N°. 16387
i
A°. 1813.
Vrijdag 25 Juli.
<§eze aOcurant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Be wettige erfgenaam.
PKIJS DER ADVERTENTXEN:
Van 1u regels /1.05. Iedere regel meer ƒ0.174. Grootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine tdvertentiën van 30 woorden 40 Gents contantelk
tiental woorden meer 10 Gents.Voor het incasseeren wordt/"0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents f per 3 maanden MO.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn B 1.30.
Franco per post 1.55,
Wiiitercllcostregeting Spoorwegen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
[brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
leen exemplaar van het ontwerp voor do
„Winterdienstregcling 1913/14", aangeboden
door de Noord-BrabantschDuitsche Spoor
weg-Maatschappij, ter inzage op de Secretarie
'dezer gemeente* is nedergelegd en dat even
tueel© opmerkingen betreffende dit dienst-
tregelingscntwerp, ten einde voor de vaststel
ling van de dienstregeling in overweging te
kunnen worden genomen, rechtstreeks moeten
worden ingezonden vóór of op 1 Augustus
ja.s. aan het Departement van Waterstaat.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ij N, C, DE GIJSELAAR.
- I Burgemeester.
i Q. J. TERPSTRA,
loco-Secretaris..
Deiden, den 25sten Juli 1913.
I11XDEBWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet;
Brengen bij deze ter algemeene kennis,
idat deer hen op heden vergunning is ver
leend aan W. ZAALBERG en rechtverkrij
genden tot het uitbreiden van de smederij
in het perceel Janvossensteeg No. 51, Sectie
;H. No. 3003.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAE,
Burgemeester.
Q. J. TEEPSTRA,
loco-Secretaris.
Leiden, den 24sten Juli 1913.
DRANKWET.
Burgemeester ep Wethouders van Leiden
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
NICOLAAS CHRISTIAN US O VERDE.
VEST wonende to Leiden een verzoekschrift
is ingediend, om verlof voor den ver-
'koop van uitsluitend alcoholvrijen drank,
voor gebruik ter plaatse van verkoop, in de
j winkellocaliteit van het perceel Hoorenstraat
No. 96.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Q. J. TERPSTRA, loco-Secretaris.,
Leiden, den 24sten Juli 1913.
De J uli-verkiezingsstorm over dien van
'Juni spreken we niet meer de Juli-vcr-
lldezingsstorm, die in twee tempo's over onze
gemeente heeft gewoed en dreigend voer over
'het hoofd van menig zittend Raadslid, heeft
doch slechts weinig .verwoestingen in dit aeht-
ibaar college aangericht. Alle aftredenden
!zijn, om nog eens een meer gemeenzaam beeld
tte gebruiken, op écn na weer voor zes jaar
ingehuurd. De heer Pera alleen, hoewel met
[hem in twee districten een kansje werd ge-
fwaagd, heeft het- moeten ervaren, dat ook
iop een kiezerskorps niet altijd .valt te bouwen.
[De herkozenen bet was hun voor zoover
aanwezig aan te zien, waren er lekker mee
en hebben zich ongetwijfeld voorgenomen met
do oude liefde, en met vernieuwden ijver
de belangen der gemeente weder te zullen
bevorderen. Den grijzen veteraan P.era was
het cok niet aan te zien, dat het met hem
naar het einde liep.
Iiij zal, en waarschijnlijk niet ten onrechte,
gedacht hebbe: „Ik kom er toch wel weer
in!" Hij heeft al reeds eerder de verander
lijkheid der kiezers ervaren.
Verder was het merkbaar, dat wij in den
vacantie. en verloftijd zitten. Van de 31
heeren waren er slechts 23, aan het einde
24, op liun post, en daaronder waren er nog
eenigen, die van uit hun rustoord even over
gekomen waren, om de zitting, die niet had
kunnen doorgaan, wanneer de helft op het
appèl had ontbroken, mogelijk te maken.
Do agenda, was trouwens ook niet bijster
belangrijk, maai- kleine zaken moeten toch ook
worden afgedaan.
Onder de ingekomen stukken trok vooral
do aandacht een adres van een Hoogewoerd-
bewoner over het droeve ongeluk van verleden
Zondag. Men wilde blijkbaar de schuld er
van geven aan de straat en de tram en te
gelijk nog de politie een verwijt doen, dat
zij er niet vroeg genoeg bij was. Beide ver
wijten o. i. onverdiend, zooals de Voorzitter,
dio de zaak had onderzocht, nader aantoonde.
De tram is aan do smalle Hoogewoerd een
gevaarlijk voertuig, daar gaat niets van af.
Het publiek weet dit en behoort er rekening
mee te houden.
B. en Ws. willen ten overvloede, nog1 aan
do overzijde van de Barbarasteeg een waar
schuwend opschrift plaatsen, zoodat menschen
die deze steeg uitkomen, onwillekeurig aan
het gevaar, dat hen dreigt, worden herin
nerd. 'Wij zullen er niet tegen zijn, maar
wie er in gedachten of misschien gedachte
loos .doorloopt, ontgaat oók zulk een, waar
schuwing.
Ein dan hebben wij gehoord, dat de bur
gemeester als hoofd der politie plan heeft
met oen reorganisatie der politiedienst te ko
men, waardoor er 's Zondags meer politie
op de been is. 's Zondags zijn er, zooals de
Voorzitter opmerkte, minder agenten beschik
baar, dan op werkdagen en de drukte en
het daaruit voortkomend gevaar in allerlei
vorm is veel gr00ter.
De Raad heeft zich vroeger verklaard voor
zooveel mogelijk Zondagsrust aan de politie
beambten en waar dit met dien dienst moge
lijk is, is dit zeer prijzenswaardig, dccli liet
gaat moeilijk aan om alleen voor den Zon
dagsdienst het corps te versterken. En tocli
moet men ook op Zon- en feestdagen zijn
mannetjes hebben.
Eenige verzwaring van den Zondagsdienst
schijnt dus voer de politie in het vooruit
zicht te zijn en we hebben den indruk ge
kregen, dat de burgemeester, hoewel de rege
ling van den dienst uitsluitend tot zijn com
petentie wordt geacht te bchooren. er dan
Raad over schijnt te willen polsen. Dit laatste
vinden we uitnemend en we zouden nu al
willen zeggen, dat wij alleen met verzwaring
van den Zondagsdienst vrede zouden kun
nen hebben, wanneer daartegenover komt te
staan een belangrijke vermindering op werk.
dagen of des nachts.,
Misschien zou versterking van het aantal
politie-maimen-wiel rijders in verband met ©en
en ander wenschelijk zijn. In de zich steeds
uitbreidende buitenwijken lijkt ons den wiel-
rijdenden agent bijzonder aanbevelenswaar
dig.
25i
,,Dat is juist het gekste van de heel©
geschiedenis. Daarom wilde ik zoo graag
uw opinie weten. Ik durfde het mijn vader
.en mijnheer Forbes niet vertellen. Maar
een van die mannen hoeft wel degelijk aan
mijnheer Lotha gezegd, dat zij de handlan
gers waren van den Italiaanschen baron".
,,'t Is niet mogelijk
„Ik verzeker u, dat het waar is".
Rex Castle keek peinzend voor zich uit
'en fronste het voorhoofd. Hij begreep er
klaarblijkelijk niets van.
„Ik weet werkelijk niet wat ik er van
zeggen of denken moet", zei hij. ,,Ik heb
nog nooit zoo iets vreemds beleefd. Dat
men een meisje als 11 in het hartje van En
geland heeft willen ontvoeren, in de hoop
•daar voordeel mee te kunnen behalen
*t Is ongelooflijk
„Ik heb in dö courant wel eens gele
ien van dergelijke gevallen in Amerika,
Van dochters van millionnairs, die ontvoerd
werden, om haar dan tegen een grooten
losprijs weer vrij te laten. Maar ik ben
riet de dochter van een millionnair".
Castle bleef geruimen tijd in diep naden
ken verzonken. Zij wandelden nog steeds
in den tuin en bevonden zich nu in de nabij
heid van den waterval.
,,De geheele zaak is een mysterie", zei
bij eindelijk. „Heeft die mijnbeer Lotha
Ui ook veel verteld van hemzelf «n van zijn
[familie V*
„O ja, heel veel. Hij heeft bijzonder
veel gereisd. Er is haast geen plaats ter
wereld, waar hij niet geweest is. Ik denk,
dat hij mij dien dienst heeft kunnen be
wijzen, juist omdat hijzelf zoo dikwijls
avonturen heeft beleefd en voor onver
wachte dingen heeft gestaan. Want er was
niets bijzonders te zien aan het rijtuig en
aan die mannen. We hadden evengoed een
troepje kunnen zijn, dat bij elkaar hoorde,
en ik had hun beloofd, dat ik den menschen
die wij misschien zouden tegenkomen, geen
teeken zou geven. Ze zouden me den mond
dicht hebben gestopt, als ik mijn belofte
niet had gehouden. En toch had mijnheer
Lotha genoeg tegenwoordigheid van geest
om te zien, dat er iets niet in den haak
was".
,,Ja, ik moet zeggen: hij is flink op
getreden. En dat met geen ander wapen
dan een ongeladen revolver! Ik weet niet
wat ik het meest in hem moet bewonderen r
zijn moed of zijn bescheidenheid. De mees
te mannen zouden één of meer van die ke
rels gevangen hebben laten nemen; dan zou
het tevens bekend zijn geworden, hoe held
haftig hijzelf zich gedragen had. Maar om
dat hij begreep, dat uw naam in dat geval
in alle couranten zou komen, hield hij zich
zelf op den achtergrond".
„Ja, rijn houding in deze zaak pleat
ten zeerste voor hem. Hij was, toen hij mij
eenmaal had bevrijd, bereid om al dien
mannen samen het hoofd te bieden. Even
als 11 rond hij het een alleronaangenaamste
gedachte die mannen straffeloos te laten
heengaan. Alleen toen ik zei, dat ik in
geen geval wilde opkomen om tegen hen
te getuigen, liet hij ze gaan"-
De agenda geeft ons weinig aanleiding tot
beschouwingen, al mogen we niet laten voor
bijgaan er de aandacht op te vestigen dat de
zuivere winst van de exploitatie der Stede
lijke Lichtfabrieken in 112 b n a t w e e t o n
heeft bedragen. Vooral de winst der
Electrieibeitsfabriek vaïi bijna esn halve ton,
is een groote meevaller. Wij verhoeren daar
mede nog altijd in een tijd van wording en
uitbreiding. Als eenmaal deze fabriek haar
hoogtepunt heeft bereikt en met de grootst
mogelijke capaciteit werkt, zullen, we nog
wat anders zien.
Vcor de Raadsleden, die vóór eenige jaren
met goed vertrouwen op de toekomst, de op
richting tegenover de pessimisten, die klaag
den dat Leiden geen stad was voor een Eleo-
triciteitsfabriek en dat de Gasfabriek er te
veel onder lijden zou, verdedigden, een groote
voldoening.
Het verzoek van de Vereeniging „Zuige
lingenzorg" een vereeniging, bij jonge moe
ders uit de volksklasse wel bekend en steeds
meer populair, om een jaarlijksche subsidie
van f 500 uit de gemeentekas, heeft de hee-
Ti_n ook nog eenigen tijd bezig gehouden.
Zoo enthusiast als de heer Sytsma voor
deze instelling is, waarbij de heeren Van
Gruting en Botermans zich onmiddellijk
aansloten, zoo terughoudend waren de hee
ren Bos en Vergouwen. Noch de eerste, die
do volle f500 wilde geven, noch de heer
Bosch, die niet hooger wilde gaan dan f 200
kreeg rijn zin, een bedrag van f400, zooals
B. en Ws. dit voorstelden en den voorzitter
het flink verdedigde, ging er door.
Eindelijk is de dag volgepraat over het
reeds vroeger behandelde voorstel over het
verbinden van een vervolgklasse met één-
jarigen curcus aan de school der 3de klasse
aan de Medusastraat. Tot goed begrip dient
dat de Arbeidswet verbiedt dat kinderen
beneden 13 jaar en kinderen boven 13 jaar
doch nog leerplichtig arbeid mogen ver
richten z'»odat zij, wanneer er aan de schooi
waar zij gaan geen zevende klasse is zou
den moeten rondloopen.
Werkende in den geest van dit wetsarti
kel en bevorderende het belang der kinde
ren voor wie zoo'n laatste leerjaar van on
schatbare beteekenis voor verdere ontwik
keling kau zijn, heeft men hier en daar ver-
volgklassen aan de volksscholen verbonden.
Ook B. en Ws. kwamen met zoo'n voorstel
nadat reeds door verschillende corporaties
daarom was gevraagd.
Daar is toch niets tegen, zal men zeggen
en waarvan stuit dan de oppositie nog wel
van voorstanders van openbaar onderwijs?
Ziehier He reden. Men kan de ouders niet
dwingen de kinderen naar deze school te
zenden, dat zou alleen kunnen, wanneer de
verplichting naar school te gaan en de
leerplichtwet met één jaar werd uitgebreid
wat veel meer rationeel zou zijn. Nu zullen
ze kunnen leegloopen, wat ook werd ge
vreesd, waardoor zulke klassen gevaar
lijden te verloopon. Er bestaat echter ook
kans dat de ouders, die er prijs op stellen
dat hun kinderen zoo spoedig mogelijk aan
het werk gaan een school voor hen zeeken;
waaraan een dergelijke vervolgklasse niet
is verbonden; dit zijn en casu de bijzondere
scholen hier ter stede, waardoor deze dan
leerlingen aan de openbare scholen zouden
kunnen onttrekken. Dit bewoog de heeren
Carpcntier Alting, Zwiers en Sytsma de
voorkeur te schenken aan een vervolgschool
waarvan het bezoek geheel vrij is. Men zou
er dan de elite der leerlingen krijgen, welk
aantal geleidelijk zou kunnen vermeerde-
deren.
B. en Ws. vreesden deze bezwaren niet
en mochten ze zich openbaren dan zou men
er nog alijd op kunnen terugkomen, want
ze wilden hun voorstel als een proef be
schouwd zien. De heer Yan Hamel zette uit
voerig de voordeelen dezer proef boven de
vervolgschool uiteen, daarin bijgestaan door
den heer Aalberse.
De heer Vergouwen wilde de geheele zaak
niet. De wet legt de verplichting niet op
en dc ouders vragen er niet naar. Mochten
aan de openbare school echter de vervolg
klasse goed werken, dan zullen ze aan de
bijzondere scholen ook wel komen. Deze
willen niet bij het openbaar onderwijs ach
ter staan.
Het voorstel-Carpentier Alting viel, wat
misschien niet het geval geweest zou zijn
als de Raad voltallig was geweest en 't voor
stel van B. en Ws. werd ten slotte aange
nomen. Men denkt met een klasse van 30
leerlingen te kunnen beginnen, maar het
getal kan ook veel grooter zijn. B. en Ws.
zullen er den Raad mee op de hoogte hou
den en wij dan natuurlijk onze lezers.
Eindelijk kwam nog ter tafel de wijzi
ging der verordening op vergunnings- en
verlofslocaliteiten en logementen, in ver
band met de gewijzigde omstandigheden
ontstaan door do aanneming van de ver
plichte winkelsluiting. Hierbij kwam in be
handeling het verzoek van de vereenigde
sigarenhandelaren te Leiden om den ver
koop van sigaren in deze inrichtingen na
negen uur des avonds te verbieden, beli
chaamd in een amendement van den heer
Pera, welk amendement door den voorzit
ter een juridisch wangedrocht werd ge
noemd. De andere juristen in den Raad,
hoewel daartoe geprikkeld, namen deze
qualificatie niet mede voor hun rekening,
doch verdedigden het amendement even
min. Zoo geweldig wandrochtelijk was het
o. i. toch niet, al bekennen we gaarne dat
de toepassiug moeielijk te controleeren zou
zijn.
Het amendement viel en daarna werd de
verordening vastgesteld, die ook op 1 Ja
nuari 1914 in werking zal treden. Men mag
dan als men in een café zich bevindt en geen
sigaren bij zich heeft ook daar centje koo-
pen doch alleenvoor het gebruik ter
plaatse. Mee naar huis nemen mag men ze
niet.
Hiorna werden de deuren even gesloten
en na de heropening werd nog besloten tot
den aankoop van een huisje in de Lange
Scheistraat voor f 600.
Toen wenschte de voorzitter aan de hee
ren een prettige vacantie. Hij zelf, die voor
een maand uitgaat, ontving bij het heen
gaan een handdruk van do leden.
Einde Augustus vinden de heeren elkaar
weer. Dan zullen de geloofsbrieven der her
kozen en het nieuw gekozen lid moeten wor
den onderzocht en dan wacht den heeren
weer de bégrootingsarbeid voor 1914.
Leiden, 25 JuSi.
Y001* het examen tot toelating der Zee
vaartschool te Helder is geslaagd F. J. Ha-
geman, van Zoetcrwoudc, leerling der open
bare jongensschool 2de klasse, hoofd dc
heer Hibma, alhier.
In het algemeen bestuur van de Ne-
derlandsche Vereeniging voor Hooger Han
delsonderwijs is ook benoemd de heer A*!
de Koster, alhier.
Bij de Ned.Herv. Gemeente te Ping
jam in Zurich, is beroepen dc heer H. N,
Ysbrandy, candidaat te Leiden.
Bij het examen voor een diploma M.
LT. L. O. is voor diploma B. geslaagd H.
J. Yoors van Alphen en voor diploma A.
geslaagd J. G. Warmcnkovcn van Aarlan-
derveen.
Tot leeraar bij de Israël, gemeento
te Zevenaar is benoemd do heer E. Drils-
ma, thans als zoodanig in functie te Alphen
aan den Rijn.
Bij de begrafenis van den minister van
staat Bergansius zal H. M. de Koningin
zich laten vertegenwoordigen door Haar
adjudant i. b. d. generaal-majoor baron
van Voorst tot Voorst.
Naar wij vernemen is de door den
hoofdcommissaris van politic aan den agent
J. D. Duyts opgelegde straf van viermaal
2 uur strafdienst door den burgemeester in
getrokken.
Naar men weet was Duyts door den hoofd
commissaris gestraft wegens het schrijven
van een stuk in een der Amsterdamsche
dagbladen, in de „Tel.". Gistermiddag had
de gestrafte agent Duyts een onderhoud
met burgemeester Röcll, waarbij deze laat
ste, naar wij vernemen, zeer welwillend te
genover Duyts optrad.
Hoewel echter dc burgemeester Duyts
niet in het gelijk kon stellen, nam hij even
wel diens goede trouw aan, met het gevolg
dat de burgemeester als hoofd der politie
de bovengemelde straf introk.
Het aantal wcrkloozen in de diamant
industrie te Amsterdam in do week van 13
19 Juli bedraagt 1777 tegen 1728 in de
vorige week zoo meldt het „Wkbld. van
den A. N. D. B." De volgende week zal
het „Weekblad" niet verschijnen, wijl a.s.
Zaterdag de jaarlijksche vacantieweek der
diamantbewerkers aanvangt.
Het „Amersf. Dagbl." verneemt, dat
de pastoor F. Koster te Hoogland bij den
officier van justitie een klacht heeft in
gediend tegen de redactie van de „Nieuwe
Ct." c.q. den inzender van het bericht,,
waarin den pastoor bij de Juni-verkiezing
verweten wordt de katholieken bevolking
van Hoogland te hebben opgezet tegen
den dominee en den burgemeester van
Hoogland.
Blijkens bij het Dep. van Marino ontv.
berichten is Hr. Ms. „Evertsen", 23 Juli
van Kopenhagen vertrokken en 24 Juli te
Götheborg aangekomen en is Hr. Ms.
„Holland" 23 Juli te Cliinwantao aange
komen.
Bij resolutie van den minister van ko
loniën, zijn mrs. J. E. Ranneft on H. Toxo-
peus gesteld ter beschikking van den gou
verneur-generaal van Nedcrlandsch-Indië,
om te worden geplaatst iu rechterlijke be
trekking daar te lande.
Een openbare vergadering van den
Raad van State, afdeeling voor de geschil
len van bestuur, is vastgesteld op Woens
dag 30 dezer, des voormiddags te 11 uur.
De minister van Binnenlandsche Za
ken, mr. Heemskerk, begaf zich gisteroch
tend voor kortei) tijd naar het buiten
land.
Met de nachtboot „Oranje Nassau"
is te Vlissingen gistermorgen aangekomen
„En toen hebben ze hem verteld, dat
del Greppo hen gezonden had?"
„Ja, dat zeiden zo. Ik kan me maar
niet begrijpen hoe zo op dien naam van
del Greppo kwamen".
„Dat is een van de vele raadselen in
het groote raadsel van uw ontvoering. Ik
hoop, dat ik in do gelegenheid zal zijn,
mijnheer Lotha geluk te wenschen met het
schitterend bewijs van moed on ridderlijk
heid, dat hij heeft gegeven. U bent toch
niet van plan een diep geheim van het ge
beurde te maken?"
„Ik heb er niemand iets van verteld,
behalve u. Ik dacht, dat u misschien
iemand zou kennen, die de hand in het
spel had".
,,'t Spijt me, dat ik u niets verder kan
brengen".
„Maar u hebt mij verder gebracht,
door mij te sterken in mijn vermoeden,
dat de baron del Greppo de schuldige niet
kan zijn".
„En dat geloof ik ook volstrekt niet".
Kort daarna gingen de gasten heen en
Rex Castle kon geen gevolg geven aan zijn
voornemen, Hubert Lotha geluk te wen
schen met het succes, waarmee de poging,
om Maggie uit de handen harer vijanden
te bevrijden, bekroond was.
Later op den dag kwam Forbes, juist
toen hij de bibliotheek was binnengetre
den, het jonge dienstmeisje, Mary Allen,
tegen
„Mary, meisje, ik vrees, dat je niet
heel geschikt bent voor je werk", merkte
hij op, het hoofd schuddende en zich van
het Schotsche patois bedienend, om haar
meer op haar gemak te brengen. „Ik
schrikte me half dood, toen je dien kolen
bak opeens met zoo'n harden slag op den
grond liet vallen".
„Maar ik was zelf ook zoo geschrikt,
mijnheer
„Zoo, was jc zelf ook zoo geschrikt?
Dan moet je me toch eens vertellen, waar
van. 't Zou heelemaal niet goed zijn dat
voor je te houden. Kom, voor den dag er
mee! Wat was het?''
Zij trad dichter op hem toe, keek schuw
om zioh heen en zei toen op een fluister
toon
„Ja, mijnheer, ik had alle reden om
te schrikkenDie heer, die daar met
mijnheer Keith de hall binnenstapte
dat was dezelfde, dien ik verleden nacht
hier iu deze kamer voor dat schilderij heb
zien staan"»
XII.
Forbes ging op den dichtstbijstaanden
stoel zitten en er verliepen eenige- minu
ten vóór hij zei:
„Zoo, zoo, wel, dat is een vreemde ge
schiedenis, die je me daar vertelt".
„U denkt misschien, dat ik het me maar
verbeeld, mijnheer", zei zij. „Maar ik ver
zeker u, dat het de waarheid is. Ik dacht,
dat ik door den grond zonk, toen ik bin
nen kwam en ik dienzelfden man daar op
eens in de kamer zag staan. Ja, denzelf
den, zoo waar als ik hoop zalig te worden.
„Mary, kind, ik zou me dat maar niet
te vast in het hoofd gaan zetten. En ik
zou er vooral met niemand over spreken.
Ik hoop niot, dat je het aa-n de huishoud
ster als de reden van je onhandigheid hebt
opgegeven".
„Ik heb er niets van gezegd, mijnheer
Forbes, want ik vond het beter er met
niemand over te spreken eer ik het u had
verteld. Maar ik heb een geducht standje
gekregen voor mijn lompheid, dat kan ik
u verzekeren".
„Je hebt heel verstandig gedaan, 't Is
beter, dat niemand het vocrioopig hoort.
Maar zeg eens eventjes, je hebt toch ge
zegd, dat ui© man, die hier dien naoLt
stond, een „zwarte man" was".
„Hebt u dan ooit een blanke met zoo'n
donker gericht gezien, mijnheer Forbes?"
„Dat is waar. Maar, zie je, hij is bijna
zijn geheele leven in een heel warm land
geweest, cn je begrijpt, al heb je nog zoo'n
blanke huid, dan wordt die daar bruin.
Maar we spreken hier nog wel eens meer
over, hoor, en in dien tijd hoop ik, dat je
er je niets van zult laten ontvallen".
„Daar kunt u op aan. Ik babbel nooit.
Ik zal mijn mond gced dicht houden; wees
daar zeker van. Maar wat zou dit alles
toch bcteekenen, mijnheer? Dat zou ik wel
eens willen weten".
„Ik ook, meisje. Ma-ar ik hoop, dat het
niet zoo lang zal duren eer alles zich op
heldert".
Hij knikte haar toe en zij ging heen.
Forbes was ten hoogste verbaasd over
wat hij had gehoord. En hij was heel blij,
dat hij gezwicht was voor Sir Drummond's
overredingen en mee was gegaan naar
Craig Athol.
(Wordt vervolgd.)