No. 16394.
ZiEIDSGH DAGBLAD, Saterdag* 2 Augustus. Tweede Blad.
Anno 1913
Buitenlandseh Overzicht.
Faillissementen.
FEUILLETON.
Ce wettige erfgenaam.
Over hetKrup p-proces worden weer
heel wat bijzonderheden meegedeeld. In de
telegrammen-rubriek van gisteren stond
weer de aanvang van de behandeling op
den tweeden dag. Over het verdere verloop
der zitting seint Keuter het volgende
Bij zijn verder verhoor verklaart Brandt
Alle zaken van de firma gingen door mijn
handen, behalve de particuliere brieven
aan de heeren Von Netzen en Yon Schütt.
De voorzitter: Bevatten die particuliere
brieven geheime dingen?
GetuigeDat is onmogelijk. Ik ben be
kend met al het materiaal, ook met de be
stellingen voor leger en vloot. Geheimen
bestaan er hierin voor mij niet. Meer dan
de helft der berichten had betrekking op
de prijzen van de concurrenten. Ik wilde
daar mijn ijver mee toonen. De meeste dier
berichten waren overbodigYon Schütt zou
dat materiaal ook langs ambtelijken weg
hebben verkregen.
De voorzitterWeet u, wie den heeF
Liebknecht zijn gegevens heeft verschaft
GetuigeNaar mijn stellige overtuiging
kan dat alleen Von Schütt geweest zijn. Ik
heb alleen eenige afschriften van geheime
berichten naar huis meegenomen om ze daar
te vernietigen.
De voorzitterHeeft u soms geen gege
vens achter gehouden om een wapen in de
hand te houden?
Getuige ontkende dit en verklaarde ver
der, dat hem bij zijn lastgeving was mee
gedeeld, dat er tusschen het leger en Krupp
geen geheimen bestonden. Hoe meer Krupp
verneemt, zooveel te beter voor het leger.
Getuige wilde zooveel mogelijk prijzen van
concurrenten te weten komen. Bij zijn vroe
gere verklaringen, tijdens zijn voorloopige
hechtenis, verkeerde hij teveel in neerslach
tige stemming. Hij dacht aan zelfmoord en
leed nog aan de gevolgen van een hersen
schudding. Het proces-verbaal staat vol
onjuistheden over hetgeen hij heeft ver
klaard. Al heeft hij af en toe ook bier of
eten betaald, dan heeft men daarin nog
geen vergoeding te zien.
Kleine geleende bedragen van 10 tot 20
mark gaf Tilian steeds dadelijk terug. Ik
heb, zegt getuige, kerstgeschenken aan de
kinderen van Pfeiffer gegeven, omdat -*k
een goede kerel ben en omdat ik den kin
deren-Sen pleizier wilde doen.
De verdediger vraagt de dagvaarding
van cfe geneeskundigen, die over het Brandt
overkomen ernstige ongeluk en de gevolgen
daarvan inlichtingen kunnen geven.
Brandt geeft nog opheldering over zijn
betrekkingen tot Dröse. Vroeger had hij ge
zegd, dat hij voor Dröse een plaats bij
Krupp zou zien te krijgen als Dröse, als
wederdienst hem berichten gaf. Dröse had
hem toen uittreksels uit het register van
bestellingen verschaft.
Thans houdt Brandt staande, dat die ver
klaring vervalscht of onjuist weergege
ven is.
De eerste-luitenant Jung, van het ministe
rie van oorlog, werd gehoord over de vraag
of een voorschrift bestaat, waarbij aan
Krupp voordeden worden verleend.
Getuige verklaart, dat hij de bewering
als zou zulk een voorschrift bestaan, besl'sü
moet tegenspreken. Er bestaat een voor
schrift dat ook Krupp bij aanbestedingen
tot deelneming moet worden genoodigd.
Hoe de bestellingen later worden verdeeld
is een geheele andere zaak.
Hierna worden de protocollen van de
commissoriale verhooren van officieren
voorgelezen, waaruit blijkt, dat 't het per
soneel der tuighuizen ten strengste verbo
den is met vertegenwoordigers van parti
culiere firma's te onderhandelen of hun in
lichtingen te verstrekken.
Brandt, daarna nogmaals gehoord, deelt
mede, dat Pfeiffer, secretaris der inten
dance, bij het ministerie van oorlog, een
schoolkameraad van hem is. Hij kan niet
onder eede verklaren dat Pfeiffer hem be
richten voor de ,,Kornwalzen" heeft aan
gebracht. Behalve van Pfeiffer heeft hij
nooit berichten van het ministerie van oor
log gekregen.
Over de vraag of vertegenwoordigers van
andere leveranciers van geschut getracht
hebben geheime berichten los te krijgen,
wenscht Brandt zich niet uit te laten. Met
den vertegenwoordiger van de firma Ehr-
hardt heeft hij nooit in betrekking gestaan.
Beklaagde Pfeiffer zegt dat Brandt van
hem nooit geheime berichten heeft gekre
gen. Hij noemt de handelwijze van Brandt
trouweloos.
Brandt: „Het doet mij innig leed, dat
Pfeiffer schade lijdt door dit proces."
De president vraagt aan de vrouw van
Brandt, of men invloed op haar man heeft
geoefend om zijn verklaringen te herroepen
of te wijzigen. Zij weigert daaromtrent in-
inlichtingen te geven.
Getuige vraagt, haar tijd tot morgen te
laten. Haar man is sedert het ongeval, hem
op Kerstavond overkomen, zwak van ge
heugen.
De krijgsraad gaat dan over tot een zit
ting met gesloten deuren, ten einde enkele
„Kornwalzen" te onderzoeken.
De verdediger verzoekt den krijgsraad,
getuige tot inlichtingen te dwingen.
In de Belgische Kamer had de
linkerzijde, naar men weet, besloten tot
obstructie en de socialisten zouden dit
ten uitvoer brengen. Het doel was om hier
door te bereiken dat de schoolwet niet meer
vóór het zomerreces zou worden afgedaan.
Links heeft succes gehad, want de Kamer
heeft een voorstel van den afgevaardigde
Hijmans aangenomen om na de vacantie,
den 14den October, met de behandeling te
beginnen.
De Franse li e Senaat kan vlugger
de legerwet behandelen dan dit de Ka
mer deed. De algemeene beraadslagingen
zijn afgeloopen en Dinsdag wordt begon
nen met de artikelsgewijze behandeling. Er
is zelfs zoo weinig der vermelding waardig,
dat meerdere bijzonderheden dan dit feit,
de telegramkosten niet waard blijken te
zijn.
Ook Oostenrij k-Hongarije gaat
het leger uitbreiden. De regeering
wil zes nieuwe legerkorpsen oprichten.
Wat dit beteekent blijkt wanneer we den
ouden en den nieuwen toestand gaan ver
gelijken. Er zijn er thans 16 corpsen en dit
wordt 22. 't Is dus geen kleinigheidje.
De Spaansche koning en ko
ningin zijn weer naar hun land terug
gekeerd. Gisteren zijn ze te Parijs aan
gekomen van uit Londen.
In het lijk van Alfons is 't anders op het
oogenblik zoo prettig weer niet. De sta
king in do textielindustrie te
B ar ce 1 o n a en in de omstreken breidt
zich nog steeds uit en 't is al tot een
treffen gekomen tusschen politie en stakers.
Te Barcelona zijn nu 20,735 stakers, te Igua-
lara 3000, te Sukarell 2900, te Barklona
2600 en te Yillanueva 2000.
Keeds is in 195 fabrioken het werk neer
gelegd en dreigt de staking ook naar de
andere vakken over te slaan. Tal van pa
trouilles doorkruisen de industrie- en bui
tenwijken der stad. De patroons verzeke
ren, dat zij noch van officieele noch van
officieuze zijde iets van de eischen der sta
kers hebben gehoord, daar deze hun geen
enkele mededeeling gedaan hebben. Even
eens weigeren zij met de meeste beslistheid
om onderhandelingen over de hervatting
van den arbeid aan te knoopen. De burger
lijke en militaire autoriteiten zijn vast be
sloten, om elke poging tot verstoring der
orde terstond gestreng te onderdrukken.
De gouverneur van Barcelona verwijt den
stakers, dat zij den arbeid hebben neerge
legd, zonder rekening te houden met den
door de wet voorgeschreven opzeggingster
mijn. Verschillende kleine incidenten kwa
men voorde politie borg de ordeverstoor
ders echter spoedig achter slot en grendel.
Voor een tweetal fabrieken had zich een
groot aantal vrouwen en kinderen opge
hoopt. Een fotograaf wilde van het toonecl
een opname maken, doch zijn toestel werd
verbrijzeld, terwijl hij zich zelf zoo spoedig
mogelijk in veiligheid brengen moest.
Met den president van Portugal
gaat 't veel beter. De laatste berichten
luiden dat het onmiddellijke gevaar gewe
ken is. President Arriaga lijdt aan nierko
liek. De geneesheeren zijn over het verloop
der ziekte heeLtevreden.
Voor we het overzicht der gebeurlijkhe
den in Europa eindigen moeten we nog
even vertellen, dat de hongerstaking
in Engeland niet alleen besmettelijk is voor
suffragettes. De socialistische ex-afgevaar
digde Lansbury, die, naar we gisteren mee
deelden, straf moet ondergaan, omdat hij
zijn mondje voorbij praatte, wil ook niet
eten. Een domme streek, want nu verbeurt
hij meteen de faciliteiten, die hij als poli
tiek veroordeelde anders zou genieten.
Buiten Europa is er niets nieuws. Alles
oude kost. Zelfs geen belangwekkends in
de onderdeelen.
Dat in Z u i d-A frika geen alge
meene st aki ng komt, meldden we
reeds. Dit besluit is, naar thans gemeld
wordt met verweldigende meerderheid ge
nomen, n.l. met 65 tegen 18 stemmen.
In China is ook geen verandering geko
men. De regeering heeft de over
hand gehouden. De opstandelingen
zijn er slecht aan toe. Hun aantal vermin
dert.
De opstandelingen beschikken in het ge
heel over 15,000 man, 5000 bij Nanking en
10,000 verder naar het Noorden.
Ten Zuiden van Nanking staat generaal
Hangtsien die last heeft den opstandelin
gen den terugtocht naar Sjanghai af te
snijden. De opstandelingen bevinden zich
dus in een wanhopigen toestand. De vloot,
die de regeering trouw is gebleven, ver
hindert den toevoer van versterkingen en
leeftocht over zee naar het Jangste-dal.
Het diplomatieke korps te Peking heeft
bestolen dr. Socnjatsen het verblijf in de
vreemdelingen wijk van Sjanghai te ontzeg
gen.
De voormalige onderkoning Tscnsjoen-
sun, dien de opstandelingen tot voorloopig
president der Zuidelijke provinciën hadden
benoemd, is vermomd uit Sjanghai naar
Kanton gevlucht.
Het bericht dat ex-p resident Cas
tro bij Dresden is, schijnt toch minder
juist. Thans wordt gemeld dat hij bij Coro
geland is. Dit is zelfs een officieele kennis
geving. De regeeringstroepen zijn hier min
der fortuinlijk dan in China, want ze moe
ten reeds tweemaal klap hebben gekregen.
Het is in de Amcrikaansche republieken
weer allesbehalve pais en vree. Want in
M e x i c o is er ook nog geen verbete
ring gekomen. Men wil het er nu met be
middelingsvoorstellen aan de partijen pro-
beeren. Er zou dan een onpartijdig voorloo
pig president moeten komen en dit is nu
een lastige keuze. Het oog is hiervoor ge
vestigd op eenige Mcxicaansche diplomaten
in Europa.
Zoolang het zoo rommelig blijft, weDSchen
de Vereenigdc Staten president Huerta
niet tc erkennen. Men denkt zeker, dat 't
wel eens voor een oogenblikje kan zijn en
er spoedig weer een ander zal komen. On
mogelijk is dit in Mexico niet.
Gemeenteraad van JLisse.
In de gistermorgen gehouden Raadsver
gadering waren afwezig de heeren Van der
Meij, Van Graven en Prins. Voorzitter de
burgemeester.
De zeer uitgebreide notulen van de vo
rige vergadering werden gelezen en onver
anderd vastgesteld.
Van Ge<ï. Staten was o. a. ingekomen de
goedkeuring op het Raadsbesluit inzake
als aankoop van grond voor uitbreiding van
de havenwerken.
Evenzoo het Raadsbesluit betreffenö'e de
betaling van de aanlegkostcn van de cen
trale verwarming i!n de openbare scihool
uit het vermoedelijk batig saldo, dienst
1912, en daarvoor niet aan te gaan een
geldleening. Van de Gezondheidscommissie
te Katwijk was ingekomen de begrooting
voor 1914. Deze bedroeg in ontvangsten en
uitgaven f2053.55, waarvan Lisse een be
drag van f 179.37 voor haar bij te dragen
portie te betalen heeft. Op een desbetref
fend verzoek werd aan den heer G. So-
mers, direoteur van de Gasfabriek, om ge
zondheidsredenen, met ingang van 1 No
vember 1913, eervol ontslag verleend als
zoodanig.
Evenzoo werd op een desbetreffend" ver
zoek eervol ontslag verleend aan den heer
W. de Mol, onderwijzer aan de O. L. school
en wel met ingang van 13 September a. s.
Van de muziekvereeniging „Eensgezind
heid" was ontvangen een verzoek om de
subsidie van f40 te willen verhoogen tot
f 80 per jaar. In verband hiermede werd
na eenige disoussiën besloten, dit verzoek
toe te staan en bovendien, dat de gemeen
te deze vereeniging zal te gemoet komen in
de kosten van restauratie der muziektent.
Deze restauratie zal dan in het volgend jaar
moeten gebeuren.
Van den secretaris van den Lisserbroek-,
Meer- en Duinpolder was een verzoek inge
komen om het bedrag in de kosten van de
bemaling ad f 75, te verhoogen tot f 150
per jaar. B. en Ws. stellen voor dit bedrag
te verhoogen tot fICO.
Besloten werd deze zaak aan te houden
tot een volgende vergadering.
Van het hoofd der openbare school was
een verzoek ingekomen om voor het jaar
1912 alsnog te mogen ontvangen een subsi
die van f 150 tot instandhouding van den
cursus in de vreemde talen. Doordat de
Raad indertijd besloten had deze subsidie
te verleenen, maar hierin was verhinderd
door Ged. Staten, werd dit verzoek, nu
deze kwestie was opgelost, zonder hoofde
lijke stemming toegestaan.
Aan den Land- en tuinbouwwintercursus
alhier, werd voor het jaar 1913 een subsidie
verleend van f 25.
Een verzoek om ook een subsidie te mo
gen ontvangen over de jaren 1911 en 1912
werd afgewezen.
Van do directie der N. Z.-H. S.-M. was
een verzoek ingekomen om het stukje ter
rein aohter het Postkantoor van de Ge
meente in huur te mogen nemen a f 10 per
jaar en zulks in verband met het plaatsen
van een loods voor berging van vraoht- en
bestelgoederen. Dit verzoek was gesteld in
handen van den Gemeente-opzichter om ad
vies. Uit het rapport hieromtrent bleek, dat
voor het verhuren hiervan verschillende on-
overkomenlijke bezwaren bestonden, zoodat
hij adviseerde dit verzoek van de hand te
wijzen. Deze bezwaren werden door den
Raad eveneens erkend en dientengevolge
besloten om het terrein voor dit doel niet
aan bovengenoemde maatschappij te verhu
ren. Hierna werd de vergadering verdaagd
tot 's namiddags.
In verband met het bekende tekort in
de kas van het ziekenfonds alhier, ruim
f 20C0, was al meermalen dk>or het bestuur
van dit fonds aan den ltaad. verzocht om
de subsidie zoodanig te verhoogen, dat het
tekort, in den loop der jaren, zou kunnen
worden aangevuld.
De Raad besloot indertijd om de kwestie
van het bestaande tekort, als zijnde ver
oorzaakt buiten de schuld van de gemeen
te, geheel buiten bespreking te laten,
maar alléén -te overwegen of de subsidie,
ad f 350, eventueel verhoogd kan worden
tot f 400, indien de rekening over 1912 zou
worden overgelegd.
Deze rekening was nu overgelegd en
daarom stelden B. en Ws. deze izaak op
nieuw aan de orde, maar hielden zich
voorts geheel aan bovengenoemd Raadsbe
sluit, en stelden dientengevolge voor om
het bedrag der subsidie te verhoogen van
f350 tot f400.
De heer Van der Véld stelde eohter voor,
om het bedrag der subsidie te brengen op
f 500. Doordat de stemmen over dit voor
stel staakten, werd de zaak aangehouden
tot een volgende vergadering.
Vóór stemdem de heeren Van der Veld,
Van Zanten, Pijnaoker en Van Lijnden.
Tegen de heeren Biggel, Van Parijs, Tromp
en Lef eiber.
In verband met het onderzoek der ge
loofsbrieven van de onlangs gekozen Raads
leden, nu aan de orde, deelde de voor
zitter mede, dat tijdens de stemming voor
den Gemeenteraad door den heer J. C.
Veldhuizen van Santen was geprotesteerd
tegen de can di da atst el li ng van den heer
Warmerdam, omdat hij meende, dat de
drie formulieren voor de candidaatstelling,
waarop de naam Warmerdam voorkomt,
niet voldeden aan de door de wet gestelde
eischen daaromtrent, en dat hij dientenge
volge meende, dat de candidaatstelling van
den heer Warmerdam onwettig was. Dat
het alléén den heer Warmerdam betreft,,
komt hierdoor, omdat de andere drie ge
kozen heerenRiggel, Tromp en Langc-
veld, ook voorkomen op de 4de lijst, welke
wèl aan de eischen voldeed, maar waar
Warmerdam niet op voorkomt. Het niet
voldoen aan de gestelde eischen betrof het
niet daarop voorkomen van het bij de wet
vastgestelde aantal volgnummers, dat is,
minstens anderhalf maal het aantal be-
noodigde handteekeningen voor de inleve
ring van één of meer candidaten, dus voor
Lisse 1^ x 21 32.
Naar aanleiding daarvan, hadden B. en
Ws. een advies ingewonnen bij den rechts
kundigen adviseur der Gemeente, mr.
Blaupot ten Cate. Uit diens rapport daar
omtrent bleek, dat hij wèl moest erkennen,
dat de drie bedoelde formulieren niet aan
de gestelde eischen voldeden, maar dat
hij evenwel v&n meening was, dat dit geen
reden was om daarom deze candidaatstel
ling als onwettig te beschouwen.
Door den heer Van Zanten was ook eeri
rechtskundig advies ingewonnen, en wel
bij mr. Van Stirum. Deze was het niet eens
met mr. Blaupot ten Cate, waar hij zegt,
dat. dit geen reden is, om deze candidaat
stelling als onwettig te beschouwen.
Hoowel hij, mr. Van Stirum, erkent, dat
het ontbreken van de noodigc volgnum
mers op bodoelde formulieren, niet in strijd
is met eenig artikel van de Kieswet, het
wel degelijk niet overeenkomstig is met den
algemecnen maatregel van bestuur, en dat
dientengevolge, zijns inziens, de candidaat
stelling van den heer Warmerdam onwettig
is, en derhalve de op de 4de lijst voorko
mende candidaten, namelijk de heeren Rig
gel, Tromp, Van Graven en Langeveld, bij
enkele candidaatstelling als gekozen moeten
worden beschouwd.
Vóór dat men overging tot stemming over
de mecning van den Raad over het al oi
niet wettige van meergenoemde candidaat
stelling, brachten dc heeren Van Lijnden
cn Van Zanten in het midden, dat, hoewel
het algemeen als zoodanig werd beschouwd,
het bij hen geen persoonlijke kwestie is, die
hun straks zal doen stemmen voor onwet
tig.
De uitslag van de stemming was, dat 4
leden de candidaatstelling van den heer
Warmedam als onwettig beschouwden, na
melijk dc heeren Van Lijnden, Van Zanten,
Van der Veld en Tromp drie als wettig,
namelijk de heeren Pijnackcr, Riggel en
Van Parijs en 1 blanco, namelijk de heer
Lefebcr, die vooraf verklaard had, dat hij
het al of niet wettige hiervan niet kon vast
stellen.
(Ged. Staten zullen dus in deze den knoop
moeten doorhakken).
Daarna kwam aan de orde de kwestie
„Verfraaiing Vierkant".*
In verband hiermede deelde de Voorzit
ter mede, dat na gedane opmetingen geble
ken was, dat het Vierkant niet kon worden
verlaagd, en dus nu de vraag naar voren
kwam, of men, vooral met het oog op het
verzoek van de bewoners van het Vierkant,
om dc boomen niet te doen rooien, zich nu
nog wel vast moest houden aan het eertijds
genomen besluit daaromtrent. Ilij meende
van niet. Ook Graaf Van Lijnden dacht er
zoo over.
Na eenige bespreking werd dan ook be
sloten om de boomen niet te doen rooien,
en aan B. en Ws. op te dragen een ander
plan voor verfraaiing van het Vierkant to
ontwerpen.
Vervolgens werd dc gemeentorekeniug,
dienst 1912, den Raad aangeboden. Dczo
bedroeg in ontvangsten f 69.292.06.1 cn in
uitgaven f 60,486.75, zoodat een saldo aan
wezig is van ƒ8805.311. De heeren Lcfeber,
Tromp en Van Zanten werden aangewezen
om deze rekening te controleeren.
Ten slotte werd besloten om de kosten,
vallende op den aankoop der landerijen
ten bohocve van de uitbreiding der haven
werken, te betalen uit het kassaldo. B. en
Ws. hadden voorgesteld hiervoor bij de
Haarlemsche Bankvereeniging een tijdelijke
goldleening aan te gaan.
Daarna werd de vergadering gesloten.
N. F. Luiten, timmerman en wagenmaker
te Alphen.
J. G. van Veen, schilder, 's Gravenhage
H. GUzen, timmermansknecht te 's Graven-
h?ge.
W. Bosch, kamerverhuurder, te Schevenln-
gen.
J. A. Steeman, broodbakker, te Dordrecht.
P. van Riet, bakker, to bonsholred\jk.
82)
En zij was blij, dat zij hem aan den praat
had gehouden en zoodoende Maggie en
Castle in de gelegenheid had gesteld, zich
met elkander af te zonderen. Zij was een
goede echtgenoote en een goede moeder en
'zij deed, wat volgens haar overtuiging het
best was. Zij wist, dat Rex Castle een bui
tengewoon aangenaam mensch en daarbij
schatrijk was; een enkele maal ziet men
deze twee eigenschappen wel eens in één
persoon vereenigd. Zij vermoedde, dat hij,
gedurende de drie maanden, dat zij elkaar
in Londen hadden ontmoet, gevoelens voor
Ma-g was gaan koesteren, die dieper en in
niger waren dan vriendschap, en dat ook
Mag van haar kant zich zeer tot hem aan
getrokken voelde. Waar er zooveel gege
vens waren voor het toekomstig geluk ba
rer dochter, vond zij het heel jammer, dat
leen romantisch avontuur met een held,
Waarvan men'niets met zekerheid wist, tus-
schenbeide zou komen om dat geluk te be
dreigen. En zij had niet dezelfde opvatting
over de plichten der dankbaarheid, als
haar echtgenoot.
Er verliep wel een uur vóór Rex Castle
én Mag weer 0p 't pad, dat naar de kloof
voerde, verschenen. Rex scheen opgetogen
over het vooruitzicht hier te kunnen gaan
vissoheu. Zoo'n mooi, vischriik riviertje
had hij nog nergens in Schotland gezien
En wat was hot landschap daar omheen
prachtig! Hij was er reeds tweemaal met
zijn vriend Keith geweest; maar nooit
had hot natuurschoon hem zoo getroffen
als nu. Wat de menschen ook zeiden van
de Noorsche fjords, mooier dan „onze
Sohotsohe Hooglanden konden zij niet zijn!"
Zoo sprak Caslle en het woordje „onze"
ontging Sir Drummond niet.
„Dus u beschouwt uzelf ook als een
Hooglander?"
„Ik dacht, dat we dit reeds aan tafel
hadden uitgemaakt" zei Rex. „Ik bekende
toen, en met trots dat ik Hooglander
was".
„U zei alleen, dat uw hart in het Hoog
land was zei mevrouw Athol.
Gedurende de vijf minuten, die nu volg
den, was Rex Castle het middelpunt van
het gezelschap, dat zioh op het terras be
vond, en stond Hubert Lotha er bij, zonder
dat iemand zich niet he-m bemoeide. Ein
delijk haalde de heer Forbes Irem tactvol
in 't gesprek. Niet lang daarna stond Rex
Castle op om heen te gaan. En toen, bij
het afscheidnemen, zijn blik dien van Mag
gie ontmoette, terwijl zij haar hand in de
zijne legde, sloeg mevrouw Athol hen on
gemerkt vorsehend gadeen zij wist
wat zij weten wilde.
Zij wist nu, dat zij haar dochter gerust
met Lotha alleen kon laten, zonder dat de
verwezenlijking van haar liefste wensohen
gevaar liepdat het misschien zelfs niet
kwaad zou zijn, als zij hen eens met elkan
der alleen liet. Menige moeder zou dit
laatste in haar geval niet hebben durven
doen, maar zii was een vrouw met veel be
leid en een scherpe opmerkingsgave. En na
den glans te hebben gezien, die er in de
oogen ha-rer dochter kwam, zoodra zij haar
hand in die van Rex Castle legde, wist zij,
dat de ander, in weerwil van het romanti
sche aureool, dat hem omstraalde, onscha
delijk was.
Dus na een poos was Hubert Lotha,
voor het eerst na een heele week, weer
met Mag alleen. Hij bracht dit in verband
met de vriendelijke houding van mevrouw
Athol jegens hem en vond het niet on
waarschijnlijk, dat Mag een goed woordje
voor hem had gedaan bij haar moeder. Hij
nam de gelegenheid waar, om haar iets te
zeggen, dat hij reeds lang op het hart had.
„Ik zou wel eens willen weten, waarom
Castle me aan tafel zulke strikvragen deed"
zei hij bijwijze van inleiding.
„Ik heb er niet3 van gemerkt, dat hij
ustrikvragen deed. "Welke dan?"
vroeg zij.
„Merkte u dan niet, dat hij er op stond
te weten waar ik vandaan kom?"
„Neen, dat heb ik eigenlijk niet ge
merkt. Ik dacht eigenlijk, dat mijn moeder
dit vroegof misschien mijnheer For
bes. Zei mijnheer Castle niet, dat u zulke
ruime ideeün hadt overover Austra
lië, geloof ik?"
„Uw ouders zijn natuurlijk volkomen
in hun reoht, als zij mij vragen doen, daar
ik hun gast ben", zei Lotha. „Maar ik
vind eigenlijk, dat het Castle heelemaal
niet aangaat waar ik vandaan kom".
„Ik geloof heusoh, dat u zijn woorden
verkeerd uitlegt, mijnheer Lotha. Ik kreeg
er volstrekt den indruk niet van, dat hij
xl strikvragen deed. Integendeel, ik dacht,
dat hij u een complimentje maakte".
„En later, toen hij met u alleen was,
is hij toen heelemaal niet op dat gesprek
teruggekomen?" vroeg hij rondweg cn haar
recht in de oogen ziende.
„Volstrekt niet. Hij heeft uw naam niet
genoemd Ik geloof, dat hij het heele ge
sprek weer vergeten -was. Ik had het ten
minste heelemaal vergeten. Zelfs nu herin
ner ik me eigenlijk niet
„O, denk er niet meer aan! Het komt
er immers niet op aan. 't Betreft u niet en
geen uwer vrienden, 't Betreft mij alleen.
En ik ben niet waard, dat men een gedach
te aan mij verspilt".
„Spreek niet met zoo'n geringschatting
over uzelf. Denkt u dan, dat wij u niet
dankbaar zijn? Ik weet hoe hoog u bij mijn
vader en bij ons allen aangeschreven staat.
Zouden wij ooit vergeten, dat
„O, dat is het ergste van allesde
gedachte, dat u met dankbaarheid aan mij
denkt, is ondraaglijk. Het geeft me soms
lust, om hier plotseling vandaan te
gaan... u allen te verlaten. Ik vind het
dan dwaas van mijzelf, dat ik gevolg heb
gegeven aan het verzoek van uw vader om
hier te komen. Ik heb altijd een gevoel
gehad, dat ik hier niet had moeten komen.
Dankbaarheid Dankbaarheid Alsof de ge
dachte, dat ik een dame een dienst heb
kunnen bewijzen, een kleinen dienst, waar
bij ik mezelf aan geen gevaren blootstelde,
op zichzelf niet reeds een belooning was,
oneindig grooter dan ik heb verdiend. O,
ik wou alleen, dat ik iets,voor u kon doen,
dat evenredig is aan de gevoelens, die ik
u toedraag. Denkt u dan, dat, als het er
op aan kwam mijn leven voor u te geven,
ik nog aarzelen zou?''
Hij had zeer snel gesprokenzijn stem
klonk gejaagd en beefde en verried een
grooten, innerlijken hartstocht, dien hij met
moeite onderdrukte.
Zij stond versteld. Zij had een hoogrood®
kleur gekregen en toen hij zweeg, was zij
niet in staat een woord uit te brengén.
Maar hij zag haar niet aan en boog heb
hoofd.
„O, wat spijt me dat, wat spijt me dat",
was alles, wat zij kon uitbrengen.
„Wat spijt u zoo? Wat is er gebeurd,
dat u zoo spijt?" vroeg hij.
,,'t Spijt me, dat u misschien reden hebt
ons van onoprechtheid te verdenken".
„Denk geen oogenblik, dat ik u daarvan
heb verdacht!" riep hij uit. „Ik voel
slechts't is misschien dwaas van mij,
maar ik voel het nu eenmaal, daar kan ik
niets aan doenik voel slechts, dat ik
uw dankbaarheid niet kan verdragen. U
overstelpt er me mee".
„U Voelt dat alleen ipaar, omdat- u, als
alle dappere mannen, uw eigen houding
heel natuurlijk vindt en niet begrijpt, dab
anderen haar moeten bewonderen", zei zij..
„Hoe kunnen wij nu één oogenblik ver
geten wat u voor ons heeft gedaan? Wij
zullen nooit, nooit vergeten, dat wij zonder;
„Als ik die kerels niet onder handen
had genomen, had iemand anders het im
mers gedaan. En omdat ik dat zoo goed
begrijp, heb ik soms een gevoel alsof ik oen
bedrieger ben. Ik weet-, dat ik niets meer
ben dan een ellendige lafaard. Ik ben zelfs
niet dapper genoeg, oin te doen wat ik
weet, dat ik nu op staanden voet moest
doen, namelijk: mijn hoed opzetten, hier
vandaan gaan en u nooit meer onder da
oogen komen". (Wordt vervolgd,).