No. 1634®. LEXDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 31 Mei. Berst® Blad. Ann® 1913. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Schrijvende over <$e oa>ndidatuur- Yan Idsinga aegfc «De N e d e r- la n<l e r" 't Heeft in Bodegraven aan vele Anti- revolutionnairen en ook aan vele Roomsch- iKatholieken moeite gekost, de Candida tuur- Van Idsinga over te nemen. Het blad stelt het gezond verstand der kiezers te •Bodegraven hoog, omdat zij inzien, dat, wat zij in het ©ene district tegen hun zin doen, zij dat iru heb andere district terug ontvangen van kieners, die op hun beurt, anders stemmen dan zij persoonlijk zouden wensehen. Ook onder de Christelijk-Historischen al- lengskens, begint dit goed te worden inge zien, ofschoon er nog zijn, die het voor- 'deeliger vinden, naar eigen inzicht de belangen van het geheel op te offeren, al benadeelen zij zioh daardoor zelf. Net, als in den tijd der steeds elkaar bestrijdende en machteloos makende „Geünieerde (Provinciën iWil' men den Bodegravenschen kiezers een extra-prijs geven om hun gezond verstand, best. Maar dit behoeft niet gepaard te gaan met een beleedigende terechtwijzing yan den gestelden oandidaat, zooals ,,D e iS tand/aard" zioh veroorlooft die te geven, volgens welke ,,de houding van den heer-Van Idsinga, voorheen vaak zoo sym pathiek, in de laatste maanden bijna ter gend geweest was". De lieer Van Idsinga heeft, evenals elk 'C h r i s t e 1 ij k-H istorisoh Ka merlid, steeds naar eigen, persoonlijke overtuiging gestemd, en gesproken, zonder zich door eenig partijbesluit de wet te laten stellen. Hij heeft dat evengoed" ge daan onder het Kabi!net-Kuyper, toen hij met groote energie Kuypers Wet op het Hooger Onderwijs verdedigde, terwijl zijn partijgenoot dr. De Visser die bestreed, als toen hij sc<mmige ontwerpen-Talma afkeurde, en afstemde. Herhaaldelijk heeft hij getoond, door scherpzinnige amende menten, te willen meewerken om een voor- istel aannemelijk te maken. Hij moge minder dan eenigen zijner politieke ge loof 9genooten aan het „le mieiix est l'enne- mii du bien'' gedachtig zijn geweest, maar ook ddörin heeft hij, evenals de andere Ohristelijk-Historisohen, vrijelijk geoor deeld*, en vrijelijk gestemd, van oordeel dat op die wijze aller belang, ook dat van de loontrekkenden, 't be9t gediend vras. Tergend is zoo'n houding alleen in Ihet oog van partijleiders, die in anderen zelfstandigheid niet dulden en slechts dan iemands gedrag „sympathiek" vindeD, wanneer dat hun in 't gevlei komt. Het is dubbel onaangenaam, zulk een verwijt te hooren, waar, gelijk ook prof. Fabius aantoont, mr. Van Idsinga in begin Sel vastheid, bepaaldelijk in vasthoudend heid aan antirevolutionnaire beginselen, don antirevolutionnairen leider ver over treft. Mr. S. van Houten schrijft in een Staat kundigen Brièf" o. m. Van .alle feiten, die de voorbereiding der herkiezingen ter openbare kennis brengt, schijnt mij op het ©ogenblik het belangrijk ste, wat er ten aanzien van Van Idsinga plaats heeft in Bodegraven. Voor do coalitie scheen hij wel de onmogelijkste can- dicfaat en aanvankelijk werd zijn naam nau welijks genoemd. Schuchter kwamen uit christdijk-historischen kring enkele stem men te zijnen gunste tot uiting. Zij vonden langzamerhand meer en meer bijval en lei den tot- een candndatuur in dezen engeren kring; de Roornschen zwegen; de anti-re- volutionnairen bleven afkeerig. Toch was ook onder deze laatsten oneenigheid. Zelfs bleken de voorstanders tegen de tegen- Standers opgewassen te zijn. En nu slaat eensklaps de balans over tot een eenstem mige overneming zijner eandidatuur door de anti-revolutionnairen, en de Roornschen volgen. Natuurlijk zijn deze feiten het gevolg van onnoemlijk veel wrijving en overleg. Voor ons toeschouwers beteekent dit suc- oos van Van Idsinga de lo slating door de rechtsche kiezers en leiders •van Talma en zijn dwangver zekering. Vooralsnog partieel, in één enkel district, maar daarbij kan het natuur lijk niet blijven. Eensdeels niet, omdat het niet aangaat in Bodegraven tegen en el ders vóór Talma's dwangverzekering te strijden en te stemmen. Anderdeels niet, omdat de houding der kiezers te Bodegra ven bewijst, hoe onder de coalitie-kiezers over die dwangverzekering gedacht wordt. Immers is er geen reden te veronderstellen, dat die juist speciaal te Bodegraven aan Talma's dwangverzekering en haar nog on geboren tweelingzuster, d'e tariefsverhoo- ging, vijandig zou zijn en elders gunstig. Wat hier in Bodegraven plaats heeft be vestigt de diagnose, die ik voor maanden reed's van de politieke stemming des lands maakte. Reeds in dd. 30 December 1912 sprak ik mijn overtuiging uit, dat Talma's wetten de verkiezingskansen der rechter zijde bedierven. „Aan het ministerie-Heems kerk", zoo schreef ik daar, „bdijft m. i. nog sleohts één levenskans over, n.l, ook zijner zijds te erkennen, dat het bij verkiezingen over invoering van Talma's dwangverzeke- ringsontwerpen geen meerderheid krijgt en Talma, met de volle eerbewijzen, die hij wegens zijn talent en ijver verdient, uit te schepen en te vervangen door een in tarief- zaken doorkneed man. Immers zou Kolk man dan geen geld uit het tarief behoeven te slaan en met den steun van zulk een tarief-specialiteit zijn wetsontwerp als ta riefsverbetering in het „Staats blad" kunnen krijgen, na de standaardlcij- fers van heffingen naar de waarde weder op 5 en 3 pCt. te hebben gebracht en heffin gen naar het gewicht in evenredigheid ver minderd'." Indien ook de verkiezingsleiders der rech terzijde buiten het ministerie in de laatste maanden van de juistheid! dezer voorstel ling overtuigd zijn geworden, komt hun houding in een geheel ander licht. Daardoor zou worden verklaard, waarom Kuyper in. zijn rede te Utrecht van dwangverzekering en tariefsverliooging zweeg. Daardoor zou ook worden verklaard, waarom de rechter zijde der Eerste Kamer aandrong op het ietwat gejaagd in staat van wijzen brengen der ontwerpen. Aanneming terwijl ö'e stem bus geopend is, die over het lot van liet ministerie beslist, kon.toch kwalijk het doel zijn. Zij kreeg echter hierdoor en kon hier door alleen de gelegenheid krijgen, om op de eene of andere wijze een ongunstig vo tum over Talma's dwangverzekering uit te brengen en zich en de partij vrij te houden in haar oordeel over tar:efsverhooging. Dat zou wel een groote en late frontverandering zijn, maar belangrijke ontspanning geven in de van het ministerie onafhankelijke krin gen, die wel in den geest der rechterzijde willen stemmen, maar geeai dwangverzeke ring of tariefsverhooging goedkeuren, noch de invoering daarvan bewerken of bevorde ren. De naaste toekomst zal meer lioht brengen, 't Is onmogelijk in Bodegraven alleen de kie zers te veroorloven op een zoo feilen tege stander als Van Idsinga te stemmen en dit in (Je overige districten als verraad aan de eigen partij voor te stellen. De kiezers zijn wel volgzaam, maar is toch een grens. En ik zou het begrijpen en van zijn standpunt juist vinden, als Kuyper niet verkoos zich' in politieken zin te laten slaan wegens het doordrijven door Talma van Wetsontwerpen waarin beginselen zijn belichaamd, die hij zelf in een vroegere periode fel heeft be streden en zooveèe aanzienlijke mannen der rechterzijde nog bestrijden. Ik voor mij heb er niets op tegen, dat de strijd' op minder beperkt terrein wordt over gebracht en meer en meer beginsel tegen over beginsel wordt gesteld, mits de losla- ting van Talma volledig zij en niet enkel een achijn-offer gebracht worde om vlotten de stemmen te winnen. Dc strijdende beginselen waarmede Tal ma's dwangverzekering slechts zijdelings te maken heeft, zijn eenerzijds het Roomsohtr, bevordering van een bepaald kerkgeloof door de overheid, dat ook tijdens do republiek door de Calvinisten is aanvaard en in toepassing gebracht, slechts ten gunste van een ander kerkge loof. Er is aldus de „Nieuwe Rotter- damsche Courant" op het gebied van het onder wij s zoo ontzettend veel te doen. „In schier alle landen wint de overtui ging meer en meer veld, dat eerste voor waarde voor allen vooruitgang onderwijs, en nog eens onderwijs, is. Overal, laatste lijk in Engeland, is het gemeen goed gewor den, dat in den oeconomischen strijd der volkeren geen beter „bescherming'' kan worden verleend dan door behoorlijk inge richt onderwijs. "Van vrijzinnige zijde is sinds jaren gewezen vooral op het maat schappelijk nut, dat uit goed onderwijs kan worden verkregen. In het- licht is gesteld, dat verhooging van wilskracht bij ontwik keling van het onderwijs, hooger en middel baar, doch vooral ook van lagor en vakon derwijs, moet beginnen. Een van de voor name grieven tegen die ondorwijs-nóvelle van dr. Kuyper was, dat da-arbij de sociale kant van bet vraagstuk zoo volstrekt ter zijde gesteld werd. Doch aan de rechter zijde werd dit bezwaar niet geteld. Men telt het nog niet, en minister Heemskerk liet er zioh in het geheel niet aan gelegen liggen. In al de vijf jaren en een half, die hij aan het bewind! js. geweest, heeft hij geen poging gedaan, om .ook maar een spoor van verbetering van hqt peil van het onderwijs te verkrijgen. Voor hem is het heele onder wijsvraagstuk nietPanders dan een centen kwestie gewordon.' Hij zocht geen grooter lauweren, dan die hem in beperkten kring worden toegereikt, wanneer weer een nieuwe subsidie-regen over het confessio neel onderwijs neergestort is. In andere takken van bestuur wordt geen subsidie gegeven, of er worden aan alle kanten voorzieningen getroffen en voorwaarden ge steld, opdat de toegekende gelden doel zul len treffen. Alleen bij het onderwijs stelt men zioh met goed vertrouwen tevreden. Het ideaal is de school, uit de Staatskas gebouwd en onderhouden, waarover de Staat, wiens belangen toch zoo nauw bij het onderwijs zijn betrokken, zoo min moge lijk heeft te zeggen. Vrijheid, blijheid voor het bijzonder onderwijs alleen op d!e publieke kas verplichting tot betalen ge legd. De leuze, dat publeke instellingen zioh zooveel mogelijk van het gebied van het onderwijs hebben terug te trekken, is de leuze geweest, welke 'a Minsters beleid heeft bepaald. Zij is zeker d!e gemakkelijk ste; zet de schatkist open, zoodat er met handen vol uit genomen kan worden, en trek u van het onderwijs zelf verder niets aan Het „Arnhemsch Dagblad" schrijft over eenreohtop bloembollen. Het eerste ontwerp-Tariefwet bevatte „meelrechten." Van verschillenden kant werd daartegen oppositie gevoerd) ook door ons. Sommi gen vreesden voor représaille-maatregelen. Amerika zou het recht op onze bloembol len verhoogen en daardoor aan onze bol lenstreek groot nadeel berokkenen. Wij vreesden voor dergelijke maatregelen absoluut niet. Amerika laat zich alleen lei den door overwegingen, aan eigen belan gen ontleend. Brengen die belangen mede de rechten op zekere producten te verhoogen, dan zal men dit doen, ook al is men in Nederland zoo welwillend, om alle Amerikaansche goederen vrij van invoerrecht te stellen. Ons verzet tegen de thans ingetrokken meelrechten berustte op gansch andere gronden In Amerika schijnt men zelf de bloem bollencultuur tot ontwikkeling te willen brengen. Of dit pogen suoces zal hebben, weten wij niet. Maar wel weten wij, dat.... Amerika de rechten op onze bloembollen plotseling vrij aanzienlijk heeft verhoogd. Door de bladen circuleert dit bericht: „Bedroeg tot heden het invoerrecht in Amerika van onze hyacinten een halven dollar per duizend, dit recht is nu ver hoogd, wat in do bloemistomwereld heel wat opschudding verwekt. Immers, het in voerrecht is verhoogd, nadat de orders zijn geplaatst, zoodat het voor den expor teur een verlies beteekent van f5 per dui zend hyacinten. Dat de rechten op Amerikaansch meel werden ingetrokken, heeft Amerika niet gunstiger tegenover onze bloembollen-kwee kers gestemd. Zij moeten betalen! In Amerika zijn thans de „vrijhande- laars" aan het bewind. Maar intusschen worden de invoerrechten op meer dan één artikel verhoogd. En de verlaging voor som mige producten is van betrekkelijk geringe beteekenis. Zeker, zeer enkele posten wor den straks misschien niet onbelangrijk ver minderd, maar een radicale breuk met het „protectionisme" kan men de tariefherzie ning in de Yereenigde Staten waarlijk niet noemen. Hoe dit zij voor onzo bloembollen streek is het gebeurde een „strop". Voor onze „vrijhandelaars" zit er leering in deze geschiedenis. Zij maken de mensehen bang voor représaille-maatregelen. Neder land moet maar geen behoorlijk tarief heb- L:n en alle vreemde producten vrij of tegen een zeer laag recht binnen laten. Do Ne- derlandsahe nijverheid wordt daardoor wel geschaad, maar de vrijhandelaars paaien de menschen met do belofte, dat het buiten land dan ook wel vriendelijk zal handelen jegens ons. Door den vrijen invoer koopen wij immers het voordeel van den vrijen uitvoer. 7t Mocht wat! Het buitenland lacht om onze goedheid, profiteert er van en.... belast heel kalm onze uitvo'erproducten Hadden wij een behoorlijk tarief, dan konden wij marchandeer en. Nu kunnen wij nietg doen. Dat moet toch anders worden. „De Nieuwe Courant" schrijft: „Eenige dagen geleden sohreef men ons uit Middelburg over die benoeming van den heer H. P. baron van d)er Boroh tot Verwolde, neef (niet zoon) van het an- tirevolutioamaire Kamerlid voor Ridder kerk, tot burgemeester van Koude- kerke. Onder de teleurgestelden waren, zoo berüohtte men ons, trwee heer en van oude Zeeuwsche familie '(beiden reeds burge meester van Zeeuwsche gemeenten), beiden gematigd liberaal en wier benoeming n Koudekerke met ingenomenheid zou zijn begroet. Deze beiden waren door den Com missaris der Koningin aanbevolen. Niette min werd een totaal vreemd, zeer jong man als de heer Van der Borch benoemd. De conclusie ligt voor de hand, dat dus uitsluitend de antirevolutionnaire beginse len van den canddaat hem op het Raad huis te Koudekerke hebben gebracht. Wij vernemen thans, dat de officieele belijde nis van deze beginselen eerst zeer kort vóór db benoeming moet hebben plaats gehad. Het moet de heer Duymaar van Twist geweest zijn, die dit nog niet tob de kudde verzamelde schaap daarbij heeft ge bracht en te gelijk het tot storting van een bedrag in de verkiezingskas der partij heeft bewogen. Deze medecDeeifng gewerd ons reeds eeni ge dagen geleden; wij hebben er toen een nader onderzoek naar ingesteld en net bleek ons, dat zij op genoegzaam betrouw bare gegevens steunt om er melding van le maken. Ook nu nog zouden wij een direct verband tussohen de toetreding tot de partij resp. storting in d| partijkas on de benoe ming niet durven aannemen; eerder dat de sollicitant langs dezen weg zeker is ge worden van machtigen steun, d:'le bij de benoeming ten slotte dien doorslag heeft gegeven. Reeds dit eohter is al erg ge noeg en wij achten ons niet gerechtigd het te verzwijgen". In een driestar Achteruitgang der consumptie-coöperatie zegt „De R.-K Middenstander" (De Hanze bode). Het is een opvallend verschijnsel, dat verschillende belangrijke verhruiksver* eeniginge.ii den laatsten tijd achteruitgaan# Zoo is bijvoorbeeld het dividend der be kende coöperatieve winkelvereeniging „Eigen Hulp", dat het vorig jaar nog 11 pCt. bedroeg, dit jaar reeds gedaald tot 91 pCt. Een dergelijk verschijnsel heeft zich voor gedaan bij „De Volharding"; de bruto winst d-vilde van 25.51 tot 21.86 pCt., do netto-winst van 14.40 tot 11.70 pCt„ wat het bestuur aanleiding gaf, in het verslag to zetten: „de leden hebben bij bun in- koopen reeds hun dividend ontvangen". Deze resultaten wijzen, ongetwijfeld op in vloeden. die buiten de macht en den wil van de besturen liggen. Op den duur schijnt het publick toch meer te gevoelen voor een. degelijken, flinken middenstander, die goe de waren verkoopt, dan voor een coöperatie wier bestuuren en leiders uit den aard der zaak niet over die ervaring en kennig kun nen beschikken als een t-rdege onderlegd winkelier. Hoe beter zioh dus de winkeliers wapenen met de moderne middelen, die de vereeni- ging, de handelscursussen, enz. hun bieden, des te meer zullen de verbruiksvereenigin- gen op den achtergrond geraken. Reeds nu blijkt duidelijk uit de bovenaan gehaalde verslagen, dat de degelijke winkel stand nietg van de \erbruikscoöperatie te vreezen heeft. Donwes Dekker naar Nederland. In de „Expres" Jezen wy, dat het voor malig hoofdbestuur der voormalige Indische Party den lieer Douwes Dekker telegrafisch heeft opgedragen zich naar Nedorland te be geren, „ten einde nog voor het begin der ver kiezingen mededeelingen te doen aan de kie zers in Nederland omtrent de toestanden in Nederlandsch-Tndië en omtrent do Indisch Party". Ken zwakzinnig rekenmeester. In oon krankzinnigengesticht te Nantoe is een tijdlang een man verpleegd, Jean C., die, ook in de periode, dat zijn geestvermogens gestoord waren, een buitengewoon reken- kunstenaar bleek te zijn. De man had heel weinig geleerd, als kind was hy nogal dom, en ook toen had hy slechts een goheuger. voor cyfei8. In het gesticht te Nantes trok Jean C. de aandacht der genoeeheeren, doordat hy maar stcods zat te cyferon en by nader onderzoek bl9ek hun het buitengewone ver mogen, om uit het hoofd te rekenen, waarover de patiënt beschikte. Zoo vroeg een der dokters hem hoeveel seconden er in dertig jaar zyn? Procie9 veertien seconden dacht de rekenaar na en toen antwoordde hU; 946,080,000. En op de vraag hoe hy aan dat getal kwam, antwoordde Jean C. het volgende: Ik weet om to beginnen, want ik hsb dat al zoo dikwyis uitgerekend, dat er in een jaar van 365 dagen 31,536,000 soconden zyn. Ik neem nu eerst dertigmaal 30,000,000, dat ia 900,000,000; dan dertigmaal 1,500.000, dat is 45,000,000; dan dsrtlgmaal 30,000, dat i' 900,000; dan dertigmaal 6000, dat is 180,(X Ik tel die getallen by elkaar op en kryg samon 946,080,000. Deze berokening doet Jean C. met ver rassonde snelheid. Verder vroeg men hem: Een voet heeft 0,333 M. Hoeveel voeten gaan er in 343 kilometor? Antwoord in zeven seconden: 1,029,000. Hoe oud is iemand, dia 343 millioen seconden geleefd heelt? Het antwoord werd in drie en twintig seconden gegeven: lOjaar^ 10 maanden, 14 dagen, 1 aar, 46 minuten en 40 seconden. In tegonstolling met Inandi en andere beroemde rekenkunstenaars, trekt Jean C. geen wortel. Volgons een der geneeskundigen van het gesticht te Nantes, waar Jean C. verpleegd is, is deze zeer onwetond, kan nauwelijks lezen en nauwelyks zyu cyfers schryven. Hy hoeft zichzelf rekenen geleerd, volgens een eigen manier, die, naar wat men er van lietft kunnen begrijpen, voel overeenkomst heeft met die, wolko andere reken wonders gebruikten. Jean C. sohynt te behooren tot hot categorie van geboren rekenaars, waai in men ook Inaudi, Fleury, Mondeux, Mangiamele, Buxt-on, Culbom moet rangschikken. Jean C. is kort goJoden genezen uit het gesticht to Nantes oms'agori. {Nadruk verboden). 109 In haar doffe wanhoop, die aan waanzin grensde, had Jenny gezegd: Hij beminde mij en daarom ie hij gestorven. Wat beteekende dab? Hetgeen echter vast stond was, dat het huwelijk uitgesteld, wellicht onmogelijk gemaakt was. Uitgesteld zeker. Onmogelijk gemaakt, dat wist hij nog niet. Owaarom was Gaume er niet'? Hij zou dit, alles wel opgehelderd hebben. Welnu, mijn zoon? vroeg de blinde dringend. Moeder, toen ik zooeven bij Jenny kwam, vond ik in haar kamer het lijk van een man. Groote Hemel, wat zeg je? Het lijk van Romain Goux, den moor denaar van Jactel. Romain Goux? Maar hij is gevangen Ja, ik begrijp er niets van, moeder. Vraag mij niet verder. Jenny? Jenny? O! moeder, ik vrees voor haar. Wan neer haar een ongeluk overkomt, zal ik het mij nooit vergeven. Ik mijzelve evenmin. Zij is bewusteloos. Ik kom u halen óm haar bij te staan. Wa-ar is haar vader? Mijnheer Bertignolles is waarschijn lijk ook gewaarschuwd' geworden. Geleid mij, mijn zoon. Ik zal haar niet verlaten. Welk een ongeluk I Het arrco kind Aan den arm van Laurent begaf zij zich naar de kamer van Jenny. Het meisje bewoog zioh niet. Mei ver pleegde haar. Zij kwam niet bij. Haar ge laat was met een lijkkleur o vertogen. Haar mond was half open, haar oogen waren gesloten. Het scheen alsof zij reeds dood was. Toen hij in de kamer kwam, stootte Lau rent tegen het lijk van Romain Goux. Dit lijk op deze plaats, welk een tegen stelling. Laurent huiverde, toen hij ©r aan dacht. Zijn hart kromp ineen van droefheid, bij het zien van dit kind, het onschuldige slachtoffer. Kom, binnen, moeder, kom binnen, zeide hij. Toen de markiezin aan het bed van Jen ny zat, ontvluchtte Laurent, om aan dit vreeselijke schouwspel te ontkomen. Het huis werd met menschen gevuld. De gasten kwamen in him rijtuigen aanrijden, maar toen zij binnentraden, vonden zij de ontstelde bedienden, vernamen dat Ber tignolles zsoh in zijn kamer had opgesloten, dat de bruid ongesteld geworden en het huwelijk uitgesteld was. Het was voor het huiö een gedrang van rijtuigen met gasten. Sommigen kwamen en anderen gingen en strooiden het nieuws van dit geheimzinnig ongeluk in geheel Parijs rond. Michel trad binnen. Hij was terstond op de hoogte gesteld en zocht zijn broeder op. Zij zagen elkaar -zwijgend aan. Ook Michel begreep niets van hetgeen er gebeurd was. Ik zal trachten mijnheer Bertignolles te spreken, zeide hij. Mijnheer Bertignolles zal u niet ontvangen. Misschien. Ga mee. Do deur was gesloten. Zij klopten her haalde malen, maar niemand vertoonde zich. Gij ziet het, zeide Laurent. Hij is zeker bij Jenny. Ik zal eens gaan zien. Laurent giffig heen, maar vond bij Jen ny slechts de markiezin, de kamenier en den dokter, dien men inderhaast ontbo den had. Hij kwam bij Michel terug. Dan moet mijnheer Bertignolles op zijn kamer wezen, zeide de markies. Hij klopte opnieuw. Daar zij geen antwoord kregen, wilden zij zich verwijderen, maar bleven weer staan, toen zij voetstappen hoorden, die de deur naderden. Deze werd geopend en Bertignolles ver scheen. Hij was vreeselijk bleek en onkenbaar. Hij beefde over al zijn leden en angstig rolden zijn oogen door zijn hoofd. Toen hij de beide broeders zag, stamelde hij: O! zijt gij daar! Hij ging terug in zijn kamer en liet de deur onen. Wankelend deed hij eenige schreden en viel toen op een stoel neer. Met wezenloozen blik staarde hij Laurent en Michel aan. Welnu? zeide hij. Welnu? Het is een groot ongeluk, maar Laurent kan daar voor niet verantwoordelijk gesteld worden, nietwaar, mijnheer de markies. Trouwens, Jenny evenmin. Hij streek zwaar met de hand over zijn voorhoofd, als trachtte hij zijn verwar Ie gedachten bijeen te zamelen. Neen, herhaalde hij, Jenny even min. Verklaar ons den dood' van Romain. Goux, mijnheer Bertignolles. Ik zou het willen, maar hoe? U was bij Jenny, u en Romain, uw secretaris. Was ik bij Jenny? Ik weet het niet meer. Neen, neen. Wacht. Ik kleedde mij op mijn kamer, toen. er eensklaps gescheld werd. Zoo is het. De kamer van mijn doch ter is door een electrisohe schel met de mijne verbonden, dat weet gij. Toen ging ik er heen, en ik trad binnen. Romain Goux lag dood, met een dolk in het hart. Had Jenny hem dan gedood? vroeg Michel. Bertignolles maakte een gebaar van ver wondering. Wat? Waarom zegt gij, dat Jenny hem gedood heeft? Waarom zou mijn dochter, dat lieve kind, zoo goed en zacht zinnig, dien man gedood hebben. Dus? Hij heeft zeker zichzelf gedood. Wanneer u heb ten minste niet ge daan heeft. Ik? Ik? Hij sprong woest op. En waarom zou ik hem gedood heb- ben? Omdat hij Jenny beminde? Is dat een misdaad? Mijn dochter is zoo schoon. Wie kan haar zien zonder haar te bemin nen? Hij sloeg de handen voor het gelaat. Een oogenblik scheen hij vergeten te hebben, dat hij niet alleen was. Jemiy, mijn. lieve Jenny 1 herhaal de hij. Do eenige gedachte, die hem bezig hield, was am zijn kind. Buiten haar bestond er niets voor hem. Toen hij weer een weinig tot zichzelven kwam, ging hij voort: Die man beminde Jenny. Dat kon il£ liem niet beletten, nietwaar. Hij had haai) lief tot krankzinnig wordens toe. Wat kon ik er aan doen? Toen hij zag, dat zij aan een ander zou toebehooren, heeft hij dat niet willen overleven. Hij heeft zich gc- dcod. Daardoor behoeft uw huwelijk niet uitgesteld te worden, Laurent. Wanhoop niet. Stel Jenny niet verantwoordelijk voor dat schandaal. Mijn Jenny, mijn arme' Jenny. Hij zweeg en bleef onbeweeglijk zitten./; met heb hoofd in de handen. Laurent en Michel verwijderden zich. Heb was onnoodig, Bertignolles dien dag nog meer te vragen. Zij zouden too'n niets van hem vernemen. Michel, zeide Laurent, breng onzo1 moeder naar Nogent terug. Onze moeder en Gilberte, zeide ML chel, want ik heb mijn dochter ook? meegebracht. Zij moest uw bruidsjuffec zijn. (Wordt vervolgd).;'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5