N°. 16387 i A°. 1813. Vrijdag 25 Juli. <§eze aOcurant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Be wettige erfgenaam. PKIJS DER ADVERTENTXEN: Van 1u regels /1.05. Iedere regel meer ƒ0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. - Kleine tdvertentiën van 30 woorden 40 Gents contantelk tiental woorden meer 10 Gents.Voor het incasseeren wordt/"0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents f per 3 maanden MO. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn B 1.30. Franco per post 1.55, Wiiitercllcostregeting Spoorwegen. Burgemeester en Wethouders van Leiden [brengen ter kennis van belanghebbenden, dat leen exemplaar van het ontwerp voor do „Winterdienstregcling 1913/14", aangeboden door de Noord-BrabantschDuitsche Spoor weg-Maatschappij, ter inzage op de Secretarie 'dezer gemeente* is nedergelegd en dat even tueel© opmerkingen betreffende dit dienst- tregelingscntwerp, ten einde voor de vaststel ling van de dienstregeling in overweging te kunnen worden genomen, rechtstreeks moeten worden ingezonden vóór of op 1 Augustus ja.s. aan het Departement van Waterstaat. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ij N, C, DE GIJSELAAR. - I Burgemeester. i Q. J. TERPSTRA, loco-Secretaris.. Deiden, den 25sten Juli 1913. I11XDEBWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet; Brengen bij deze ter algemeene kennis, idat deer hen op heden vergunning is ver leend aan W. ZAALBERG en rechtverkrij genden tot het uitbreiden van de smederij in het perceel Janvossensteeg No. 51, Sectie ;H. No. 3003. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAE, Burgemeester. Q. J. TEEPSTRA, loco-Secretaris. Leiden, den 24sten Juli 1913. DRANKWET. Burgemeester ep Wethouders van Leiden Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door NICOLAAS CHRISTIAN US O VERDE. VEST wonende to Leiden een verzoekschrift is ingediend, om verlof voor den ver- 'koop van uitsluitend alcoholvrijen drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in de j winkellocaliteit van het perceel Hoorenstraat No. 96. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Q. J. TERPSTRA, loco-Secretaris., Leiden, den 24sten Juli 1913. De J uli-verkiezingsstorm over dien van 'Juni spreken we niet meer de Juli-vcr- lldezingsstorm, die in twee tempo's over onze gemeente heeft gewoed en dreigend voer over 'het hoofd van menig zittend Raadslid, heeft doch slechts weinig .verwoestingen in dit aeht- ibaar college aangericht. Alle aftredenden !zijn, om nog eens een meer gemeenzaam beeld tte gebruiken, op écn na weer voor zes jaar ingehuurd. De heer Pera alleen, hoewel met [hem in twee districten een kansje werd ge- fwaagd, heeft het- moeten ervaren, dat ook iop een kiezerskorps niet altijd .valt te bouwen. [De herkozenen bet was hun voor zoover aanwezig aan te zien, waren er lekker mee en hebben zich ongetwijfeld voorgenomen met do oude liefde, en met vernieuwden ijver de belangen der gemeente weder te zullen bevorderen. Den grijzen veteraan P.era was het cok niet aan te zien, dat het met hem naar het einde liep. Iiij zal, en waarschijnlijk niet ten onrechte, gedacht hebbe: „Ik kom er toch wel weer in!" Hij heeft al reeds eerder de verander lijkheid der kiezers ervaren. Verder was het merkbaar, dat wij in den vacantie. en verloftijd zitten. Van de 31 heeren waren er slechts 23, aan het einde 24, op liun post, en daaronder waren er nog eenigen, die van uit hun rustoord even over gekomen waren, om de zitting, die niet had kunnen doorgaan, wanneer de helft op het appèl had ontbroken, mogelijk te maken. Do agenda, was trouwens ook niet bijster belangrijk, maai- kleine zaken moeten toch ook worden afgedaan. Onder de ingekomen stukken trok vooral do aandacht een adres van een Hoogewoerd- bewoner over het droeve ongeluk van verleden Zondag. Men wilde blijkbaar de schuld er van geven aan de straat en de tram en te gelijk nog de politie een verwijt doen, dat zij er niet vroeg genoeg bij was. Beide ver wijten o. i. onverdiend, zooals de Voorzitter, dio de zaak had onderzocht, nader aantoonde. De tram is aan do smalle Hoogewoerd een gevaarlijk voertuig, daar gaat niets van af. Het publiek weet dit en behoort er rekening mee te houden. B. en Ws. willen ten overvloede, nog1 aan do overzijde van de Barbarasteeg een waar schuwend opschrift plaatsen, zoodat menschen die deze steeg uitkomen, onwillekeurig aan het gevaar, dat hen dreigt, worden herin nerd. 'Wij zullen er niet tegen zijn, maar wie er in gedachten of misschien gedachte loos .doorloopt, ontgaat oók zulk een, waar schuwing. Ein dan hebben wij gehoord, dat de bur gemeester als hoofd der politie plan heeft met oen reorganisatie der politiedienst te ko men, waardoor er 's Zondags meer politie op de been is. 's Zondags zijn er, zooals de Voorzitter opmerkte, minder agenten beschik baar, dan op werkdagen en de drukte en het daaruit voortkomend gevaar in allerlei vorm is veel gr00ter. De Raad heeft zich vroeger verklaard voor zooveel mogelijk Zondagsrust aan de politie beambten en waar dit met dien dienst moge lijk is, is dit zeer prijzenswaardig, dccli liet gaat moeilijk aan om alleen voor den Zon dagsdienst het corps te versterken. En tocli moet men ook op Zon- en feestdagen zijn mannetjes hebben. Eenige verzwaring van den Zondagsdienst schijnt dus voer de politie in het vooruit zicht te zijn en we hebben den indruk ge kregen, dat de burgemeester, hoewel de rege ling van den dienst uitsluitend tot zijn com petentie wordt geacht te bchooren. er dan Raad over schijnt te willen polsen. Dit laatste vinden we uitnemend en we zouden nu al willen zeggen, dat wij alleen met verzwaring van den Zondagsdienst vrede zouden kun nen hebben, wanneer daartegenover komt te staan een belangrijke vermindering op werk. dagen of des nachts., Misschien zou versterking van het aantal politie-maimen-wiel rijders in verband met ©en en ander wenschelijk zijn. In de zich steeds uitbreidende buitenwijken lijkt ons den wiel- rijdenden agent bijzonder aanbevelenswaar dig. 25i ,,Dat is juist het gekste van de heel© geschiedenis. Daarom wilde ik zoo graag uw opinie weten. Ik durfde het mijn vader .en mijnheer Forbes niet vertellen. Maar een van die mannen hoeft wel degelijk aan mijnheer Lotha gezegd, dat zij de handlan gers waren van den Italiaanschen baron". ,,'t Is niet mogelijk „Ik verzeker u, dat het waar is". Rex Castle keek peinzend voor zich uit 'en fronste het voorhoofd. Hij begreep er klaarblijkelijk niets van. „Ik weet werkelijk niet wat ik er van zeggen of denken moet", zei hij. ,,Ik heb nog nooit zoo iets vreemds beleefd. Dat men een meisje als 11 in het hartje van En geland heeft willen ontvoeren, in de hoop •daar voordeel mee te kunnen behalen *t Is ongelooflijk „Ik heb in dö courant wel eens gele ien van dergelijke gevallen in Amerika, Van dochters van millionnairs, die ontvoerd werden, om haar dan tegen een grooten losprijs weer vrij te laten. Maar ik ben riet de dochter van een millionnair". Castle bleef geruimen tijd in diep naden ken verzonken. Zij wandelden nog steeds in den tuin en bevonden zich nu in de nabij heid van den waterval. ,,De geheele zaak is een mysterie", zei bij eindelijk. „Heeft die mijnbeer Lotha Ui ook veel verteld van hemzelf «n van zijn [familie V* „O ja, heel veel. Hij heeft bijzonder veel gereisd. Er is haast geen plaats ter wereld, waar hij niet geweest is. Ik denk, dat hij mij dien dienst heeft kunnen be wijzen, juist omdat hijzelf zoo dikwijls avonturen heeft beleefd en voor onver wachte dingen heeft gestaan. Want er was niets bijzonders te zien aan het rijtuig en aan die mannen. We hadden evengoed een troepje kunnen zijn, dat bij elkaar hoorde, en ik had hun beloofd, dat ik den menschen die wij misschien zouden tegenkomen, geen teeken zou geven. Ze zouden me den mond dicht hebben gestopt, als ik mijn belofte niet had gehouden. En toch had mijnheer Lotha genoeg tegenwoordigheid van geest om te zien, dat er iets niet in den haak was". ,,Ja, ik moet zeggen: hij is flink op getreden. En dat met geen ander wapen dan een ongeladen revolver! Ik weet niet wat ik het meest in hem moet bewonderen r zijn moed of zijn bescheidenheid. De mees te mannen zouden één of meer van die ke rels gevangen hebben laten nemen; dan zou het tevens bekend zijn geworden, hoe held haftig hijzelf zich gedragen had. Maar om dat hij begreep, dat uw naam in dat geval in alle couranten zou komen, hield hij zich zelf op den achtergrond". „Ja, rijn houding in deze zaak pleat ten zeerste voor hem. Hij was, toen hij mij eenmaal had bevrijd, bereid om al dien mannen samen het hoofd te bieden. Even als 11 rond hij het een alleronaangenaamste gedachte die mannen straffeloos te laten heengaan. Alleen toen ik zei, dat ik in geen geval wilde opkomen om tegen hen te getuigen, liet hij ze gaan"- De agenda geeft ons weinig aanleiding tot beschouwingen, al mogen we niet laten voor bijgaan er de aandacht op te vestigen dat de zuivere winst van de exploitatie der Stede lijke Lichtfabrieken in 112 b n a t w e e t o n heeft bedragen. Vooral de winst der Electrieibeitsfabriek vaïi bijna esn halve ton, is een groote meevaller. Wij verhoeren daar mede nog altijd in een tijd van wording en uitbreiding. Als eenmaal deze fabriek haar hoogtepunt heeft bereikt en met de grootst mogelijke capaciteit werkt, zullen, we nog wat anders zien. Vcor de Raadsleden, die vóór eenige jaren met goed vertrouwen op de toekomst, de op richting tegenover de pessimisten, die klaag den dat Leiden geen stad was voor een Eleo- triciteitsfabriek en dat de Gasfabriek er te veel onder lijden zou, verdedigden, een groote voldoening. Het verzoek van de Vereeniging „Zuige lingenzorg" een vereeniging, bij jonge moe ders uit de volksklasse wel bekend en steeds meer populair, om een jaarlijksche subsidie van f 500 uit de gemeentekas, heeft de hee- Ti_n ook nog eenigen tijd bezig gehouden. Zoo enthusiast als de heer Sytsma voor deze instelling is, waarbij de heeren Van Gruting en Botermans zich onmiddellijk aansloten, zoo terughoudend waren de hee ren Bos en Vergouwen. Noch de eerste, die do volle f500 wilde geven, noch de heer Bosch, die niet hooger wilde gaan dan f 200 kreeg rijn zin, een bedrag van f400, zooals B. en Ws. dit voorstelden en den voorzitter het flink verdedigde, ging er door. Eindelijk is de dag volgepraat over het reeds vroeger behandelde voorstel over het verbinden van een vervolgklasse met één- jarigen curcus aan de school der 3de klasse aan de Medusastraat. Tot goed begrip dient dat de Arbeidswet verbiedt dat kinderen beneden 13 jaar en kinderen boven 13 jaar doch nog leerplichtig arbeid mogen ver richten z'»odat zij, wanneer er aan de schooi waar zij gaan geen zevende klasse is zou den moeten rondloopen. Werkende in den geest van dit wetsarti kel en bevorderende het belang der kinde ren voor wie zoo'n laatste leerjaar van on schatbare beteekenis voor verdere ontwik keling kau zijn, heeft men hier en daar ver- volgklassen aan de volksscholen verbonden. Ook B. en Ws. kwamen met zoo'n voorstel nadat reeds door verschillende corporaties daarom was gevraagd. Daar is toch niets tegen, zal men zeggen en waarvan stuit dan de oppositie nog wel van voorstanders van openbaar onderwijs? Ziehier He reden. Men kan de ouders niet dwingen de kinderen naar deze school te zenden, dat zou alleen kunnen, wanneer de verplichting naar school te gaan en de leerplichtwet met één jaar werd uitgebreid wat veel meer rationeel zou zijn. Nu zullen ze kunnen leegloopen, wat ook werd ge vreesd, waardoor zulke klassen gevaar lijden te verloopon. Er bestaat echter ook kans dat de ouders, die er prijs op stellen dat hun kinderen zoo spoedig mogelijk aan het werk gaan een school voor hen zeeken; waaraan een dergelijke vervolgklasse niet is verbonden; dit zijn en casu de bijzondere scholen hier ter stede, waardoor deze dan leerlingen aan de openbare scholen zouden kunnen onttrekken. Dit bewoog de heeren Carpcntier Alting, Zwiers en Sytsma de voorkeur te schenken aan een vervolgschool waarvan het bezoek geheel vrij is. Men zou er dan de elite der leerlingen krijgen, welk aantal geleidelijk zou kunnen vermeerde- deren. B. en Ws. vreesden deze bezwaren niet en mochten ze zich openbaren dan zou men er nog alijd op kunnen terugkomen, want ze wilden hun voorstel als een proef be schouwd zien. De heer Yan Hamel zette uit voerig de voordeelen dezer proef boven de vervolgschool uiteen, daarin bijgestaan door den heer Aalberse. De heer Vergouwen wilde de geheele zaak niet. De wet legt de verplichting niet op en dc ouders vragen er niet naar. Mochten aan de openbare school echter de vervolg klasse goed werken, dan zullen ze aan de bijzondere scholen ook wel komen. Deze willen niet bij het openbaar onderwijs ach ter staan. Het voorstel-Carpentier Alting viel, wat misschien niet het geval geweest zou zijn als de Raad voltallig was geweest en 't voor stel van B. en Ws. werd ten slotte aange nomen. Men denkt met een klasse van 30 leerlingen te kunnen beginnen, maar het getal kan ook veel grooter zijn. B. en Ws. zullen er den Raad mee op de hoogte hou den en wij dan natuurlijk onze lezers. Eindelijk kwam nog ter tafel de wijzi ging der verordening op vergunnings- en verlofslocaliteiten en logementen, in ver band met de gewijzigde omstandigheden ontstaan door do aanneming van de ver plichte winkelsluiting. Hierbij kwam in be handeling het verzoek van de vereenigde sigarenhandelaren te Leiden om den ver koop van sigaren in deze inrichtingen na negen uur des avonds te verbieden, beli chaamd in een amendement van den heer Pera, welk amendement door den voorzit ter een juridisch wangedrocht werd ge noemd. De andere juristen in den Raad, hoewel daartoe geprikkeld, namen deze qualificatie niet mede voor hun rekening, doch verdedigden het amendement even min. Zoo geweldig wandrochtelijk was het o. i. toch niet, al bekennen we gaarne dat de toepassiug moeielijk te controleeren zou zijn. Het amendement viel en daarna werd de verordening vastgesteld, die ook op 1 Ja nuari 1914 in werking zal treden. Men mag dan als men in een café zich bevindt en geen sigaren bij zich heeft ook daar centje koo- pen doch alleenvoor het gebruik ter plaatse. Mee naar huis nemen mag men ze niet. Hiorna werden de deuren even gesloten en na de heropening werd nog besloten tot den aankoop van een huisje in de Lange Scheistraat voor f 600. Toen wenschte de voorzitter aan de hee ren een prettige vacantie. Hij zelf, die voor een maand uitgaat, ontving bij het heen gaan een handdruk van do leden. Einde Augustus vinden de heeren elkaar weer. Dan zullen de geloofsbrieven der her kozen en het nieuw gekozen lid moeten wor den onderzocht en dan wacht den heeren weer de bégrootingsarbeid voor 1914. Leiden, 25 JuSi. Y001* het examen tot toelating der Zee vaartschool te Helder is geslaagd F. J. Ha- geman, van Zoetcrwoudc, leerling der open bare jongensschool 2de klasse, hoofd dc heer Hibma, alhier. In het algemeen bestuur van de Ne- derlandsche Vereeniging voor Hooger Han delsonderwijs is ook benoemd de heer A*! de Koster, alhier. Bij de Ned.Herv. Gemeente te Ping jam in Zurich, is beroepen dc heer H. N, Ysbrandy, candidaat te Leiden. Bij het examen voor een diploma M. LT. L. O. is voor diploma B. geslaagd H. J. Yoors van Alphen en voor diploma A. geslaagd J. G. Warmcnkovcn van Aarlan- derveen. Tot leeraar bij de Israël, gemeento te Zevenaar is benoemd do heer E. Drils- ma, thans als zoodanig in functie te Alphen aan den Rijn. Bij de begrafenis van den minister van staat Bergansius zal H. M. de Koningin zich laten vertegenwoordigen door Haar adjudant i. b. d. generaal-majoor baron van Voorst tot Voorst. Naar wij vernemen is de door den hoofdcommissaris van politic aan den agent J. D. Duyts opgelegde straf van viermaal 2 uur strafdienst door den burgemeester in getrokken. Naar men weet was Duyts door den hoofd commissaris gestraft wegens het schrijven van een stuk in een der Amsterdamsche dagbladen, in de „Tel.". Gistermiddag had de gestrafte agent Duyts een onderhoud met burgemeester Röcll, waarbij deze laat ste, naar wij vernemen, zeer welwillend te genover Duyts optrad. Hoewel echter dc burgemeester Duyts niet in het gelijk kon stellen, nam hij even wel diens goede trouw aan, met het gevolg dat de burgemeester als hoofd der politie de bovengemelde straf introk. Het aantal wcrkloozen in de diamant industrie te Amsterdam in do week van 13 19 Juli bedraagt 1777 tegen 1728 in de vorige week zoo meldt het „Wkbld. van den A. N. D. B." De volgende week zal het „Weekblad" niet verschijnen, wijl a.s. Zaterdag de jaarlijksche vacantieweek der diamantbewerkers aanvangt. Het „Amersf. Dagbl." verneemt, dat de pastoor F. Koster te Hoogland bij den officier van justitie een klacht heeft in gediend tegen de redactie van de „Nieuwe Ct." c.q. den inzender van het bericht,, waarin den pastoor bij de Juni-verkiezing verweten wordt de katholieken bevolking van Hoogland te hebben opgezet tegen den dominee en den burgemeester van Hoogland. Blijkens bij het Dep. van Marino ontv. berichten is Hr. Ms. „Evertsen", 23 Juli van Kopenhagen vertrokken en 24 Juli te Götheborg aangekomen en is Hr. Ms. „Holland" 23 Juli te Cliinwantao aange komen. Bij resolutie van den minister van ko loniën, zijn mrs. J. E. Ranneft on H. Toxo- peus gesteld ter beschikking van den gou verneur-generaal van Nedcrlandsch-Indië, om te worden geplaatst iu rechterlijke be trekking daar te lande. Een openbare vergadering van den Raad van State, afdeeling voor de geschil len van bestuur, is vastgesteld op Woens dag 30 dezer, des voormiddags te 11 uur. De minister van Binnenlandsche Za ken, mr. Heemskerk, begaf zich gisteroch tend voor kortei) tijd naar het buiten land. Met de nachtboot „Oranje Nassau" is te Vlissingen gistermorgen aangekomen „En toen hebben ze hem verteld, dat del Greppo hen gezonden had?" „Ja, dat zeiden zo. Ik kan me maar niet begrijpen hoe zo op dien naam van del Greppo kwamen". „Dat is een van de vele raadselen in het groote raadsel van uw ontvoering. Ik hoop, dat ik in do gelegenheid zal zijn, mijnheer Lotha geluk te wenschen met het schitterend bewijs van moed on ridderlijk heid, dat hij heeft gegeven. U bent toch niet van plan een diep geheim van het ge beurde te maken?" „Ik heb er niemand iets van verteld, behalve u. Ik dacht, dat u misschien iemand zou kennen, die de hand in het spel had". ,,'t Spijt me, dat ik u niets verder kan brengen". „Maar u hebt mij verder gebracht, door mij te sterken in mijn vermoeden, dat de baron del Greppo de schuldige niet kan zijn". „En dat geloof ik ook volstrekt niet". Kort daarna gingen de gasten heen en Rex Castle kon geen gevolg geven aan zijn voornemen, Hubert Lotha geluk te wen schen met het succes, waarmee de poging, om Maggie uit de handen harer vijanden te bevrijden, bekroond was. Later op den dag kwam Forbes, juist toen hij de bibliotheek was binnengetre den, het jonge dienstmeisje, Mary Allen, tegen „Mary, meisje, ik vrees, dat je niet heel geschikt bent voor je werk", merkte hij op, het hoofd schuddende en zich van het Schotsche patois bedienend, om haar meer op haar gemak te brengen. „Ik schrikte me half dood, toen je dien kolen bak opeens met zoo'n harden slag op den grond liet vallen". „Maar ik was zelf ook zoo geschrikt, mijnheer „Zoo, was jc zelf ook zoo geschrikt? Dan moet je me toch eens vertellen, waar van. 't Zou heelemaal niet goed zijn dat voor je te houden. Kom, voor den dag er mee! Wat was het?'' Zij trad dichter op hem toe, keek schuw om zioh heen en zei toen op een fluister toon „Ja, mijnheer, ik had alle reden om te schrikkenDie heer, die daar met mijnheer Keith de hall binnenstapte dat was dezelfde, dien ik verleden nacht hier iu deze kamer voor dat schilderij heb zien staan"» XII. Forbes ging op den dichtstbijstaanden stoel zitten en er verliepen eenige- minu ten vóór hij zei: „Zoo, zoo, wel, dat is een vreemde ge schiedenis, die je me daar vertelt". „U denkt misschien, dat ik het me maar verbeeld, mijnheer", zei zij. „Maar ik ver zeker u, dat het de waarheid is. Ik dacht, dat ik door den grond zonk, toen ik bin nen kwam en ik dienzelfden man daar op eens in de kamer zag staan. Ja, denzelf den, zoo waar als ik hoop zalig te worden. „Mary, kind, ik zou me dat maar niet te vast in het hoofd gaan zetten. En ik zou er vooral met niemand over spreken. Ik hoop niot, dat je het aa-n de huishoud ster als de reden van je onhandigheid hebt opgegeven". „Ik heb er niets van gezegd, mijnheer Forbes, want ik vond het beter er met niemand over te spreken eer ik het u had verteld. Maar ik heb een geducht standje gekregen voor mijn lompheid, dat kan ik u verzekeren". „Je hebt heel verstandig gedaan, 't Is beter, dat niemand het vocrioopig hoort. Maar zeg eens eventjes, je hebt toch ge zegd, dat ui© man, die hier dien naoLt stond, een „zwarte man" was". „Hebt u dan ooit een blanke met zoo'n donker gericht gezien, mijnheer Forbes?" „Dat is waar. Maar, zie je, hij is bijna zijn geheele leven in een heel warm land geweest, cn je begrijpt, al heb je nog zoo'n blanke huid, dan wordt die daar bruin. Maar we spreken hier nog wel eens meer over, hoor, en in dien tijd hoop ik, dat je er je niets van zult laten ontvallen". „Daar kunt u op aan. Ik babbel nooit. Ik zal mijn mond gced dicht houden; wees daar zeker van. Maar wat zou dit alles toch bcteekenen, mijnheer? Dat zou ik wel eens willen weten". „Ik ook, meisje. Ma-ar ik hoop, dat het niet zoo lang zal duren eer alles zich op heldert". Hij knikte haar toe en zij ging heen. Forbes was ten hoogste verbaasd over wat hij had gehoord. En hij was heel blij, dat hij gezwicht was voor Sir Drummond's overredingen en mee was gegaan naar Craig Athol. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 1