Naar het land.
Zanzibar, de tuin der tropen.
Bulgaarsche bruiloften.
het sluiten van den vrede. Ik heb me voort
gesleept, ben een paar keer bijna van ont
bering omgekomen, en eindelijk hebben ze
me naar het „Roode Kruis" getranspor
teerd, waar ze me een beetje hebben bijge
lapt. Ik lag nog in het hospitaal, toen ik
hoorde, dat de Zuidafrikaansche Republiek
geannexeerd was."
Hij zweeg eenigen tijd, keek nadenkend
voor zich uit. Hij wachtte klaarblijkelijk op
eenig geluid van mijn zijde, dat hem zou
aanmoedigen
„En wat verder?" vroeg ik.
„En wat verder?" herhaalde hij woest.
„Ik kwam in Pretoria, om mijn moeder en
mijn zuster en Anna weder te halen. Ik be
gaf me onmiddellijk naar het huis, waar zij
moesten wonen. Daar hoorde ik, dat ze vier
maanden geleden vertrokken waren. Het
waren vreemde mcnschen, die het me zei
den. Ze geloofden, dat ik ze in Johannes
burg zou kunnen treffen. Ik won daar in
lichtingen in, maar alles lag er overhoop.
En toon is het toeval mij te hulp gekomen."
„Hoe bedoelt u dat?"
„Ia één van de bars hoorde ik het als een
schande vertellen, dat Anna getrouwd was
met een Engelschen officier. En ik ben ze
een paar dagen later tegengekomen, zon
der dat ze mij gezien hebben. ïk zeg u, ze
was getrouwd met den man, die haar vader
had verraden en vermoord."
„En u dan?"
„Ik?" hij lachte luid. „Als ik 't haar
hacl gezegd, had ik het loven van haar, die
mij 't allerliefste was, tot een hel go-
maakt.
Was 't niet beter, om te zwijgen?
Ze hadden zich allen aan de gedachte ge
wend, dat ik dood was. Geen van mijn brie
ven was aangekomen, en Max had natuur
lijk verteld, dat wij allen gesneuveld wa
ren. Beter zoo, beter zoo, nietwaar? Eon
ander had misschien anders gedaan. Er zijn
verschillende soorten gewetens op de we
reld.
Mij leek dit het allerbeste.
Maar ik wil toch mijn geschiedenis ver
geld hebben, vóór ik het graf inga."
De hee-r A. Kcllenaers schrijft in het K.
6. W.":
Het is een verblijdend verschijnsel, dat
er in de laatste jaren, ook in de groote
ateden, steeds meer gewezen wórdt op het
•voortreffelijke van het leven ten platten
{Lande. En waar de steden zelf da/t leven
piet bieden, daar tracht men ten minste
idoor den aanleg van arbeidersbuinen, den
bouw van arbeiderswoningen met tuintjes,
.enz. eenigszine het vrije, gezonde en
rtoordeelige landelijke leven in te voeren.
Een 60-jarige arbeider schreef onlangs in
'de ,,Westdeutsche Arbeiderzeitung" een ar-
jtökel, waarin op al de voortreffelijkheden
ivan heb landelijk leven voocr arbeiders ge-
jweaen werd. Ik woonde, in dezen geest,
verhaalt de schrijver, sinds 1910 met mijn
(familie in een zoogenaamde „Grosstadt."
In 1906 erfden wij een stuk grond, een half-
jOfur buiten de stad. Twee andere erfgena
men deelden in deze erfenis, doch wij koch
ten hun aandeelen en namen het geheele
ebuk in bezit. Het stuk is ongeveer 10 aren
girooto en werd gerekend f2100 waarde te
hebben. Een oud huisje, dab er op stond:,
btrak ik af en bouwde er een eenvoudig
nieuw huis op van negen kamers, dat mij
pi. m. f 3000 kostte. Ik dacht er zelf niet
aan, dit huis te gaan bewonen, omdat ik
in de stad een groot huis gehuurd had.
Ik verhuurde het nieuwe huis, maar ik
had er zeer veel last, verdriet en kosten
mee, zoodat ik er spijt van had, het huis te
hebben gebouwd. Toen het echter te erg
werd besloot ik, met een zwaar hart, mijn
stadshuis op te zeggen en naar mijn eigen
dandibuis te trekken. Het kostte mij heel wat
moeite mijn vrouw en volwassen dochter hier-
toe te bewegen, maar 't ging nieb anders, we
konden 't huis toch niet leeg laten staan
een ook niet verder door huurders laten ver
nielen. Zoo maakte ik dan een verfraaiings
plan en beloofde aan mijn vrouw en kinde
ren, het haar buiten zoo aangenaam moge
lijk te maken. Ikzelf zag erg op tegen dei»
verren weg naar de stad, maar ik liet er
niets van merken, en toonde meer moed
dan ik werkelijk had, wat bij mijn 60 jaren
Wel niet te verwonderen is. Mijn weg naar
de werkplaats, die aan den anderen kant der
stad ligt, werd nu een uur lang.
Zoo trokken wij dan in Februari 1910 naar
ons eigen landhuis. Wij vonden er verschrik
kelijk veel werk. Mijn speciale taak was het
aanleggen van den tuin en dit moest ge-
sohieden, wanneer ik van mijn werk thuis
Wam, 's avonds van 8 tot 10 of 11 uren bij
het licht van do lantaarn. Spoedig zagen
ons huis en tuin er heel netjes uit. Yoor het
huis een aardig bloementuintje met allerlei
heesters en tegen het huis aan een pere
leiboom. In den tuin rechte wegen, waar
langs appel-, pere-, kerse- perake- en prui-
meboomen, besse.struiken en aardbeienplan-
ten en als afsluiting tusschen binnenplaats
en tuin een schutting met wintergroen. In
den tuin had ik een aardig tuinhuisje ge
bouwd, dat spoedig met klimop begroeid
was. Daarbij kwamen al naar gelang het
jaargetij de arbeid in den groententuin. Al
les, wat er in de huishouding gebruikt kon
worden werd in den tuin geteeld. Met welke
hooggespannen verwachting zag ik den
bloei- en groeitijd te gemoet!
En toen alles op zijn mooist prijkte, over
zag ik met groote voldoening het resultaat
van mijn werk. Hoe verheugden zich moeder
de vrouw en kinderen, wanneer vader op
een groen blad de eerste aardbeien binnen
bracht. Wat smaakten de vruchten toen be
ter dan die we vroeger in den winkel koch
ten Hoe prettig was het, dat moeder de
vrouw nu zonder beurs in de hand heerlijke
worteltjes, erwten, boonen en andere groen
ten, alsook aardbeien in den tuin kon gaan
halen. En wat groote porties groenten kon
den zij nu eten tegen vroeger, toen de kleine
porties zooveel geld kostten.
De belangstelling voor den tuin groeide
met het succes. Ik had 's avonds geen zin
meer om met mijn kennissen een glaasje
bier te gaan drinken en ook 's Zondags vond
ik het heerlijk om met mijn lange pijp in den
mond door mijn tuin te slenteren en naar het
groeien en bloeien te kijken.
Niemand onzer verlangde weer terug
naar de stad. Ook de kinderen voelden zich
hier echt thuis, en waren zij eenmaal van
huis weg, dan verlangden zij weer terug
naar hun eigen erf.
Mijn tuin is 800 vierkante Meter groot.
Ik zou hem niet grooter, maar ook niet klei
ner wenschen. Niet grooter, omdat ik hem
dan niet zonder dure hulpkrachten kon be
werken, niet kleiner, omdait ik dan niet ge-
nog groenten en aardappelen, ook vot den
winter, kon telen. Yoor een varken of geit
is hij te klein; daarom houdt ik slechts
©enige konijnen en kippen. Hot werk ver
richt ik '8 morgens voor 6 en 's avonds na
8 uren. Ik beschouwde het niet als werk
maar als ontspanning. Zelfs als ik om 4 uren
in mijn tuin begin te werken, ben ik veel
frisscher d/an wanneer ik naar de stad naar
mijn werk ga, dan wanneer ik tot 6 uren op
't bed heb gelegen.
Ik ga steeds vroeg genoeg weg, opdat ik
mij niet behoef te haasten. Er loopt een
tram langs mijn deur, maar ik gebruik haar
slechts hoogst zelden. Aan het koffiedrinken
om twaalf uren in plaats van middageten was
ik heel gauw gewend. Wanneer ik dan
's avonds thuis kom, smaakt het eten des te
beter.
Het éénfamiliehuis is wel niet erg voordee-
lig, men woont e.r wel zeer aangenaam alleen
maar men betaalt ook alleen de rente. Ik
heb nog twee huurders in mijn huis, heel rus
tige lui. Van d)e huur, die ik ontvang, be
taal ik rente en woon zelf vrij. Matig bere
kend, profiteer ik op die wijze f200. Daar
bij komt de winst uit den tuin. Vroeger in de
stad verbruikte mijn huishouding gemiddeld
f2.50 voor groenten, aardappelen, enz. per
week d. i. f 130 per jaar. Dit gevoegd bij dc
huur is f 330, die ik anders van mijn week
loon moest betalen. Spijt hebben wij tot he
den allerminst over ods verhuizen. Wat onze
gezondheid en finanoieele positie betreft,
zijn we hier veel beter af dan in de stad. Een
ding slechts spijt me: dat ik slechts op 60-
jarigen leeftijd er toe gekomen ben, buiten
op mijn grond te gaan wonen. Daarom zou
ik ten slotte een ieder willen aanraden mijn
voorbeeld te volgen. De voordeelen zijn
groot, en de moeilijkheden gemakkelijk te
overwinnen.
Tot zoover deze 60-jarige arbeider.
Zou dit door hem gegeven voorbeeld ook
niet dloor de jongeren kunnen nagevolgd
worden? Mogen toch alle pogingen, die de
overheid (gemeente) of het particuliere ini
tiatief in deze richting aanwendt, ten krach
tigste door alle weidenkenden gesteund wor
den.
Aan donkere, onoogelijke, ongezonde huur
kazernes geen gebrek, maar er bestaat groot
gebrek aan frissche, gezonde arbeiderswo
ningen met tuintjes. Vandaar de vele mis
standen als drankmisbruik, ziekten, enz on
der onze aibeiders.
Mogen allen, wien het welziju der maat
schappij ter harte gaat, dit bedenken
Het einde der fauna op onze aarde.
Cp een vergadering van de Academï'
des Sciences te Parijs beweerde Edmond
Perrier, dat de mensch spoedig dc dieren zal
uitgeroeid hebben. Tegenwoordig zijn ver
schillende maatschappijen bezig de walvis-
schen te vangen, die tot voor korten tijd nog
in groot aantal de zeeën aan de Westkust,
van Afrika bevolkten. In Afrika roeien aller
lei Nimrods de groote wilde dieren bij hon-'
tierden uit. Als het zoo voortgaat, zal over"
acht jaar in Afrika geen enkele olifant meer
leven. Perrier wijst er op, dat dergelijke,
slachtingen voor de beschaving van het Afri-
kaajosahe vasteland absoluut geen waarde
hebben, terwijl de wetenschappen door het
verdwijnen van deze diersoorten zeer veel
verliest.
Hij verzocht de Academie ziqh tot de
Fransche Regeering te wenden mét het ver
zoek den reiger te beschermen, en evenals
Rusland, Italië en de Vereenigde Staten
een gebied te reserveeren, waar het opge
jaagde wild bescherming vindt. Perrier con
stateerde, dat de maatschappij voor de wal
visohvangst tot 400 p(X winst uitkeeren. Z:j
bedenken echter niet, dat door eigen schuld
de bron van inkomsten spoedig zal uitgeput
zijn. De walvisschen worden reeds zeldza
mer, de robben zijn al uit verschillende stre
ken in het Noorden verdwenen en op het
Zuidelijk halfrond staat hun hetzelfde lot
te wachten. Ook de reiger is in de laatste
jaren zóó vervolgd, dat de Amerikaansche
Regeering de jacht moest verbieden. De
vischotters verdwijnen eveneens ©n ook de
trekvogels worden vervolgd. De menscK mag
niet al het levende verwoesten, besloot Per
rier; om hieraan een eind te maken, wilde
hij de aandacht van de mannen der weten
schap op dit punt vestigen.
Vogels als brandstichters.
In een Würtembergsche gemeente, die
licht van een ovcrlandcentrale betrekt, be-,
merkte men onlangs in de huizen herhaal
delijk brandverschijnselen in verbinding met
verontrustend gedruisch. Er ontstond zelfs
hier en daar brand zonder dat mon eerst de
oorzaak kon ontdekken. Na lang onderzoek
werd he,t raadsel opgelost. Men had opge
merkt, dat een sperwer een troep spreeu
wen achtervolgde en deze bij het transfor
matorenhuisje schuilplaats ■'zochten, door
zich tusschen de ijzeren steunsels der hoog
spanningsisolatoren en de tegen bliksemge-'
vaar aangebrachte inrichting te bergen,'
waardoor kortsluiting was ontstaan.
Dit zou echter niet gevaarlijk geweest
zijn, wanneer niet tegelijkertijd de voor af
leiding dienende gr on dp laat, dcor watcr^
•gebrek in den bodem, haar dienst had ge^
weigerd. Doo dit gebrek werd de hoog-,
spanning gedwongen een anderen weg
zoeken om het bodemwater to bereiken, en
kwam daardoor in de huizen.
Het begin der oplossing van het raadsel
was to danken aan het vinden van een aan
tal verkoolde spreeuwen en een sperwer
in de omgeving van het transformatorengc
bouwtj e.
Er is eigenlijk geen station, dat op zee
reizen zoo trouw wordt aangedaan als Zan
zibar, en toch is er geen eiland, cüat zoo
wetinig bekend' is a-ls juist dat. Op de heele
(door den Indischen Ooea-an bespoelde kust
van Afrika is er geen drukker haven en
duizenden reizigers gaan er ieder jaar aan
wal voor den tijd!, dat de boot moet laden
en lossen; maar slechts zeer weinigen van
Óie passagiers komen verder dan een paar
kilometers de stad iai of er buitende mees
ten bepalen zich er toe, een wandeling te
doen door de smalle straatjes van de Arar
bische wijk van honderd duizend inwoners,
waar intusschen de lokale kleur al snel ver
bleekt voor Europeesche invloeden. De ha
ven vooral lijkt op alle andere havens in
het Westen, en eerst als men in het hartje
van de stad doordringt, wordt men door ge
sluierde vrouwen die langs huizen met blin
de go veis voortschrijden in nauwe straat
jes of door Arabieren in burnoe-s, recht en
statig als standbeelden, er aan herinnerd,
dat men zich in een Mohammedaansch land
bevindt.
Natuurlijk is de markt nog altijd wel inte
ressant, zoo lezen we in ,,De Aarde en
haar Volken" want Zanzibar is een der
drukste handelsplaatsen van Afrika en op
die markt kan men zioh er een denkbeeld
van maken, hoezeer deze plaats een centrum
(is, een kruispunt op de wegen, die de volken
'gaan. Het zou misschien moeite kosten
onder de Bantoennegers enkele van volko
men zuiver ras aan te treffen die oudiste
bewoners van Zanzibar, waar Europa ken
nis van hoeft gekregen, zijn ondergegaan
in de massa nieuw aangekomenen, Arabie
ren, Hindoes en Europeanen. Uit de menge
ling van. de rassen Is een kleurlingenvolk
ontstaan en men raag het haast wel een
nieuw ras noemen, dat der Soeaheli. Vraag
aan den een of anderen kleurling, wie zijn
ouders warenals hij het weet en u wilt ant
woorden, krijgt ge te hooron. dat zijn vad* r
een door den slavenhandel rijk gewordon
Arabier was en zijn moeder een Afrikaan-
sche, zoo zwart als ebbenhout. Anderen weer
stammen van een Hindoe en een Europeaan
hi, en zoo ziet men er duizenden typen, die
woor den ethnograaf allerbelangwekkendst
fcijn.
Maar de kunstenaar en de moralist zijn
minder tevreden, want die bastaards gelij
ken veelal slechts in zoover op hun ouders
dat zij van beiden kanten de slechte hoeda
nigheden hebben meegekregen. Zij vertoo-
nen meestal niet de nobele gelaatstrekken
van den Arabier en missen die vroolijke
naïviteit van de negers, terwijl zij van het
verstand van Hindoo of Europeaan alleen
door hun slimheid dloen blijken.
Sedert de afschaffing van den slavenhan
del hebben natuurlijk de markten veel van
haar schilderachtigheid verloren. Die huma
ne maatregel dateert nog pas van de Britsche
besolermheersohappij over het eiland. Zan-
zbar was altijd do groote markt vtx r slavein
aan den Indischen Oceaan. De ongelukkige
slaven, die er heen werden gevoerd uit het
hart van Afrika door Arabische kooplieden,
stierven daarbij op de reis bij honderden,
en men kon den weg van de karavanen vol
gen door de lijken langs den rand. En ook
in Zanzibar stierven er velen na den
tocht en hun lijken werden verwaarloosd en
hielpen mee, om den gezondheidstoestand
van de plaats ellendig slecht te maken, zoo
dat Zanzibar een der pesthol en van de we- i
reld is geweest. Eerst de vestiging van een
Europe e^ch protectoraat heeft aan die wan
toestanden een einde gemaakt.
Het meest gevraagde product na de sla
ven was tot op de jongste tijden het ivoor,
dat door de jacht op olifanten in het bek
ken der groote meren en in Duitscb-Oost-
Afrika werd verkregen. Het was een inte
ressant schouwspel, die honderden slagtan
don te zien, die, rechtop staande, boven de
hoofdkn van de mensohen uitstaken. .Som
mige waren, gemeten langs de buiten bocht
2.70 M. lang. Maar de jagers zijn zoo verba
zend handig geweest en ook een twintig jaar
geleden hebben deze Afrika beroofd van de
dikhuiden, die er zulk een schilderaohtigen
stempel aan gaven. Het olifantenras is op
weg van de aarde te verdwijnen en ivoor, van
hen afkomstig, wordt een zeldzaamheid. In
aSt opzicht, zeggen menschen, die nu in Zan
zibar zijn geweest, en ook een twintig jaar ge
leden, dat het verschil enorm groot is en dat
de markt voor ivoor maar een schaduw is
van wat zij vroeger was.
Intusschen hebben de markten van Zanzi
bar het over een anderen boeg gegooid. In
plaats van den handel in slaven en in ivoor
ziet men er nu dien in de voortbrengselen
van Duitsch Oost-Afrika en van het eiland
Zanzibar zelf, voortbrengselen van den bo
dem, want die is buitengewoon rijk. De
toeristen, die Zanzibar aandoen, krijgen
daar niet veel van te zien. Zij moesten daar
voor tijd hebben, want het eiland is half zoo
groot als Corsica, maar het zou toch wel
gaan, als er de ware belangstelling was. Al
dadelijk builen de stad; staat men verbaasd!
bij het zien van de weelderige flora en den
rijkdom der wouden aan edele houtsoorten,
terwijl de „sjuniba's" of plantages alle tro
pische. producten in overvloed opleveren.
Maar van alle producten is er cén, dat spe
ciaal dien uitvoerhandel voedt on groote wel
vaart brengt, dat zijn de kruidnagelen. Dank
zij den kruidnagel, is de handel van Zanzibar
een derde bloeiperiode ingetreden, even
schitterend, als de beide vorige zijn geweest.
Op dc slaven en op het ivoor is de kruidnagel
gevolgd.
In 1880 kwam een Arabier, Telim ben Iesa
van het eüland Mauritius met een handvol
kruidnagelen in zijn zak, ging aan wal op
het eiland en kreeg een terreineoncessie Hij
plantte op Zanzibar een tweehonderdtal
plantjes, die prachtig zich ontwikkelden. De
schoonheid van den boom, die aan de mirten
verwant is, trok de aandacht van den man,
die later sultan van Zanzibar zou worden:
Said Bourgas. Die liet van de Molukken an
dere kruidnagelplanten komen, d'o hij door
zijn vele slaven op het eiland liet uit-planten,
en heel Zanzibar werd' overdekt met het don-
k ere gebladerte van Ca/ryophyllus aromaticus
den mooien boom, die tien en meer meters
hoog kan worden en waarvan de gedroogde
bloemkoppen de begeerde specerij zijn.
In 1872 richtte een cycloon groote verwoes
ting aan onder de aanplantingen maar Said
Boer gas gaf de zaak niet op en Eet nieuwe
planten komen, en thans wordt de jaarlijk-
Ewhe uitvoer op tweehonderd duizend balen
geschat alleen uit Zanzibar, terwijl de stad
ook nog de uitvoerhaven is voor Duitsch
Oost-Afrika. De opvolger van Said Bocrgas
sultan Said Ali be-n Hamoed, die onder pro
tectie van Engeland staat, moge weinig ge
zag uitoefenen, hij ziet de economische be
langen van zijn eiland helder in en steunt
op alle manie-ren de culturen en den ha.idci.
DE ZO&NEBLOEftl.
De zonnebloem (helianthus annuus is een
algemeen bekend© en beminde bloem. De hel
gele kleur der bloemblaadjes steekt helder af
tegen het donker-bruine hart. Als de blaad
jes van de zon zoo schitteren de randbjaadjes
naar alle zijden heen. De zonnebloem is een
genot voor wie in de stad een klein plekje
grond achter zijn huis heeft. Zij is taai en
altijd mooi.
Wat men vooral mooi vindit in dieze plant
is de eigenschap, dat zij haar bloem immer
keert naar de zon. Deze eigenschap heet he-
Eotropisme. Vele dichters hebben deze eigen
schap van de zonnebloem bezongen, als een
symbool van trouw, van bewonderenswaardi
ge ridderlijkheid, en in de wapenborden en
zegels ziet men niet zelden een afbeelding
van dieze bloem. 0
De „Berliner Loc. Anzeigor" vertelt, dat
do zonnebloem omstreeks het einde der 10de
eeuw uit Mexico naar Europa werd inge
voerd. En buitengewoon snol heeft zij zich
bemind gemaakt.
In verschillende streken worden de knop
pen als groente gekookt; de harde stengels
gedroogd en als brandstof gebruikt, de blar-
deren dienen voor veevoeding en uit de bloe
men zuigen de bijen honig. Maar het meeste
nut heeft men van het zaad. De zwarte schil
wordt er afgehaald. Uit het wit perst men
een olie, clie zeer geschikt is voor bakolie.
Zoo is de plant behalve sierlijk ook zeer nut
tig en het is geen wonder, dat zij zooveel ge
zocht is.
In Amerika is de plant nog veel meer ver
spreid, Er komen daar 50 soorten van de
bloem voor; in sommige landstreken heeft
men er heele aanplantingen van, daar het
blad een voedzaam veevoeder is.
In ons land dient zij vooral als sierplant.
En als zoodanig alleen mag zij niet onder
schat worden.
Er is het laatste jaar zooveel geschreven
over de Bulgaren zooals zij zijn in oorlogs
tijd, dat het eigenlijk ook niet onaardig
is eens iets to vernemen van dc poëzie van
het Bulgaarsche landleven in tijd van vre
de. Do bewoners van Bulgarije zullen er
naar verlangen hun eigenaardige gebruiken
weer ongestoord te pas te kunnen brengen.
Eon huwelijk bij de Bulgaarsche lande
lijke bevolking brengt oen stroom win
vreemde seremonien met zich. In dc moeste
streken hccrscht nog dc gewoonte, dat tlo
bruidegom zijn bruidje koopt, en dat gaat
zoomaar niet door oen sommetje geld aan
den schoonpapa in spó tc zenden en dan
per ommegaande de schoone terug te krij
gen. Dat zou niet aardig zijn. Een mede
werker van de „Figaro" heeft onlangs den
lezers van zijn blad verteld wat daar alzoo
bij komt. Als een Bulgaarsche jonkman liet
meisje zijner keuze gevonden heeft, zendt
hij zijn moeder of een andere bloedverwan
te als afgevaardigde naar de ouders zijner
dulcinea.
Bij dat bezoek wordt besproken wat de
bruidegom voor het meisje zal moeten ge
ven en ook wat het bruidje aan kleeren cn
geschenken mee ten huwelijk zal brongen.
De verloving bestaat uit het wisselen van
ringen, in de meeste gevallen volgt de brui
loft onmiddellijk daarop.
Een week voor dé bruiloft koopt de va
der van den bruidegom een houten flesch,
met wijn, een brood en een stuk gebraad;
in den vastentijd neemt men visch inplaata
van vleesch. Wijn, brood en vleesch worden
door een soort afgezant (ostekar noemen
hem de Bulgaren) aan de moeder van de
bruid gebracht. Nadat men elkander we-
derkeerig heeft geluk gewenscht, vraagt da
ostekar, wanneer de bruiloft zal plaats
hebben gewoonlijk wordt die op een Zon
dag bepaald.
Als dat is gebeurd, wordt de koopprijs
vastgesteld. Vóór die betaald is mag da
jonge man niet in de woning van het meis
je komen.
Drie dagen voor de bruiloft beginnen de
huwelijksseremoniën.
Donderdagmiddag moet een zuster of an
der familielid van den bruidegom een
„diver" zoeken, dat is een man, die zich
belast met de ruiling der ringen en die iu
de kerk achter het paartje met twee bran-;
dende kaarsen staat.
Dan moet de zuster van don bruidegom
de jonge meisjes van het dorp uitnoodigca
om-in de woning van den jongen man da
bruiloft voor tc bereiden. Vier der dorps»
meisjes vormen een koor, zij leggen een wit
laken op tafel en zetten daar eenig zilveren
vaatwerk op.
De „selva" (dat is de zuster van den brui
degom) heeft een kleine schaal, waarop!
druiven, vijf noten en eenig meel liggen.
Dc bruidegom, de diver en de selva nomenj
dat mandje met de rechterhand beet cn
zwaaien bet voorzichtig rond dc vruchten
mogen daarbij elkander niet aanraken dat'
betcekent onheil voor het toch angstige!
echtpaar. Terwijl de selva- alleen het mand-,
je laat schommelen, zetten bruidegom cn;
diver twee met water gevulde koppen voor
het vuur. Het water mag niet aan den kook
raken en de vlammen -mogen dc koppen,
niet aanraken. In een der koppen is een
houten stokje geplaatst, waaraan een ziU
veren ring is bevestigddeze ontvangt het)
bruidje na de bruiloft, 's Vrijdags voor da)
bruiloft komen de vriendinnetjes van dal
bruid te zamen, om ha-ar de haren te. ver-'
zorgon. De eerste hand moet daaraan ge-j