3L10IBBCJH BACIBZaAD, Bins&agf 20 Mei. Tweede Blad.
Uit de Rechtzaal.
Buitenlandseh Overzicht.
FEUILLETON.
~W a*£ial£.
Arnio 1918,
ernstig. Wat hem mankeert, wordt even
wel niet meegedeeld.
Koning George en koningin
Mary van Engeland zijn gisteravond op
het jacht „Victoria and Albert" scheep
gegaan naar Vlissingen, bege
leid door de kruisers „Warrior" en
„Achilles" en een divisie torpedojagers.
Op de helft van den weg naar Vlissingen
zal een flottilje Duitöche torpedojagers het
eerste-esccrte van 's keizers neef overnemen.
Hedenmiddag wordt heb jacht te Vlissin
gen verwacht, waar de Engelsche vorsten
te 9 uur 's avonds van boord gaan, om per
extra-trein den volgenden middag te Ber
lijn aan te komen, waar de keizer hen met
groote militaire eerbewijzen zal ontvangen.
De Woensdag wordt verder en familie
doorgebracht.
Donderdag komt tsaar Nioolaas aan, en
wordt een groot banket gegeven op het
koninklijk slot.
Zaterdag is de bruiloftsdag.
Do volgende week Maandag zullen de
koning en de koningin een bezoek brengen
aan Neu-Strelitz.
De datum van vertrek-van de Engelsche
gasten uit Berlijn ie nog niet vastgesteld.
Naar uit Washington aan de „Temps"
wordt geseind, heeft de -Fra-nsche gezant
namens zijn regeering aan Bryan instem
ming be^iigfd met het plan om een perma
nente commissie van onderzoek in te stel
len, met het doel om oorlogsverkla
ringen te voorkomen.
De Engelfiche en Italiaansche regeeringen
hebben eveneens instemming met het plan
betuigd.
Gouverneur Johnson van Californië heeft
de wetop het landbezit bekrach
tigd'. De protesten van Japan hebben dus
niot geholpen.
Vogcns de New-York Herald" heeft
Bryan, de secretaris van staat, v. p het laat
ste protest geantwoord, dat de centrale re
geering geen recht heeft tusschenbeide te
komen op het terrein van wetgeving in de
onderscheidene staten, zo deze wetgeving
niet strijdig is met international© verdra
gen.
De regeering verklaart Bryan be
treurt., dat deze wet van kracht zal worden
cn geeft Japan in overweging ?.e te doen
toetsen door de hoogste gerechtshoven in
ue Yereenigde Staten. Do centrale regee
ring zal Japan iedere poging in die richting
vergemakkelijken.
Volgens de „Morning Post" vraagt men
te Washington zich af, of Japan niet naar
andere middelen zal omzien. In militaire
kringen bepleit men onverwijlde versterking
van het garnizoen op Hawaii en het sa
mentrekken van de geheele vloot in den
Stillen rOceaau, i Hawaii als basis.
De presidentheeft echter besloten, op
militair gebied niets te doen, dat Japan
als een uitdaging kan beschouwen.
De bladen te Shangai doelen-mede, dat
een afdeeling soldaten, welke den. Isfcen
Mei naar Senchantin gezonden werd om
daar de aanplantingen der bloemen waar
uit mm bereid wordt, te vernietigen, op
een grooten weerstand bij de
bevolking van het land stootte. De
soldaten ontstaken in woede hierover en
vielen de bevolking aan. Deze vluchtte in
den tempel om zich tegen de woede der
soldaten te beschermen, De soldaten staken
den tempel in brand, 67 personen kwamen
in da vlammen om.
Klaagsche Siechtbank.
Een a a n t ij d i n g.
De Haagsciie chauffeur P. v. H. stond
terecht wegens aanrijding met zijn auto
op den Waseenaarschen weg bij „Bakkers-
hagen" van den heer Nic. P. v. d. L.,
bouwkundige te 's-Gravenhage, die op 12
Februari, gereden op zijn motorrijwiel,
kwam van de richting „Huis den Deyl".
De heer v. d. L. was in gezelschap van
nog een ander, die ook een motorrijwiel
bereed, hij werd van zijn motor geslingerd
en ernstig verwond, zoodat hij bijna ze9
weken zijn werkzaamheden niet kon ver
richten.
De heer v. d. L. verklaarde nu, dat hij
op het rijwielpad reed, zooveel mogelijk
rechts, het was dden avond nog al mistig.
Op een gegeven oogênblik zag hij een
auto aankomen, die naar zijn meening ook
op het rijwielpad reed en voordat hij het
zelf wist, had een aanrijding plaats met
het bekende gevolg.
Do ohauffeur verklaarde, dat hij, komen
de van „Oud-Wassenaar", naar Wasse
naar moesrt om drie heeren te halen; hij
zag op een afstand een lichtje en dacht
aanvankelijk dat het een stilstaande wa
gen was. Hij gaf drie maal een signaal,
doch het licht bleef zich in dezelfde richting
vertoonen. Toen, opeens, bemerkte hij, dat
het een wielrijder was, die plotseling op
korten afstand vóór hem, dwars den weg
overstak en de aanrijding volgde. Hij ont
kende ten stelligste, dat hij verkeerd had
gereden; hij reed midden op den weg.
Do metgezel van den aangereden© ver
klaarde, dat zij beiden rechts van den weg
reden, v. d. L. op het rijwielpad, hij op
den weg er vlak naast. Ook deze getuige
had den indruk gekregen, dat de auto op
het rijwielpad reed.
Een koetsier, van „Bakkershagen" ko
mende, had gezien, dat de auto op het rij
wielpad reed en er een aanrijding had
plaats gehad.
Na de aanrijding heeft de ohauffeur di
rect gestopt, is terug gereden en heeft den
gewonde met zijn auto naar een tfiokter te
Wassenaar gebracht.
De officier, Mr. Van Kleffen», achtte
beklaagd es sohuld aan deaanrijding bewe
zen, omdat er getuigenzijn, die gezien
hebben, dat beklaagde het rijwielpad be
reed. Hij vroeg schuldig verklaring aan
het ten laste gelegde en veroorcfeeling tot
een maand hechtenis.
Mishandeling te Katwijk-
a a n-Z e e.
Niet verschenen was de ^-jarige C. PI.,
te Katwijk-aan-Zee, die gedagvaard was,
ter zake, dat hij op 19 februari j.l. zeke
ren J. R. aldaar, opzettelijk gewelddadig
tegen den grond heeft gesmeten en gesla
gen en bloedend verwond
De mishandelde deelde mede, hoe hij in
een slop door beklaagde was mishandeld.
Twoe vrouwen hadden gezien, dat R gesla
gen was, doch niet dat hij tegen den grond
was gesmeten.
De officier van justitie vorderde, omdat
beklaagde gunstig bekend staat, slechts
f 20 boete of 20 dagen heohtenis.
Mr. Fokker uit Leiden, als verdediger
optredend, achtte zijn taak aanmerkelijk
verlicht door dozen elementen eiooh én
hoopte, dat do rechtbank geen zwaardere
j strrf zou opleggen.
Nochtans had hij een aanmerking op de
dagvaarding, die, naar zijn meening, aan
leiding zou kunnen geven, beklaagde te
ontslaan van rechtsvervolging. De woorden
opzettelijk en gewelddadig sloegen, zooals
de dagvaarding nu waa gesteld, alléén op
het tegen den grond smijten en niet op het
slaan en bloedend verwonden. Het tegen
den grond smijten nu was niet bewezen.
Mocht de rechtbank hierin geen aanlei
ding Wnden beklaagde te ontslaan van
rechtsvervolging, dan hoopte hij, dat in
ieder geval een lichte straf zou worden
opgelegd.
Wat i n 'tvat zit verzuurtniet.
Enkel© maanden geleden werden door de
Haagsohe rechtbank drie Leidsohe werklie
den veroordeeld, wegens diefstal van een
7-tal stukken katoen, ten nadeele van de N
V. Leidscho Katoen-maatsohappij.
De 61-jarige koopman J. v. O., te Leiden
die in verband daarmede toen terechtstond
wegens het opzettelijk onttrekken van goe-
dcron aan het onderzoek di or de politie,
werd van die aanklacht vrijgesproken.
Korten tijd daarna kreeg hij evenwel een
nieuwe dagvaarding thuis, waarin hem nu
Over het gebourde to Toul geven de bla
den nog ta. van bijzonderheden. Onzen lezers
zullen ze weinig interesseeren, alleen zij
opgemerkt, dat 't niet zoo'n onschuldig be-
tooginkje was, als men aanvankelijk wilde
doen gelooven. Hot incident wordt toege
schreven aan eenigo manschappen, die met
jf'"ksterverlof te Parijs waren geweest
Van officieelo zijde spreekt men
tegen, dat de gobeurtenissen te Toul, het
karakter van muiter ij hadden,
maar men ontkent tooh niet het ernstige
van d'e feiten en men kondigt aan dat de
schuldigen met groote gestrengheid gestraft
zullen worden.
Verscheidene der beste rechercheurs zijn
naar Toul gezonden om na te gaan welke
uiet-militaire opstekers een rol bij de ge
beurtenissen gespeeld hebben.
Eén ding is zeker, Turkije én do Balkan-
stnten zullen niet weer slaags raken. In
Londen zal de strijd worden uitgevochten.
Alles wijst daarop, niet hot minst een be
richt in de ,,Köln. Ztg." dat de Turksdie
regeering maatregelen treft tot terug
trekking der troepen van Tcha-
taldzja en Boelair. Zij zullen van San 'Stc-
fano en Gallipoli uifc per schip vervoerd'
worden en Konstantinopel niet aandoen.
De Arabische troepen gaan naar Beiroet,
de regimenten uit het Vesten van Klein-
Azió eerst naar Pandemia en van daar per
spoor verder naar het binnenland.
Met het naar huis zenden der vrijwilligers
is reeds een begin gemaakt, dan volgen de
reservisten en ten slotte de soldaten in ao-
tieven dienst.
Van de te verdeelcn buit, wil nu natuur
lijk elk het grootste deel hebben.
Aan de „Köln. Ztg." wordt uit Sofia ge
seind, dat Bulgarije de opofferingen, die
het in vergelijking met Griekenland bij den
strijd" in Macedonië zich getroost heeft, als
nm-»tstaf wil doen gelden bij de gebiedsver-
deeling.
De officieuse ..Mir" heeft daarover reeds
cijfers gegeven en meegedeeld, dat aan den
oorlog 300,(DO Bulgaren, 200,000 Serviërs en
100.0X) Grieken hebben deelgenomen. De
Bulgaren hebben 270,009 Turken overwon
nen, de Serviërs en Grieken ;eder 70,000,
on in dezelfde volgorde bedroegen de ver
liezen der l>ondgenooten 70,000 25,000 en
15. (DO.
Een te Athene openbaar gemaakte offi
cieuse nota noemt deze cijfers volkomen on
juist en sterk geflatteerd naar Bulgaar-
sclien kant. Griekenland had zich verbonden
110,000 man in 't veld te zenden, het heeft
eohter met 2-10,000 men tegen de Turken
gevochten en niet 70 000, doch 150,000 Tur
ken overwonnen. Het aantal gevangenen
aan Grieksehen kant is 80,000.
Bulgarije'» leger is nooit grooter geweest
dan het Griokeche. Ook zijn de Bulgaareohe
verliezen veel te hoog opgegeven, de Griek -
scho te laag.
De nota noemt verder do Bulgaaroche
aanspraken op oen groot deel van het Ma
cedonische gebied, dat door Turken en
Grieken bewoond wordt, onlogisch cn herin
nert, dat Griekenland tijdens den eersten
wapenstilstand den veldtocht heeft voort
gezet, de Turksche kust met zijn vloot
blokkeerde en daardoor voor de vernieti
ging van het Turksche leger in Albanië den
weg heeft gebaand.
Maarschalk Von der Golta, de man, die
hei- Turksche leger gevormd heeft, komt
nu, na den oorlog met een goeden raad. De
door hem gevormde strijdmacht heeft het
loodje moeten leggen, gratis geeft hij daar
om een nieuw advies. Gf men vertrouwen
zal stellen in Von dor Goltz?
Hij heeft een „laatste woord van waar
schuwing aan Turkije" gericht, waarin hij
o.rn. »egt: „het eene noodige vc&r Turkije
is zonder verwijl en zonder zich door zijn
financieele uitputting te laten terughouden,
zich tot de tanden te wapenen. Als het
dat verzuimt, is het verloren".
Men herinnert zich nog het rt-"'1
A b d o.o 1 H a m i d na de inneming van
Saloniki. Thans komt - een tijding, dat
deze ex-sultan ziek ia. Zijn toestand is
(Nadruk verboden).
99
Pas op, het leven van uw vader is in
gevaar, wanneer gij schelt, zei hij dof.
Zijn oogen schoten vonken van haat.
Een woeste uitdrukking lag op zijn gelaat
pd lezen.
De hand van Jenny viel terug.
Het leven van haar vader in gevaar?
Hoe? Waarom?
Ja, ik bemin u als een krankzinnige,
sedert lang, sedert- uw vader mij heeft op
genomen, sedert ik u voor de eerste maal
zag, maar ik beminde u als een hond zijn
meester en nooit had ik liet u willen zog
gen. Gij stondt .zoo ver boven mij. Ik was
reeds gelukkig u in liet geheim van mijn
hart te kunnen beminnen. Het was mij
reeds voldoende u nu en dan te kunnen
zien, uw stem te hooren. Ja, meer had ik
riet noodig, om oneindig gelukkig te zijn.
En wanneer ik nu lijd als een vervloekte,
dan is uw vader daar de oorzaak van. Hij
had die liefde weldra bemerkt en bij heeft
misbruik gemaakt van mijn geheim.
Mijn vader is uw meester en uw wel
doener; dat schijnt gij te vergeten.
Ik vergeet niets. Thans is uw vader
voor mij slechts een man, die mij bedrogen
en met mijn hart gespoeld heeft.
Waarmee heoft mijn vader u dan be
drogen?
Door mij te doen gelooven, dat gij
mij zoudfc beminnen..
Ik, Romain?
Ja, u.
Mijn vader wist, dat mijn keus reeds
gedaan, dat mijn hart niet meer vrij was.
Daarom zeg ik, dat hij mij bedrogen
heeft.
Mijn vader heeft mij uw liefde nooit
doen vermoeden. Trouwens, ik kon u niet
beminnen.
Neen, dat kondt gij ook niet, maar ik
zal u herhalen, wat ik reeds aan uw vader
gezegd heb: Wanneer u de mijne niet kan
zijn, dan wil ik ook niet, dat gij een ander
zulttoebehooren.
Is dat een bedreiging, Romain?
Een bedreiging, die ik u heden doe,
aaii u, juffrouw Jenny, en die ik u verzoek
aan uw vader óver te brengen, en die ik
zal uitvoeren vóór uw huwelijk, als het
moet.
Zij sidderde.
En hoo zult gij die uitvoeren?
God geve, dat gij dat nooit zult
weten, juffrouw.
V/elke hinderpaal kunt gij mijn hu
welijk in den weg leggen?
Een vreeselijke, onoverkomelijke
hinderpaal.
Er kwam een vermoeden bij haar op.
Romain, zei zij, ik begrijp niet,
wat gij zeggen wilt, maar het is mij alsof
er een geheim bestaat.
Mejuffrouw Jenny, ik kom u smeeken
van mijnheer Laurent de Soulaimes af te
zien.
Afzien van Laurent; maar gij zijt
krankzinnig, Romain.
Helaas, neen, ik ben niet gek. Ik
weet, hoeveel verdriet ik u aandoe, en dat
breekt mij het hart, maar ik wil niet, dat
het huwelijk zal doorgaan, ik wil het niet.
Inderdaad, hij zag er uit als een waan
zinnige.
Waart gij niet gelukkig bij uw va
der, die in allee uw wil volgde? Wat ont
brak u nog- Gij zijt jong, rijk en schoon.
En gij zijt goed. Waarom moest uw hart
zich hechten aan een man, die zoo ver van
u verwijderd is, die u niet bemint?
Zwijg, Romain
Neen, hij bemint u niet. Hij is altijd
koel tegenover u. Zoooven heb ik u be
spied. Gij waart met hem alleen. Ik kon
uw woorden verstaan. O, hoe teeder waren
zij voor hem en hoe braken zij mij het hart.
Welnu, hij is er geen oogênblik door ge
troffen geweest. O, ontken het maar niet
en tracht hem niet te verdedigen. Het is
waar, wab ik zeg, het is waar. Op uw
liefdevolle woorden, die mij de tranen in
de oogen deden komen, heeft hij niets
geantwoord. Ik zag, dat hij het hoofd af
wende en d'e oogen neersloeg. O, er is mij
niets van dat alles ontgaan. Toen u met uw
hoofd tegen zijn borst leunde, en een kus
verwachtte, hebt gij tevergeefs gewacht.
Neen, hij bemint u niet, ik zweer het u.
Hij is gedwongen u te huwen, en hij
trouwt alleen met u, omdat uw geld zijn
broeder redt van het bankroet, waarmee hij
bedreigd werd. Er bestaat bij hem geen
liefde, niets dan berekening. Neen, ik her
haal u, hij bemint u niet, en gij gaat glim
lachend en onwetend uw ongeluk te ge-
moet.
Zij luisterde verschrikt.
Eerst had zij hem willen tegenepreken,
Laurent verdedigen, daarna had rij moe
ten laste werd' gelegd heliag van de gesto
len stukken katoen.
Gisteren werd deze zaak voor de recht
bank behandeld.
Van O. erkende de stukken katoen gekooht
te hebben van den sigaren—aker Simon P.,
voor don prijs van 12 cents per el.
Pres.„Vondt u dat niet- vreemd, cUA
een sigarenmaker katoen te koop heeft?"
Bekl.„Weineen! Ik kendo hem goed en
heb ook al meer sigaren van hen gekocht."
Pres.„Hebt ge de stukken ook nageme
ten, toen P. er mede kwam?"
Bekl.„Neen, toen niet, later wel".
Pres.: „Hoe kon je koopon per el? Wist
je da.n hoeveel er aan het stu1- zat?"
Bekl.„Ja, zeker zoo ten naaste bij 40 el."
Vervolgens wijst de President em er op,
dat zijn verklaring voor den inspecteur van
politie den heer Balfoort, omtrent den
prijs, dien hij er voor betaald zou hebbon,
niet klopt met hetgeen hij later opgaf.
Bekl.O„maar, dat heele verbaal van
Balfoort is van do beginnen af niet goed
geweest."
Do President zegt, dat do prijs van 12
cents per el toch wel wat laag is?
Bekl.„Ik heb er den vollen prijs voor
betaald en daar komt nog bij dat er wel
eens vlekjes aan 't goed kunnen zitten, waar
door het minder waard is."
Pres.: „Zat er hier ook een vlekje aan?"
Bekl. grijnzend: „Dat weet ik niet."
De sigarenmaker S. P., kwam daarna ver
klaren, dat hij de stukken katoen van zijn
broer Laurens P. had om ze bij v. O., te
verkoopen. Later was zijn vrouw er mede
thuis gekomen na een bezoek bij v. O., en
had zij gezegd, dat v. O., er niets mede te
maken wilde hebben en zijn geld terug ver
langde.
De rechercheur Van Es was op 12 Nov.
mót- een staaltje van het gestolen katoen bij
Van 0. gekomen om te vragen of hij ook
van dat goed had, v. O.'s vrouw was leen
in den winkel.
Deze riep haar man en toen die den
rechercheur eens goed opnam, zei hij plot
seling: ,,0, neen, dat goed heb ik niet/'
Van E. ging daarop heen, maar keerde on
middellijk terug, tegen v.O. zeggende,,Denk
er om, dat good is niet in den handel;
dus als je 't wel in huis hebt, is 't van
diefstal afkomstig." Van O bleef ook toen
ontkennen het goed in huis te hebben. Toen
de reoheroheur daarop zijn verlangen te ken
nen gaf, om het huis te mogen doorzoeken,
weigerde v. O. dat pertinent.
Hierna werden do drie dieven gehoord,
«lie verklaarden onder welke omstandighe
den zij hot katoen stalen en hoe do broer
van één hunner, dus Simon P., hot van hen
overnamen en bij v. 0. had vcrkoohb.
Na hot hooren van den directeur der Ka
toen-Maatschappij, den heer Driossen, en dón
beer Blöte, magazijnmeester, kroeg do offi
cier, mr. Van Kleffena, het woord, tot hot
nemen van zijn requisitoir.
De feiten nauwkeurig nagaande, stond het
bij hem vast, dat v. O., die reeds moer we
gens heling is veroordeeld, heolgoed moet
geweten hebbon, dat do stukken katoen vam
diefstal afkomstig waren en volgens oen
arrest van den Hoogen Raad, to vindon in.
bet „Weekblad v. h. Recht 8175", is ,,weu
ten" synoniem met „overtuigend zijV'. Hij
vroog daarom zos maanden gevangenisstraf
tegen beklaagde.
Mr. Bourlier, uit Den Haag, 'als verde
diger optredend, bestreed do meening van
den officier, dat beklaagde geweten moest
hebben en overtuigd moet zijn geweest, dat
het goed van diefstal afkomstig was.
Dat hij het kooht van een sigarenmaker,
is niets vreemds; lieden, die tweede hands-
goed koopon en verkooj»en, daar vindt meen
alles onder.
Dat hij het katoen niet oer3*t na heeft ge-
moten en dus ongezien kooht, pleit meer vóór,
dan tegen beklaagde, want wist hij, dat hij
met diefstal te doen had, dan had hij allo
reden om eerst het goed eens na te moten, wel
wetende, dat dieven ook nog in staat zijn
©en koopman op te lichten.
Ook achter den prij's van 10 oents de él
behoeft men niets te zoeken, als men woet,
dat het goed een oent of zestien waard is.'
Het feit, dat hij* togen don reoheroheur Van
Es heeft gezegd, dat hij het goed niet in
deloos en neerslachtig dien woordevlocd
aangehoord.
Wat Romain daar zei, had zij ziohzelf
ook meermalen gezegd, maar zij was zoo
verblind door haar liefde, dat zij er niet
meer aan dacht.
Zij had zich inderdaad afgevraagd:
Word ik werkelijk bemind?
Die liefde was zoo plotseling opgeko
men. Zij had er zoo weinig op gerekend.
Eens, toen zij hem haar hart aanbood, had
zij de bekentenis van den jongen man af
geluisterd. Zij had gehoord, dat Laurent
openhartig aan haar vader zei, dat hij
Jenny niet beminde en haar ook nooit be
minnen zou.
Dagen waren verloopen.-
Eindelijk zag zij Laurent weer, en deze
nam nu eensklaps het huwelijk aan, zon
der te spreken van zijn geheime Tiefde.
Van waar die plotselinge verandering?
Wat was er dan gebeurd
Zij herinnerde zich ook, dat Bertignolles
nooit aan dat huwelijk gewanhoopt had;
integendeel, hij had Jenny altijd opgebeurd
en aangemoedigd.
Had hij dan Laurent weer gezien? Bezat
hij het middel, om dit huwelijk tot stand
te brengen?
Ziedaar wat zij rich afvroeg, terwijl zij
naar Romain luisterde.
In haar gedachte ging zij den tijd van
haar verloving met Laurent nog eens na.
Had zij ooit teederheid, bewijzen van liefde
van Laurent ontvangen?
Neen. hij was altijd koel en terughou
dend. Wanneer hij met haar alleen was, dan
kon zij duidelijk merken, dat hij ongerust,
MBRTBrWUWeimj. HULP» WSUS35grr»..—
huis had, wordt verkeerd voorgesteld, en
omdat een vroegere vervolging, wegens het
onttrekken van goed aan het onderzoek der
politie, niet opging, heeft men hem nu ver
volgd wegens heling, doch niet deze be
klaagde is de heler, maar Simon P., die
het van den dief had en daarna bij bekl.
verkocht.
Het wettig noch overtuigend bewijs ge
leverd achtend, vroeg hij met vertrouwen
vrijspraak van beklaagde.
Een gladde.
De 55-jarige veehouder J. K., te Stomp-
wijk, lc\;erde bij contract melk aan de melk
fabriek te Zegwaard. Op zekeren dag kreeg
men argwaan tegen TC. en verdacht men hem
van vervalsching der molk en wérkelijk bleek
toen,dat er een belangrijke hoeveelheid water
in was. Do directeur nam K. eens onder
handen, maar met het leukste gezicht ter
wereld, boweorde hij er niets van te weten,
dat moest dan zijn zoon of een der knechts
gedaan hebben. Toen hij bemerkte, dat er
ernst met de zaak gemaakt word, kocht hij
het af met f 400. Een tijdlang ging het
nu geed, tot de melk van K. weer dunner
en blauwer werd. Monsters werden genomen
en geconstateerd werd, dat er 15 pCt. water
in was. En thans werd een vervolging tegen
K. ingesteld.
Voor de rechtbank hield K. vol niet to
weten boo het water er in kwam. Hij kon
haast het lachen niet weerhouden. Vooral
niet, toen zijn zoon kwam vertellen, dat hij
het gedaan had. Of zijn vader er van wist?
AVelnecn
.Waarom hij hot dan gedaan had? Op deze
vraag bleef hij herhaaldelijk het antwoord
schuldig, wat hem te gemakkelijker viel, om
dat hij buiten code gehoord werd.
De Officier van Justitie geloofde wel,
dat beklaagde het gedaan had, maar kon het
hem niet bewijzen, en vroeg daarom vrij
spraak voor den lachenden boer, die nog
hartelijker lachte toen hij uit do rechtszaal
was.
Belemmering der politie.
M. G. G., te Katwijk.aan-Zeo, heeft een
Hotel en Café, maar noch vergunning, noch'
verlof. Toen nu de inspecteur van politio,
do lieer Vooys, op 15 Februari do zaak van
G. binnentrad, op vermoeden, dat er drank!
gotapt werd, word hij in die meening ver-*
sterkt door een sterk© lucht naar drank.
De bezoekers, die er waren, hadden geen
gelag bij zich staan, maar in 't buffet stond
een karaf, dio, naar de meening van denj
inspecteur, bittor inhield. G. ontkende dit
en zei, dat al zijn karaffen gekleurd water;
bevatten. Do heer Vooys, hiermede niot te
vreden, wilde de karaf in beslag nemen, wafc
G. hem belette. Daardoor haalde G. zich!
een vervolging op den hals.
Hij verontschuldigde zich thans, door td
zeggen, dat hij het niet wist, hij had gxs-»
zegd, als de inspecteur pen bewijs van den
burgemeester had, hij dan gerust jlicfc ge
heel e huis mocht doorzoeken, overtuigd, dab
er volstrekt geen drank in huis was.
Na het hooren van den inspecteur Vooys,
eischte do officier van justitie 1 maand geu
vangenisstraf tegen G. wegens het beletten
van oen ambtenaar in een volgens wettelijk
voorschrift verrichte handeling.
i Kinderwetten.
Met gesloten deuren werden behandeld do
zaken tegen M. N., P L. G. in 'l W„ te
Leiden, en A. do R., te Alphen, minder,
jaTigen, beschuldigd van diefstal.
Utrechtsclio Iteclitbaun.
Verkiezingsknoeier ij en.
De 41-jarige G. M. v. B., te Wijk-bij-
Duurste de, propagandist van een kiesver-
eeniging ,die verleden week terechtstond
wegens onvertreding der kieswet, is door
de rechtbank vrijgesproken. De officier
eischte een maand gevangenisstraf.
De 63-jarige landbouwer G. V. en zijn
zoon, de 28-jarige landbouwer J. A. V., te
Jutphaas, die een valsche aangifte zouden
hebben gedaan voor de kiezerslijst, wer
den veroordeeld tot twee dagen gevange
nisstraf. Het O. M. had een week gevange
nisstraf geëischt.
gejaagd was en naar een gelegenheid
zoclit om haar te ontkomen.
O, dit allee zag zij duidelijk in, nu Ro
main het haar zei.
Zij wachtte ,nog altijd op de woorden;
Ik bemin u.
Meermalen had zij hem, met de fijne en
kieeehe slimheid eener beminnende vrouw,;
die bekentenis trachten te ontlokken maar
steeds had hij gezwegen, het hoofd afge
wend eif een andere wending aan het ge-:
sprek gegeven.
Neen Romain sprak de waarheid, dat
wist zij maar al te goed, maar toch wilde
zij het niet erkennen, althans niet tegen
over Romain
Zij hief het hoofd trotsch op "en zei:
Laurent bemint mij, en zou mij niet
huwen, wanneer hij mij niet beminde.
En ik herhaal u juffrouw Jenny, dat
die man u zonder liefde trouwt, maar hij
is slechts ten halve schuldig want mijn
heer Bertignolles heeft alles gedaan, om
hem bot dat huwelijk te noodzaken.
Verklaar u nader, Romain.
Neen, mejuffrouw. Wanneer ik dat
deed, zou ik mijn bedreiging ten uitvoer
brengen en dat wil ik niet. Ik heb u ge
zegd: heden dreig ik slechts en ik hoop,
dat ik niet verder zal behoeven te gaan.i
Na oen oogênblik "zwijgen, zei hij:
Nu weet gij wat ik eisch, mejuffrouw.
Gij zult niet trouwen. Ik wil het niet. Maar
wanneer, ondanks alle6, gij en uw vader
bij uw besluit blijven, dan zulle er groot*
orgelukken gebeuren.
(Wordt vervolgd).