *f' Oprichtersbewijzen Holland Canada Hypo theekbank .F 190 OpiichtorsbewUzon Holland La Plata Land- on Admlnistratie-Maatsch. F 95 Oprichtersbewijzen Holland Washington Hypotheekbank F 105 Oprichtersbewyzon Javascho Cultuur-Maatsch. F 415 Oprichtersbewijzen Landbouw-Maatsch. Rongga F 05 Oprichtersbewijzen Maatsch. Zeebad Schevoningon F 70 Oprichtersbewijzen Rotterdam—Canada Hypo theekbank .F 170 Oprichtersbewijzen Singkep Tin-Maatsch. F SS5 Oprichtersbewijzen Suikeronderneming Poer- woredjo F 27)^ Oprichtersbewijzen Waterleiding-Maatsch. F 275 Oprichtersbewijzen Westersuikerraffinaderij (1|10)P 700 Wlnst-aand. Hollandsche Cacao- en Chocolade fabrieken voorheen Bensdorp Co. F 7f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 6