i§
Brieven yan een Leidenaar.
ccccxxxxvin.
Uit de Rechtzaal.
Ingezonden.
Schaakrubriek van het Schaakgezelschap „Palamedes". (Opgericht 1846).
'WM*
'cïy.tïy, 'S/'/syt/yjl 'yy'y'y
m US m WM
Wtl Étemk mm
mm mm mm m
\0;i ffpfl iipp
SIP NIIf
ÉaÉ 'Mm mm Wm
mm o mm wm w/M
f WA, ml
'A-::'//'.'4 v 7ÏW//''-
wm
mm wi mi
1 IS II IJ
De Amsterdamsche Gemeenteraad (wews
inaar gerust, lezer, ik kom wel bij Leid-
eche toestanden terecht!), de Amsterdamscho
Gemeenteraad heeft pas een nieuwe poli
tieverordening vastgesteld, waarin allerlei
bepalingen voorkomen, welke er op wijzen,
dat het met onze vrijheidsbeperking al vrij
ver gaat.
Daar heb je bijv. het hoedepennenverbod
Het straf baar-stollen van het dragen van
uitstekende hoedespclden, zonder dat deze
van een beveiligend dopje zijn voorzien. Het
is z&2r de vraag, of deze verbodsbepaling
er ingekomen zou zijn, als de helft deri
Itaadsleden eens niet Vroede Vaderen, maar
vroede moeders of dochters ware geweest.
Van den anderen kant moet worden gezegd,
dat de dames zelf tot zoodanigen maatregel
aanleiding hebben gegeven.
Het was gevaarlijk, zooals het er bij
de vorige groote-hoeden-mode mee toeging.
Maar zal het verbod niet tot tal van
moeilijkheden kunnen leiden Stel wat, naar
ik hoorde, nog al eens gebeurt, dat zoo'n
beechermend dopje er eens afgaat. Zal de
voortdurend naar de hoofden der dames
loerende politie.agent het gelooven, als een
door hem aangehouden vrouw of meisje ver
klaart, dat het dopje is verloren gegaan?
Dn hoe zal hij moeten handelen, als zoo
iemand kan aantoonen, dat zij van buiten
komt, waar men van zulke politic-veror
deningen geen benul heeft?
Waarlijk, ik voorzie van zulk een straf
bepaling heel wat last en ongemak ook
voor de politic en ik hoop ten minste niet,
dat de Dcidsche Vroedschap het voorbeeld
van haar collega in de hoofdstad zal vol
gen.
Dat men het blaffen van honden in de
vroege morgenuren strafbaar heeft gesteld,
kan voor de eigenaars groote moeilijkheid
opleveren, al zullen de buren van honden-
hemdende medeburen er misschien wel eenige
moerdere rust door genieten.
Dit kan «r dus nog bij door, raaar waar
man toe komt, als men dezen weg opgaat,
kloek wet uit het voorstel van een der
Vroede Vaderen, die voorstelde ook het
hanengekraai te verbieden! Daarop is de
meerderheid niet ingegaan; naar een spot
vogel opmerkte, omdat men bang was, dat
dan de zon nooit weer over Amsterdam zou
opgaan. Men moet er ook aan gedaoht heb
ben hot kwekken der kikkers, waarvan in
dezen lijd van het jaar de bewoners aan
den buitenkant der stad des nachts nog al
last hebben, te verbieden. Men is er niet
toe overgegaan, omdat men niet wist hoe
men hot een lrikvorsoh aan hot verstand meest
brengen, dat or proces.verbaal tegen hem is
op gemaald:.
Zoo is hot in Leiden verboden melk tc
verkoopen, die te weinig vetgehalte bezit
en die geacht kan worden ondeugdelijk van
samenstelling te zijn. In den regel wordt dit
veroorzaakt doordat de boer of do mclk-
verkcopev wat al te royaal met- spoelwater
omgaat, iets, wat voordat or ©en melkver-
ordening bestond, nog al eens voorkwam.
Maar hoe moot het nu, als de koe melk
van minder goede hoedanigheden garftwat
blijkens een geval, dat dezer dagen voor
heL Leidsc-he Kantongerecht werd behandeld,
ook kan gebeuren.
Do eigenaar van de koe werd geverba
liseerd, doch meende, dat het proec©-verbaal
aan het adres van de koe had moeten gericht
zijn. Dat zou natuurlijk even weinig effect
hebben gesorteerd als een verbaliseering van
do Oostergraafsmecrscho kikkers, die het den
Amsfcerdamschen burgers lastig maken.
De boor is aansprakelijk voor zijn koe en
de zaak is in den haak, als onzo land
bouwer-melk verkooper vooraf behoorlijk ge
waarschuwd is, zcodat- hij wi?t, dat dezo
melk niet aan de door de verordening ge
stolde tiisehen vokloed.
Voor de veiligheid voor de gezondheid,
Voor do rust dor burgerij moet d© overheid
waken; daarvoor moeten wetten en verorde
ningen worden gemaakt en de politie moet
toezicht houden en zorgen, dat de wetsbepa
lingen nageleefd worden; dcch het streven
der overhead moet ziju do menschen lang
zamerhand aan de vrijheid ie gewennen. Het
doel mij genoegen te kunnen zeggen, dat wij
in Leiden dien kant moer en moer opgaan.
Bij de laatste wijziging der poli ticverorde
ning is er bijv. veel meer vrijheid van be
weging gegeven aan de rijwielen. Enkele
stegen en straten zijn voor het rij wielverkeer
opengesteld; sommige singels, die vroeger
op sommige uren des Zondags niet mochten
heioden worden, staan nu altijd voor het
ïijwielvorkeer open en van ongelukken, zelfs
van meerderen last, wordt niets bemerkt.
De wandelaar leert het rijwiel verdragen en
do wielrijder, zelfs de in dit opzicht bijna
berucht geworden slagersjongen, begint zich
fcr van bewust te worden, dat hij ook de
rechten van den voetganger op de openbare
straat heeft te ontzien. Hetzelfde geldt voor
op de kleine steenen rijden, kloeden kloppen,
enz. Eigenaardig is ook, dat er in den laat-
slen tijd veel minder wordt geklaagd over
de balddadigheid der jeugd. Schrijf ik dit
eensdeels too aan de wijze, waarop in do
scholen den jongens eu meisjes er hij voort
during op gewezen wordt, dat een onbe
hoorlijk gedrag op straat leelijk staat en
niet geoorloofd is, grootendcels is dit ver
blijdend verschijnsel m. i. een gevolg van de
omstandigheid, dat do gelegenheid om bui
ten te spelen en aan sport te doeai voort
durend wordt vermeerderd. De kinderspeel
tuinen nemen in aantal en in bloei toe. Het
bestuur vraagt al meer goede spelleiders.
Het sportveld aan den Zceterwoudschen Sin-
jfjpcl is avond aan avond bezet. Spel en sporti
jindcr goede leiding is bevorderlijk aan
goede orde en tucht on werkt terug op do
maatschappelijke orde. De uitspraak, een
maal gedaan: „Wat go aan scholen uitgeeft,
spaart ge uit op de gevangenissen", is in
haar eenzijdigheid niet waar gebleken. Kennis
alleen is geen seliild voor het kwaad; maar
wel zou ik mij aan de uitspraak durven
wagen: „Wat meer is gedaan aan 9e licha
melijke en geestelijk© opvoeding van liet
opkomend geslacht, meer ter gewenning der
jeugd aan orde cn tucht, des te minder
j^olitie-maatrogelen men noodig zal hebben."
Zelfbeheersching moet ook aangeleerd worden
en de ware tuo'.it is die, welke leidt tot
de vrijheid.
Hangsciac Rechtbank.
Inbraak in Den Haag.
Men zal zicli herinneren, dat in 't laatst
van Februari uit Den Haag gemeld werd",
dat er inbraak was geploegd in het kan-
tcor van een der grootste Haagsche fir
ma's n.L de fr. C. II. Kühne, dameskleer-
makers en bontwerkers op den Kneuterdijc.
Er werd een belangrijk bedrag aan geld.
vermist, doch van den dader was geen
spoor te vinden. Daar de brandkast wei
nig geforceerd was, rees het vermoeden,
dat een van het personeel niet onkundig
van de zaak moest zijn. Verschillende per
sonen werden aan een streng verhoor on
derworpen, maar zonder succes.
Eindelijk kreeg de Haagsche recherche
zooveel aanwijzingen, dat de hand kon ge
legd worden op een loopknecht van de
firma. Bij een huiszoeking ten huize van
zijn ouders, waar hij inwoonde,werd in
zijn bed een kistje gevonden, waarin zich
f 145 aan rijksdaalders bevonden.
De Justitie achtte termen genoeg aanwe
zig om den loopknecht te arresteeren en
een instructie tegen hem te openen.
Nu stond de loopknecht, Th. Ooy-
kaas, oud 24 jaren, terecht, beschuldigd
van diefstal met braak. Hij ontkende zich
aan het hem ten laste gelegde te hebben
schuldig gemaakt.
Het geld, dat bij hem gevonden was,
had hij bij elkaar gespaard van hetgeen,
hij overhield van zijn loon, f 8 per week, en
wat hij kreeg aan fooien; die fooien bedroe
gen nog al wat, hij had nooit minder dan
f2 per week; meestal was het meer.
De president vroeg hem, hoe het kwam,
'dat hij juist allemaal rijksdaalders spaarde.
Hierop antwoordde hij, dat hij zijn klein
geld altijd inwisselde als hij grcot geld voor
de firma had ontvangen.
De president ondervioeg hem verder over
zijn werkzaamheden in liet gebouw van de
firma, die hoofdzakelijk bestonden in het
aanvegen van de verschillende locaüteiten.
Bij die gelegenheid kwam hij ook wel op
het algemeen kantoor en ook wel eens op
het privé kantoor. Zoodoende wist hij, dat
er sleutels lagen in een der knieladen van
het bureau van den firmant, den heer
Strauss, waarbij ook de sleutels van dei
brandkast. Hoe die least werd openge
maakt, wist hij niet; daar mocht niemand
bij zijn.
21 Februari was hij tot 8 uren aan zijn
werk gebleven en was daarna naar huis ge
gaan; om ongeveer 9 uren was hij weer
uitgegaan en had hij een wandeling door
de stad gemaakt tot 11 uren.
Den volgenden morgen tegen 7 uren
ging hij van huis en ontmoette toen een
der bedienden van het kantoor, die den
sleutel van het gebouw had, waarvoor het
publiek toegang heeft. Bekl. zat op de fiets
C3i de bediende was te voet. Daarom gaf
deze aan bekl. den sleutel en zei„Ga jij
maai* vast vooruit en open de deur vast."
Dit deed hij, omdat hij wat laat was.
Toen nu bekl. met den sleutel in het slot
wilde, haperde dit en bleek er iets niet in
orde, zeide hij. Op denzelfdien morgen werd
ontdekt, dat de brandkast was openge
maakt en een bedrag van ongeveer f 340
aan zilvergeld, meest rijksdaalders, dat er
den vorigen avond nog in aanwezig was,
verdwenen was.
Uit het getuigenverhoor van verschillen
de leden van het personeel, waaronder per
sonen, die aanvankelijk ook verdacht wer
den, bleek, dat beklaagde wist, waar de
sleutel van de brandkast opgeborgen was;
gekscherend had hij wel eefts gezegd, dat
hij er een kunstje op wist, om die kast
open tc maken. Ook kon -hij weten, dat er
dien dag nogal veel geld aanwezig was,
met het oog op de uitbetaling van het per
soneel den volgenden dag. Eén hunner, die
belast was om het sleufelkastje te sluiten,
heeft dit op den bewusten avond vergeten.
Een ander, die 's avonds komt conti olee-
ren of alles wel gesloten is, had alles in
orde bevonden en ook de buitendeur weer
gesloten.
Een andere knecht deelde mede, dat hij
den morgen van de inbraak met beklaag
de naar boven was gegaan; toen had be
klaagde hem opmerkzaam gemaakt, dat de
deur van het kantoor open stond; iets ver
der gaande, zagen zij een bijl liggen. De
expediteur wist ook nog mede te deelen, dat
hij beklaagde al eens had gezocht en hem
toen gevonden had, op het kantoor, waar
van de deur aan de binnenzijde gesloten
was. Beklaagde verklaarde dit, door te
zeggen, dat hij wel eens door een ander
van zijn werk werd gehaald, en dat wilde
hij liever nietdaarom sloot hij de deur,
dan kon die ander denken, dat hij er niet
was.
De rechercheur van politie, die de huis
zoeking bij beklaagde deed, gaf inlichtin
gen, waar hij het geld bij bekl. had gevon
den. Op den Maandag, dat hij met bekl.
naar diens woning ging, heeft deze onder
weg gezegd„Ik hoop, dat meneer
Strauss me mijn geld maar uitbetaalt, an
ders kan ik mijn kostgeld niet betalen."
Bekl. ontkent dit gezegd te hebben.
De bewering van beklaagde, dat hij nog
ai veel verval had, werd gelogenstraft door
de mededeeling van andere loopknechts,
die zeiden, dat er juist weinig verval was.
De officier van justitie, mr. del Campo,
gen. Camp, gaf een exposé der feiten, zoo
als die zich naar zijn meening moeten heb
ben toegedragen. Hij is van meening, dat
bekl., en niemand anders, de dader van de
inbraak kan zijn en vordert zijn schuldig
verklaring aan diefstal met-braak en ver-.
oordeeling tot 1 jaar en 6 maanden gevan
genisstraf.
De verdediger, mr. Cleveringa, bestreed
de meening van den officier en toonde aan,
dat geen .enkel bewijs voor beklaagdes
schuld is geleverd.
Ha a riem sell e Rechtbank.
Deze Rechtbank veroordeelde Th. J. de G.
arbeider te Aalsmeer, wegens mishandeling,
tot 15 gld. boete of 15 dagen hechtenis.
Gel^k recht?
Mijnheer de Redacteur! 1 1
In Uw geacht Blad van 27 Mei vond
ik onder de rubriek „Uit de Rechtzaal"
twee uitspraken van den heer Kantonrechter,
die mijn bijzondere aandracht trokkenr).
Het eerste" geval, dat een jongen een half
uur t© Jaat op zijn werk kwam, waardoor
de patroon hem een halfuur later liet wer
ken, en ©en tweede geval, dat bij een ander©
firma hetzelfde zicli voorgedaan had, waar
voor beide heeren, omdat zij de Ar
beidswet overtreden hadden, gestraft wer
den met rosp. f6 boete of 3 dagen hech
tenis, en tweemaal f 6 of 2^m a a 1 3- dar
gen hechtenis.
Dat de arbeider en vooral dc minder
jarige tegen overmatigen arbeidsduur be
schermd wordt, zal zeker ieder rechtgeaard
patroon toejuichen. Maar zou het nu niet
eens aanbeveling verdienen een pendant to
laten zien van wat men „gelijk recht"
noemt? Een frappant staaltje:
Dezer dagen nam een patroon hier ter
stede een gezel in dienst, en liet dezen
gezel, om bekend te worden met de t© ver
vullen werkzaamheden, ©cn week eer in
dienst komen dan strikt! noodig was, enl
nam dezen gezel in vasten dienst. Nadat hij
een week in dienst was geweest, bleef dez©
arbeider des Maandags zonder ©enig© ken
nisgeving weg, wijl hij zich zooale nader
bleek inmiddels weer verhuurd had bij
een anderen werkgever .Wanneer men nu in
aanmerking neemt, dat de aangenomen ge
zel met speciaal werk werd belast dat
door andere gezellen moeilijk of althans met
Speelavond iederen Maandag in de bovenzaal van „Café Central", Bree-
straat> aanvang 8 uren. Redactie: D. W. A. Blote en H. do Nie.
Probleem No. 24. (W. H Adsbead.)
Zwart. (8)
8
f
a b c d
Wit. (10)
Wit: K a 6Dh2; TD7eno5; Ld6 en f5;
P g 1b 3, b 4 en b 5.
ZwartK d 4Dg4;Tclend8;Lf4;Pc4;
a 3 en a 7.
Wit speelt en geeft in 2 zetten mat.
Oplossing Probleem No. 22T b5, enz.
Goede oplossingen ontvangen van de
heeren: F. BI., G. G. Coflin, B. S. v.
Kloeten, J. Kres, R. J. v. d. Krogt, D.
Kruis3ink, F. Lafebei, M. J. Lafober, B.
Meyn, J. D. Noest, J. W. Segaar, M.
C. van Straten, L. M. Valkenburg en
C. van der Wilk allen te Leiden; J. van
Os, te Voorschoten.
CORRESPONDENTIE.
K. FF. K., J. T., allen te L. en
W. A. 0. to 's G.D 5 faalt wegens
P X '5-
W. C. te 0.: Lf8 gaat niet op na
Pc 8.
G. J. v. L., Jr.c. C. S. te L.Tg 6
is niet correct, daar zwart kan ant
woorden met P f 5.
Oplossingen, enz. worden inge
wacht uiterJjjk binnen tien dagen bij
II. de N;e, Ververstraat 10.
ISericiiten over Rijnlami'^ t>o«ze u,
gedurende de week van 21—27 Mei 1913.
Stand van dan boezem te Leiden.
Idem te Oudewetenug.
W erking der stoomgemalen
V\ aterloozing langs natuurlijk, weg.
Waterinlatiug
Regeovai in Mm.
21 Mei 22 Mei 23 Mei 21 Mei 25 Mei 26 Mei 27 Mei
55 54 54 53 5 5 55 55 em.-N. \.P.
60 61 53 53 53 62 61 cm.-N.-i.P.
ipaarudani u., Halfwegu, Uond i j. Ka:w ;k u.
Spaarndaui u., u., Goala u.f Katw ;a 19 u.
Door de sluis te Gouda 30 u.
117
groot© schade voor de zaak kan waar
genomen worden, dan zal ieder kunnen in
denken, welke onnoemlijke stoornis in ©en
bedrijf dcor zulk een laakbare wijze van
doen van dien arbeider, werd veroorzaakt.
Een schade zóó groot, dat die door den
gezel moeilijk zal kunnen worden vergoed.
Maar nu het „recht". Zeker, op grond
van de Wet op het Arbeidscontract zal
deze patroon dien man kunnen aanspreken
voor een schadevergoeding. Maar
méér ook niet, en gaat het innen van
zulk een schadevergoeding dan nog met
moeite gepaard, maar van „straf?, zooals
den patroons, hierboven bedoeld, werd op
gelegd, is geen sprake.
Wordt het nu niet hoog tijd, dat in zulke
gevallen óók wordt voorzien? En veroorzaakt
zulk een onbeschoft gedoe van een gezel
niet, dat de patroon zich door het doen tee
kenen van een arbeidscontract, voor even-
tueele schade vrijwaart? Maar bovendien,
is het niet hard noodig, dat de wetgever
in dez© met meer klemmend© bepalin
gen zulk een handelwijze van arbeiders
tracht te verhinderen?
Men roept en schreeuwt zoo menigmaal
over het optreden van werkgevers, maar hoe
wordt nu zulk een daad van dien arbeider
gequalificeerd
Natuurlijk zal dat optreden van dien man
door den Kantonrechter moeten worden be
oordeeld. Maar het vonnis kan nooit gelijk
zijn aan de uitspraken, gedaan over boven
genoemde patroons. En toch, wie lijdt meer
schade, oen jongen, die oen halfuurtje la.tcr
werkt, of een werkgever, die door het op
staanden voet wegblijven van een gezel een
geheel© stoornis in zijn bedrijf ondervindt.
Kon hier niet met een gelijk© maat ge
meten worden?
U dankend, Mijnheer de Redacteur,
Een patroon, die zijn gezellen
nu eens niet laat werken onder
de zooeven gewraakte bepalingen
van de Wet op het Arbeidscon
tract.
a) [Wij maken er don inzender op attent,
dat hier niet vermeld werden uitspraken
van den Kantonrechter, maar cischen van
den Ambtenaar van hot Openb. Ministerie
bij het Kantongerecht. RED.]
Mijnbeer de Redacteur 1
Wat is de wet op de Volksgezondheid
toch een wonderlijke wotl Als mon ten minsts
nagaat, hoe hier, te LiBte, met de volks
gezondheid op een roekelooze manier wordt
omgesprongen, en toch mot het bezit van
deze heerlijke wet niets gedaan kan worden.
Wij hebben hier, te Liase, de mestopslag-
plaats in het bebouwde gedeelte van het dorp
(wel in hoofdzaak arbeidende klasse), doch ook
menschen. Bfj deze bewoners zijn senigen,
die voor hun gezondheid mst open ramen of
wel in een open tent moeten leggen.
Mon kan nagaan welk een verfrisiching
dit geelt met geregeld zoo'n massa koemest
voor de deur I Bleef het nu echter nog slechts
by koemest; maar nu Is reeds een paar
keeren een lading most gelost, welke afkomstig
schijnt te zijn, uit een abattoir.
Men vindt onder andere in dezen mest
half verrotte ingelanden, vellen, slijm, vliezen.
Deze massa wordt maar doodleuk voor je
ramen neergesmeten, of er geen vuiltje aan
de lucht is en terwijl het den ondraagiyksten
reuk verspreidt, die maar t© denken is. Ver
schillende belanghebbenden xjjn op het ge-
raeentobuis geweest, om over dezen toestand
hun beklag in te dienen, doch tl hun klagen
wordt met eon schouder-ophalen beantwoord
Het is eenmaal: mestopslagplaats.
Nu is het dool van dit schrijven, nu wij
toch de wet op de Volksgezondheid hebben,
te vragen of het niet mogelijk is, (waar wij
in menig opzicht zooveel last van deze wet
ondorvindon) dat w\J nu ook eens het genot
mogen smaken, dat deze ondraaglijke toestand
ten spoedigste wordt veranderd. Mogelijkheid
bestaat, dat dit schrijven ook gelezen wordt
door één of moer heeren der Gezondheids
commissie, en dan zouden wij dezen heeren
beleefd willen verzoeken, ook hun invloed in
dezen toestand wel te willen doen gelden.
Met beleefden dank voor de plaatsing,
GKBBS. MOOLENAAR,
Lisse.
Brieven uit Warmond.
In een dor laatste nummers van het or
gaan van den A. N. W.-B. „de Kampioen
las ik een berichtje, hetwelk men in plaat
selijke bladen, in de Bloembollenstreek,
z©er vleiend oordeelde, over hetgeen Ber-
tus Bol over de bloembollenstreek in zijn
„Berichten uit het Bollenland" in „de
Kampioen" geschreven had.
Men hoopte, de streek ten goede ko
mend, een volgend jaar weer in dien vorm
iets in dat. sportblad opgenomen te zien.
Dit wordt dan ook ten volle door mij
beaamd, en daar Bertus Bol ook ons dorp
de eer aan deed om daarover zijn indruk
ken mee te doelen, vind ik het van belang
genoeg, dit eens onder de oogen te bren
gen van het groote publiek in mijn plaats
en geef ik het interessante artikeltje uit
„de Kampioen" hier in hoof zaak weer
„Ik heb", zoo schrijft Bertus Bol,
na een korte, hier niete me© uitstaande
hebbende inleiding dan Zondag j.l., toen
het weer na den middag opknapte en de zon
lust scheen te hebben ons niet i|n den steek
te laten, een wandeling gemaakt van een
uur of drie, om eens van de tulpenvelden
te genieten, en tevens om mijn gast de
schoonheden van ons polderland te toon en.
Wij gingen dan met de tram om tijd te
winnen, en verder langs binnenwegen en
toepaden, naar cn door het landelijke dorp
je W a r m o n d, dat zoo lieflijk aan de
Leed? gelegen is en waar thans zooveel
aan watersport gedaan wordt. Na aan het
Warmonderhek met 1^ cent per
hoofd toegang tot deze gemeente te
hebben gekocht, kregen wij dadelijk
ccn goed onderhouden, maar zeer smallen
straatweg onder de voeten, dio rechts
links begrensd wordt door boerderijen,
tuinen van mooie landhuizen en tulpem
velden, die niv prachtig in bloei stonden.
Hier en daar hadden wij een mooi kijkje
op dc Lcvcde en de daarachter gelegen pol
derlanden, en namen meteen do gclegen-
he'd waar om de jachthaven van ck: aldaar
gevestigde Zeil-, Roei- en Motorspjrt-vcr-
eenig'yrg ,.De Kaag" eens te bekijken, cn
zagen daar. dat er al eenige schuiten wa»
ren uitgezeild, wier witte zeilen wij op onz
wandeling in do verte over da blauwe wa
teren zagen scheren. Telkens gingen wij
langs grootere of kleinere akkers met tul
pen, waarvan de kleuren warm aftc-Bken-
den tegen dc huizen eu groenende stn iken.
bogen rechtsaf om een stukje van de typi
sche dorpstraat te zien, en brachten toen,
na den straatweg to zijn overgestoken, een
bozoek aan d» ruïne van de oude kerk.
met de daar tm\ heen in een bijzonder rus
tige, landelijk© en boomrijke omgeving lig
gende begraafplaats. Ook van daar volop
bloeiende velden nabij en in d© verte.
Langs een mooie, breede, goed onderhou
den laan (Laan van Oostergcest?), met
reeds groenende boorncn} kwamen wij op
den zoo even verlaten weg terug".
De schrijver verhaalt verdöt^ van
mooi bloeiende tulpen, waarvan hij er vel
schillende bij namen noemt en haar kleuren
beschrijft, om ten slotte te komen aan den
grootschen straatweg HaarlemDen Haag.
Tot zoover Bertus Bol; tot hV>r dan het
oordeel on de indrukken van een niet-
plaatsgenoot. Want, dat bewijst do 1} cent,
waarvoor hij zich toegang kccht tot War
mond. Een ingezetene krijgt daarop nog'
50 procent reductie en mag voor 1 cent
er af cn voor 1 cent er ook terug komén.
Zoo ongemerkt brengt deze gelegenheid
mij op een terrein, waarop ik nog niet de
eer had te komen, heel geween om die
reden, dat er zoo bitter weinig kans be
staat-er verandering in te brengen, en dae
toestand voorloopig wel bestendigd zal
blijven.
Nu is het bedrag van dien enkelen cent
of anderhalven cent, niet zoo verschrikke
lijk hoog, maar, en dat zal bij den meer
genoemd en schrijver wel voorgezeten heb
ben, hefc conservatisme- van die tolheffing
voor vrije burgers in ©en vrij land p. ,t
eigenlijk niet meer in onzen modernen tijd.
Ons ?s dat als alles een tweede tratuur ge
worden, waarvan wij echter hoe eer hoe
liever verlost waren, al mag men er in
het minst niet over klagen, dat do eige-
naar als tolheffer, in vergelijking bij an
deren, waar zulks nog geschiedt, zesr zeke*.
niet onbillijk optreedt. Waar anderen
Boms in het minst niet en voor n'lemand
©en 'n beetje billijker regeling willen tref
fen, komt dit hier geregeld voor, en stelt
hij <1© gelegenheid open, bijv. voor werk
lieden, schoolkindoren, enz. tot een ver
minderd tarief vrijen doortocht te be
komen.
Het recht, dat hij tot in heb uiterste, zou
uitoefenen kunnen, is hem echter niet te
betwisten.
't Mag evenwel niet ontkend worden,
dat, toen vorig jaar het gerucht ging, dait»
het betoan van den tol door verkoop iD
zijn laatste stadium zou komen, dit alge
meen met instemming werd vernom?n.
Voor deze kan al weer van t-cepassing
zijn, dat toen indertijd de lepel (het te
koop) word geboden, die door de gemeente
niet gehapt (gekooht) is. Maar zoo als van
„gedane zaken nemen geen keer", kan cfrfc
ook wel gelden voor niet gedane zaken.
Nu zal er nog wel eenige tijd over heen
gaan eer men de opheffing beleven zal,
doch als er eens gelegenheid voorkomt,
dit kan ik ter geruststelling vertellen, zal
er toe overgegaan worden, om met subsi
die van hefc één, steun van het andere
lichaam, enz. er toe te gerakoD, ten minste
er is en er wordt nog wel eens over onder
handeld met personen, die voor Rijk en
Provincie die zaken behandelen. Mij is bo
vendien meermalen verzekerd, dat ook do
eigenaar niet ongenegen is te onderhande
len en dat is hier in de eerste plaats een
vereóschte.
Wat ons echter in bovenaangehaald schrij
ven genoegen kan cloen, is, dat hij overigens
met onverdeelden lof ov ons dorp spreekt
en schrijft, en gaarne vergeven wij hem, dat
hij onzen Keerenwcg te smal vindt, want hij
verkondigt waarheid. G elukkig, dat hij geen
gelegenheid heeft ge ad een jaartje eer te
komen, want dan had hij van geen goed on
derhouden weg kunnen preken zooals nu.
Die schrijver zou je anders haast enthu
siast maken, en maakt, dat je je aandacht
schenken gaat aan d:ngen, die jc zelf niet
opmerkte vroeger.
Men gaat er notitie van nemen en gevoelt
zrih eigenlijk niet in dorp of gemeente.
Neen, vooral om dezen tijd, als de natuur
zooveed geeft en op Paaschbest met groen
en bloemen getooid is, dan voelt men zich als
in een groot „Buiten" met kastselen, land
huizen, bebossching en parken, en een mooie
afzetting, een procK van waterpartijen.
En dan zegt men toch zich niet te ver
wonderen over veel en steeds meerder be
zoek, want als dat niet trekt, trekt niemen
dal. En men zal 'evenmin als Bertus Bol,
den toegangsprijs van anoerhalven cent per
persoon, tot zooveel natuurschoons-bezich-
tiging een hoog entree kunnen noemen, zoo
iets niet te duur gekocht vinden.
Een ieder zal ook dc rustige rust, die er
hecrscht, zelfs bij gezellige drukte, kunnen
bewonderen, en voor wielrijder cn wande
laar is over Warmond zooals aangehaalde
schrijver zegt, zeker een aan te bevelen weg,
die keurig afsteekt bij ds haast gevaarlijke
drukte op groote verkeerswegen.
Nog komt er bij, dat de weg zoo geleide
lijk op verschillende plaatsen wordt ver
breed, en het onderhoud goed kan blijven,
zooaat wij op dit punt tevredenheid met den
gang van zaken kunnen betuieen, en het
zacht verwijt van te smal in de toekomst
kunnen ontloopen.
SPECTATOR.