Ho. 16317,
LIIXBSCJH BACfBSaAB} Zatsa-d&g* 3 M©i. ËTersto Blad.
Amo 1913.
Burgerlijke Stand.
Het Iljjks-Museiun van
Natuurlijke Historie.
"persoverzicht.
FEUILLETON,
Wraak.
niet kan worden voortgegaan. Waarom zou
niet kunnen worden volstaan met .in de
wetten zekere minimum eischen neer to Jog
gen, waaraan do gemeenten in ieder geval
mceten voldoen, en haar dan volkomen vtrij-
heid te laten binnen die grenzen do regeling!
te maken, zooals zij die, mode in verband
met de plaatselijke omstandigheden, naar
haar meening het - best en het goedkoopst
achten, maar haar bovendien de vrijheid
to geven om ook verder te gaan dan 'de
wet voorschrijft, m. a. w. niet blinde onder
worpenheid der gemeenten te eischen, maar
het zelfbestuur, dat in do plaats komt van
de autonomie, een werkelijk zelfbestuur
te doen blijven?
Naar aanleiding van het feit, 'dat Van
der S., die te Leiden oen jongetje ver
moordde, buiten vervolging ia gesteld
en reeds in een krankzinnigengesticht is
opgenomen, zegt liet „HL a n d e 1 s b 1 ad
o. m.
Wij moeien erkennen, dat. er iets onbe
vredigends in dezen gang van zaken is.
Waarlijk niet omdat een ontoerekenbare in
een krankzinnigengesticht wordt opgesloten.
Doch indien een moord gepleegd is, een go-
heele streek in opschudding gebracht, een
gruwelijk verlies geleden en de moordenaar
gevat is, heeft hij onze openbare recht
spraak hot publiek reoht op een verklaring
wat met den moordenaar geschiedt en of er
recht gepleegd wordt. Ook het oordeel over
zijn ontoerekenbaarheid mag in het belang
der volksovertuiging toch wel voor de alge-
mcene kennisneming worden opengesteld.
Dat alles is gswensc-ht èn in het belang
van den goeden na-am en het zedelijk geza.gr
van het recht èn in het belang van de
rechters zelf.
liet blad wijst op Engeland, waar het
vóór-onderzoek bij den politierechter, waar de
lijkschouwing door den coronor openbaar
zijn, terwijl bij ons te lande vaak met be
handeling in besloten kring genoegen ge
nomen wordt tot de openbare rechtszitting
6oms een haast formcele fuuctio dreigt to
worden. Over velen wordt roods recht ge
sproken vóór do eontrólo der openbaarheid
invloed kan oefenen en wij hebban. eenajgla
jaren geleden kunnen zien, dat daaraan ge-
.varen verbonden zijn.
In een geval als dit Leidsehe, nu oen
schokkend moordgeval zonder dat iemand
weet waarom of waartoe, niet in hot open
baar tot veirklaring is gekomen, springt diu-
(delijker in het oog-, dait hier iets hapert.
Onder den titel eenaalmoestegcn
wil en dank duidt ,,D e Bode," het
orgaan van den Bond van Neder! On
derwijzers, het dezer dagen tot stand ge
komen toeslag w et j e aan, en vervolgt
dan:
„Wij hebben jarenlang geroepen om een
behoorlijke regeling
Uw begrip schiet te kort, antwoordt de
Minister, anders zoudt ge weten, dat het
niet kon.
Wij hebben ona reoht op zulk een rege
ling aangetoond; wij hebben aangetoond,
dat hot bellang van de volksontwikkeling
een goede regeling dringend eisokt.
Ge hebt gelijk, riepen de wetevertegen-
woordigers, maar ziet ge, ge - hebt geen
verstand van de politiek, andera zoudt ge
weten, dat het niet kan!
Maar we willen toch iets voor u doen,
zegt. de Minister, daar is een aalmoes voor
e enigen der gehuwden onder ulieden.
Heeïemaal niet gedaan met het oog op
de verkiezingen.
Wel no en, heeïemaal niefct
Hoe kunnen wij het ook denken, wij heb
ben immers niet het flauwste begrip van
die zaken 1
Maar waar we wel eenig begrip van heb
ben dat is hiervan, dat we zulten trachten
eens een regeering te krijgen, die niet lan
ger probeert op een koopje van de onder
wijzers af te komen.
Deze vernedering moet ons een nieuwe
spoorslag zijn om onze krachten in te span
nen bij de komende verkiezingen.
Er zijn wel mannen, die ons inderdaad
een regeling zullen weten te geven.
Die niet roepen: Het kan niet, het is
«oo moeiildjk: Maar die zeggen: Deze eiach
dee tijds moet vervuld worden.
Collega's werkt, werkt harder dan ocitl
Het gaat om het volksonderwijs!"
Prof. Struicken verklaart zich in ,,V a a
onzen T ij d1"- in beginsel niet tegen
v r o u w e n k i e s r o c hb, maar evenmin
in beginsel voor politieke gelijkstelling var.
man en vrouw. De vrouw oefent nu
eenmaal niet een even grooten invloed op
het openbare leven als de man, meent hijt
om dan te vervolgen:
„Maar, wie geeft thans een behoorlijk
konteek-en, waardoor uit verschil in invloed
ook in het kiesrecht tot uitdrukking kan
worden gebracht Kiest men den wel
stand, men reageert tegen de ontwikkeling,
dio de vertegenwoordigende idee in cte
negentiende eeuw heeft getoond. Kiest
men do bekwaamheid, het intellect, men
krijgt het dameskiesreoht, sluit uit o. m.
de groote schare loonarbeiders, dio roods
lang, toen de vrouw in do hoogere stan
den nog tot het gezinsleven zich beperkte,
godwangen word, zelfstandig naast den
man don strijd, ook den maatschap pelij-
ken strijd, om haar economisch en zedo-
lijik loven te voeren. Laat men allen toe,
dio een zelfstandige plaats in de maat- -
schappij innemen, menige gehuwde vrouw
eal het als oen onrecht gevoelen; maar
ook, men doet geen reoht wedervaren aan
het feit, dlat het ook aan die vrouwen, die
een zelfstandige plaats in de maatschappij
innemen, tob nu toe niet is gelukt, oen in
vloed op het socialo leven en de cultuur
ontwikkeling uit te oefenen, aan dien der
mannen gelijkwaardig. Het ook in de
Staatscommissie voorgestelde systeem, gal
leen die vrouwen tot heb kiesrecht te roe
pen, die -daadwerkelijk blijk geven het
stembiljet te bcge-eren", geeft slechts in
schijn een ernstige begrenzing. Immers zou
de zonder twijfel zeer spoedig door de
politieke actie dor partijen ook het mee-
rendeel der vrouwen, dio het stembiljet
persoonlijk niet zouden begeeren, toch tob
het uitspreken dier begeerte worden ge-
noopb.
Invoering van het vrouwenkiesrecht teil
onzent tegelijk met -die van het algemeen
kiesrecht voor mannon, zou slechts kun
nen plaats vinden als in een ruwen greep,
die door zijm noodwendige inconsequenties
betrekkelijk spoedig tot het gelijke kies
recht voor vrouwen en voor mannon zoude
voeren.''
l>e „propaganda."
Kiösnichtvrouwon hebben brand gosticht in
yen isegataanden trein by Teddington aan de
Zuid-Westeriyn. Drie tweede klassa ufdeelihgen
z\jn uitgebrand. De brand werd tydig genoeg
ontdekt, om te verhinderen, dat de heels
trein vernield werd. By hot brandstichten
was gebruik gemaakt van petroleum, die over
do kuaaens was uitgegoten Een menigte
vrouwenkiesreclitgeschriften z(jn in don trein
gevonden, waarby ook brie!kaarten aan bot
adres van Asquith on andere ministers en
parlementsleden.
Een poging om de groote tribune op het
voetbalveld van Preston North End in braad
te stekon, is mislukt, dank zjj een waar
schuwing, dio de politie ontvangen had. De
kiesrechtvrouwen ontsnapten met achterlating
van twee valiezen, waarin men kannen met
petroleum, krullon, vuurmakers en list a vond.
BODEGRAVEN. Bevalleo: T. Kalshoven
geb. Oskam D. K. Stoppelenburg geb. Hak D.
N. van Ma ft* en geb. Van Dam Z. J. van Tricht
geb. baits D.
Overleden: M. N. Stoppelenburg 4 d.
C. Okkerse, gehuwd met N. Kaptoin, 69 j.
HAARLEMMERMEER B o v a 11 e n: A. G. de
Vries geb. Weasels Z. C. Dammers geb. Voogt
D. C. A. En'hoven gob. Qaldemeerier D.
Overleden: J. Vaandrig m. A. van
Hooidonk 14 ra.
VOORSCHOTEN. Geboren: Hessel Pioter,
Z. van J. Dijkman en B v. d. Goot.
Ondertrouwd: P. den Hollander 57 j. en M,
F. T. Retel 46 j.
Evenals vorige jaren zal het Museum ook
,van Mei tot November des Zondags van
13 uur weder voor h,et publiek te bezich
tigen zijn. De reden, waarom ik thans»
speoiaal de aandacht hierop vestig is, dat
Jnij van verschillende zij don ter oore ge
komen is, dat aangezien in den loop
.van het laatste jaar vooral, een groot deel
der collectie naar hot nieuwe gebouw (Ruïne)
jerhuisd en slechts voor studeerenden toe
gankelijk is m e n in den waan verkeert,
.dat het overgeblevene niet waard is om be
gaan zien, met andere woorden „alle® voor
Ide wetenschap, niets voor 'tpubliek!" En nu
.wil ik de menschen, die in dien waan vorkee-
ren, verzekeren, dat integendeel thans een be
doek aan het Museum meer loonend en meer
leerzaam zal bevonden worden dan vroe
ger en dat, wie het tegendeel zegt, hier-
jnede blijk geeft óf de zaak niet te kun
nen beoordeelen óf geen vriend van het Mu
seum te zijn!
Herinner u maar eens die overvolle kasten,
(opgetast met zoogdieren en vogels, waarvan
ide groote hoeveelheden een vervelendon en
Cycrmoeienden indruk op den bezoeker maak
ten, omdat ze „oogensohjjnlijk" allemaal een
der warengeen exemplaar kwam daardoor
tot zijn recht, men wandelde er ton slotte
onverschillig langsDe belangstellende be
zoeker zal nu veel minder voorwerpen vin
den, maar deze aijn aóó opgesteld, dat ze
zooveel mogelijk ieder afzonderlijk te zien
ien te bewonderen zijn. En dam dio praohtig©
groepen, als 't ware stukjes natuur!
Het is duidelijk, dat wij bij deze opstel
ling te kampen hebben met de voor een
publieke tentoonstelling ten ecnenmalo onge
schikte looaliteit. Het publiek zal zioh echter
met deze ellendige en onwaardige omgeving
moeten tevreden stellen, zoolang de Regiee-
iring geen gelden beschikbaar wil stellen
om voor het publiek een aan de tegenwoor
dige eischen voldoend- tentoonstellingsge
bouw in te riohten in aansluiting aan de
nieuwe gebouwen (Magazijnen) op de Ruïne!
Nog~*is in het oude gebouw (Rapenburg)
niet alles gereed gekomen door gebrek aan
tijd, maar wat thau9 reeds tentoongesteld is,
zal blijken een herhaald, bezoek overwaard
,te zijn. Het publiek hiertoe op to wekken,
is het doel van dit sohrijven. Ik houd mij
.overtuigd, dat de belangstellende bezoeker
het Museum meer voldaan dan vroeger ver
laten zal, daar er feitelijk meer to zien on
te lecren valt, dan vroeger toen alle kasten
overvuld waren.
F. A. JENTINK,
Directeur van 's Rijks-Museum
van Natuurlijke Historie.
Andere bladen worden verzooht deze
regelen over te nemen.
„Het Vaderland" heeft een ar
tikel overDe Leidsehe Straat
weg.
De toestand, waarin de Leidsehe straat
weg allengs geraakt, .zegt dit begint on
houdbaar te worden. Alleen aanleg van een
afzonderlijken weg voor automobielen kan
duurzame uitkomst geven. Voorloopig zou
misschien het grondig en volhardend aan
pakken van de 6tofbestrijding (bijv. door
chloorcalciumb esp roeiing), zooals dat in
Den Kaag met zooveel succes geschiedt),
nog baat kunne geven. Maar op den duur
eohijnt geen andere oplossing mogelijk dan
in de richting van afleiding van het auto
mobiel-verkeer naar een afzonderlijken
weg.
Voor den wandelaar is het paradijsach
tig oord, dat tussohen Den Haag en Lei
den ligt, des Zondags reeds totaal onge
nietbaar. Of liever: liet is raadzaam, dat
hij er zioh niet waagt. Waar hij gaat, hij
is in voortdurend gevaar overreden te wor
den. Wordt zijn leven niet bedreigd dloor
één of soms twee, drie automobielen ge
lijk, dan zijn het de motorfietsen, die zijn
existentie in gevaar brengen of de go-
rui schloos achter hem aan op hem toevlie
gende, of plotseling van voren hem be
dreigende fietsen.
(Nadruk verboden).
86.
Beide mannen durfden elkaar niet aan-
ticn.
Hoor hem behendig uit, had Gaume
gezegd, en verlies hem niet uit het oog
(terwijl u met hem spreekt.
Laurent wierp een zijdelingsohen blik
op den vader van Jenny.
Zelden drukte het breed© gelaat van
Bertignollea uit, wat er in zijn hart om
ging, behalve wanneer hij heftig ontroerd
.was, en op dit oogenblik ontdekte Laurent,
dat hij doodsbleek was geworden.
Verbaasd vroeg hij zich af:
Wat beteekont dat? Hij liegt! Waar
om?
Luid hernam hij
Mijnheer Bertignolles, u heeft mij
tot heden te veel bewijzen van vriendschap
gegeven, dan dat ik u niet de volle waar
heid zou zeggen.
Bertignolles vatte weer moed.
Ja, ja, zed hij.
Ik ben overtuigd, dat u de woorden
gehoord hebt, welke ik u zooeven her
haalde.
Maar als ik u nu toch verzeker,
Laurent...
Luister, ik ben eveneens overtuigd,
dat u den oowboy kent, met wien gij ge
ep roken hebt.
Hoe ia dat mogelijk 1 Hij was tooh'
gemaskerd t
Een trottoir is er niet, en waar iets is,
dat er op gelijkt n.l. de strook, waarmee
do weg is verbreed) daar is het tevens
fietspad.
Er is dus werkelijk voor den wandelaar
des Zondags geen plaats meer op den
Leidsohen straatweg.
Ook voor den wielrijder en de wiel rijdster
is het genot met zóóveel onaangenaams
verbonden, dat wij met zekerheid den tijd
zien naderen, waarop het rijwiel den Leid-
sc-hen straatweg geheel overlaat aan auto
mobielen en motorfietsen.
De fout is niet zoozeer, dat de weg te
smal is, ofschoon breed anders is
maar dat het verkeer te druk is en dat
dientengevolge de gevaren, daaraan voor
de zwakkeren (voetgangers en fietsers)
verbonden, te groot worden.
Een andore plaag, die dientengevolge ont
staat, is het stof.
Do gewone toestand op mooie Zondagen
ijs, dat iemand, die zioh op het een of
ander punt van den Leidsohen straatweg
bevindt, vóór zich de automobielen, mo
torfietsen en rijtuigen (deze laatsten voor
zoover zij den weg niet roede lang hebben
prijsgegeven) ziet verdwijnen in een stof
wolk dat hij achter rich den terugblik op
den weg ziet afgesloten door een stofwolk,
waaruit andere automobielen en motor
fietsen opdoemen, en dat hij zelf voort
durend, onafgebrokon, in stofwolken
wordt gehuld.
Het stof brandt hem op de oogleden,
het dringt hem in den neus, in de lucht
pijpen, in de longen. Hij ademt stof en kijkt
door stof heen.
Heb water der vijvers en waterpartijen
van de mooie buitens, die hij passeert, is
als een vuile spiegel, het is bedekt met
een laag stof.
Heb jong® lentegroen ontwikkelt zich in
een atmosfeer van stof; van de groenblij-
vende gewassen (zooaJs hulsten, rhododen
drons e. d.), zijn de bladen er mee be
dekt.
De mooie kijkjes in westelijke richting,
tussohen het houtgewas door naar hot
vlakke weideland, ziet men als door een
beelagen ruit vanwege het stof, dat in de
atmosfeer zweeft.
Door verbreeding van den weg het
mo®t voor iedereen duidelijk wezen is
dit niet te verhelpen. Het schijnt alleen
weg te nemen door aanleg van ©en afzon
derlijken weg voor motorrijtuigen buiten
deze mooie streek om, bijv. door den pol
der, evenwijdig aan de Holandsohe Spoor,
met zijwegen naar Oud-Wassen aar, naar
Den Deyl, naar het dorp Wassenaar en
andere druk bezochte punten.
Het is voor Den Haag en omgeving eon
groot oooonomisch, sociaal en hygiënisch
belang, dat dit geschiede.
Oeeonomisoh, omdat te verwachten is,
dat de perceel en aan den prachtigen weg
als hot zoo door gaat, sterk in waarde zul
len dalen.
Sociaal, omdat het te betreuren zou zijn,
indien een streek, die zoozeer als uitspan-
ndngsplaate in trek i9, des Zondags on
bruikbaar werd voor hen, die juist dan
alleen van uitspanning in die natuur kun
nen genieten.
Hygiënisch... zie boven.
Van st-ofbestrij-dingarniddolen hopen wij
heb beste, ook op grond van dte uitsteken
de resultaten, die wij daarvan in Den Haag
hebben gezien, maar afdoend is het niet'.
Afdoend schijnt alleen eplitsing van het
verkeer door aanleg van een afzonderlijken
aubomobiel'weg.
„Het Vaderland" hoopt, dat zij, wien
heb aangaat, daartoe de handen ineen zul
len slaan, opdat dit paradijs niet ontoegan
kelijk worde voor hen, die hun leven en
gezondheid lief hobben.
„Arme gemeentelijke zelfstandigheid" zot
de redactie van „Gemeen t O biel an gen"
boven een artikel, waarin besproken worden
wetsontwerpen op de pensionnee ring
van gemeente-ambtenaren, enz. Er
mag, meent het blad, wel eens worden ge
vraagd, of de Regeering met dat alles op den'
goeden weg ia.
Maar u heeft lang met hem ge
sproken.
Onder een masker verandert de stem.
Neen, want in de stem van dien on
bekende heeft men den Engelsehen tong
val horkend van den man, dien wij zoeken,
von Lazar® Beerman, den Engelschen oor-
respondent van mijn broeder.
Hierop was Bertignollea voorbereid.
Hij wachtte stil af wat Laurent verder
zeu -zeggen.
Er bestaan vermoedens, ging Laurent
voort, dat die Laz&ra Beerman de
moordenaar van Jactel is, en bijgevolg
ook d© man, die de valsche wissels bij mij
heeft gebracht en die dus do oorzaak ia
van alle rampen, die onze familie getrof
fen heeft.
Wat zegt gij daar?
De waarheid. Gij begrijpt dus, mijn
heer Bertignolles, van hoeveel belang de
inlichtingen zijn, die ik van u vraag en
die ik u smeek mij niet te weigeren.
Zeker, mijn beste Laurent; ik zou
u die inlichtingen terstond geven, wanneer
het i-n mijn macht stond.
Gij weigert?
Op een. bal-masqué zijn altijd grap
penmaker®, die er pleizier in hebben aller
lei vreemd© geschiedenissen te vertellen.
Ik herinner mij nu inderdaad, dat. die
cowboy met mij gesproken heeft, maar
waarover, dat weet ik niet meer.
Ik bid u, mijnheer Bertignolles.
Ik heb er niet eens naar geluisterd,
mijn jongen. Ik had wel wat andors aan
mijn hoofd, want ik keek naar Jenny, die
overgelukkig aan uw arm, rondwandelde.
Dus niet», niet»?
Wanneer wij ons veroorloven die vraag ont
kennend te beantwoorden, dan willen wij
daarmee evenwel niet worden misverstaan.
Het tegenwoordige beginsel der overheids
bemoeiing is, dat do overhead overal daar
heeft op te treden, waar het algemeen be
lang geschaad wordt, zoo aan de aanwezige
krachten in de maatschappij vrij spel wordt
gelaten.
En dat geldt niet minder tegenover ge
meenten dan tegenover particulieren. M.a.w.
zoodra het als een algemeen belang wordt
orkond, dat do ambtenaren allen worden ge-
ponsionnoerd, dat overal oen vleeschkeuring
wordt ingericht, dat de geheole bevolking
van electrisohe energie wordt voorzien, dan
is hot, indien daarvoor niet of in strijd met»
het algemeen belang wordt gezorgd, voor
de Regeering plicht om in te grijpen.
Evenmin bestaat er bezwaar tegen, dat
daarbij voortgegaan wordt op den door de
Woningwet ingeslagen weg om bij de wet
aan do gemeenten voor te schrijven bepaal
de onderwerpen te regelen en desnoods da
autonomie der gemeenten op het bodoolde
gebied te vernietigen. Dikwijls zal dit be
paald noodig zijn, om het doel te bereiken.
Maar waartegen, naar onze meening, sterk
moet worden opgekomen, dat is de tegenwoor
dige richting, waardoor het- Rijk do zaak
geheel tot zich trekt en niet toestaat, dat
do gemeenten, dio oen zaak reeds hobben
geregeld of haar naar eigen goedvinden wil
len regelen, evengoed als het Rijk het zoni
doen, alleen maar andors, dikwijls ook
goedkooper, hierin worden verhinderd.
Bij de pensionneeringsontweroen en ge
deeltelijk ook bij de- vleesohkeuring geschiedt
dat, merkt het blad verder op, ten minste
nog op deze wij2», dat de eigenlijke rege
ling der zaak in de wet zelf wordt neerge
legd, zoodat daarop door de volksver tegen.-
woordiging invloed kan worden geoefend.
Maar erger is het, indien die regeling
in handen wordt gelegd van de Koningin
of zelfs, van den minister of van een amb
tenaar aL een inspecteur van de volksge
zondheid. In hot laatst» geval toch zijn
de gemeenten geheel overgeleverd aan hot
goedvinden van één enkel, waar het hier
meest technische zaken betreft, practiscth!
onverantwoordelijk persoon, die maar voor
schriften kan maken naar eigen goedvin-
i den, zonder dat daarop door do geko2te-
nen uit do burgerij ecnige invloed kan wor
den geoefend. Zoo zal de gemeente, wil
zij een abattoir of "eeft oleotrisch© centrale
oprichten, daarbij moeten dansen naar do pij
pen dar Regeering, on waar deze in den laat-
sten tijd er op uit schijnt de gemeenten
van alle kanten te knauwen, daar kaïn men
nagaan, hese liolib het kan geschieden, dat
hoor wordt opgelegd geheel noedeloos groote
sommen op te brengen, waar zij overtuigd,
zijn self met voel kleinere te kunnen vol
staan.
En nog erger wordt het, ja-Is men ziet',
dat zij niet eens meer worden gebonden
aan oen wet alleen, maar zelfs reeds aan
een wetsontworp, waarvan de tet-stand-ko
ming, althans de ongewijzigde, nog geens
zins zieker is, zooals bij do eleotricit-eits»-
Voorziening, waar alles, wat op het oogen
blik in voorbereiding is, door de bepaling,
dat, waar vóór do indiening nog niet werd
geleverd, een conoessio noodig is, een con
cessie, waarvan niemand den inhoud en
dus de gevolgen kont, ongetwijfeld wordt
stop gezet tot tijd en .wijle het der Tweed©
©n der Eerste Kamer zal bobagen heb ont
werp te behandelen.
En dan bedenke men eens, wat het wor
den zal, als op dezen weg steeds wordt
voortgegaan, als langzamerhand op élk ge
bied, waarop zioh de overheid heeft te be
wegen, alles centraal door het Rijk zal
worden geregeld, door middel van onver
antwoordelijke ambtenaren met een groot
ambtsgebied en groote ambtstaak, d®or het
Rijk, waarvan het bekend ia, dat nu reeds
beslissingen slechts met groote moeite tijn,
te verkrijgen, zoodat dtarop dikwijls,
zelfs voor de eenvoudigste zaken, maanden
én maanden moet worden gewacht. Moe
ten wij dan weder terqgkeeren ,tot den toe
stand in de B&taafsche republiek met haar
onmogelijk gebleken centralisatie cn moeten
do gemeenten worden teruggebracht tot licha
men, die slechts ambtenaren benoemen en
do door het Rijk opgelegde kosten betalen?
ILet blad meent, dat op dezen weg toch!
Neen, bepaald niets. Die man heeft
zeker gebracht mij belangstelling in t©
boezemen. Misschien is hij te dikwijls naar
het buffet geweest en heeft hij een te
ruim gebruik va-ri mijn champagne ge
maakt.
O, mijnheer Bertignolles, u schertst
terwijl ik mij zoo diep ongelukkig gevoel.
Ik kan u toch niet iets vertellen wat
ik niet weet
Het is vreemd.
Wat vindt gij zoo vreemd 1 Ik vraag
u op mijn beurt, beste Laurent, met welk
doel, met welk belang ik u de inlichtingen
zou weigeren, die gij van mij vraagt, wan
neer ik bij machte was u die te geven?
Niet alleen, dat ik daardoor zeer weinig
vriendschap 2011 betoenen; maar wanneer
ik dit .deed, dan zou ik schuldig zijn, zeer
schuldig zelfs.
Bertignolles etak hem de hand toe, maar
Laurent nam haar niet aan.
Een vaag vermoeden kwam bij hem op;
eigenlijk geen vermoeden, maar een onge
rustheid, een verwondering
Yol verdriet zei Bertignolles:
Gij gelooft mij niet?
Zeker, mijnheer Bertignollea, ik ge
loof u.
Maar Laurent had clit slechts uit be
leefdheid gezegd.
Hij was niet overtuigd.
Gelukkig voor Bertignolles werd er een
einde aan dit gesprek gemaakt door een
bediende, die kwam zeggen, dat het ont
bijt gereed was.
Kom, zei hij vriendschappelijk, gij
zult Jenny weerzien, en dat zal wel een
anderen loop aan uw gedachten geven.
Zij tradon do eetzaal binnen.
Jenny had niet verwacht, dat Laurent
al gekomen was.
Zij bloosde, toen zij, hem zag.
Toen zij echter bedacht, dat hot jonge
mensoh haar op het bal «00 zonderling en
eensklaps had verlaten, werd zij een weinig
boos op hem en verwachtte een opheldering.
Hij vroeg haar vergiffenis.
Ik werd door mijn broeder geroepen
voor een ernstige zaak, waarbij de eer van
onzen naam op het spel stond. Een ge
heime palifcie-agent kwam ons zeggen, dab
hij misschien den moordenaar op het fee9t
van uw vader had ontd'ekt.
Die man hier bij ons? vroeg Jenny.
Bertignolles fluisterde Laurent in het
oor:
Wees voorzichtig, zij is zenuwachtig,
en spreek haer niet over zulke dingen.
Hij zette zich aan tafel, als iemand, die
een gerust geweten en een uitmuntenden
eetlust heeft.
Maar Jenny werd door haar denkbeeld
bezig gehouden.
En tevens een geheime politie-agent,
hernam zij. Maar ik zou bang geweest
zijn, wanneer ik het geweten had. Welk een
schandaal, wanneer de moordenaar in de
salons van mijn vader gevangengenomen
was. Gelukkig is dat niet gebeurd, niet
waar?
Ik zeg ongelukkig, Jenny, want ge
loof mij, wij zouden alle voorzorgen geno
men hebben, dat de moordenaar niet hier
in huis, maar op straat gevangengenomen
wa«.
Maar gij hebt u tooh zeker vergist,
wanb alle gasten van mijn vader zijn ons
bekend.
Er had ook wel een vreemdeling on
der zijn masker kunnen binnensluipen.
Met welk doel zou die man hier ge
komen zijn?
Misschien, omdat hij wist, dat hij er
mijn broeder cn mij gou ontmoeten,
Eu do politieagent heeft gemeend
hem te herkennen?
Ja, aan zijn stem.
Dat is belangrijk.
Hebt gij het mij vergeven, Jennyl
Zeker.
Zij stak hom do hand toe, die hij aan
zijn lippen drukte.
Zij zette zich aan do tafel, naast haar
vader.
Ook Laurent nam plaats.
Er heerrschte een oogenblik stilte.
Ondanks alles scheen Laurent gejaagd en
Bertignolles sloeg hem tersluiks gade.
Hijzelt was ook niet gerust.
Nu hij zijn doel bijna bereikt had, be
greep hij voor het eerst welk een zware
taak hij op zijn schouders had genomen.
Hij was geheel aan het toeval overge
laten.
Dat toeval had Romain Goux slechte
in tegenwoordigheid van Laurent of van
den markies De Soulaimes, of zelfs maalt
van Gaume te brengen, en hij was ver
loren.
Zou dat toeval niet eenmaal plaats heb
ben?
't Was waar, Romain kwam slechts in
de kamer, waar hij werkte, en daar kwam
nooit niemand anders dlan Bertignollea.
(Wordt vervolgd)»