No. 16394. ZiEIDSGH DAGBLAD, Saterdag* 2 Augustus. Tweede Blad. Anno 1913 Buitenlandseh Overzicht. Faillissementen. FEUILLETON. Ce wettige erfgenaam. Over hetKrup p-proces worden weer heel wat bijzonderheden meegedeeld. In de telegrammen-rubriek van gisteren stond weer de aanvang van de behandeling op den tweeden dag. Over het verdere verloop der zitting seint Keuter het volgende Bij zijn verder verhoor verklaart Brandt Alle zaken van de firma gingen door mijn handen, behalve de particuliere brieven aan de heeren Von Netzen en Yon Schütt. De voorzitter: Bevatten die particuliere brieven geheime dingen? GetuigeDat is onmogelijk. Ik ben be kend met al het materiaal, ook met de be stellingen voor leger en vloot. Geheimen bestaan er hierin voor mij niet. Meer dan de helft der berichten had betrekking op de prijzen van de concurrenten. Ik wilde daar mijn ijver mee toonen. De meeste dier berichten waren overbodigYon Schütt zou dat materiaal ook langs ambtelijken weg hebben verkregen. De voorzitterWeet u, wie den heeF Liebknecht zijn gegevens heeft verschaft GetuigeNaar mijn stellige overtuiging kan dat alleen Von Schütt geweest zijn. Ik heb alleen eenige afschriften van geheime berichten naar huis meegenomen om ze daar te vernietigen. De voorzitterHeeft u soms geen gege vens achter gehouden om een wapen in de hand te houden? Getuige ontkende dit en verklaarde ver der, dat hem bij zijn lastgeving was mee gedeeld, dat er tusschen het leger en Krupp geen geheimen bestonden. Hoe meer Krupp verneemt, zooveel te beter voor het leger. Getuige wilde zooveel mogelijk prijzen van concurrenten te weten komen. Bij zijn vroe gere verklaringen, tijdens zijn voorloopige hechtenis, verkeerde hij teveel in neerslach tige stemming. Hij dacht aan zelfmoord en leed nog aan de gevolgen van een hersen schudding. Het proces-verbaal staat vol onjuistheden over hetgeen hij heeft ver klaard. Al heeft hij af en toe ook bier of eten betaald, dan heeft men daarin nog geen vergoeding te zien. Kleine geleende bedragen van 10 tot 20 mark gaf Tilian steeds dadelijk terug. Ik heb, zegt getuige, kerstgeschenken aan de kinderen van Pfeiffer gegeven, omdat -*k een goede kerel ben en omdat ik den kin deren-Sen pleizier wilde doen. De verdediger vraagt de dagvaarding van cfe geneeskundigen, die over het Brandt overkomen ernstige ongeluk en de gevolgen daarvan inlichtingen kunnen geven. Brandt geeft nog opheldering over zijn betrekkingen tot Dröse. Vroeger had hij ge zegd, dat hij voor Dröse een plaats bij Krupp zou zien te krijgen als Dröse, als wederdienst hem berichten gaf. Dröse had hem toen uittreksels uit het register van bestellingen verschaft. Thans houdt Brandt staande, dat die ver klaring vervalscht of onjuist weergege ven is. De eerste-luitenant Jung, van het ministe rie van oorlog, werd gehoord over de vraag of een voorschrift bestaat, waarbij aan Krupp voordeden worden verleend. Getuige verklaart, dat hij de bewering als zou zulk een voorschrift bestaan, besl'sü moet tegenspreken. Er bestaat een voor schrift dat ook Krupp bij aanbestedingen tot deelneming moet worden genoodigd. Hoe de bestellingen later worden verdeeld is een geheele andere zaak. Hierna worden de protocollen van de commissoriale verhooren van officieren voorgelezen, waaruit blijkt, dat 't het per soneel der tuighuizen ten strengste verbo den is met vertegenwoordigers van parti culiere firma's te onderhandelen of hun in lichtingen te verstrekken. Brandt, daarna nogmaals gehoord, deelt mede, dat Pfeiffer, secretaris der inten dance, bij het ministerie van oorlog, een schoolkameraad van hem is. Hij kan niet onder eede verklaren dat Pfeiffer hem be richten voor de ,,Kornwalzen" heeft aan gebracht. Behalve van Pfeiffer heeft hij nooit berichten van het ministerie van oor log gekregen. Over de vraag of vertegenwoordigers van andere leveranciers van geschut getracht hebben geheime berichten los te krijgen, wenscht Brandt zich niet uit te laten. Met den vertegenwoordiger van de firma Ehr- hardt heeft hij nooit in betrekking gestaan. Beklaagde Pfeiffer zegt dat Brandt van hem nooit geheime berichten heeft gekre gen. Hij noemt de handelwijze van Brandt trouweloos. Brandt: „Het doet mij innig leed, dat Pfeiffer schade lijdt door dit proces." De president vraagt aan de vrouw van Brandt, of men invloed op haar man heeft geoefend om zijn verklaringen te herroepen of te wijzigen. Zij weigert daaromtrent in- inlichtingen te geven. Getuige vraagt, haar tijd tot morgen te laten. Haar man is sedert het ongeval, hem op Kerstavond overkomen, zwak van ge heugen. De krijgsraad gaat dan over tot een zit ting met gesloten deuren, ten einde enkele „Kornwalzen" te onderzoeken. De verdediger verzoekt den krijgsraad, getuige tot inlichtingen te dwingen. In de Belgische Kamer had de linkerzijde, naar men weet, besloten tot obstructie en de socialisten zouden dit ten uitvoer brengen. Het doel was om hier door te bereiken dat de schoolwet niet meer vóór het zomerreces zou worden afgedaan. Links heeft succes gehad, want de Kamer heeft een voorstel van den afgevaardigde Hijmans aangenomen om na de vacantie, den 14den October, met de behandeling te beginnen. De Franse li e Senaat kan vlugger de legerwet behandelen dan dit de Ka mer deed. De algemeene beraadslagingen zijn afgeloopen en Dinsdag wordt begon nen met de artikelsgewijze behandeling. Er is zelfs zoo weinig der vermelding waardig, dat meerdere bijzonderheden dan dit feit, de telegramkosten niet waard blijken te zijn. Ook Oostenrij k-Hongarije gaat het leger uitbreiden. De regeering wil zes nieuwe legerkorpsen oprichten. Wat dit beteekent blijkt wanneer we den ouden en den nieuwen toestand gaan ver gelijken. Er zijn er thans 16 corpsen en dit wordt 22. 't Is dus geen kleinigheidje. De Spaansche koning en ko ningin zijn weer naar hun land terug gekeerd. Gisteren zijn ze te Parijs aan gekomen van uit Londen. In het lijk van Alfons is 't anders op het oogenblik zoo prettig weer niet. De sta king in do textielindustrie te B ar ce 1 o n a en in de omstreken breidt zich nog steeds uit en 't is al tot een treffen gekomen tusschen politie en stakers. Te Barcelona zijn nu 20,735 stakers, te Igua- lara 3000, te Sukarell 2900, te Barklona 2600 en te Yillanueva 2000. Keeds is in 195 fabrioken het werk neer gelegd en dreigt de staking ook naar de andere vakken over te slaan. Tal van pa trouilles doorkruisen de industrie- en bui tenwijken der stad. De patroons verzeke ren, dat zij noch van officieele noch van officieuze zijde iets van de eischen der sta kers hebben gehoord, daar deze hun geen enkele mededeeling gedaan hebben. Even eens weigeren zij met de meeste beslistheid om onderhandelingen over de hervatting van den arbeid aan te knoopen. De burger lijke en militaire autoriteiten zijn vast be sloten, om elke poging tot verstoring der orde terstond gestreng te onderdrukken. De gouverneur van Barcelona verwijt den stakers, dat zij den arbeid hebben neerge legd, zonder rekening te houden met den door de wet voorgeschreven opzeggingster mijn. Verschillende kleine incidenten kwa men voorde politie borg de ordeverstoor ders echter spoedig achter slot en grendel. Voor een tweetal fabrieken had zich een groot aantal vrouwen en kinderen opge hoopt. Een fotograaf wilde van het toonecl een opname maken, doch zijn toestel werd verbrijzeld, terwijl hij zich zelf zoo spoedig mogelijk in veiligheid brengen moest. Met den president van Portugal gaat 't veel beter. De laatste berichten luiden dat het onmiddellijke gevaar gewe ken is. President Arriaga lijdt aan nierko liek. De geneesheeren zijn over het verloop der ziekte heeLtevreden. Voor we het overzicht der gebeurlijkhe den in Europa eindigen moeten we nog even vertellen, dat de hongerstaking in Engeland niet alleen besmettelijk is voor suffragettes. De socialistische ex-afgevaar digde Lansbury, die, naar we gisteren mee deelden, straf moet ondergaan, omdat hij zijn mondje voorbij praatte, wil ook niet eten. Een domme streek, want nu verbeurt hij meteen de faciliteiten, die hij als poli tiek veroordeelde anders zou genieten. Buiten Europa is er niets nieuws. Alles oude kost. Zelfs geen belangwekkends in de onderdeelen. Dat in Z u i d-A frika geen alge meene st aki ng komt, meldden we reeds. Dit besluit is, naar thans gemeld wordt met verweldigende meerderheid ge nomen, n.l. met 65 tegen 18 stemmen. In China is ook geen verandering geko men. De regeering heeft de over hand gehouden. De opstandelingen zijn er slecht aan toe. Hun aantal vermin dert. De opstandelingen beschikken in het ge heel over 15,000 man, 5000 bij Nanking en 10,000 verder naar het Noorden. Ten Zuiden van Nanking staat generaal Hangtsien die last heeft den opstandelin gen den terugtocht naar Sjanghai af te snijden. De opstandelingen bevinden zich dus in een wanhopigen toestand. De vloot, die de regeering trouw is gebleven, ver hindert den toevoer van versterkingen en leeftocht over zee naar het Jangste-dal. Het diplomatieke korps te Peking heeft bestolen dr. Socnjatsen het verblijf in de vreemdelingen wijk van Sjanghai te ontzeg gen. De voormalige onderkoning Tscnsjoen- sun, dien de opstandelingen tot voorloopig president der Zuidelijke provinciën hadden benoemd, is vermomd uit Sjanghai naar Kanton gevlucht. Het bericht dat ex-p resident Cas tro bij Dresden is, schijnt toch minder juist. Thans wordt gemeld dat hij bij Coro geland is. Dit is zelfs een officieele kennis geving. De regeeringstroepen zijn hier min der fortuinlijk dan in China, want ze moe ten reeds tweemaal klap hebben gekregen. Het is in de Amcrikaansche republieken weer allesbehalve pais en vree. Want in M e x i c o is er ook nog geen verbete ring gekomen. Men wil het er nu met be middelingsvoorstellen aan de partijen pro- beeren. Er zou dan een onpartijdig voorloo pig president moeten komen en dit is nu een lastige keuze. Het oog is hiervoor ge vestigd op eenige Mcxicaansche diplomaten in Europa. Zoolang het zoo rommelig blijft, weDSchen de Vereenigdc Staten president Huerta niet tc erkennen. Men denkt zeker, dat 't wel eens voor een oogenblikje kan zijn en er spoedig weer een ander zal komen. On mogelijk is dit in Mexico niet. Gemeenteraad van JLisse. In de gistermorgen gehouden Raadsver gadering waren afwezig de heeren Van der Meij, Van Graven en Prins. Voorzitter de burgemeester. De zeer uitgebreide notulen van de vo rige vergadering werden gelezen en onver anderd vastgesteld. Van Ge<ï. Staten was o. a. ingekomen de goedkeuring op het Raadsbesluit inzake als aankoop van grond voor uitbreiding van de havenwerken. Evenzoo het Raadsbesluit betreffenö'e de betaling van de aanlegkostcn van de cen trale verwarming i!n de openbare scihool uit het vermoedelijk batig saldo, dienst 1912, en daarvoor niet aan te gaan een geldleening. Van de Gezondheidscommissie te Katwijk was ingekomen de begrooting voor 1914. Deze bedroeg in ontvangsten en uitgaven f2053.55, waarvan Lisse een be drag van f 179.37 voor haar bij te dragen portie te betalen heeft. Op een desbetref fend verzoek werd aan den heer G. So- mers, direoteur van de Gasfabriek, om ge zondheidsredenen, met ingang van 1 No vember 1913, eervol ontslag verleend als zoodanig. Evenzoo werd op een desbetreffend" ver zoek eervol ontslag verleend aan den heer W. de Mol, onderwijzer aan de O. L. school en wel met ingang van 13 September a. s. Van de muziekvereeniging „Eensgezind heid" was ontvangen een verzoek om de subsidie van f40 te willen verhoogen tot f 80 per jaar. In verband hiermede werd na eenige disoussiën besloten, dit verzoek toe te staan en bovendien, dat de gemeen te deze vereeniging zal te gemoet komen in de kosten van restauratie der muziektent. Deze restauratie zal dan in het volgend jaar moeten gebeuren. Van den secretaris van den Lisserbroek-, Meer- en Duinpolder was een verzoek inge komen om het bedrag in de kosten van de bemaling ad f 75, te verhoogen tot f 150 per jaar. B. en Ws. stellen voor dit bedrag te verhoogen tot fICO. Besloten werd deze zaak aan te houden tot een volgende vergadering. Van het hoofd der openbare school was een verzoek ingekomen om voor het jaar 1912 alsnog te mogen ontvangen een subsi die van f 150 tot instandhouding van den cursus in de vreemde talen. Doordat de Raad indertijd besloten had deze subsidie te verleenen, maar hierin was verhinderd door Ged. Staten, werd dit verzoek, nu deze kwestie was opgelost, zonder hoofde lijke stemming toegestaan. Aan den Land- en tuinbouwwintercursus alhier, werd voor het jaar 1913 een subsidie verleend van f 25. Een verzoek om ook een subsidie te mo gen ontvangen over de jaren 1911 en 1912 werd afgewezen. Van do directie der N. Z.-H. S.-M. was een verzoek ingekomen om het stukje ter rein aohter het Postkantoor van de Ge meente in huur te mogen nemen a f 10 per jaar en zulks in verband met het plaatsen van een loods voor berging van vraoht- en bestelgoederen. Dit verzoek was gesteld in handen van den Gemeente-opzichter om ad vies. Uit het rapport hieromtrent bleek, dat voor het verhuren hiervan verschillende on- overkomenlijke bezwaren bestonden, zoodat hij adviseerde dit verzoek van de hand te wijzen. Deze bezwaren werden door den Raad eveneens erkend en dientengevolge besloten om het terrein voor dit doel niet aan bovengenoemde maatschappij te verhu ren. Hierna werd de vergadering verdaagd tot 's namiddags. In verband met het bekende tekort in de kas van het ziekenfonds alhier, ruim f 20C0, was al meermalen dk>or het bestuur van dit fonds aan den ltaad. verzocht om de subsidie zoodanig te verhoogen, dat het tekort, in den loop der jaren, zou kunnen worden aangevuld. De Raad besloot indertijd om de kwestie van het bestaande tekort, als zijnde ver oorzaakt buiten de schuld van de gemeen te, geheel buiten bespreking te laten, maar alléén -te overwegen of de subsidie, ad f 350, eventueel verhoogd kan worden tot f 400, indien de rekening over 1912 zou worden overgelegd. Deze rekening was nu overgelegd en daarom stelden B. en Ws. deze izaak op nieuw aan de orde, maar hielden zich voorts geheel aan bovengenoemd Raadsbe sluit, en stelden dientengevolge voor om het bedrag der subsidie te verhoogen van f350 tot f400. De heer Van der Véld stelde eohter voor, om het bedrag der subsidie te brengen op f 500. Doordat de stemmen over dit voor stel staakten, werd de zaak aangehouden tot een volgende vergadering. Vóór stemdem de heeren Van der Veld, Van Zanten, Pijnaoker en Van Lijnden. Tegen de heeren Biggel, Van Parijs, Tromp en Lef eiber. In verband met het onderzoek der ge loofsbrieven van de onlangs gekozen Raads leden, nu aan de orde, deelde de voor zitter mede, dat tijdens de stemming voor den Gemeenteraad door den heer J. C. Veldhuizen van Santen was geprotesteerd tegen de can di da atst el li ng van den heer Warmerdam, omdat hij meende, dat de drie formulieren voor de candidaatstelling, waarop de naam Warmerdam voorkomt, niet voldeden aan de door de wet gestelde eischen daaromtrent, en dat hij dientenge volge meende, dat de candidaatstelling van den heer Warmerdam onwettig was. Dat het alléén den heer Warmerdam betreft,, komt hierdoor, omdat de andere drie ge kozen heerenRiggel, Tromp en Langc- veld, ook voorkomen op de 4de lijst, welke wèl aan de eischen voldeed, maar waar Warmerdam niet op voorkomt. Het niet voldoen aan de gestelde eischen betrof het niet daarop voorkomen van het bij de wet vastgestelde aantal volgnummers, dat is, minstens anderhalf maal het aantal be- noodigde handteekeningen voor de inleve ring van één of meer candidaten, dus voor Lisse 1^ x 21 32. Naar aanleiding daarvan, hadden B. en Ws. een advies ingewonnen bij den rechts kundigen adviseur der Gemeente, mr. Blaupot ten Cate. Uit diens rapport daar omtrent bleek, dat hij wèl moest erkennen, dat de drie bedoelde formulieren niet aan de gestelde eischen voldeden, maar dat hij evenwel v&n meening was, dat dit geen reden was om daarom deze candidaatstel ling als onwettig te beschouwen. Door den heer Van Zanten was ook eeri rechtskundig advies ingewonnen, en wel bij mr. Van Stirum. Deze was het niet eens met mr. Blaupot ten Cate, waar hij zegt, dat. dit geen reden is, om deze candidaat stelling als onwettig te beschouwen. Hoowel hij, mr. Van Stirum, erkent, dat het ontbreken van de noodigc volgnum mers op bodoelde formulieren, niet in strijd is met eenig artikel van de Kieswet, het wel degelijk niet overeenkomstig is met den algemecnen maatregel van bestuur, en dat dientengevolge, zijns inziens, de candidaat stelling van den heer Warmerdam onwettig is, en derhalve de op de 4de lijst voorko mende candidaten, namelijk de heeren Rig gel, Tromp, Van Graven en Langeveld, bij enkele candidaatstelling als gekozen moeten worden beschouwd. Vóór dat men overging tot stemming over de mecning van den Raad over het al oi niet wettige van meergenoemde candidaat stelling, brachten dc heeren Van Lijnden cn Van Zanten in het midden, dat, hoewel het algemeen als zoodanig werd beschouwd, het bij hen geen persoonlijke kwestie is, die hun straks zal doen stemmen voor onwet tig. De uitslag van de stemming was, dat 4 leden de candidaatstelling van den heer Warmedam als onwettig beschouwden, na melijk dc heeren Van Lijnden, Van Zanten, Van der Veld en Tromp drie als wettig, namelijk de heeren Pijnackcr, Riggel en Van Parijs en 1 blanco, namelijk de heer Lefebcr, die vooraf verklaard had, dat hij het al of niet wettige hiervan niet kon vast stellen. (Ged. Staten zullen dus in deze den knoop moeten doorhakken). Daarna kwam aan de orde de kwestie „Verfraaiing Vierkant".* In verband hiermede deelde de Voorzit ter mede, dat na gedane opmetingen geble ken was, dat het Vierkant niet kon worden verlaagd, en dus nu de vraag naar voren kwam, of men, vooral met het oog op het verzoek van de bewoners van het Vierkant, om dc boomen niet te doen rooien, zich nu nog wel vast moest houden aan het eertijds genomen besluit daaromtrent. Ilij meende van niet. Ook Graaf Van Lijnden dacht er zoo over. Na eenige bespreking werd dan ook be sloten om de boomen niet te doen rooien, en aan B. en Ws. op te dragen een ander plan voor verfraaiing van het Vierkant to ontwerpen. Vervolgens werd dc gemeentorekeniug, dienst 1912, den Raad aangeboden. Dczo bedroeg in ontvangsten f 69.292.06.1 cn in uitgaven f 60,486.75, zoodat een saldo aan wezig is van ƒ8805.311. De heeren Lcfeber, Tromp en Van Zanten werden aangewezen om deze rekening te controleeren. Ten slotte werd besloten om de kosten, vallende op den aankoop der landerijen ten bohocve van de uitbreiding der haven werken, te betalen uit het kassaldo. B. en Ws. hadden voorgesteld hiervoor bij de Haarlemsche Bankvereeniging een tijdelijke goldleening aan te gaan. Daarna werd de vergadering gesloten. N. F. Luiten, timmerman en wagenmaker te Alphen. J. G. van Veen, schilder, 's Gravenhage H. GUzen, timmermansknecht te 's Graven- h?ge. W. Bosch, kamerverhuurder, te Schevenln- gen. J. A. Steeman, broodbakker, te Dordrecht. P. van Riet, bakker, to bonsholred\jk. 82) En zij was blij, dat zij hem aan den praat had gehouden en zoodoende Maggie en Castle in de gelegenheid had gesteld, zich met elkander af te zonderen. Zij was een goede echtgenoote en een goede moeder en 'zij deed, wat volgens haar overtuiging het best was. Zij wist, dat Rex Castle een bui tengewoon aangenaam mensch en daarbij schatrijk was; een enkele maal ziet men deze twee eigenschappen wel eens in één persoon vereenigd. Zij vermoedde, dat hij, gedurende de drie maanden, dat zij elkaar in Londen hadden ontmoet, gevoelens voor Ma-g was gaan koesteren, die dieper en in niger waren dan vriendschap, en dat ook Mag van haar kant zich zeer tot hem aan getrokken voelde. Waar er zooveel gege vens waren voor het toekomstig geluk ba rer dochter, vond zij het heel jammer, dat leen romantisch avontuur met een held, Waarvan men'niets met zekerheid wist, tus- schenbeide zou komen om dat geluk te be dreigen. En zij had niet dezelfde opvatting over de plichten der dankbaarheid, als haar echtgenoot. Er verliep wel een uur vóór Rex Castle én Mag weer 0p 't pad, dat naar de kloof voerde, verschenen. Rex scheen opgetogen over het vooruitzicht hier te kunnen gaan vissoheu. Zoo'n mooi, vischriik riviertje had hij nog nergens in Schotland gezien En wat was hot landschap daar omheen prachtig! Hij was er reeds tweemaal met zijn vriend Keith geweest; maar nooit had hot natuurschoon hem zoo getroffen als nu. Wat de menschen ook zeiden van de Noorsche fjords, mooier dan „onze Sohotsohe Hooglanden konden zij niet zijn!" Zoo sprak Caslle en het woordje „onze" ontging Sir Drummond niet. „Dus u beschouwt uzelf ook als een Hooglander?" „Ik dacht, dat we dit reeds aan tafel hadden uitgemaakt" zei Rex. „Ik bekende toen, en met trots dat ik Hooglander was". „U zei alleen, dat uw hart in het Hoog land was zei mevrouw Athol. Gedurende de vijf minuten, die nu volg den, was Rex Castle het middelpunt van het gezelschap, dat zioh op het terras be vond, en stond Hubert Lotha er bij, zonder dat iemand zich niet he-m bemoeide. Ein delijk haalde de heer Forbes Irem tactvol in 't gesprek. Niet lang daarna stond Rex Castle op om heen te gaan. En toen, bij het afscheidnemen, zijn blik dien van Mag gie ontmoette, terwijl zij haar hand in de zijne legde, sloeg mevrouw Athol hen on gemerkt vorsehend gadeen zij wist wat zij weten wilde. Zij wist nu, dat zij haar dochter gerust met Lotha alleen kon laten, zonder dat de verwezenlijking van haar liefste wensohen gevaar liepdat het misschien zelfs niet kwaad zou zijn, als zij hen eens met elkan der alleen liet. Menige moeder zou dit laatste in haar geval niet hebben durven doen, maar zii was een vrouw met veel be leid en een scherpe opmerkingsgave. En na den glans te hebben gezien, die er in de oogen ha-rer dochter kwam, zoodra zij haar hand in die van Rex Castle legde, wist zij, dat de ander, in weerwil van het romanti sche aureool, dat hem omstraalde, onscha delijk was. Dus na een poos was Hubert Lotha, voor het eerst na een heele week, weer met Mag alleen. Hij bracht dit in verband met de vriendelijke houding van mevrouw Athol jegens hem en vond het niet on waarschijnlijk, dat Mag een goed woordje voor hem had gedaan bij haar moeder. Hij nam de gelegenheid waar, om haar iets te zeggen, dat hij reeds lang op het hart had. „Ik zou wel eens willen weten, waarom Castle me aan tafel zulke strikvragen deed" zei hij bijwijze van inleiding. „Ik heb er niet3 van gemerkt, dat hij ustrikvragen deed. "Welke dan?" vroeg zij. „Merkte u dan niet, dat hij er op stond te weten waar ik vandaan kom?" „Neen, dat heb ik eigenlijk niet ge merkt. Ik dacht eigenlijk, dat mijn moeder dit vroegof misschien mijnheer For bes. Zei mijnheer Castle niet, dat u zulke ruime ideeün hadt overover Austra lië, geloof ik?" „Uw ouders zijn natuurlijk volkomen in hun reoht, als zij mij vragen doen, daar ik hun gast ben", zei Lotha. „Maar ik vind eigenlijk, dat het Castle heelemaal niet aangaat waar ik vandaan kom". „Ik geloof heusoh, dat u zijn woorden verkeerd uitlegt, mijnheer Lotha. Ik kreeg er volstrekt den indruk niet van, dat hij xl strikvragen deed. Integendeel, ik dacht, dat hij u een complimentje maakte". „En later, toen hij met u alleen was, is hij toen heelemaal niet op dat gesprek teruggekomen?" vroeg hij rondweg cn haar recht in de oogen ziende. „Volstrekt niet. Hij heeft uw naam niet genoemd Ik geloof, dat hij het heele ge sprek weer vergeten -was. Ik had het ten minste heelemaal vergeten. Zelfs nu herin ner ik me eigenlijk niet „O, denk er niet meer aan! Het komt er immers niet op aan. 't Betreft u niet en geen uwer vrienden, 't Betreft mij alleen. En ik ben niet waard, dat men een gedach te aan mij verspilt". „Spreek niet met zoo'n geringschatting over uzelf. Denkt u dan, dat wij u niet dankbaar zijn? Ik weet hoe hoog u bij mijn vader en bij ons allen aangeschreven staat. Zouden wij ooit vergeten, dat „O, dat is het ergste van allesde gedachte, dat u met dankbaarheid aan mij denkt, is ondraaglijk. Het geeft me soms lust, om hier plotseling vandaan te gaan... u allen te verlaten. Ik vind het dan dwaas van mijzelf, dat ik gevolg heb gegeven aan het verzoek van uw vader om hier te komen. Ik heb altijd een gevoel gehad, dat ik hier niet had moeten komen. Dankbaarheid Dankbaarheid Alsof de ge dachte, dat ik een dame een dienst heb kunnen bewijzen, een kleinen dienst, waar bij ik mezelf aan geen gevaren blootstelde, op zichzelf niet reeds een belooning was, oneindig grooter dan ik heb verdiend. O, ik wou alleen, dat ik iets,voor u kon doen, dat evenredig is aan de gevoelens, die ik u toedraag. Denkt u dan, dat, als het er op aan kwam mijn leven voor u te geven, ik nog aarzelen zou?'' Hij had zeer snel gesprokenzijn stem klonk gejaagd en beefde en verried een grooten, innerlijken hartstocht, dien hij met moeite onderdrukte. Zij stond versteld. Zij had een hoogrood® kleur gekregen en toen hij zweeg, was zij niet in staat een woord uit te brengén. Maar hij zag haar niet aan en boog heb hoofd. „O, wat spijt me dat, wat spijt me dat", was alles, wat zij kon uitbrengen. „Wat spijt u zoo? Wat is er gebeurd, dat u zoo spijt?" vroeg hij. ,,'t Spijt me, dat u misschien reden hebt ons van onoprechtheid te verdenken". „Denk geen oogenblik, dat ik u daarvan heb verdacht!" riep hij uit. „Ik voel slechts't is misschien dwaas van mij, maar ik voel het nu eenmaal, daar kan ik niets aan doenik voel slechts, dat ik uw dankbaarheid niet kan verdragen. U overstelpt er me mee". „U Voelt dat alleen ipaar, omdat- u, als alle dappere mannen, uw eigen houding heel natuurlijk vindt en niet begrijpt, dab anderen haar moeten bewonderen", zei zij.. „Hoe kunnen wij nu één oogenblik ver geten wat u voor ons heeft gedaan? Wij zullen nooit, nooit vergeten, dat wij zonder; „Als ik die kerels niet onder handen had genomen, had iemand anders het im mers gedaan. En omdat ik dat zoo goed begrijp, heb ik soms een gevoel alsof ik oen bedrieger ben. Ik weet-, dat ik niets meer ben dan een ellendige lafaard. Ik ben zelfs niet dapper genoeg, oin te doen wat ik weet, dat ik nu op staanden voet moest doen, namelijk: mijn hoed opzetten, hier vandaan gaan en u nooit meer onder da oogen komen". (Wordt vervolgd,).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 9