3L10IBBCJH BACIBZaAD, Bins&agf 20 Mei. Tweede Blad. Uit de Rechtzaal. Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. ~W a*£ial£. Arnio 1918, ernstig. Wat hem mankeert, wordt even wel niet meegedeeld. Koning George en koningin Mary van Engeland zijn gisteravond op het jacht „Victoria and Albert" scheep gegaan naar Vlissingen, bege leid door de kruisers „Warrior" en „Achilles" en een divisie torpedojagers. Op de helft van den weg naar Vlissingen zal een flottilje Duitöche torpedojagers het eerste-esccrte van 's keizers neef overnemen. Hedenmiddag wordt heb jacht te Vlissin gen verwacht, waar de Engelsche vorsten te 9 uur 's avonds van boord gaan, om per extra-trein den volgenden middag te Ber lijn aan te komen, waar de keizer hen met groote militaire eerbewijzen zal ontvangen. De Woensdag wordt verder en familie doorgebracht. Donderdag komt tsaar Nioolaas aan, en wordt een groot banket gegeven op het koninklijk slot. Zaterdag is de bruiloftsdag. Do volgende week Maandag zullen de koning en de koningin een bezoek brengen aan Neu-Strelitz. De datum van vertrek-van de Engelsche gasten uit Berlijn ie nog niet vastgesteld. Naar uit Washington aan de „Temps" wordt geseind, heeft de -Fra-nsche gezant namens zijn regeering aan Bryan instem ming be^iigfd met het plan om een perma nente commissie van onderzoek in te stel len, met het doel om oorlogsverkla ringen te voorkomen. De Engelfiche en Italiaansche regeeringen hebben eveneens instemming met het plan betuigd. Gouverneur Johnson van Californië heeft de wetop het landbezit bekrach tigd'. De protesten van Japan hebben dus niot geholpen. Vogcns de New-York Herald" heeft Bryan, de secretaris van staat, v. p het laat ste protest geantwoord, dat de centrale re geering geen recht heeft tusschenbeide te komen op het terrein van wetgeving in de onderscheidene staten, zo deze wetgeving niet strijdig is met international© verdra gen. De regeering verklaart Bryan be treurt., dat deze wet van kracht zal worden cn geeft Japan in overweging ?.e te doen toetsen door de hoogste gerechtshoven in ue Yereenigde Staten. Do centrale regee ring zal Japan iedere poging in die richting vergemakkelijken. Volgens de „Morning Post" vraagt men te Washington zich af, of Japan niet naar andere middelen zal omzien. In militaire kringen bepleit men onverwijlde versterking van het garnizoen op Hawaii en het sa mentrekken van de geheele vloot in den Stillen rOceaau, i Hawaii als basis. De presidentheeft echter besloten, op militair gebied niets te doen, dat Japan als een uitdaging kan beschouwen. De bladen te Shangai doelen-mede, dat een afdeeling soldaten, welke den. Isfcen Mei naar Senchantin gezonden werd om daar de aanplantingen der bloemen waar uit mm bereid wordt, te vernietigen, op een grooten weerstand bij de bevolking van het land stootte. De soldaten ontstaken in woede hierover en vielen de bevolking aan. Deze vluchtte in den tempel om zich tegen de woede der soldaten te beschermen, De soldaten staken den tempel in brand, 67 personen kwamen in da vlammen om. Klaagsche Siechtbank. Een a a n t ij d i n g. De Haagsciie chauffeur P. v. H. stond terecht wegens aanrijding met zijn auto op den Waseenaarschen weg bij „Bakkers- hagen" van den heer Nic. P. v. d. L., bouwkundige te 's-Gravenhage, die op 12 Februari, gereden op zijn motorrijwiel, kwam van de richting „Huis den Deyl". De heer v. d. L. was in gezelschap van nog een ander, die ook een motorrijwiel bereed, hij werd van zijn motor geslingerd en ernstig verwond, zoodat hij bijna ze9 weken zijn werkzaamheden niet kon ver richten. De heer v. d. L. verklaarde nu, dat hij op het rijwielpad reed, zooveel mogelijk rechts, het was dden avond nog al mistig. Op een gegeven oogênblik zag hij een auto aankomen, die naar zijn meening ook op het rijwielpad reed en voordat hij het zelf wist, had een aanrijding plaats met het bekende gevolg. Do ohauffeur verklaarde, dat hij, komen de van „Oud-Wassenaar", naar Wasse naar moesrt om drie heeren te halen; hij zag op een afstand een lichtje en dacht aanvankelijk dat het een stilstaande wa gen was. Hij gaf drie maal een signaal, doch het licht bleef zich in dezelfde richting vertoonen. Toen, opeens, bemerkte hij, dat het een wielrijder was, die plotseling op korten afstand vóór hem, dwars den weg overstak en de aanrijding volgde. Hij ont kende ten stelligste, dat hij verkeerd had gereden; hij reed midden op den weg. Do metgezel van den aangereden© ver klaarde, dat zij beiden rechts van den weg reden, v. d. L. op het rijwielpad, hij op den weg er vlak naast. Ook deze getuige had den indruk gekregen, dat de auto op het rijwielpad reed. Een koetsier, van „Bakkershagen" ko mende, had gezien, dat de auto op het rij wielpad reed en er een aanrijding had plaats gehad. Na de aanrijding heeft de ohauffeur di rect gestopt, is terug gereden en heeft den gewonde met zijn auto naar een tfiokter te Wassenaar gebracht. De officier, Mr. Van Kleffen», achtte beklaagd es sohuld aan deaanrijding bewe zen, omdat er getuigenzijn, die gezien hebben, dat beklaagde het rijwielpad be reed. Hij vroeg schuldig verklaring aan het ten laste gelegde en veroorcfeeling tot een maand hechtenis. Mishandeling te Katwijk- a a n-Z e e. Niet verschenen was de ^-jarige C. PI., te Katwijk-aan-Zee, die gedagvaard was, ter zake, dat hij op 19 februari j.l. zeke ren J. R. aldaar, opzettelijk gewelddadig tegen den grond heeft gesmeten en gesla gen en bloedend verwond De mishandelde deelde mede, hoe hij in een slop door beklaagde was mishandeld. Twoe vrouwen hadden gezien, dat R gesla gen was, doch niet dat hij tegen den grond was gesmeten. De officier van justitie vorderde, omdat beklaagde gunstig bekend staat, slechts f 20 boete of 20 dagen heohtenis. Mr. Fokker uit Leiden, als verdediger optredend, achtte zijn taak aanmerkelijk verlicht door dozen elementen eiooh én hoopte, dat do rechtbank geen zwaardere j strrf zou opleggen. Nochtans had hij een aanmerking op de dagvaarding, die, naar zijn meening, aan leiding zou kunnen geven, beklaagde te ontslaan van rechtsvervolging. De woorden opzettelijk en gewelddadig sloegen, zooals de dagvaarding nu waa gesteld, alléén op het tegen den grond smijten en niet op het slaan en bloedend verwonden. Het tegen den grond smijten nu was niet bewezen. Mocht de rechtbank hierin geen aanlei ding Wnden beklaagde te ontslaan van rechtsvervolging, dan hoopte hij, dat in ieder geval een lichte straf zou worden opgelegd. Wat i n 'tvat zit verzuurtniet. Enkel© maanden geleden werden door de Haagsohe rechtbank drie Leidsohe werklie den veroordeeld, wegens diefstal van een 7-tal stukken katoen, ten nadeele van de N V. Leidscho Katoen-maatsohappij. De 61-jarige koopman J. v. O., te Leiden die in verband daarmede toen terechtstond wegens het opzettelijk onttrekken van goe- dcron aan het onderzoek di or de politie, werd van die aanklacht vrijgesproken. Korten tijd daarna kreeg hij evenwel een nieuwe dagvaarding thuis, waarin hem nu Over het gebourde to Toul geven de bla den nog ta. van bijzonderheden. Onzen lezers zullen ze weinig interesseeren, alleen zij opgemerkt, dat 't niet zoo'n onschuldig be- tooginkje was, als men aanvankelijk wilde doen gelooven. Hot incident wordt toege schreven aan eenigo manschappen, die met jf'"ksterverlof te Parijs waren geweest Van officieelo zijde spreekt men tegen, dat de gobeurtenissen te Toul, het karakter van muiter ij hadden, maar men ontkent tooh niet het ernstige van d'e feiten en men kondigt aan dat de schuldigen met groote gestrengheid gestraft zullen worden. Verscheidene der beste rechercheurs zijn naar Toul gezonden om na te gaan welke uiet-militaire opstekers een rol bij de ge beurtenissen gespeeld hebben. Eén ding is zeker, Turkije én do Balkan- stnten zullen niet weer slaags raken. In Londen zal de strijd worden uitgevochten. Alles wijst daarop, niet hot minst een be richt in de ,,Köln. Ztg." dat de Turksdie regeering maatregelen treft tot terug trekking der troepen van Tcha- taldzja en Boelair. Zij zullen van San 'Stc- fano en Gallipoli uifc per schip vervoerd' worden en Konstantinopel niet aandoen. De Arabische troepen gaan naar Beiroet, de regimenten uit het Vesten van Klein- Azió eerst naar Pandemia en van daar per spoor verder naar het binnenland. Met het naar huis zenden der vrijwilligers is reeds een begin gemaakt, dan volgen de reservisten en ten slotte de soldaten in ao- tieven dienst. Van de te verdeelcn buit, wil nu natuur lijk elk het grootste deel hebben. Aan de „Köln. Ztg." wordt uit Sofia ge seind, dat Bulgarije de opofferingen, die het in vergelijking met Griekenland bij den strijd" in Macedonië zich getroost heeft, als nm-»tstaf wil doen gelden bij de gebiedsver- deeling. De officieuse ..Mir" heeft daarover reeds cijfers gegeven en meegedeeld, dat aan den oorlog 300,(DO Bulgaren, 200,000 Serviërs en 100.0X) Grieken hebben deelgenomen. De Bulgaren hebben 270,009 Turken overwon nen, de Serviërs en Grieken ;eder 70,000, on in dezelfde volgorde bedroegen de ver liezen der l>ondgenooten 70,000 25,000 en 15. (DO. Een te Athene openbaar gemaakte offi cieuse nota noemt deze cijfers volkomen on juist en sterk geflatteerd naar Bulgaar- sclien kant. Griekenland had zich verbonden 110,000 man in 't veld te zenden, het heeft eohter met 2-10,000 men tegen de Turken gevochten en niet 70 000, doch 150,000 Tur ken overwonnen. Het aantal gevangenen aan Grieksehen kant is 80,000. Bulgarije'» leger is nooit grooter geweest dan het Griokeche. Ook zijn de Bulgaareohe verliezen veel te hoog opgegeven, de Griek - scho te laag. De nota noemt verder do Bulgaaroche aanspraken op oen groot deel van het Ma cedonische gebied, dat door Turken en Grieken bewoond wordt, onlogisch cn herin nert, dat Griekenland tijdens den eersten wapenstilstand den veldtocht heeft voort gezet, de Turksche kust met zijn vloot blokkeerde en daardoor voor de vernieti ging van het Turksche leger in Albanië den weg heeft gebaand. Maarschalk Von der Golta, de man, die hei- Turksche leger gevormd heeft, komt nu, na den oorlog met een goeden raad. De door hem gevormde strijdmacht heeft het loodje moeten leggen, gratis geeft hij daar om een nieuw advies. Gf men vertrouwen zal stellen in Von dor Goltz? Hij heeft een „laatste woord van waar schuwing aan Turkije" gericht, waarin hij o.rn. »egt: „het eene noodige vc&r Turkije is zonder verwijl en zonder zich door zijn financieele uitputting te laten terughouden, zich tot de tanden te wapenen. Als het dat verzuimt, is het verloren". Men herinnert zich nog het rt-"'1 A b d o.o 1 H a m i d na de inneming van Saloniki. Thans komt - een tijding, dat deze ex-sultan ziek ia. Zijn toestand is (Nadruk verboden). 99 Pas op, het leven van uw vader is in gevaar, wanneer gij schelt, zei hij dof. Zijn oogen schoten vonken van haat. Een woeste uitdrukking lag op zijn gelaat pd lezen. De hand van Jenny viel terug. Het leven van haar vader in gevaar? Hoe? Waarom? Ja, ik bemin u als een krankzinnige, sedert lang, sedert- uw vader mij heeft op genomen, sedert ik u voor de eerste maal zag, maar ik beminde u als een hond zijn meester en nooit had ik liet u willen zog gen. Gij stondt .zoo ver boven mij. Ik was reeds gelukkig u in liet geheim van mijn hart te kunnen beminnen. Het was mij reeds voldoende u nu en dan te kunnen zien, uw stem te hooren. Ja, meer had ik riet noodig, om oneindig gelukkig te zijn. En wanneer ik nu lijd als een vervloekte, dan is uw vader daar de oorzaak van. Hij had die liefde weldra bemerkt en bij heeft misbruik gemaakt van mijn geheim. Mijn vader is uw meester en uw wel doener; dat schijnt gij te vergeten. Ik vergeet niets. Thans is uw vader voor mij slechts een man, die mij bedrogen en met mijn hart gespoeld heeft. Waarmee heoft mijn vader u dan be drogen? Door mij te doen gelooven, dat gij mij zoudfc beminnen.. Ik, Romain? Ja, u. Mijn vader wist, dat mijn keus reeds gedaan, dat mijn hart niet meer vrij was. Daarom zeg ik, dat hij mij bedrogen heeft. Mijn vader heeft mij uw liefde nooit doen vermoeden. Trouwens, ik kon u niet beminnen. Neen, dat kondt gij ook niet, maar ik zal u herhalen, wat ik reeds aan uw vader gezegd heb: Wanneer u de mijne niet kan zijn, dan wil ik ook niet, dat gij een ander zulttoebehooren. Is dat een bedreiging, Romain? Een bedreiging, die ik u heden doe, aaii u, juffrouw Jenny, en die ik u verzoek aan uw vader óver te brengen, en die ik zal uitvoeren vóór uw huwelijk, als het moet. Zij sidderde. En hoo zult gij die uitvoeren? God geve, dat gij dat nooit zult weten, juffrouw. V/elke hinderpaal kunt gij mijn hu welijk in den weg leggen? Een vreeselijke, onoverkomelijke hinderpaal. Er kwam een vermoeden bij haar op. Romain, zei zij, ik begrijp niet, wat gij zeggen wilt, maar het is mij alsof er een geheim bestaat. Mejuffrouw Jenny, ik kom u smeeken van mijnheer Laurent de Soulaimes af te zien. Afzien van Laurent; maar gij zijt krankzinnig, Romain. Helaas, neen, ik ben niet gek. Ik weet, hoeveel verdriet ik u aandoe, en dat breekt mij het hart, maar ik wil niet, dat het huwelijk zal doorgaan, ik wil het niet. Inderdaad, hij zag er uit als een waan zinnige. Waart gij niet gelukkig bij uw va der, die in allee uw wil volgde? Wat ont brak u nog- Gij zijt jong, rijk en schoon. En gij zijt goed. Waarom moest uw hart zich hechten aan een man, die zoo ver van u verwijderd is, die u niet bemint? Zwijg, Romain Neen, hij bemint u niet. Hij is altijd koel tegenover u. Zoooven heb ik u be spied. Gij waart met hem alleen. Ik kon uw woorden verstaan. O, hoe teeder waren zij voor hem en hoe braken zij mij het hart. Welnu, hij is er geen oogênblik door ge troffen geweest. O, ontken het maar niet en tracht hem niet te verdedigen. Het is waar, wab ik zeg, het is waar. Op uw liefdevolle woorden, die mij de tranen in de oogen deden komen, heeft hij niets geantwoord. Ik zag, dat hij het hoofd af wende en d'e oogen neersloeg. O, er is mij niets van dat alles ontgaan. Toen u met uw hoofd tegen zijn borst leunde, en een kus verwachtte, hebt gij tevergeefs gewacht. Neen, hij bemint u niet, ik zweer het u. Hij is gedwongen u te huwen, en hij trouwt alleen met u, omdat uw geld zijn broeder redt van het bankroet, waarmee hij bedreigd werd. Er bestaat bij hem geen liefde, niets dan berekening. Neen, ik her haal u, hij bemint u niet, en gij gaat glim lachend en onwetend uw ongeluk te ge- moet. Zij luisterde verschrikt. Eerst had zij hem willen tegenepreken, Laurent verdedigen, daarna had rij moe ten laste werd' gelegd heliag van de gesto len stukken katoen. Gisteren werd deze zaak voor de recht bank behandeld. Van O. erkende de stukken katoen gekooht te hebben van den sigaren—aker Simon P., voor don prijs van 12 cents per el. Pres.„Vondt u dat niet- vreemd, cUA een sigarenmaker katoen te koop heeft?" Bekl.„Weineen! Ik kendo hem goed en heb ook al meer sigaren van hen gekocht." Pres.„Hebt ge de stukken ook nageme ten, toen P. er mede kwam?" Bekl.„Neen, toen niet, later wel". Pres.: „Hoe kon je koopon per el? Wist je da.n hoeveel er aan het stu1- zat?" Bekl.„Ja, zeker zoo ten naaste bij 40 el." Vervolgens wijst de President em er op, dat zijn verklaring voor den inspecteur van politie den heer Balfoort, omtrent den prijs, dien hij er voor betaald zou hebbon, niet klopt met hetgeen hij later opgaf. Bekl.O„maar, dat heele verbaal van Balfoort is van do beginnen af niet goed geweest." Do President zegt, dat do prijs van 12 cents per el toch wel wat laag is? Bekl.„Ik heb er den vollen prijs voor betaald en daar komt nog bij dat er wel eens vlekjes aan 't goed kunnen zitten, waar door het minder waard is." Pres.: „Zat er hier ook een vlekje aan?" Bekl. grijnzend: „Dat weet ik niet." De sigarenmaker S. P., kwam daarna ver klaren, dat hij de stukken katoen van zijn broer Laurens P. had om ze bij v. O., te verkoopen. Later was zijn vrouw er mede thuis gekomen na een bezoek bij v. O., en had zij gezegd, dat v. O., er niets mede te maken wilde hebben en zijn geld terug ver langde. De rechercheur Van Es was op 12 Nov. mót- een staaltje van het gestolen katoen bij Van 0. gekomen om te vragen of hij ook van dat goed had, v. O.'s vrouw was leen in den winkel. Deze riep haar man en toen die den rechercheur eens goed opnam, zei hij plot seling: ,,0, neen, dat goed heb ik niet/' Van E. ging daarop heen, maar keerde on middellijk terug, tegen v.O. zeggende,,Denk er om, dat good is niet in den handel; dus als je 't wel in huis hebt, is 't van diefstal afkomstig." Van O bleef ook toen ontkennen het goed in huis te hebben. Toen de reoheroheur daarop zijn verlangen te ken nen gaf, om het huis te mogen doorzoeken, weigerde v. O. dat pertinent. Hierna werden do drie dieven gehoord, «lie verklaarden onder welke omstandighe den zij hot katoen stalen en hoe do broer van één hunner, dus Simon P., hot van hen overnamen en bij v. 0. had vcrkoohb. Na hot hooren van den directeur der Ka toen-Maatschappij, den heer Driossen, en dón beer Blöte, magazijnmeester, kroeg do offi cier, mr. Van Kleffena, het woord, tot hot nemen van zijn requisitoir. De feiten nauwkeurig nagaande, stond het bij hem vast, dat v. O., die reeds moer we gens heling is veroordeeld, heolgoed moet geweten hebbon, dat do stukken katoen vam diefstal afkomstig waren en volgens oen arrest van den Hoogen Raad, to vindon in. bet „Weekblad v. h. Recht 8175", is ,,weu ten" synoniem met „overtuigend zijV'. Hij vroog daarom zos maanden gevangenisstraf tegen beklaagde. Mr. Bourlier, uit Den Haag, 'als verde diger optredend, bestreed do meening van den officier, dat beklaagde geweten moest hebben en overtuigd moet zijn geweest, dat het goed van diefstal afkomstig was. Dat hij het kooht van een sigarenmaker, is niets vreemds; lieden, die tweede hands- goed koopon en verkooj»en, daar vindt meen alles onder. Dat hij het katoen niet oer3*t na heeft ge- moten en dus ongezien kooht, pleit meer vóór, dan tegen beklaagde, want wist hij, dat hij met diefstal te doen had, dan had hij allo reden om eerst het goed eens na te moten, wel wetende, dat dieven ook nog in staat zijn ©en koopman op te lichten. Ook achter den prij's van 10 oents de él behoeft men niets te zoeken, als men woet, dat het goed een oent of zestien waard is.' Het feit, dat hij* togen don reoheroheur Van Es heeft gezegd, dat hij het goed niet in deloos en neerslachtig dien woordevlocd aangehoord. Wat Romain daar zei, had zij ziohzelf ook meermalen gezegd, maar zij was zoo verblind door haar liefde, dat zij er niet meer aan dacht. Zij had zich inderdaad afgevraagd: Word ik werkelijk bemind? Die liefde was zoo plotseling opgeko men. Zij had er zoo weinig op gerekend. Eens, toen zij hem haar hart aanbood, had zij de bekentenis van den jongen man af geluisterd. Zij had gehoord, dat Laurent openhartig aan haar vader zei, dat hij Jenny niet beminde en haar ook nooit be minnen zou. Dagen waren verloopen.- Eindelijk zag zij Laurent weer, en deze nam nu eensklaps het huwelijk aan, zon der te spreken van zijn geheime Tiefde. Van waar die plotselinge verandering? Wat was er dan gebeurd Zij herinnerde zich ook, dat Bertignolles nooit aan dat huwelijk gewanhoopt had; integendeel, hij had Jenny altijd opgebeurd en aangemoedigd. Had hij dan Laurent weer gezien? Bezat hij het middel, om dit huwelijk tot stand te brengen? Ziedaar wat zij rich afvroeg, terwijl zij naar Romain luisterde. In haar gedachte ging zij den tijd van haar verloving met Laurent nog eens na. Had zij ooit teederheid, bewijzen van liefde van Laurent ontvangen? Neen. hij was altijd koel en terughou dend. Wanneer hij met haar alleen was, dan kon zij duidelijk merken, dat hij ongerust, MBRTBrWUWeimj. HULP» WSUS35grr»..— huis had, wordt verkeerd voorgesteld, en omdat een vroegere vervolging, wegens het onttrekken van goed aan het onderzoek der politie, niet opging, heeft men hem nu ver volgd wegens heling, doch niet deze be klaagde is de heler, maar Simon P., die het van den dief had en daarna bij bekl. verkocht. Het wettig noch overtuigend bewijs ge leverd achtend, vroeg hij met vertrouwen vrijspraak van beklaagde. Een gladde. De 55-jarige veehouder J. K., te Stomp- wijk, lc\;erde bij contract melk aan de melk fabriek te Zegwaard. Op zekeren dag kreeg men argwaan tegen TC. en verdacht men hem van vervalsching der molk en wérkelijk bleek toen,dat er een belangrijke hoeveelheid water in was. Do directeur nam K. eens onder handen, maar met het leukste gezicht ter wereld, boweorde hij er niets van te weten, dat moest dan zijn zoon of een der knechts gedaan hebben. Toen hij bemerkte, dat er ernst met de zaak gemaakt word, kocht hij het af met f 400. Een tijdlang ging het nu geed, tot de melk van K. weer dunner en blauwer werd. Monsters werden genomen en geconstateerd werd, dat er 15 pCt. water in was. En thans werd een vervolging tegen K. ingesteld. Voor de rechtbank hield K. vol niet to weten boo het water er in kwam. Hij kon haast het lachen niet weerhouden. Vooral niet, toen zijn zoon kwam vertellen, dat hij het gedaan had. Of zijn vader er van wist? AVelnecn .Waarom hij hot dan gedaan had? Op deze vraag bleef hij herhaaldelijk het antwoord schuldig, wat hem te gemakkelijker viel, om dat hij buiten code gehoord werd. De Officier van Justitie geloofde wel, dat beklaagde het gedaan had, maar kon het hem niet bewijzen, en vroeg daarom vrij spraak voor den lachenden boer, die nog hartelijker lachte toen hij uit do rechtszaal was. Belemmering der politie. M. G. G., te Katwijk.aan-Zeo, heeft een Hotel en Café, maar noch vergunning, noch' verlof. Toen nu de inspecteur van politio, do lieer Vooys, op 15 Februari do zaak van G. binnentrad, op vermoeden, dat er drank! gotapt werd, word hij in die meening ver-* sterkt door een sterk© lucht naar drank. De bezoekers, die er waren, hadden geen gelag bij zich staan, maar in 't buffet stond een karaf, dio, naar de meening van denj inspecteur, bittor inhield. G. ontkende dit en zei, dat al zijn karaffen gekleurd water; bevatten. Do heer Vooys, hiermede niot te vreden, wilde de karaf in beslag nemen, wafc G. hem belette. Daardoor haalde G. zich! een vervolging op den hals. Hij verontschuldigde zich thans, door td zeggen, dat hij het niet wist, hij had gxs-» zegd, als de inspecteur pen bewijs van den burgemeester had, hij dan gerust jlicfc ge heel e huis mocht doorzoeken, overtuigd, dab er volstrekt geen drank in huis was. Na het hooren van den inspecteur Vooys, eischte do officier van justitie 1 maand geu vangenisstraf tegen G. wegens het beletten van oen ambtenaar in een volgens wettelijk voorschrift verrichte handeling. i Kinderwetten. Met gesloten deuren werden behandeld do zaken tegen M. N., P L. G. in 'l W„ te Leiden, en A. do R., te Alphen, minder, jaTigen, beschuldigd van diefstal. Utrechtsclio Iteclitbaun. Verkiezingsknoeier ij en. De 41-jarige G. M. v. B., te Wijk-bij- Duurste de, propagandist van een kiesver- eeniging ,die verleden week terechtstond wegens onvertreding der kieswet, is door de rechtbank vrijgesproken. De officier eischte een maand gevangenisstraf. De 63-jarige landbouwer G. V. en zijn zoon, de 28-jarige landbouwer J. A. V., te Jutphaas, die een valsche aangifte zouden hebben gedaan voor de kiezerslijst, wer den veroordeeld tot twee dagen gevange nisstraf. Het O. M. had een week gevange nisstraf geëischt. gejaagd was en naar een gelegenheid zoclit om haar te ontkomen. O, dit allee zag zij duidelijk in, nu Ro main het haar zei. Zij wachtte ,nog altijd op de woorden; Ik bemin u. Meermalen had zij hem, met de fijne en kieeehe slimheid eener beminnende vrouw,; die bekentenis trachten te ontlokken maar steeds had hij gezwegen, het hoofd afge wend eif een andere wending aan het ge-: sprek gegeven. Neen Romain sprak de waarheid, dat wist zij maar al te goed, maar toch wilde zij het niet erkennen, althans niet tegen over Romain Zij hief het hoofd trotsch op "en zei: Laurent bemint mij, en zou mij niet huwen, wanneer hij mij niet beminde. En ik herhaal u juffrouw Jenny, dat die man u zonder liefde trouwt, maar hij is slechts ten halve schuldig want mijn heer Bertignolles heeft alles gedaan, om hem bot dat huwelijk te noodzaken. Verklaar u nader, Romain. Neen, mejuffrouw. Wanneer ik dat deed, zou ik mijn bedreiging ten uitvoer brengen en dat wil ik niet. Ik heb u ge zegd: heden dreig ik slechts en ik hoop, dat ik niet verder zal behoeven te gaan.i Na oen oogênblik "zwijgen, zei hij: Nu weet gij wat ik eisch, mejuffrouw. Gij zult niet trouwen. Ik wil het niet. Maar wanneer, ondanks alle6, gij en uw vader bij uw besluit blijven, dan zulle er groot* orgelukken gebeuren. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5