No. 16343.
ZtlÜlBSöH BAG-BLAB, Woensdag» 4 Juni. Tweed© Blad.
Buitenlandseh Overzicht.
FEUILLETON.
W raak.
PERSOVERZICHT.
Toen cU verloving van prins Ernst August
van Cumberland met prinses Victoria
Louise publiek werd, werd direct de hoop
gekoesterd dat de kwesties met do
Welfen een einde zouden nemen. Die
hoop bleek niet ij del, want de pers was in
die dagen zeer pessimistisch gestemd. Nu
keert het gewone leven na den feestroes
terug en 't blijkt, dat daarmee ook weer
gekomen is het verlangen der Welfen naar
een zelfstandig Hannover.
De jjTagl. Rundschau" vestigt de aan
dacht op uitlatingen van Welfische bladen
en politici, om aan te toonen, dat de Wel
fen, hoewel prins Ernst August nu de
schoonzoon van den Duitschen Keizer is,
hun standpunt niet verlaten hebben, dat in
Hannover de dynastie van den 'lertog van
Cumberland behoort te regeer en. O. m.
leggen zij er nadruk op, dat de eed dien
de prins als Pruisisch officier op het vaan
del gezworen heeft, geen staatsrechtelijke
be teekenis heeft en dat hij van zijn aan
spraken geen afstand heeft gedaan.
De Welfische rijksdagafgevaardigde Al-
pers heeft zelfs in een rede te Sittinsen
verklaard dat het huwelijk van prins Ernst
August niet den minsten invloed op de hou-
'ding van zijn partij zou hebben en dat de
prins uitdrukkelijk geweigerd heeft, voor
de eedsaflegging afstand van zijn aanspra
ken te doen.
„Onze politieke tegenstanders zoo zei-
de Alp willen het vertrouwen van het
Hannoveraansche volk in zijn koningshuis
schokken, door uit te strooien, dat onze
prins afstand heeft gedaan of stilzwijgend
afstand zal doen. Dat zou uit het afleggen
van den eed op het vaandel volgen. Daar
tegenover kan ik verklaren, dat de prins
geen afstand gedaan heeft en geen afstand
zal doen, daar hi] voor hij den eed op het.
vaandel aflegde uitdrukkelijk geweigerd
heeft, verraad jegens het Hannoveraansche
volk te plegen. Ik ben hier in het bolwerk
van Welfische trouw en vraag: Zou een
uwer den strijd voor de gelijke rechten en
de vrijheid van ons" land staken, als het
vorstelijk huis afstand deedV-'
Deze redevoering heeft groote ontroering
gewekt en duidelijk is gebleken, dat de
Welfen hun ideeën niet hebben gewijzigd.
In Pruisen zijn de verkiezingen
voor der, Pruisischen Landdag geëindigd
op een viertal herstemmingen na. Het heeft
den conservatieven eenige zetels gekost.
De conservatieven verliezen vijf zetels,
de vrij-oonservatieven zeven, do Polen twee,
d'e nationaal-liboraJen winnen acht, de
Vrijzinnige Volkspartij één, de sociaal-de
mocraten vier, de conservatieven wilden een
zetel.
In het Engelsehe Lagerhuis is een kwestie
besproken van dezelfden aard als Lieb-
kneoht ter sprake heeft gebracht in den
Duitschen Rijksdag. Daar is ook gewezen
op de aaneensluiting van de groote Engel
sehe fabrieken van oorlogsmaterieel een
aaneensluiting die haar in staat stelt h o o-
ge prijzen van regceringscon-
tract en te bedingen en op omstandig
heid, dat deze fabrikanten, diie opdrachten
hunner regeeringen krijgen en met tal van
militaire geheimen dus bekend zijn, ook aan
het buitenland leveren. En de „Daily
News" die een Keele artikelenreeks aan
deze zaal: wijdde, deed daarbij ook uitko
men, dat in Engeland, evenals het in
Duitsehlaod het geval zou zijn, ook de fa
brikanten van oorlogsmaterieel al hun in
vloed in regeeringskringen en in de pers
gebruikten om tot uitbreiding van de be
wapening die voor lien van zooveel
voordeel is, aan te siporen.
In Canada hebben de voorstellen om aan
Engeland een drietal dreadnoughts tc ge
ven, schipbreuk geleden. Nu is daardoor
een leemte gekomen inhetEngclsche
vloo-tplan. Wat moet er nu gebeuren 1
Er is al even over gesproken en minister
Churchill heeft gezegd, dat deze "zaak on
der oogen wordt gezien. Men vermoedt,
dat Engeland nu zelf het benoodigde mate
riaal zal aanschaffen.
De Unionisten in Ulster zijn onder lei
ding van Sir Edward Carson alweer -een
nieuwe campagne tegen home-rule begon
nen. Er wordt weer duchtig geredevoerd.
Zaterdagavond heeft o.a. de oud minister
Lyttelton te Cork een rede-voering gehou
den. Merkwaardig was zeker in dien toe
spraak yan den oud-minister de vrijmoe
digheid, waarmee hij over gewapend
verzet tegen de invoering van de
home-rule-wet sprak. Hij wees erop dat
men moest beseffen, hoe de doorvoering
van dio wet, volgens de bepalingen van
de Vetowet, met vrij groote zekerheid tot
den burgeroorlog zou voeren en hij wees
verder op de zware verantwoordelijkheid,
dio dan zou misten op hen, die de militai
re macht te hulp zouden roepen, omdat
men wel ernstig mocht betwijfelen, dat of
ficieren en soldaten aan de gegeven beve
len.. zouden gehoorzamen in het geval een
burgeroorlog zou uitbreken. Het was' spre
kers vaste overtuiging, dat vele militai
ren zouden weigeren op te treden tegen
hen, die naar hun oordeel eèn rechtvaardi
ge» zaak voorstonden. Deze woorden werden
door de toehoorders luide toegejuicht.
Straffeloos sporen de Unionisten tot ver
zet aan, en zij zijn de eersten die op be
straffing aandringen, indien van 'andere
zijde verzet tegen d© openbare macht wordt
gepredikt.
De ,,Westm. Gaz." wijst er op, dat dé
Unionistische leiders bij hun actie ook nog
vergeten, dat hun voorbeeld door de natio
nalistische Ieren wel eens kon worden ge
volgd. Indien Ulster in opstand moet ko
men 'als de home-rule-wet wordt doorge
voerd, kunnen toch immers met dezelfde
argumenten de Iersche. leiders den opstand
gaan prediken in het overige Ierland, voor
het geval de home-rule-wet niet zou wor
den ingevoerd.
De R e d 1-a f f a i r e houdt de belangstel
ling gaande. Deze spionnagezaak heect
een nieuw offer geëischt. Zondagavond
werd d« reserve luitenant dr. Klaasner met
schoten in de borst zwaar gewond, in de
i Prater gevonden. Dr. Klausner, die In Raab in
Hongarije een wapenoefening bewoonde, ver
klaarde dat by gevoeld®, dat een dor andere
officieren hem zeer scherp in het oog hield en
dat hy zich daarom niet van de gedachten kon
losmaken, dat men zfin persoon in betrek
king bracht tot de Kedl zaak. Deze zon
derlinge toestanl werd hem zoo ondragoiyk,
dat hy besloot er een eind® aan te maken.
De chef van den gcneralen staf en de
oommand-ant van het 8ste legerkorps te
Praag hebben ontslag gevraago". Dit zijn de
chefs van Real die zVh door het geval ge-
oompromiteerd achten.
Naar de ,,Neue Freie Presse" van be
trouwbare zijde verneemt, omvat het on
derzoek naar het spionnage-schanaaal do
volgende punten, die voor een deel reeds
bewezen zijn
le. de uitlevering van gecopieerde of ge
ëxcerpeerde militaire documenten en plan
nen aan een vreemde mogendheid
2o. het geven van waarschuwingen aan
van spionnage verdachte personen, waar
door het nagaan van hun gangen zonder
succes bleef;
3o. het me'dedeolen der namen en daden
van personen, die ten gunste van Oosten-
rijk-Hongarije spionagediensten .verrichten
aan de vreemde mogendheid;
4o. het verijaëlpn van onderzoekingen,
naar spionnage ingesteld, door het met
moedwil geven van verkeerde inlichtingen,
alsmede door een passief of laks optreden
in Redl's eigen dienstsfeer.
Volgens de „Zeit." moet keizer Franz
Joseph, over deze spionnage-kwestie zeer
terneergeslagen zijn n verklaard hebben,
a'at hij gedurende zijn lange regeering nog
nooit zoo iets ongehoords heeft medege
maakt. Ook weet dit orgaan nog mede te
deelen, dat een commissie is benoemd, die
een omvangrijke hervorming van den ger.e-
ralen staf ten doel heeft, vooral wat betreft
de behandeling van geheime documenten.
Te Stockenau bij Weenen werd de Ulanen-
officier Horinka gearresteerd, die met
Redl, in intieme vriendsehap-re<la,ties
stond.
(Nadruk verboden).
112)
En daar d'e diefstal een moord na zich had
gesleept, was haar va-der ook medeplichtig
aan dien moord.
Romain had dit alles verteld, en zijn dóód
was het bewijs geweest, dat hij de waar-
beid had gesproken.
Zij hief zich met moeite im haar bed over
eind.
Vadii', stamelde zij.
Zij had nauwelijks de kracht tot sprrtea
Hij snelde toe.
Mijn kind?
Wat- is er op dien dag gebeurd?
Helaas, een groot ongeluk, mijn kind.
Gij hadt gescheld. Ik was in mijn kamer, ba
zig mij te kleeden voor uw huwelijk. Ik
kwam op uw kamer en vond daar dien man.
Gij hadt u reeds meermalen over hem be
klaagd. Gij hadt mij verteld, dat hij u
vrees aanjoeg met zijn onzinnige bedreigin
gen. Toen ik hem zag, meende ik, dat hij
u weer bedreigd had, en in een opwelling
van woede heb ik hem gedood.
Na een lang stilzwijgen sprak zij
Doodt men aldus een arme krankzin
nige^?
Hij joeg u vrees aan.
Hetgeen hij mij zei|, vader, was wel in
staat mij vrees aan te jagen.
En wat heeft hij u dan gezegd, die el
lendeling?
De waarheid, vader*
Wat zei hij dan?
O, vader, dwing mij niet, het u te
herhalen
Het moet toch, wil ik u begrijpen.
Gij kunt mij zonder dat wel begrijpen.
Neen.
Zij zag 1 em smeekend aan.
Komaan, spreek, welke dwaze geschie
denis heeft hij u verteld?
De man, die Laurent onteerd heeft
en die met haat de familie De Soulaimes
heeft vervolgd; de man, die dit edele
geslacht tot schande en armoede heeft ge
bracht; de man, die een ongelukkige be
val naar het kantoor van den markies te
gaan om te stelen en te dooden...
Welnu, die man?
Waart gij, vader.
Komaan, mijn arme Jenny, ge spreekt
iD waanzin.
Hij beproefde te lachen, maar de lach
bestierf op zijn lippen en met verwilderden
blik zag hij zijn dochter aan.
Hij stamelde:
Gij gelooft dat dus? Gij gelooft het?
Toen ik ""hem dreigde u te zullen roe
pen, hem door u te doen wegjagen, zei hij:
Roep uw vader, en wanneer hetgeen ik u
zeg de waarheid is, zal hij, zoodra hij mij
ziet, dien dolk grijpen en zich op mij wer
pen. Hi} bedroog zich niet. Ik zag u aan,
vader, toen gij binnentradt. O, zoo had
ik u nog nooit gezien; neen, nooit!
Zij verborg het hoofdl in de handen.
Na een korte pauze vervolgde zij:
Hij had zich niet bedrogen, want gij
hebt u op hem geworpen en hem den dolk
in het hart gestooten.
Opnieuw stamelde hij:
De ,,N ieuwe Rotterdam sche
Gouran t" noemt het departement van
minister Talma het Roode Depa rfce-
ment.
„Werd de beschouwingswijze van minister
Talma gemeen goed, dan zou ons heeie le
ven niet; anders dan één mechanische wets
toepassing worden. Allen zouden wij wor
den verdeeld in twee kampen: de eene helft
ambténaren,met cfe wet en den algemeenen
bestuursmaatregel als nooit zwijgend vade
mecum, de anders helft beadminisfcreerden,
die -zich hun handelingen en gedragingen
tot Th de fijnste détails van bovenaf voor
geschreven zouden zien.
Dwang, dwang en nog ©reis dwang wierd
het wachtwoord; aan wie vrij zijn vleuge
len zou willen uitslaan, zou gauw mores
worden geleerd. De almacht en het nooit
falend inzicht van den Staat en zijn ambte
naren zouden de eenig en alleen zaligma
kende clerus worden, waarvoor het maat
schappelijk leven zioh ootmoedig te buigen
had. Over de inrichting en de exploitatie
van uw bedrijf zoudt gij alle zeggen verlie
zen de Staat zou u de regelen geven,
of, was hij heel liberaal, een Raad van
concurrenten, publiekrechtelijk georgani
seerd, om took maar goed te dóen uitko
men, dat wat uit uw eigen midden opkwam
van nul en geener waarde moet worden
beschouwd. Bij de keuze van uw ambacht
of vak zoudt gij met de uitspraken van een
Staatsambtenaar, die u keurt, hebben re
kening te houden. Het bedrag van uw loon
zou bij de wet worden bepaald. Ja, de
vraag of en in hoeverre gij uw. arbeids
kracht ten nutte van uw gezin .zoudt mo
gen aanwenden, zou de Staat, yoor u be
antwoorden. Over de besteding'van uw loon
zou de Staat mee willen beslissen. En wee
u, indien gij in dit alles, en in nog veel
meer, het gezag en de dwingende macht
van den Staat niet zoudt willen erkennen.
Gij zoudt met gevangenisstraf uw driest
heid bekoopen.
Het is een verderfelijke richting, die mi
nister Talma wil volgen, omdat daarbij de
groote motor voor allen vooruitgang: al de
onnoemelijke krachten, die in de maatschap
pij sluimeren, tot stilstand worden gebracht.
Zie, wij verstaan, wij wenschen, dat do
overheid, wier dok-sociale roeping meer en
meer wordt erkend, zich opwerpt, om de
slechte woekeringen in het maatschappelijk
leven te bestrijdendiat de overheid tracht
voor wie, ten ge-volge van de oeeonomische
afhankelijkheid, waarin zij verkeeren, de
gelegenheid ontbreekt, om hun krachten
tot ontwikkeling te bréngen, do voorwaar
den te scheppen, waaronder ook hun per
soonlijkheid tot volle i*echt zal kunnen ko
men. Wij juichen het tóe, wanneer de over
heid al wat tct verbetering van den levens
standaard en de levensomstandigheden kan
worden gedaan, aanwakkert, uitlokt, en zoo
noodig steunt; wanneer van overheidswege
deDgenen, die buiten hun schuld in het
leven niet slaagden, de zorgen van een wol-
licht vrcegtijdigen ouden dag worden ont
nomen, of althans verlicht. Maar laten wij
bij dit alles, dat sociale wetgeving heet,
toch aan den anderen kant nimmer verge
ten, dat lang niet alles, wat zich als sociale
wet aandient, ook een sociale werking zal
hebben.
Sohijn bedriegt. Door Staatsdwang kan
soms voor sommige individuen verbetering
worden verkregen. Is het maatschappelijke
vooruitgang? Wanneer do wet de kracht
van het eigen initiatief breekt; den aan-»
drang, om zeiven maatschappelijke hervor
mingen tot stand te brengen, vermindert;
en de individuen, bij welken toch in hoofd
zaak het stuwend vermogen moet worden,
aangetroffen, zal de gemeenschap tot hoo-
geren staat van welvaart en ontwikkeling
kunnen worden gebracht, leert steunen op
den .Staat in stee op zichzelven te vertrou
wen dan tapt zij, schoon misschien voor
enkele individuen verlichting van lijden
aanbrengend1, toch feitelijk dc levenssappen
aan ons volk af. En zij werkt wezenlijke
sociale verbetering tegen.
Dit is het greote, onafwijsbare nadeel
van minister Talma's wetgeving. Zij is
radicaal, democratisch,, zoo men wil, wijl
j zij de massa van nu in het gevlij tracht
te spieken doch wie aan ons land en
volk een langer bestaan beschoren acht,
dan van één menschenleeftijd, vreest haar,
omdat voor hem oprijst, het beeld van de
verslapte volkskracht, die zich reeds open
baart in het tweede geslacht.
Het staatssocialisme van den heer Talma
is een gevaar, en het zal goed zijn, indien
aan dezen kolossus eens wat rust wordt
gegund".
,,D ©Gelderlander" zegt, spreken
de over de bedoeling van. de coa
litie van Christelijk-Historisohen, Anti-
Re volutionnai ren en Roomsch-Katholieken:
Wij hebben nog lang niet dien invloed,
die ons rechtmatig, gezien onze» getalsterk
te, toekomt. Tientallen van jaren heeft het
liberale regiem ons uit alle invloedrijke
posten geweerd. Dat is thans uit. We
kunnen begrijpen, dat men het aan vrijzin
nige zijde met leede oogen ziet, dat wij
ons klein plaatsje onder de zon veroverd
hebben. Maar wij zijn niet bereid het we
der af te staan. Integendeel, we zullen niet
rusten voordat de waanidee verdwenen is,
dat Nederland moet heeten een protes
ten tsoh land', omdat er enkele honderd dui
zenden protestanten meer wonen dan ka
tholieken.
In Nederland heeft ieder gelijke rech
ten. Wij, katholieken, zullen ten spijt van
elk anti-clericaal bestook, de onze op ei-
schen met steeds meer klem.
„De Rotterdammer" zet nog eens
uiteen hoe T a '1 m a's inval iditeits-
wet zal werken.
„Pensioen wordt gegeven bij invalidi
teit (wie niet meer dan 1/3 van zijn loon
kan verdienen is invalide) en op zeven
tig-jarigen 1 o e f t ij d.
Het bedrag van het pensioen hangt af:
lo. van de loonklasse, 2o. van den duur der
verzekering en 3o. van het min of meer
geregelde der premiebetaling. De verzeke
ring verealt nooit door wanbetaling.
Hier zijn eenige voorbeelden van pen
sioenen.
Wie op zijn 16de jaar verzekerd wordt,
krijgt rr-rt zijn zeventigste jaart wanneer
gemiddeld 47 weken premie per jaar be
taald zijn in de 3de loonklasse (loon f 8
f 12) een pensioen van f 4 per weekwaren
de premies in de vierde klasse (loon f 12
f 18) betaald dan is het pensioen f 6.
Wie op 56-jarigen leeftijd invalide wordt,
krijgt bij gemiddelde premiebetaling ge
durende 47 weken in de 3de loonklasse een
j^ensioen van f 3.40 per week, in de 4de
loonklasse f4.25 en in de 5de f5.15;
Al deze cijfers kunnen bij geregelde pre
mie-betaling over een gmscli jaar nog hon
ger stijgen.
Als de verzekerde sterft, krijgen de kin
deren pensioen tot zij dertien jaar zijn.
Onafhankelijk van den uuur der verzekering
bedraagt dit in de derde klasse f2.15, in
de 4de klasse f2.70, in de 5de kl.f 3.25.
Behalve de pensioenen zal hij, die dreigt
invande te worden of invalide is, ook ge
neeskundige "behandeling en opneming in
een inriching kunnen krijgen. De Duitsche
instellingen voor invaliditeitsverzekering
hebben daaraan millioenen besteed; tien
duizenden hebben daardoor hun gezond
heid teruggekregen."
Men vergelijke de Invaliditeitswet met
het Staatspensioen.
Talma's wet kan die vergelijking door
staan.
Hoe hoog zal dat veel geprezen staats-
jDensioen zijn'? zoo gaat „De Rotter
dam m e r" voort:
,,Mr. Patijn s»prak in de Tweede Kamer
van f 2.50 op zeventigjarigen leeftijd..
Mr. Tydeman wil het pensioen laag hou- j
den om de mensohen er ©enigszins een af
schrik van te geven, en ze naar vrijwillige
verzekering te drijven.
Ook mr. P.orgesiug sprak van f 2.50 (ge
huwden te zamen f4) en constateerde, dat,
als het op uitvoeren aankwam, er wel cen3 I
1913.
conflict zou kunnen komen met geestv^iw
j wanten, die te veel hebben beloofd.
Wat doet het staatspensioen voor de in-»
validen N i e t s.
En toch staan in Duitschland 8 invalidi
teitspensioenen tegenover 1 ouderdomspen
sioen.
Dc invaliditeitsverzekering is dus voor
den arbeider veel belangrijker nog dan de
ouderdomsverzekering.
Wat doet het staatspensioen voor de wee
zen Niets.
Wat doet het staatspensioen voor genees
kundige behandeling? Niets.
Talma's wet geeft véél en véél meer darf
staatspensioen; en wat men krijgt, ontvangt
men als een zelf verworven recht; het
staatspensioen wordt alleen aan armen ge
geven, omdat zij *arm zijn, en is dus niets
dan armenzorg".
Het oogenblik kpmt zeker en gewis, dat
aJle Nederlandsche arbeiders zullen erken
nen, evengoed socialistische als andere, dat
de vVrplichte verzekering een groote
gen is.
I>e oueeiafglieid in liet huis Orleans.
Voor de rechtbank te Brussel is, naar
het ,,Hbld. van Antw." mededeelt, een
.proces aanhangig gemaakt door de hertogin
van Orleans, die van haar gemaal levens
onderhoud eischt en uitkeering van* de
aanzienlijke somuien, die zij voor zijn re
kening' gestort heeft.
Sedert jaren is de hertogin teruggekeerd
bij haa.r moeder, aartshertogin Clotilde,
die in Hongarije woont.
Het familiestatuut van het huis van
Habsburg verbiedt aan de leden van dit
huis hun toevlucht te nemen tot de echt
scheidingsprocedure.
De hertog van Orleans, geboren toï
Twickenham op 6 Februari 1869, is de oud-'
ste zoon van den graaf van Parijs en in;
die hoedanigheid hoofd van het huis van
Orleans en pretendent naar den F ran sch en-
troon.
Negentien jaren oud geworden verscheen
hij, ondanks de wet, die de leden der ove.
Frankrijk geregeerd hebbende familiën uit
het Fransche leger bant, op een gegeven,
morgen te Parijs ten einde zich aan tA.
geven om den ransel en het geweer te dra
gen.
Hij leidde een nog al woelig jonggezellen-
leven en trouwde op 5 November 1896 m~t
Maria Dorothea Amalia, aartshertogin n
Oostenrijk, geboren 14 Juni 1867.
Na eenige jaren de fratsen van haar
gemaal te hebben aangezien, verliet de
hertogin hem.
De hertog van Orleans is sinds enkela
maanden woonachtig te Brussel en vermoe
delijk heeft de hertogin zijn vertrek uit
Engeland willen afwachten, alvorens dit
geding te beginnen.
Het verzoek om echtscheiding der herto
gin heeft in dc hoogo Parijsehe kringen'
groot opzien verwekt. In haar schrijven
aan de rechtbank verklaart zij, zwaar ziek
en verlamd te zijn, haar echtgenoot heeft
haar verlaten en niettegenstaande dat zij
alle pogingen in 't werk stelde, hem schrif
telijk te bereiken, mocht haar d»it niet ge
lukken, daar de hertog alle oogenblikken
van woonplaats veranderde. De feitelijke
scheiding duurt reeds twee jaar. De her
tog van Orleans is onlangs uit Engeland
naar het vasteland overgestoken en heeft
zich te Brussel gevestigd. Dit moet met
deze affaire in verband staan.
In België is de hertog onafhankelijk,
daar hij geen betrekkingen met het Bel
gische hof onderhoudt. Reeds sedert lan
gen tijd komt hij eenige malen per jaar tej
Brussel, waar hij steeds zijn intrek neemt
in Hotel Métropole, om de leiders der
Fransche royalistische partij te ontvangen..
Op het oogenblik woont hij in een kasteel
m de onmiddellijke nabijheid van Brussel,
dat hij van een oude patricische familie,
gekocht heeft. Hij is van een lijfstoet om-^
geven, waarin het vrouwelijk element over-:
wegend is, en hij verschijnt veel in hoogc;
gezelschappen en bij belangrijke feiten op
sportgebied.
Gij gelooft hetGij gelooft het
Ja, dat zweer ik.
Hij had de kracht niet zich te verdedi
gen. Waartoe zou het ook gediend hebben?
Hij zonk op die knieën voor haar neer
en boog het hoofd. Hij durfde haar niet
aanzien.
De liefde van zijn kind, dat gevoelde hij
maar al te goed, had hij voor altijd ver
loren.
Er bestond bij haar voor haar vader geen
liefde meer. Zij had een afschuw van hem.
Dé handen, die haar zoo menigmaal gelief
koosd hadden, waren met bloed bevlekt.
Thans zou zij haar vader altijd voor zich
zien met dat woeste, verdierlijkte gelaat,
met die van bloeddorst fonkelende oogen,
zooals toen hij den dolk tegen Romain
Goux ophief.
Ja, Jenny, ja, stamelde- hij nauw
hoorbaar. Ik beken. Al die misdaden,
al die laagheden heb ik begaan, maar voor
u, alleen voor u.
Voor mij? Voor mij?
Hij wilde haar alles ophelderen.
Hij wilde haar zeggen, hoe zijn haat hem
reeds door zijn vadter was ingeprent en hoe
de liefde tot zijn kind dien had aangewak
kerd; maar zij legde hem het zwijgen op.
Neen, neen, ik wil niets meer lioo-
ren; niets, nLetö, het is afschuwelijk. Laat
mij alleen!
Zij verborg haar hoofd in de dekens.
Bertignolles hoorde haar snikken.
Hij verwijderde zich-zacht.
Toen zij alleen was, bleef zij lang in
diep gepeins verzonken zitten.
Wat zou er van haar worden?
Tot wien zou zij zich nu wenden?
Zij kende neimand, tenminste niemand,
wien zij haar vertrouwen kon scheuken.
Alleen de familie De Soulaimes had den
weg tot haar hart gevonden en nu was zij
voor altijd gesoheiden van Miohel, dien zij
hoogachtte, van Gilberts, die zij liefhad
als oen zuster, van de markiezin, die zij
reeds als oen moeder beschouwde, en ein
delijk ook van Laurent, dien zij ondanks
alles nog beminde.
Ten slotte herinnerde zij zich ook den
politie-agent Gaume, die zoo gehecht was
aan Laurent en die hem had geholpen, om
in Romain Goux den geheimzinnigen La-
Ztire Beerman weer te vinden.
Ja, tot wien zou zij zich wenden?
Hij zou haar raad geven, en zijn raad
zou zij opvolgen.
Zij schelde haar kamenier, beval deze
haar schrijfgereedschap te geven en schreef
met zwakke, bevende hand het volgende
briefje:
„Mijnheer Gaume
Ik móet u spreken: Kom spoedig. Ver
geef mij, dat ik niet bij u kom, maar ik
ben zeer ziek. Ik verwacht u.
Jenny Bertignolles."
Door haar kamenier, die zij ten volle
kon vertrouwen, liet zij dit briefje terstond
aan het politiebureau bezo-rgen.
Gaume was zeer getroffen, toen hij het
briefje las.
Wat wilde het meisje van hem? Sedert
lang had hij ingezien, dat zij een slachtoffer
van het noodlot was en gevoelde hij innig
medelijden met haar. Zooals iedereen was
Hij gaandeweg onder den machtigen indruk
harer bekoorlijkheid geraakt. Hij beminde
haar, ofschoon hij zichzelf verachtte om
die zwakheid. Hij beminde haar, terwijl hij
er zijn schouders voor ophaalde en lachtof
om zijn eigen dwaasheid, maar toch be
minde hij haar en die brief dieed hem ont
roeren.
Hij ging terstond naar de Friedlandlaan.
Jenny, die wel begreep, dat hij komen
zou, had bevelen gegeven, dat men hem
terstond bij haar zou toelaten.
Zij lag te bed, bleek, koortsachtig, ver
magerd).
Het hart van Gaume kromp ineen, toen
hij haar zag.
Nog kort geleden was zij zoo schitterend,
zoo vroolijk, zoo vol jeugd en levenslust, en
nu moest hij haar in zulk een toestand to
rugvinden
Zij hadden een lang gesprek.
Waarover spraken zij
Dat zullen wij spoedig weten.
Toen Gaume heenging, was Jenny veel
kalmer. Het groote besluit, dat zij genomen
had, scheen haar een weinig rust te geven.
Op straat ge kernen bleef Gaume een
oogenblik staan, streek met de hand over
do oogen en mompelde:
Welnu dan, omdat zij het zoo wil.
Veertien dagen zijn verloopen.
Jenny herstelt, haar krachten keeren
langzaam terug, zij mag eerst haar bod, en
vervolgens haar kamer verlaten.
De dokter heeft haar reeds geheel ge
nezen verklaard.
Bertignolles leeft in de striktste afzon
dering.
- -• (Wordt vervolgd)..