N®. T63S9
4 .Juli.
A0. 1913.
§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
DE UITSLAG
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
De wettige erfgenaam.
PKIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1o Tegels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Srootere lettere naai
plaatsruimte, - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oenta oontant j elk
tiental woorden meer 10 Oents, Voor het inoasseeren wordt ƒ0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT»
Voor Leiden per week 9 Oents j per 3 maanden f 1,10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn a 1.30.
Franco per post 1,55.
van de stemming voor den Ge meent er aad
alhier, wordt hedenavond door ons op de
gewone wijze aan ons Bureel en bij de
heeren ARNOLD, Breestraat, SOMER-
WIL, Hoogewoerd, ZIRKZEE, Steenstr.
h. Beestenmarkt, bekend gemaakt.
HINDRRWJGT.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, lste alinea, der Hinderwet;
Brengen bij deze ter algemeene kennis,
dat door hen op hed'en vergunning is ver
leend aan GEBRS. MULDER, en rechtver
krijgenden tot het oprichten van een hout
zagerij op het perceel Maredijk. Sectie L
No. 637.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 3 Juli 1913.
Leiden, 4 Juli.
In verband met het 25-jarig jubileum
als ambtenaar der gemeente Leiden werd.
hedenochtend de heer J. Romanesko, al
gemeen markt- en havenmeester, gehuldigd
door het pesoneel van den veekeurings
dienst aan de veemarkt alhier.
De heer M. Flohil, die, in zijn kwaliteit
van plaatsvervangend distictveearts, meer
dan twintig jaren aan den keuringsdienst
van Rijkswege heeft medegewerkt, richtte
tot den jubilaris namens het geheele per
soneel (zoowel van Rijks- als gemeente
wege) het woord en wenschte hem geluk.
Teven9 werd hem een blijvend aandenken
aan dezen dag geschonken.
De jubilaris dankte met eenigo harte
lijke woorden voor de welwillende belang
stelling.
Het bestuur der afdeeling Leiden der
Koninklijke Nederlandsche Weerbaarheids-
Vereeniging heeft aan de. leerlingen der
hoogere klassen van het Gymnasium, de
H. B.-S. en eenige andere scholen doen
toekomen propaganda-boekjes, opgesteld
door het hoofdbestuur dier vereeniging.
De Commissaris der Koningin in Zuid-
Holland heeft aangewezen als voorzitter
van de Gezondheidscommissie te Zoeter-
meer het lid dr. P. Vermeulen, arts te Hil-
legersberg.
H. M. de Koningin heeft f 100 geschon
ken ten behoeve van de noodlijdende Ned.-
Herv. Gem. te Smyrna.
Mr. P. J. Troelstra heeft, in verband
met de uitnoodiging, om a.s. Zaterdag ter
conferentie bij H. M. de Koningin op Het
Loo te komen, zijn buitenlandsche reis reeds
onderbroken en zal zich dus niet direct uit
het buitenland, maar uit ons land naar Het
Loo begeven.
Gisteren vertoefde bij tot 's middags in
zijn woning te Scheveningen, maar heeft
daarna Den Haag weer verlaten.
In de vergadering van gemachtigden
voor het kiescollege van de Ned.-Herv.
Gem. te Feijenoord is voor de derde pre
dikantsplaats het volgende drietal opge
maakt: ds. J. J. A. Herman, te Olden-
zaal; ds. H. J. de Groot Gzn., te Voorst,
en dr. J. D. de Lind van Wijngaarden te
Putten. Staande de vergadering is tot
predikant uit het drietal gekozen dr. J.
D. de Lind van Wijngaarden te Putten,
op wien de kerkeraad het beroep zal
uitbrengen.
,,De Ned.'' verneemt van betrouw
bare zijde, dat de ongesteldheid van ds.
Vunderink, pred. der Ned.-Herv. Gem.
te Haarlem, niet van ernstigen aard is.
Gisteren is te Amsterdam een aan
vang gemaakt met het afnemen van het
examen ter verkrijging van een akte van
bekwaamheid voor het deurwaardersambt,
ingesteld door de Vereeninging van Deur
waarders bij de verschillende rechtscol
leges in Nederland en den Bond van Pro
cureurs- en Deurwaardersklerken in Ne
derland. In de examen-commissie heeft
zitting mr. Ph. B. Libourel van Leiden.
Onder degenen, die zich voor het examen
kwamen aanmelden, was ook een deur
waarder. De commissie besliste echter, dat
deze niet tot het examen kon worden toe
gelaten, omdat hem bij niet-slagen een
brevet van onbekwaamheid voor zijn be
roep zou worden uitgereikt.
In een gehouden comité-generaal van
den Raad van Amsterdam is het van het
college van curatoren der gemeentelijke
universiteit ingekomen voorstel behandeld,
om dr. L. E. J. Brouwer, buitengewoon
hoogleeraar in de wiskunde, op een nader
te bepalen datum te benoemen tot gewoon
hoogleeraar in dat vak.
Dit voorstel werd gedaan, om deze on
derwijskracht van Europeesche vermaard
heid, waarop de universiteit te Groningen
beslag wilde leggen, voor de gemeentelijke
lioogeschool te behouden.
Daar professor dr. D. J. Korteweg, ho jg-
leeraar in de wiskunde, mechanica en ster
renkunde, binnenkort zijn ontslag zal vla
gen, kan de benoeming van dr. Brouwer
tot gewoon hooglceraar geschieden zonder
buitengewoon bezwaar der gemeente-finan-
ciën.
Ofschoon de benoeming in het openbaar
moet geschieden, staat wel vast, dat de
door het college van curatoren voorgestel
de regeling zal worden aanvaard. Immers,
in het comité-generaal zijn daartegen geen
bezwaren vernomen.
Naar het „Hbl." verneemt, heeft mr.
S. de Vries Czn., wethouder van onderwijs,
te Amsterdam, zich, wanneer het gemeen
tebelang dit eischte, bereid verklaard met
zijn collega's in het dagelijksch bestuur de
vraag eener wisseling van zetels in het col
lege te overwegen. Echter moet reeds vast
staan, dat de heer De Vries niet het wet
houderschap der openbare gezondheid am
bieert.
De heer F. P. H. M. van Miert, ka
nunnik en pastoor der St.-Josefparochie to
Breda, die Woensdag tijdens een kerkelijke
plechtigheid door een beroerte werd ge
troffen, is Donderdagmorgen vroeg overle
den.
Naar aanleiding van het feit, .dat bij
de verkiezing van leden van Ged. Staten
in Overijsel op de beide aftredende, recht-
sche loden 25 stemmen wetden uitgebracht,
terwijl de rechterzijde in de Staten toch
slechts 24 leden telt, schrijft men aan do
„N. R. Ct." dat het liberale lid van Ged.
Staten, de heer Jordens, zijn stem bij die
van de rechterzijde voegde, aangezien hij
het, naar hij verklaard heeft, „onvriend
schappelijk" vond, zijn medeleden niet te
herkiezen.
Aan mej. Flieringa, te Joure, onder
wijzeres aan de Chr. school aldaar, word
eenige maanden geleden ongevraagd ont
slag verleend, omdat zij gesolliciteerd had
aan een openbare school. Thans heeft zij
evenwel van den schoolraad bericht ont
vangen, meldt men aan liet „N. v. Fr.",
dat zij in haar betrekking gehandhaafd
blijft. Zij is dus in hét gelijk gesteld.
Men bericht aan de ,,N. R. Ct.", dat
de Prov. Staten van Friesland Dinsdag
naar alle waarschijnlijkheid den heer H.
van Kol tot lid van de Eerste Kamer zul
len benoemen.
Gistermiddag vertrok de groote histo
rische optocht van het cavaleriepark te
Zutphen. Het weer was dreigendhet was
een prachtige stoet van meer dan 400 per
sonen in de rijkste kostuums uit het Bour
gondische tijdvak met nog eenige groepen
uit de perioden vóór en na dien tijd. Het
publiek genoot zeer van de tentoongestelde
pracht en praal. Door de marktcommissie
werd een oorkonde aangeboden aan den
hoofdpersoon Karei den Stoute. Zijn gema
lin, hertogin Margaretha van York, kreeg
bloemen. De hertog droeg de hertogelijke
kroon bij zijn koperen harnas, waarover
een prachtige roode mantel met hermelij
nen kraag.
De hertogin zat ook te paard.
De naaml. vennootschap Furness'
Scheepvaart- en Agentuur-Maatschappij
moldt aan do „N. R. Ct."
Het plan tot het inrichten van een
scheepsbouw- en reparatiewerf bestaat niet
bij de Engelscho iirma Furness, Withy
Co. Ltd., doch bij de Ned. naamlooze ven
nootschap Furness' Scheepvaart- en Agen
tuur-Maatschappij te Rotterdam, welker
aandeelen zich voor een groot gedeelte in
handen van Ned. kapitalisten bevinden.
Er kan ook geen sprake zijn van aankoop
van terreinen te Schiedamwij zijn slechts
naar verschillende zijden in onderhandelin
gen tot liet verkrijgen van een geschikt ter
rein, hetzij in huur of in eigendom.
Eindelijk is het volstrekt niet ons hoofd
doel, met de bestaande scheepswerven n
concurrentie te tredende nieuwe onder
neming wordt hoofdzakelijk in het belang
van ons reederijbedrijf op touw gezet.
In de zitting van de Prov. Staten van
Noord-Brabant bracht het lid Yerstraaten
ter sprake de kwestie der kanalisatie van
de Maas volgens het ontwerp-wet. Een goe
de oplossing in dezen meende spreker te
vinden door het aanleggen van een kanaal
van Grave naar Gewanden.
In antwoord hierop deelt de voorzitter
mede, dat deze kwestie bij Ged. Staten een
zaak van groote bezorgdheid heeft uitge
maakt en dat Ged. Staten tot de conclusie
zijn gekomen, dat het niet voor het Noord
oostelijk deel van Noord-Brabant, maar
vooral voor het zuiden der provincie een
groote ramp zou zijn, als dit ontwerp-wet
tot wet verheven zou worden. Daarom heb
ben Ged. Staten aan den hoofdingenieur
van don Waterstaat opgedragen aan de Re
geering te adviseeren, om deze kwestie,
vooral met de bezwaren, die voor het zui
den hierin gelegen zijn, het ontwerp-wefc te
wijzigen.
HOOFDDORP. De 13-jarige J. K., te
Hoofddorp, speelde met andere jongens, en
gebruikte daarbij een knipmes, waarmede
hij al zwaaiende op de jongens af kwam.
Den 12:jarigen J. de B., raakte hij en stak
hem, geheol zonder moedwil, in den schou
der. De wond, die veroorzaakt werd, was
wel niet gevaarlijk, maar toch bloedde zij
zoodanig dat de jongen moest verbonden
worden. De jongen met het mes was zoo
danig geschrokken, dat hij geen raad meer
wist en vluchtte.
KOUDEKERK. De heer A. H. Goldberg,
van Hazerswoude, gemeenteopzichter alhier,
heeft wegens drukke werkzaamheden eervol
ontslag aangevraagd.
De Raad vergadert a. s. Maandagmor
gen te elf nren.
TER-AAR. De collecte van het fonds
van den Gewapenden Dienst heeft opge
bracht f 37.421, een bedrag, dat voor doze
gemeente nooit is bereikt'.
Geween tcraailsverkieziugeu.
A1 p h e n. Uitgebracht 765 geldige stem
men. Hiervan verkregen de hoeren J. B.
Bes (R.-K.) aftr. 427, D. Boot (C.-H.) 488,
A. Pannevis (lib.) 354, Th. Spreij (C.-H.)
aftr. 558 en J. Vlasman (R.-K.) aftr. 520
stemmen.
Gekozen zijn derhalve de heeren J. B.
Bes, D. Boot, Th. Sprey en J. Vlasman.
Haarlem. District I. Uitgebracht 2046
geldige stemmen. J. L. E. I. Breda Klei-
nenberg (U.-L. aftr.) 646, mr. A. Bruch
(A.-R.) 852, J. Joosten (S.-D.) 667, E. Le
vert (vrijz., aftr.) 511, L. J. C. Poppe (S.-D.)
623, P. J. van Ravesteijn (v.-d.) 500, J.
Spiesz (S.-D.) 572. en J. H. Visser (R.-K.,
aftr.) 841 stemmen, zoodat herstemming
moet plaats hebben tusschen de heeren J.
L. E. I. Breda Kleinenberg (U.-L.), mr.. A.
Bruch (A.-R.), J. Joosten (S.-D.), L. J. C.
Poppe (S.-D.), J. Spiesz (S.-D.) en J. H.
Visser (R.-K.).
District II. Uitgebracht 2559 geldige stem
men. Joh. de Breuk (lib. aftr.) 1060, C. A.
M. Jonckbloedt (R.-K.) 892, J. Joosten
(S.-D.) 845, L. Peper (S.-D.) 691, L. J. C.
Poppe (S.-D.) 742, mr. dr. H. R. Ribbius
(v.-l., aftr.) 1019, J. Schreuders (U.-L.,
aftr.) 941, J. Spiesz (S.-D.) 673 en mr. S. H.
Vening Moinesz (v.-l.) 940 stemmen, zoodat
herstemming moet plaats hebben tusschen
de heeren Joh. de Breuk (lib.), C. M. A.
Jonckbloedt (R.-K.), J. Joosten (S.-D.), L.
Peper (S.-D.), L. J. C. Poppe (S.-D.), mr.
dr. H. Ribbius (v.-l.), J. Schreuders (U.-L.)
en mr. S. H. Vening Meinesz (v.-l.).
District III. Uitgebracht 2933 geldige
stemmen. Mr. D. H. Andreae (v.-l.) 988,
M. de Braai (A.-R. aftr.) 1857, H. Bregonje
(v.-d., aftr.) 1109, dr. K. E. de Jong (C.-H.,
aftr.) 1176, J. Joosten (S.-D. A.-P.) 947, M.
L. A. Klein (R.-K.) 986, L. Peper (S.-D.
A.-P.) 772, L. J. C. Poppe (S.-D. A.-P.) 874,
J. Spiesz (S.-D. A.-P.) 786, H. A. M. v.
Veen (v.-d.) 778 stemmen, zoodat herstem
ming moet plats hebben tusschen de heeren
Andreae, Bregonje, De Jong, Joosten,
Klein cn Poppe. Gekozen do heer Do
Braai.
Heemstede Dr. E. A. iï. Droog
676, H. H. Hoeker 520, T. H. de Koek
van Leeuwen 388, J. v. d. Plas 520, J.
Tates 424, mr. P. G. v. Tienhoven 556,
H. H. Waller 620. Herkozen de heeren
Droog, Hoeker, v. d. Plas, Van Tienhoveu
en Waller.
Ls s e. De heeren J. Riggel 710, G.
Tromp 740, H. van Graven 412, C. Lange-
veld 595 en P. Warmerdam 423 stemmen.
Volstrekte meerderheid 414. Gekozen al
dus de heeren J. Iiiggcl en G. Tromp, af
tredende, alsmede de heeren C Langeveld
en P. Warmerdam.
Schoten. Vacature-Dé Braai (A.-R.),
E. de Graaf (a.-r.) 527, A. v. Rigteren (v.-d.)
203, A. Stijntjes (S.-D. A.-P.) 474. Herstem
ming tusschen de heeren De Graaff en
Stijntjes,
Periodieke verkiezingen C. Bies (S.-D.
A.-P.) 461, A. G. Boeree (S.-D. A.-P.) 469,
W. F. Lofèbrc (S.-D. A.-P.) 465, A. Knol
(S.-D. A.-P.) 449, S. Olio (R.-K.) 489, G. F.
H. Pruschen (v.-d.) 204, J. v. Roon (v.-d.)
227, W. v. Schie (R.-K. aftr.) 503, G. E. A.
Teeuwen (R.-K. aftr. 518, G. de Vries
(C.-H.) 484, B. v. d. Wal (v.-d.) 190 en P.
Wezel (v.-d.) 197. Herstemming tusschen de
heeren Bies, Boeree, Lefèbre, Knol Olie,
Van Schie, Teeuwen en Do Vries.
Valkenburg. Meer animo dan ge
woonlijk was er hier bij de stemming voor
drie leden van den Raad. Van de 102 kies
gerechtigden kwamen er 71 op; één biljet
werd van onwaarde verklaard, het aantal
geldige stemmen bedroeg dus 70 on de vol
strekte meerderheid 36.
Herkozen werden met respectievelijk 59
en 44 stemmen de beide aftredende leden,
de heeren H. Binnendijk en C. Jansen en
gekozen met 42 stemmen de heer C. Barn-
hoorn. Op elk der twee andere candidaten
werden 25 stemmen uitgebracht.
Woerden. Uitgebracht 806 stemmen.
Herkozen de heeren S. Brunt Wzn. met
500, N. de Kruif 475, P. C. Verkerk 412
stemmen.
Gekozen de heer H. Brunt Jzn., met 429
stemmen.
De heer D. Meijer (aftr.) kreeg 337, en
K. Burghout 24-4 stemmen.
Woubrugge. lste stembureau, Wou-
brugge, de heeren W. A. Boot 77 stemmen,
J. van Dam 86 stemmen en A. Peters 74
stemmen 2de stembureau, Hoogmade, de
heeren W. A. Boot 14 stommen, J. van Dam
85 stemmen, en A. Poters 81 stemmen.
Gekozen de heeren J. van Dam en A.
Peters, beiden aftredend.
Zaandam. Er 'waren zeven zetels te be
zetten.
District I (2 plaatsen)uitgobracht 1172
geldige stemmen. J. Borsjes, S.-D. A.-P.,
606, A. Fris Gz., A.-R. 396, D. R. van der
Laan, S.-D. A.-P. aftr. 628, en Jr van de
Stadt Jr., U.-L., 299 stemmen. Herkozen do
heer D. R. van der Laan, S.-D. A.-P., aftr.,
cn gekozen J. Borsjes, S.-D. A.-P.
District II (3 plaatsen); uitgebracht 1024
geldige stemmen C. van Bohemen, S.-D.
A.-P. 435, A. Fris Gz., A.-11. 378, Jac.
Groen, S.-D. A.-P. aftr. 478, A. M. Pelt,
U.-L. aftr. 257, F. H. L. H. van Pelt, R.-K.
aftr., 399, A. C. Spigt, S.-D. A.-P. 408, en
dr. E. van de Stadt Kz. v.-d. 225 stemmen.
Hersteming tusschen de hoeren C. van Bo
hemen, S.-D. A.-P., A. Frits Gz., A.-R.,
Jac. Groen, S.-D. A.-P. aftr., A. M. Pelt,
7)
„En hij is haar gevolgd tot de plaats,
waar zij nu is. 't Was hem dfuj wel ernst
zou ik zeggen".
„Ja, dat was het ergste, 't Was hem
vreese-lijke ernst. Nu, Mag is ten minste
ontkomen aan het gevaar van er van door
te gaan met een Italiaansehe barone".
„Ik denk, dat dit het gevaar was, dat
Andries door het hoofd heeft gespookt".
„Dat staat bij mij vast. Ik geloof, dat
we ten opzichte van Mag nu gerust kunnen
zijn. Zij heeft een open oog voor alles, wat
humoristisch is. Zij geeft een allergrap
pigste beschrijving van het gebeurde, voor
al van de laatste scène. De man heeft
gehuild, ^echt gehuild! Ja. daar kom je
toe, als je de sentimentaliteit aankweekt".
Gedurende het verdere gedeelte van den
dag kwam Sir Drummond a.f en toe terug
op het gevaar, waarin zijn dochter ver
keerd had. Zijn bezoeker merkte echter
wel, dat hij zich niet meer ongerust maakte
over hetgeen Andries Macfee had gezegd,
en er niet meer over scheen te denken
naar <zijn dochter te gaaii. Ook op de
visioenen, die Andries met betrekking tot
Douglas Athol had gehad, zinspeelde hij
met geen enkel woord meer.
De heer Forbes ging dien avond vroeg
naar bed. Dien middag had hij met Sir
Drummond een lange wandeling over de
heide gemaakt en daar hij in den afgeloo-
pon nacht in den trein slechts een paar
uren had kunnen slapen, was hij blij, toen
hij in zijn bed lag.
't Was hem alsof hij ternauwernood de
oogen gesloten had, toen hij plotseling
merkte, dat hij overeind in zijn bed zat,
en zich verbaasd afvroeg of hij een nacht
merrie had gehad en zich daarom missohien
verbeelde, dat er een luide gil had weer
klonken in dien vleugel van het kasteel,
waar hij sliep.
Hij streek een lucifer aan en zag nu, dat
het even over middernacht was, zoodat hij
drie uren moest hebben geslapen. Hij blies
de kaars weer uit en wilde zich juist weer
uitstrekken, toen hij weer een bangen gil
hoorde, en toen nog een, en nog een.
Hij was reeds op leeftijd en daardoor
voorzichtig en niet voortvarend. Maar in
dien gil, dien hij had gehoord, was iets, dat
hem belette aan zichzelf te denken, om
zelfs even met zichzelf te overleggen wat
hij in dit geval eigenlijk moest doen. Hij
sprong uit het bed, sloeg haastig eenige
kleedingstukken om en stak dé voeten in
een paar pantoffels. Toen keek hij om
zich heen, om te zien of er niets was, dat
hem tot wapen kon dienen; maar hij von<j
niets anders dan een kleine, maar stevige
koperen gordijnroede, die een der dienst
boden bij vergissing in. een hoek had laten
liggen.
Op het oogenblik, dat hij de kamer ver
liet, keerde zijn gewone voorzichtigheid
echter weer tot hem terug. Geruischloos
liep hij de gang door en keek over de trap
leuning naar beneden. Toen zag hij, dat
den deur van de bibliotheek open stond en
dat een stroom van licht daar doorheen in
de vestibule viel. Dit was hem voldoende.
Hij snelde de trap af en liep naar de ge
opende deur der bibliotheek.
Slechts één blik wierp hij'naar binnen;
toen deinsde hij met een kreet van ontzet
ting terug.
Een halfgekleede vrouw lag met bebloed
hoofd en met liet gelaat naar den grond
gekeerd op het karpet, dat den vloer der
bibliotheek bedekte.
IV.
Nauwelijks was hij de kamer binnen ge
gaan, of hij hoorde stemmen achter zich.
„Lieve Hemel, wat is er gebeurd?" riep
Sir Drummond, die met een revolver in de
hand de trap af was gesneld.
„Ik weet het niet", antwoordde de be
vende stem van den bottelier. „Ik hoorde
een gileen gil, zooals ik hoop, dat ik
er nooit weer een zal hooren. Wat is
dat? Is dat Mary Allen, die daar ligt? Is
zij dood?"
Forbes had de vrouw opgetild en hij her
kende nu een der dienstmeisjes, Mary Al
len, die sinds een jaar op het kasteel dien
de. Zij was bewusteloos en had aan het
hoofd een bloedende wond.
Water. Breng koud water en een karaf
met brandewijn", zei Sir Drummond tot
den bottelier, die zich ook al inderhaast
had gekleed en nu met den sleutelbos
wegsnelde zonder te antwoorden op 'de vra
gen, waarmee de andere bedienden, die
zich bij de deur verzameld hadden, hem
bestorraden.
Reeds voordat de bottelier terug was ge
keerd met een karaf koud water, begon
Mary bij kennis te komen.
Zij sloeg even de oogen op on deed een
wanhopige poging om te spreken. Toen hief
tzij de hand op en wees met moeite op een
der schilderijen, die in de bibliotheek aan
den muur hingen; op het portet van het
meisje met den hond. Maar zelfs deze in
spanning eisohte te veel van haar krachten.
Haar arm viel weer slap neer en langs
het kussen van de canapét waarop men
haar had neergelegd.
Sir Drummond sprak op kalmeerenden
toon met haar en gaf haar een glas bran
dewijn met water, dat haar heel goed deed.
Zij haalde diep adem en opende ten twee
den male de oogen, waarvan de uitdruk
king niet zoo wild en verschrikt meer was.
Toen bracht zij de hand aan het hoofd.
„Arm kind", zei Sir Drummond, „je
hebt je bezeerd maar de wond is niet ern
stig. Als we haar hebben uitgewassohen
en verbonden, zal het gauw weer beter
zijn. Hoe is het toch gekomen? Herinner je
je dat niet? Heeft iemand je met een wa
pen die wond toegebracht?"
Forbes schudde het hoofd.
,/t Is, dunkt mij, beter, dat zij, in den
toestand, waarin zij nu is, haar geheugen
niet te veel inspant", fluisterde hij Sir
Drummond toe.
Deze lachte flauwtjes.
,,'t Is maar een schram, al beeft het
nogal flink gebloed", antwoordde hij. Toen
vervolgde hij, zich tot het meisje wen
dende:
„Nu vermoei je hoofd maar niet met
je te binnen te willen brengen wat er ge
beurd is. Over een halfuur zal je wel weer
in orde zijn en dan kun je ons alles ver
tellen'
Een der andere dienstmeisjes had intus-
schen op bevel van Sir Drummond, een
kom met water en een spons gehaald, om
de wond. uit te wasschen. En langzamer
hand kwam Mary Allen weer tot zichzelf
en was eindelijk weer iu staat zich eenigs-
zins geregeld uit te drukken.
„Ik voel me nu weer beter, 't Was die
valIk schrikte zoo, toen ik hèm zag, dat
ik een gil gaf en terugdeinsde. En toen
stootte ik mijn hoofd tegen de punt van 't
boekenkastje. Ja, zoo was het, geloof ik.
Maar wat deed hij hier in de kamer'? En
waar is hij nu? Ik zie hem nergens meer.
Hij zag zwart, bijna heelemaal zwart".
Zij keek met verwilderden blik in de ka
mer rond.
„Kom, breek je hoofd er maar niet
langer mee, meisje", zei Sir Drummond.
„Morgenochtend kan je ons alles wel ver-
tellen. Straks ga je naar bed en als je den
heelen nacht goed slaapt, zul je morgen
wel weer beter zijn".
„Ik voel me weer goed, mijnheer, dank
u wel", zei het meisje,, maar haar zwakke
stem deed het tegendeel vermoeden. „Wat
ik alleen weet is, dat zijn gezicht heel don
ker, bijna zwart was. Waarom stond hij
daar toch, bij dat portret? En waaro«>
praatte hij er mee alsof het leefde, alsof
het 't portret van zijn meisje was? Ik be
gin te denken, dat het spookt in dit huis,
anders zouden zulke dingen hier niet ge
beuren".
(Wordt vervolgd)-