No. 16314.
OlBSCH DAGBLAD, Dinsdag1 29 April. Tweede Blad.
Anno i9i3a
Buitenlandseh Overzicht.
Ingezonden.
FEUILLETON,
W raak,
In Duitschland en Frankrijk hebben de
pacifisten al lang in dc gabon, dat 't mc-t do
bewapening zoo niet voort kan en mag gaan.
Die ontzettende, steeds stijgende uitgaven
voor leger en vloot maken dat de rijken
in ander opzicht van lmn draagkracht in
boeten.
Hot permanente comité van de Fransohe
vereonigmgen voor de vredesbeweging heeft
in Duitschland en Frankrijk to
gelijk een ontwapeningsoproep
openbaar gemaakt.
De titel van liet document luidt:
v,Aan het Duitscho en Fransche volk."
„Een oproep tegen do bewapening".
En dan verklaart het comité:
Het internationale vredesbureau te Bern
hoeft op de wereld eon beroep gedaan om
oen einde te maken aan don bewapenings
wedloop, welke het lieelo mensehdom in go-
vaar brengt.
De beslissing hangt af van Duitschland
én Frankrijk. En daarom wenden wij, Duit
scho en Fransolie pacifisten, ons t-ot onze
medeburgers.
Na oen overzicht van do toeneming van
'do oorlogsbudgets in de laatste jaron go-
geven te hebben, zegt het comité:
Do nieuwe uitbreiding der bewapening,
welke men den volkoren wil opleggen, gaat
alle maat te boven. Maar tevens 13 nimmer
zoo duidelijk geworden, dat al die boven-
ménschelijke kraohtsinspauning absoluut
liet deel voorbij moet schieüeD.
Het 'dool is, zooals men zegt, don vrede
te verzekeren. Ieder land ziet in de toe
neming van zijn kracht op militair gebied
een waarborg en in de aanwas in bewape
ning van zijn buurman een bedreiging.
Maar het is toch duidelijk, dat die bewape
ningen elkaar compcnsoeren. Eu in de toe
komst zal liet zijn als in het heden en het
verleden. Duitschland en Frankrijk geven
den pas aan; Rusland, Oostenrijk en Italië
volgon dadelijk. En de bewapeningskoorts
tast vervolgens ook de overige landen aan,
die nu nog minder besmet zijn.
En wat zal hot resultaat zijn van al die
bovenmatige inspanning Het dosl, dat
men zich voorstelt: n.l. wijziging in de mili
taire verhoudingen brongen, bereikt men
volstrekt niet. Maar wel zal men twee an
dere resultaten bereiken. En wel in de eerste
plaats vermindering van hot mato-
rieëlo en moreele welzijn der
menschheid. In de tweede plaats zullen
op gevaarlijke wijze het wantrouwen, de on-
eenigheid en afgunst tusschen de volkeren
toenemen.
In dit zoo hoogst ernstige tijdsgewricht
meenen wij als ware vaderlanders verplicht
te zijn om een beroep te doen op het gezond
verstand van do regeeringen, parlementen
en volkeren.
Wij bepalen ons tob het stellen van deze
vraag.
Schrijft het nuchtere gezonde verstand
niet voor om hot eens te worden, ten einde
tie gelijk en in dezelfde mate een beperking
tie ©tellen aan die - ontzaglijke militaire
maatregelen, welke toch door tegenmaat
regelen nutteloos worden gemaakt?
Ieder verstandig menscli is liet er over
'eens: Zóó kan het niet langer gaan. En toch
onderworpen zich millioenen er aan als aan
'een schijnbaar niet te ontkomen fataliteit.
Is dat politiek-rij po volkeren waardig?
Juist, nu men zich gereed maakt nieuwe
milliarden te offeren, is het oogenblik ge
komen om halt te maken. Een volk, een
ïogoering, een parlement op zichzelf ver
mag niets. Maar mot wat goeden wil is een
weg tot overeenstemming te vinden. En do
zaak kan worden vergemakkelijkt door tus-
schenkomst der neutrale mogendheden.
Wordt hiertoe niet besloten, dan zal men
te laat do juistheid yan onze waarschuwing
inzien.
liet uur der beslissing is geslagen."
Wc stellen ons weinig resultaten voor
van dozen oproep. De bewapeningswaanzin
heeft grootcn en kleinen te pakken en met
een enkele circulaire maakt men daaraan
geen eind.
Wat men anders tegenwoordig hoort over
bewapening en over wapen leveranciers, doet
iemand toch versteld staan.
In Duitschland gaat men nu een commis
sie benoemen, die eens een woordje zal mee
spreken in de leveranties. In België wordt
ook, men weet 't reeds, gesproken over mal
versaties in de militaire administratie. Een
onderzoek is ingesteld en de „Patrioto" deelt
enkele bijzonderheden daaromtrent mede.
De eerste verkeerde prakt ij kon
worden te Brussel ontdekt. In plaats van
nieuwe, had men oude steenon gebezigd voor
den bouw van een munitiemagazijn. Toen
de zaak ruchtbaar werd, lapte men in allerijl
do muren, opgetrokken met die oude stee-
nen, wat bij. Enkele plaateen och tor wer
den vergeten en do krijgslist werd ontdekt.
In verband hiermede hobben reed© enkele
personen, o. w. een opzichter der genie, be
kend.
Dan moesten wa-sohinrichtingen voor een
militair hospitaal geleverd wordon. De voor
werpen werden betaald, doch niet. geleverd.
In 1908 werd bij Krupp zwaar geschut
besteld voor de Antwerpscho forten, tot een
totaal bedrag van 47,000,000 frs. Deze
stukken waren zoo zwaar en lang, dat men
ze onmogelijk in alle forten kon brengen of
er moest een speciaal spoor gelegd worden
van het station naar de vestingwerken.
Hierop had niemand gerekend, met het ge
volg, dat de kanonnen nog bij Krupp liggen,
waar do Belgische minister van oorlog ze te
koop biedt met 4 pCt. korting.
De „Patriote" kondigt nog meer onthul
lingen aan.
Bij de onthullingen, die Liebknecht in
den Duitselien Rijksdag deed, was ook deze,
dat in Duiteohe wapenfabrieken Fransch ka
pitaal den groohsten invloed had. Nu komt'
de „Verwart©", het voornaamste sociaal-de
mocratische dagblad in Duitschland, weer
nieuwe mededeeling-en doen. Het blad pubii-
oeert een overeenkomst, die in 1905 tus
schen do Deutsche Waffen- und Munition-
fabrik Berlin-Karleruha, de wapenfabriek
Mauser to Oberndorf a/d. Neckar, en de
Fransche „Fabrique nationale darmes de
guerre" te Herstal (België) getroffen en in
1907 hernieuwd werd. Bij de hernieuwing
besloot men om de wapenleverantios
onder elkaar te verdeolen, in de
eerste plaats die aan Rusland, Japan, China
on Abyssinië, later ook die aan Europee-
eche Staten. De winsten zouden naar een
vastgestelde schaal onder elkaar verdeeld
worden. Voor het verkrijgen van orders-zou-
door gemeenschappelijke agenten geijverd
worden. Werd een bestelling gedaan voor een
land, waarin een der bovengenoemde fabrie
ken gevestigd was, dan zouden de andere
in de leverantie geen aandeel krijgen.
Duitschland zou dus Duitscke en Fran-
rijk Fransche leveranties uitvoeren, zonder
mededinging der andere.
De Rijksdag heeft de marine begrooting
in derde lezing aangenomen en ook de
Rijksbegrooting. Door de aanneming van
eerstgenoemde is beelist dat keizer
Wilhelm een nieuw jaoht
k r ij g t ter vervanging van de „Hohenzol-
lern". Van Sociaal-democratische zijde was
tegen do uitgave van vele millioenen voor
dit doel nogal oppositie gevoerd.
Eenige dagen geleden ontving het Ber-
lijnsche politiecommissariaat uit het bui
tenland een anonieme waarschuwing, in
houdend dat een aanslag op den
keizer was beraamd, tijdens diens ver
blijf te Karlsruhe. De politie te
Karlsruhe werd hiermede in kennis ge
steld, doch te bevoegder plaatse schonk
men aan de waarschuwing geen beteeke-
nia. Dat de keizer niet per trein, doch
per auto naar Karlsruhe is gegaan, kwam
alleen van 'fc mooie weer.
Er is ook weer een vorste n-o ntmoo-
ting aanstaande. Van 3 tot 5 Juli zullen
de Duitsche keizer en de Italiaansche ko
ning een samenkomst hebben te Kiel.- De
staatshoofden zdjn weer reislustig, want zoo
voor en na hebben we voor dit reisseizoen
nog al wat ontmoetingen meegedeeld.
Naar verluidt, heeft de krankzinnige ko
ning Ottovan Beieren in len laatsten
tijd last van een moeilijk te behandelen
blaasaandoening.
Zondag heeft hij zijn boeten verjaardag
gevierd.
Over het opiumg eb r u ik onder de
manschappen der Fransche vloot
heeft zich de minister van Marine in een
onderhoud met een medewerker van een
der Parijsohe bladen als volgt uitgelaten:
,,Het kwaad heeft wellicht sterk om zich
heen gegrepen, maar toch is het nog niet
diep ingeworteld. De meeste officieren, die
opium rooken, dk>en dit veeleer uit slechte
gewoonte, dan wel omdat zij er aan ver
slaafd zijn en juist omdat het nog niet te
laat is, moet er krachtig ingegrepen wor
den. Eenerzijds moeten zij, bij wie het
opiumschuiven een hartstocht geworden is,
onbarmhartig bestraft en anderzijds zij,
die nog te redden zijn, gore>d worden."
Prins Peter Kr op otkin, de Rus
sische anarchist en filosoof, ia thans te Lo
carno voor herstel van gezondheid. De Zwit-
sersche regeering heeft hem laten mee-
deelen, dat hij er ni e t langer dan
3 maanden mag blijven, uithoofde
van het decreet, waarbij hij uit Zwitser
land is verbannen.
De bevolking van Locarno heeft de re
giering verzocht het decreet in te trekken.
„Telmhen voor schoolgaande
kinderen."
Aan het verslag van bovenstaande ver-
eeniging ontleenden we in ons nummer van
Zaterdag een opgaaf van het aantal kinde
ren, dat in verschillende maanden de in
richting bezocht.
Nog vindon we o. a. het volgende meege
deeld
Het Tehuis werd bezocht door totaal 6582
kinderen, waarvan 5167 voor heele dagen,
1415 voor halve dagen.
Totaal aantal gezinnen 45; biervan kwa
men uit 35 gezinnen de kinderen het gehee-
le jaar of gedurende eenige maanden, uit
10 gezinnen tot en met *0'keer. In die 35
gevallen waren de verzorgers der kinderen:
2 x weduwnaar, 12 x weduwe, 3 x verla
ten vrouw, 3 x ongehuwde moeder, 14 x
beide ouders, in één geval was de vader
krankzinnig.
De algemeene regeling in het Tehuis
bleef dezelfde. Buitengewoon groot was dit
jaar het percentage jongens. Evenals vori
ge jaren kregen de kinderen les in teekenen
zingen, iin eenvoudige raffia-werk en riet-
vlochten, werden rij onderricht in stoelen-
matten en maakten zij onder toezicht van
een schoenmaker do pantoffels, diie binnens
huis door hen gedragen worden.
Met het oog op het groote aantal jongens
tusschen 10 en 13 jaar werd besloten hun
gedurende de wintermaanden gymnastiek
les te laten geven. Die les valt zeer in den
smaak.
Het heeft de directrice getroffen dat de
kinderen meestal zoo gemakkelijk gehoor
zamen aan e zelf gekozen hoofd, en dat
een verzoek of verbod door haar uitge
sproken, wanneer het spontaan door één
der kinderen wordt ondersteund, gewoon
lijk aan kracht wint. Ligt hierirn niet een
wenk, dat het stelsel van gedeeltelijke zelf-
regeering door Foster in rijn School en
Karakter*' uiteengezet, ook itn Tehuizen
met voordeel zou kunnen worden toege
past?
Totaal werden ruim 800 baden genomen.
Dank wordt gebracht aan don heer C. H.
Krantz, voor het schenken der toegangs
bewijzen.
Zooveel mogelijk zal het Bestuur in het
-vervolg de kinderen, die het Tehuis ver
laten, bij het kiezen van een beroep ter
zijde staan en voor zoover het noodig of
wensehelijk mocht zijn, die keuze zien te
beïnvloeden.
In de vaoature-mevr. C. A. H. de Ridder
Yan Petersom Ramring, werd voorzien
door de benoeming van mevr. A. de Gijse-
laarVAruly. De periodiek aftredende le
den mevr. O. H. G. v. OphuizenVan
Steeden en mevr. A.G VyghVygh werden
herkozen.
Aan giften werd ontvangen f 436:54}. Ver
meerdering der geldmiddelen blijft echter
dringend noodig.
Ten slotte zij nog vermeld, dat ons Tehuis
mede heeft opgericht de vereeniging ,,Ned.
Bond van Tehuizen voor schoolgaande kin
deren", 21 Sept. 1912 bij K. B. goedgekeurd
waarvan prof. mr. J. Simon van der Aa,
het voorzitterschap bekleed.
Het Tehuis ia te zien eiken lsten Woens
dag van de maand. Kaarten ter uitreiking
aan moeders, die haar kinderen in het Te
huis wenschën te doen opnemen, zijn te ver
krijgen bij mej. J. Alma, Morschsingel 4, en
in het Tehuis, Langebrug.
De staat van ontvangsten en geldmidde
len wijst in ontvangsten en uitgaven een
bedrag van f 2895.42^-. Op dc spaarbank is
f1288.29 en in kas f76.21.
Joodsch Nationaal Fonds Bloemen
leer 5673.
Men verzoekt ons opname van de vol
gende regelen.
Aangemoedigd door het succes van ver
leden jaar, besloot het Bondsbestuur van
den Nederlandschen Zionistenbond ook dit
jaar voor het Israëlietisch Wekenfeest weer
een Blocmenfeestdag te organiseeren. Naar
aanleiding daarvan lijkt het volgende, het
welk vermoedelijk verband houdt met ge
noemd besluit, ons belangwekkend:
„Gedachten van een nationaal Jood."
In het weekblad ,,De Amsterdammer"
vinden wij een artikel van C. J. Hildes-
heim, onder bovenstaanden titel met het
bijschrift „Het oude Volk, bloemen en
gewassen." De schrijver vindt in het we
derzien van een zijner voormalige loopjon
gens, die hij na langen tijd op het Leidsche
plein als bloemenvénter terugziet aanlei
ding tot uiting zijner gedachten. Het heeft
hem getroffen hoe blijkens do uitingen van
dezen jongen de liefde van het Joodsche
volk voor bloemen, ondanks alles zelfs in
het Ghetto nog niet gestorven is.
Israëls roemvol verleden in 't eigen oude
vaderland, verrijst voor zijn geest en ua
het citeeien van enkele strophen uit het
Hooglied in de bewerking van A. B. Klee-
rekooper, wendt hij zich tot zijn rasgenoot
Levie, bloemen - Levie van 't Leid
sche plein, luister, 't wordt voor jou als in
kleurig sprookje, 't verleden van ons volk
in eigen landEens waren we 'n volk
van landbouwers, wij Joden. In ons land
bloeiden overal, wijd en zijd boom en struik
en gaarde. Er was 'n schat van geurende
bloomen. Ala ei* ergens in huis een feest
werd gevierd, of Jontef ging komen toog
men naar buiten in 't veld, veel kinderen,
vrouwen en meisjes in luchtige, sierlijke ge
waden, die soepel en zacht neer-lijnden in
ploodenva! Dan zochten ze de bloemen
van ons land"
Over palmhoomen vraag*t hij„Zag je
or nooit een ergens afgebeeld staan in een
boek of op een prent?" Zoo mooi, slank en
sierlijk rijst de stam omhoog, met enkel
daarboven, hoog aan den kruin een wijde
blaadrenkroon.
Wanneer er nu bij de meisjes of vrouwen
een was, die méér dan de anderen elegant en
bevallig rondging of later bij het bloemen
plukken zioh met meer gratie boog over
talc of struik, gebeurde het wel, dat men
haar noemde evenals dien ranken, mooien
boomTha,mar Levie, ken jij hier orgcn9
in de ©tad 'n Jodin met zoo'n naam? vroeg
ik liem onlangs. „Bij mijn wete nietbij
ous op 't plein lioete ze meast Gorry of
Christina". Bij 't zien van afbeeldingen
van plaatsen in het heilige land, of bij liet
vertoonen van lichtbeelden uit die strokon,
gevoelt de schrijver teleurstelling en woo-
mood: Wat is dat haast alle3 dood en dor
en woest, niets dan bergen, steen en puin
hoe is daar zooveel van ons oude vaderland
onvruchtbaar en braak gebleven, eeuwen
lang verwaarloosd door de bewoners. Groei
en er dan bij dien alouden, nooit verlaten
tempelmuur, waar de stille gebeden van
Jodenrjjen opstijgen in droefheid en rouw niets
als brandnetels Ontluikt er geen enkele
bloem op Rachels graf?
„Vroegerhoe anders was dit al
les"
Dan 'vindt men de vroegere vruchtbaar
heid van het oude nooit vergeten land be
schreven, de schat van bloemen, geurende
kruiden en gewassen en wordt gevraagd
„Welken lof brengt nog lieden ten dagen
'n geloovige Jood, waar ter wereld, ook zijn
God na 't drinken van den wijn, die fonkelt
en geurt in de glazen, na 't genieten vani
producten van tarwe of gerstvijg of
druif, granaatappel, olijf of de overzoete
dadel, Vrpchtsoorten die vormden den roem
van ons land? Hoor hoe in den balling
schap ons Verleden met zijn herinne-ringen,-
z'n glorie en jubelklanken gaat dagen ia'
zijn dank tot den Allerhoogste
Geloofd zijt gij, Eeuwige, onze God, Ko
ning der Wereld, voor den wijnstok, voor
den boom en de boom-vruoht voor het levens
onderhoud en de verzorgingen voor liet
voortbrengsel des velds en voor het bekoor
lijke goede on ruime land, dat Gij in uw
welbehagen onzen voorouders tot erfdeel hebt
gegeven, om to eten van zijn vrucht en zich
aan zijn goods to verzadigenOntferm
U toch, Eeuwige on zo God, over Uw volk
Israël... en over Uw stad Jeruzalem en
over Zion, het verblijf uwer heerlijkheid, en
herbouw Jeruzalem, Uw heilige stad spoe
dig in onze dagen, on doe ons weder opgaanj
daarheen en verblijd ons met zijne hernieu
wing, opdat wij weder eten van zijne vrucht
cn ons verzadigen mot zijn goeds, dan zui
len wij U daarvoor loven in heiligheid en
reinheid"
Ook vinden wij vermeld hoe toen reeds
landbouw en oogst de oorsprong vormden
van ailo joodsoho feesten. De opgang van
hot volk ter .gelegenheid van het Koren
oogst- of Wekenfeest met vrijwiliigo
offers, de eerstelingen van den oogst, graan
on vruchten, getooid met geurende bloemen
naar Jeruzalems heiligen tempel, geven den
pohrijver aanleiding zijne artikel te eindigen
mot 'n vraag aan den „bloemen-jood", die
blijkbaar als zinnebeeldige figuur opgevat
moet worden.
Mijnheer de Redacteur
Naar aanleiding van een in Uw Bla-d
voorkomend ingezonden stukje van den heer
Brouwer over Leiden als „Woonstad" wil
ik hiermede als oud-Leidenaar mijn volle
instemming betuigen.
Velen met mij is het ook niet ontgaan,
dat ons gemeentebestuur zeer weinig tot
bevordering van fraaien aanleg der terrei
nen in haar voor jaren geannexeerd gebied,
buiten den Singelrand gelegen, bijdraagt.
Wanneer men ziet naar Vreewijk, 3-Octo-
ber- en Burgemeester-Was-kwartieren mei.
hun eentonige straten, waar geen boompje
te zion is, dan is het bepaald treurig.
Gelukkig schijnt men het nu te gaan in
zien, en belooft ons de exploitatie van bet
Raamland iets beters.
Men moet zich echter niet voorstellen, dat
door dit eene nu alle raenschen van Oegst-
geest zullen worden teruggehouden.
Er zijn er natuurlijk velen, die mede om
hun bezigheden in die richting der stad wil
len wonen. Niet het weinigje belasting meer
maar meest het mooie -der wegen doet het,
zooals de heer B. het ook zegt.
Oegstgeest heeft zijn villa-park en straks
zijn tweede, het Prins-Hendrik-park. Laat
"nu Leiden zioh niet blind staren op an
nexatie, maar dc terreinen, welke nog on
bebouwd en onaangelegd liggen, bijv. tus
schen de Haarlemmervaart en den. Rijns-
burgerweg op voorbeeld van Oegstgeest be
handelen en met de eigenaars in content
treden tot aanleg van Villa-park. Dan zul
len de inwoners heusch niet over de gren
zen gaan wonenDoor medewerking dei
N.-Z.-H. T. en den heer Jesse, leider der
bouwgrond-exploitatie reohts van den Rijns
burgerweg, is er een goed begin gemaakt-;
nu ligt het aan de gemeente het tot een
goed einde te brengen zoodat het weer niet
straat op straat worde.
U dankend voor een plaatsing verblijf ik,
Een Leidenaar, d i-e er over
denkt O e g s t g e es t e r to worden.
Leiden, 28 April 1913.
De WnrieiaiBmrgselie i>i.»scoopwefc.
De commissie uit de Wurtomburg9che Eerste
Kamer heeft de bepalingen van de bioscoopwet,
waarvan w(J onlangs een overzicht hebben
gegeven, nog verscherpt. O. a. stelt zJJ voor,
om den leeftijd voor toelating tot de voor
stellingen over dag en 's avonds tot 17 jaar
te verhoogen. Kinderen boneden dien leeftyd
mogen alleen kindervoorstellingen bezoeken.
Volgens het regeeringsontwerp, mochten kin
deren beneden 16 jaar onder geleide van vol
wassenen ten minste de dagvoorstellingen
bezoeken.
(Nadruk verboden).
83)
Hjj gevoelde, dat hij nog altijd de slaaf
was; dat zijn liefde hem geketend had.
Zou. hij het woord durven uitspreken,
dat Jenny dooden moest?
Zou hij dat bekoorlijke kind kunnen tref
fen, om de misdaden van haar vader,
waaraan zij toch onschuldig was?
Neen, neen, die gedachte alleen verdreef
al zijn moed.
Bertignolles glimlachte.
Er kwamen weer gasten in het kleine
salon.
Romain zette zijn masker"weer voor.
Bertignolles trok hem mee naar een hoek
en zei:
Romain, waarom zijt ge zoo woedend,
waartoo al die bedreigingen? Waarom zou
den wij geen vrienden blijven? Is er niet
een liefdie, die ons verbindt, liefde voor
Jenny? Wij beiden beminnen dat kind, en
daarom moeten wij geen vijanden zijn;
maa-r ons integendeel vereenigen, om de
hinderpalen, die haar geluk belemmeren,
uit den weg te ruimen.
Ik uw vrind, neen, nooit l
Welnu dan, mijn vijand, wanneer gij
het wilt. Maar wreek je dan ten minste op
mij alleen. Tref Jenny niet, want rij is on
schuldig; zij zou een slachtoffer zijn en zich
niet kunnen verdedigen.
—O, zei Romain Goux, a straffen
in uw kind, dat zou een vreeselijke wraak
zijn.
Het geldt hier voor haar leven of
dood.
Eerst had hij fluisterend gesproken,
maar langzamerhand luider, zonder het zelf
te merken
Beider opgewondenheid was zóó groot,
dat zij vergaten, dat zij niet alleen waren
en dat men hen zou kunnen hooren.
Op hetzelfde oogenblik ging er een torea
dor langs hen heen.
Hij liep met vluggen, luchtigen tred,
keek overal rond, maar scheen op niets bij
zonders acht te slaan.
Hij liep bijna tegen Bertignolles en den
cowboy aan.
Het kostuum van Romain Goux was zoo
schilderachtig, en hij droeg het zoo forsch
en sierlijk tevens, dat de toreador een
oogenblik bleef 6taan, om hem van nabij
te bekijken.
Een stevige kerel, mompelde hij,
en wanneer hij geen echte paardentemmer
is, dan bezit hij zeker alle gegevens om het
te we.zen.
Hij wilde doorloopen, maar bleef eens
klaps staan.
Hij had juist gehoord, dat Bertignolles
overluid tegen den cowboy zei:
Het geldt voor haar leven of dood.
Romain zei daarop:
Nog liever zou ik willen, dat zij dood
was, dan dat zij een ander toebehoorde.
Daarop verwijderde hij zioh met lang
zame schreden.
Bertignolles bleef onbeweeglijk staan.
Achter hem stond de toreador, die hem
scherp aanzag, hem en den oowboy, die op
dit oogenblik zich weer onder de gasten
mengde.
De toreador mompelde
Die stem, die tongval, die houding dat
rossig haar, dat alles ken ik. Vooral den
Engelschen tongval. Zou dat Lazare Beer
man zijn? O, daar moet ik het naadje van
d'e kous van weten.
Hij zag nog eens naar Bertignolles.
Die daar is de gastheer. Ik ken hem
en zal hem weten te vinden, wanneer het
noodig is. Dus den ander, den comboy, moet
ik volgen. En ik ben alleen. Sapristi, dat
treft ongelukkig. Had ik maar een van miin
agenten bij mij of vond ik mijnheer De Sou-
laimes slechts.
Aan deze woorden zal iedereen den to
reador wel herkend hebben.
Daar zag hij in de verte den markies
en Laurent, welke laatste juist naar Jenny
wilde gaan, om haar ten dans te voeren,
want het orkest speelde juist het voorspel
van een wals.
Laurent en MicEel hadden zich ontmas
kerd.
In een oogwenk had de toreador hen be
reikt.
Hij greep Laurent bij den arm.
Mijnheer de Soulaimes, fluisterde hij.
Wie is u?
Ik ben Gaume.
Wat wilt gij, mijn vriend? Ik wist
niet, dat gij op dit bal waart.
Het is zoo eensklaps bij mij opgeko
men. Volg mij, spoedig, verlies geen oogen
blik.
Onmogelijk, ik heb mejuffrouw Ber-
tignollee ten dans gevraagd.
Er is nu wel wat anders te doen dan
te dansen. Laat mejuffrouw Bertignolles
even wachten. Zij zal het u vergeven.
Maar...
Ik heb den Erigelsohen tongval her
kend, begrijp je het nu?
Groote Hemelriepen beide broeders
gelijktijdig uit.
Ziet ge daar gings dien oomboy gaan?
Ja.
Welnu, ik ben er zeker van, dat hij
Lazare Beerman is.
Inderdaad, zei de markies, dat is
de gestalte, de forscke lichaamsbouw van
mijn vroegeren bediende en ook hetzelfde
rossige haar.
Ja, gij bedriegt u-niet.
Wat te doen?
Volgt mij voorzichtig; ik ga hem na.
Zij gehoorzaamden.
Romain vermoedde niet, welk gevaar
hem bedreigde.
Maar Jenny, die bespeurde, dat Laurent
geen acht meer op haar sloeg, keek hem
vol angst na, door een somber voorgevoel
verontrust.
Romain bereikte den ingang om zijn
mantel te gaan halen. Hij kon niet langer
op dit bal blijven. Hij leed te veel. De een
zaamheid kon hem tot kalmte brengen.
Gaume en de twee broedters verloren hem
van verre niet uit het oog.
Maar er moest een besluit genomen
worden, en dat nog wel zonder een seconde
te verliezen.
De cowboy wilde heengaan, en misschien
deed zich deze gelegenheid nimmer moer
Voor.
Deze man was hun een weinig voor, want
hij had reeds de kleedkamer bereikt, waa*
hij aan een lakei het nummer van zijn
overjas gaf.
Daar kwam Gaume op een goed denk
beeld.
U, mijnheer de markies, zei hij,
plaatst u aan den hoofdingang, die in de'
Friedlandlaan uitkomt, en gij let goed op
een ieder, die het huis verlaat. Ik denk
niet, dat die cowboy zijn masker altijd voor
het gezicht zal houden. Wanneer u Lazare
Beerman in hem herkent, houdt hem dan
zoolang op tot ik kom.
En wat moet ik doen? vroeg Laurent.
U gaat naar de tweede deur die voor
de dienstboden, die achter het huis uit.,
komt. Onze man vermoedt misschien, dat
wij hem volgen en zou wellicht kunnen
trachten ons op die wijze te ontkomen.
Maar dit kostuum? vroeg Laurent,
terwijl hij op zijn kleeding wees.
Bekommer u daar niet over, geef mij
uw nummers maar, dan zal ik uw jas uit de
kleedkamer gaan halen.
De cowboy haastte zich niet.
Maar, zonderling geval, hij was op dit
oogenblik de eenige onder de gasten van
Bertignolles, die nog gemaskerd was. Oo*
Gaume had zijn masker afgenomen.
De twee broeders gingen elk naar zijn1
post.
Ik geloof, dat Gaume gelijk heeft
mompelde Laurent. -
De agent ging nog verder.
Ik ben er zeker van, hij is hetjubel
de hij.
(Wordt vervolgd)^