No. 16310. XiEXDSCH DAGBLAD, Donderdag- 24 April. Tweede Blad. Anno 1913. Buitenlandseh Overzieht. Tweede Kamer. FEUILLETON. W raak. T In de Rijksdagwergadering van gisteren hëeft het Centrum een motie voorgesteld lom een commissie te benoemen, die een o a- iderzoek zal hebben in te srtellen n a a r d e leveringen voor leger en vloot. De motie, die direct al den schijn wekt, Rat er bij die leveringen iets niet in den haak is, werd aangenomen ook. De commissie zal bestaan uit Rijksdag- leden en deskundigen. Bij de discussie zei de centrum-af gevaar- Idigde Spahn, dat het volk een zeer sterk Mantrouwen koestert tegen het legerbestuur. Intusschen, de motie is aangenomen an de £egeering zit met de commissie. In dezelfde vergadering werd een ruil in grond, dien het legerbestuur met een con sortium gesloten had, om het militaire kabi net dos Keizers in een nieuw gebouw te kun- gien huisvesten, verworpen. Het zonderlinge (Van het geval is, dat het nieuwe gebouw ier al staat, daar het militaire kabinet zon- Sder zich er om te bekommeren wat de Rijks»- fclag besluiten zou, het alvast hoeft laten jppfcrekken. Sprekers van allerlei partijen gee- ^elden dit .als een ernstige inbreuk op het fcegrootingsrecht van het parlement, welke pil, laatste zich niet kon laten aanleunen. Alleen drie conservatieven stemden voor de Jfoedkeuring van den ruil. De Duitschers kunnen toch geweldig zeu- )pen ook. Nu is de pers daar nog stee da liezig met de landing der „Zeppe lin IV". 't Is dan ook zeer begrijpelijk, Pat de Temps" zich er over beklaagd, dat Pe Duitsche pers opnieuw tracht de lan ding van de Zeppelin te LunévilLc aan te poepen. Dit geschiedt volkomen ten on- )rechte, omdat deze aangelegenheid door do herhaalde dankbetuiging der Duitsche re- toeering afgedaan is. De „Lokal Anzeiger" (verklaart echter, dat deze dankbetuiging van Po puitsche rogeering alleen sloeg op liet betrekkelijk snelle vrijlaten van het Zep- fpelin-lucht6cliip. De zaak is echter in zoo verre niet afgedaan, dat nog klachten tegen het optreden van de autoriteiten to Luné- fville aanhangig zijn. Prins Ernst Augustus van Cumberland Izal na zijn huwelijk met zijn jongo (Vrouw intrek nemen in het nabij Han dover gelegen kasteel Herrenhausen, ido plek waar zooveel herinnert aan de Wel fisehe vorsten. Het oude lustslot, met een twee kilomotor lange, met vier rijen prachtige linden be lette laan verbonden met Hannover, is in 1.665 door den Italiaanschen arcliitect Quirini [Voor hertog Johan Frederik gebouwd en was het lievelingsverblijf van G-eorge I, II en [V. Het park om het kasteel beslaat een jpppcrvlakte van 47 H.A. en is door Le Nötre. pen ontwerper van de tuinen van Versailles, Jftangelegd. Er zijn vele standbeelden, waterr- fwerken cn fonteinen in. Naast het kasteel ligt het Fürstenhn.us, dat in 1691 gebouwd Is en een verzameling van portretten van [Welfisehe vorsten bevat. Een ander gebouw taiet een galerij is met fresco's van Tomaso, (tafereelen uit den Trojaansehen oorlog voor stellende, versierd. In het park vindt men (behalve vele palm- en broeikassen ook oen Inausoleum, waar koning Ernst August en (koningin Frederika, zijn bijgezet. Een ainder (gebouw bevat het Welfen-museum met oud heden, die op het Welfisehe vorstenhuis be- Iferekking hebben. I Volgens het tractaat tot schadeloosstelling yan 29 September 1867 is het kasteel parti culier eigendom van George V gebleven. jBij e<"*n latere overeenkomst met den hertog (van Cumberland van 18 December 1893 zijn het Welfen-museum en de schilderijen-galerij in bezit van de provincie Hannover gekomen.. Bryan, de Amerikaansche minister van Staat, heeft bij de commissies voor buitea- landsche zaken uit het Huis van Afgevaar digden en den Senaat voorstellen aan hangig gemaakt om den wereld lyrede te bevorderen door hot sluiten tvan ar bit r age-trac tate n en afzonderlijke ver- jdragen over wederzijdsche inperking van '(de wapeningen. i Naai* do „New-York Herald" van leden der Senaatscommissie verneemt, ^telt Bryan zich (voor dat. alle geschillen die tusschen de rijken, Iwelke met elkaar arbitrageverdragen heb- [ben gesloten, zullen worden onderworpein aan een Internationaal Hof, dat een onderzoek instelt en conclusies opstelt, doch geen bin dende uitspraak doet. Het doel van de verdragen zou dus alleen zijn, gerezen geschillen (ook die welke de nationale eer en de levensbelangen van een rijk taken) op onpartijdige wijze te doen onderzoeken, ten einde de betrokken regee ringen tijd en gelegenheid to geven rustig het voor en tegen te overwegen. Bryan is van oordeel, dat daardoor in bijna alle gevallen een oorlog kan worden voorkomen, te meet daar de partijen zich in het verdrag verbinden tijdens het onderzoek niet tot mobilisatie van hun legers over te gaan. Het plan ondervindt veel steun. Bryan wil ook de kwesties, die hangende zijn met Enge land, Japan en Mexico op die wijze doen behandelen. President Wikon heeft aan gouverneur Johnson van Californië telegrafisch ver zocht, de behandeling der wetsontwerpen, waarbij landbezitinCaliforniëaan buitenlanders verboden wordt, voor- loopig uit te stellen, totdat Bryan persoonlijk in Californië de positie van de centrale re geering heeft uiteengezet en den weg tot bijlegging van het geschil heeft gewezen. Dit verzoek van den president werd spoedig in diplomatieke kringen bekend, waar men ronduit verklaart, dat Wilson's bedoeling is, aan de protesten van Japan tegemoet te komen. Beide huizen der wetgevende macht hebben hun instemming uitgesproken met het voor nemen van Bryan om te Sacramento te komen. Gouverneur Johnson hoeft president Wilson daarvan telegrafisch mededeeling gedaan. Kustverdediging. De heer De Beaufort betoogd o gisteren, dat Nederland in de voortdurend toenemende krijgstoerustingen in het buitenland eoi de voortdurende oorlogsgeruchten geen prik kel mag vinden om zijn landsverdediging daarmede gelijken tred te doen hóuden. Onze militaire verplichtingen moeten zich strikt bepalen tot voorzorgsmaatregelenlo. tot handhaving van onze neutraliteit; 2o. tot krachtige verdediging in het geval van een aanval op Nederland, en in verband hier mede ging spreker uitvoerig na wat er noo- dig is om aan die twee vereischten te kun nen voldoen. In do eerste plaats een veldleger, in de tweede plaats zorg voor onze onzijdigheid ter zee, m. a. w. dat er in de territoriale wateren niets gebeurt, wat tot schending onzer neutraliteit zou kunnen leiden." Ten opzichte van deze beide edschon is spreker volkomen gerust, en daarom komt hij tot deze conclusie, dat noch voor handhaving onzer neutraliteit, noch om ons te verdedi gen tegen een aanval van een buitenland; sche mogendheid de bouw van een fort te Ylissingen vorcischt wordt. Overigens acht ook hij zulk een fort te Vlissingen volkomen onvoldoende voor verdediging van de Wes- terechelde. Buitendien zal het verstandig zijn het fort niet te bouwen om gevoeligheden te ontzien, die buiten twijfel, door welke om standigheden dan ook, in het buitenland gewekt zijn. De hoer Van Karnebeek deelde niet het optimisme van den heer De Beaufort en ziet den internationalen toestand voor ons land veel gevaarlijker, veel moeilijker en veel meer precair in dan de vorige spre ker. Vlissingcn acht spreker van het. groot- j ate belang 'niet alleen voor do handhaving van onze onzijdigheid, maar ook voor de de- I fensio van ons land, en spreker zou het een, onverklaarbare nalatigheid om niet te zeg gen een dwaasheid achten ojin den togen- woordigen toestand te laten voortbestaan, waarin eenig licht vlootmateriaal van een vijand bij een oorlog ter zee zich van Vlis singcn zal kunnen meester maken en de ver dedigingsmiddelen, die er thans zijn, zal kunnen richten op onze eigen troepen. In zijn verder betoog bestreed spreker liet amendement-Eland, om zich te beper ken tot verbetering der verdedigingswerken te Neuzen en te Ellewoutsdijk. Dit zou zin hebben, als het hier ging om afsluiting van de Westerschei de. Maar daar gaat het hier niet om met den fortenbouw te Vlissingen, Ex-koning; Manuel van Portugal en zijn verloofde, prinses Augusta Victoria van Holienzollerii Sigmnringeu. waarbij het alléén gaat en ook alleen mag gaan, als men de zaak niet in een aller onaangenaamst daglicht voor een onzer na buren wil stellen om de handhaving onzer neutraliteit. En tot dat doel zal hetgeen de heer Eland wil, niet voldoende zijn. Verder bepleitte spreker, in tegenstelling met den heer Eland, het bewapenen met zulk zwaar kustgeschut. Als men thans te licht geschut neemt, zal die fout zich' altijd wreken, ook financieel. Do heer Troelstra, wijzende op den kolossalen groei van de militaire uitgaven, die nu reeds opgedreven zijn van 461/* mil- lioen tot 53 millioen in eenige jaren tijds, acht het onderhavige wetsontwerp hoogst gevaarlijk, niet alleen van internationaal standpunt, maar meer nog, omdat het den weg zal openen voor onafzienbare nieuwe persoonlijke en financicele militaire lasten. Hoogst bedenkelijk acht spreker het, dat de Regeering den weg opgaat van nieuwe las ten voor de handhaving onzer neutraliteit, waar toch nergens een verplichting voor ons bestaat om onze doode weermiddelen voor die handhaving te bezigen. In dit verband j vroeg hij den Minister van Buitenlandsche i Zaken (die bij de debatten aanwezig is), naar den concrcten inhoud onzer verplichtingen ten aanzien van de handhaving onzer onzij- I digheid. Spreker betoogde vervolgens, dat de toenemende bewapeningen, in plaats van den vrede te bevestigen, dezen in gevaar bren gen. En op zulk een gevaarlijk tijdstip komt Nederland, in plaats van zich te bepalen met te doen wat strikt noodig is voor neutrali- teitshandhaving en eigen defensie, met een wetsontwerp, dat uitsluitend ten pleziere van het buitenland strekt en dus ook uit i dien hoofde niet geschiet; is tom de opdrij ving der buitenlandsche militaire lasten te doen eindigen. Verder constateerde spreker, dat het debat tot dusver geleerd heeft," dat er allerminst overeenstemming hcerscht onder de deskun digen over het afdoende van fortenbouw te Vlissingen, terwijl ook gebleken is, dat er moerdere punten op onze kust zijn, die go- vaar opleveren voor het landen van een vijandelijke vloot. Spreker vreest, dat de Minister van Oorlog niet zal durven uit spreken, dat Vlissingen het eenige punt on zer zeekust is, waar het binnenvallen van een vijandelijke buitenlandsche vloot te vree zen is. Verder zette spreker uiteen, dat door dit wetsontwerp de mooie blanco-positie, welke Nederland in Europa tot dusver heeft inge nomen, niet woerdt verbeterd, want ook naar sprekers overtuiging spelen wij or Duitsch- land mede in do kaart, terwijl de positie van Engeland tot ons or op verslechterd wordt. Het ontwerp zal blijken een magneet te zijn, die internationale onweerswolken zal aantrekken. En dat alles voor oen zaak, waarvan het twijfelachtig is of zij afdoende verdediging zal brengen. Heden is geen vergadering wegens afdeo- lingsondcrzoek. Na de pauze werden nog eenige ontwer pen vcor afdeelingsonderzoek aangewezen, bn werd definitief besloten, dat a.s. Maan dag zal vergaderd worden, doch niet Vrij dag en Donderdag der volgende week cn wordt de eindstemming over de Ziektewet bepaald op a.s. Vrijdag. Woensdag 30 dezer zal de nominatio voor de vacature in den Hoogen Raad worden op gemaakt. (Gemeenteraad van Katwijk. (Vervolg). Aan de orde komt hierna het verzoek vai de Land- en Tuinbouwvereeniging te Kat wijk aan den Rijn, om in huur te mogen heb ben de bollenschuur van de öandtlaan en de strook gemeentegrond met loswal vin af de Kwakel tot de Trambrug. B. en Ws. stellen voor dit verzoek toe te str^n en voor de schuur per jaar f 75 huur te vragen. De heer Van Egmond vindt den prijs van (75 voor zulk een jonge Vereeniging een te hoog bedrag. De Voorzitter ontkent dit, onder teekenen van bijval van de au- dere leden. De Vereeniging is ook niet arm. Het vorig jaar leverde haar een voordeelig saldo van f300. Men moet ook niet verge ten, dat er een strook gronds bij wordt go- geven. Het blijkt, dat de gemeente, die de schuur voor f 1100 kocht, maar 6 pCt. van haar geld maakt, terwijl het onderhoud ook nog voor de gemeente blijft. De jongens werpen er nog dikwijls de ruiten in, niet de Katwijk- sohe jongens, deze zijn niet zoo slecht, maar deLeidsche. (Gelach). De heer Van Egmond blijft bij zijn ge voelen, waarin hij nog wordt bestreden door den wethouder D. Ouwehand Az. en d3n heer Van Tol. Ook de heer Aandewiel is het daarmee eens. De, heer v. d. Perk vraagt of daar ook nog kan worden aangelegd een eindje dood spoor. De Voorzitter vraagt daarvoor mach tiging van den Raad, welke wordt verleend. Het praeadvies wordt daarna zoDder hoof delijke stemming aangenomen. Vervolgens kwam ter tafel de nadere be handeling der verordening op de sohooJ- geldheffing aan de lagere scholen, welke door Ged. Staten was teruggezonden. 15. en Ws. hebben een nieuwe schaal ontwor pen, die lager aanvangt dan de vorige en geregeld wordt naar den aanslag van den hoofdelijken omslag. Van personen met ;n- komens van f50 en minder wordt geheven voor een kind f0.25, voor twee £0.40, voor drie en meer f 0.50 per maand. Zoo opklim mend, wordt van personen met inkomens van meer dan f 900 voor een leerling f 1.15, voor twee f2.15, voor drie f3.05, voor visr f3.85 en voor ieder kind meer f0.70. Alsnu worden mededeelingen gedaan in zake de vaartver botering IJ mui- d e nK a t w ij k-a a n-Z e e. B. en Ws. wilden nog gaarne over het voctostel, dat Ged. Staten aan de Regearing inzake de verbetering dezer vaart doelen, met dit College vergaderen, doch deze oon- ferentie zal eerst Maandag a.s. kunnen plaats hebben. Uit de verdere mededeolingen blijkt, dat de Minister voornemens is bij suppletoire begrooting als eersten termijn f 5000 uit te trekken voor deze verbetering, terwijl Ged. Staten ook niet ongenegen zijn een Provin ciaal «subsidie daarvoor tc verlecnen. De Voorzitter zal straks in een zitting met gesloten deuren nog meerdere mededeelin- gen doen. Hij heeft met ingang van 29 dezer drie weken verlof aangevraagd en in ver band daarmede wil hij dc zaak nu graag afdoen. In vorband met bovenstaande mededeelin- gen stellen B. en Ws. vcor de voorgenomen verdieping van het P.-H.-Kanaal voorloopig aan te houden. De Voorzitter zegt, dat dit werk zou moeten kosten f 5000, wat nog al eep boog bedrag is. De hoeren Aandewiel en Van Egmond mOo- nen, dat er toch iets gebeuren moet, wat ook zal geschieden, naar do Voorzitter op. merkt. B. en Ws. zullen naar omstandig heden handelen. Nu kwam ter tafel de gewijzigde veror dening op het baden aan het strand, als gevolg van het voorstel van den heer De Ruiter Zijlkcr, die meende, dat do redding», middelen niet voldoende zijn. In overeenstemming met het ad vier van den inspecteur van politie zeggen B. en Ws., dat de reddingsmiddelen wel voldoende zjjn. De heer Zijlker vraagt: „Wat betookent hier hot woord voldoende?" De Voorzitter antwoordt met een wedervraag: „Wat is onvoldoende?" Hij meent, dat men in zulke zaken niet te veel moet preciseeren. Op vorzoek van den heer Zijlker wordt hot advies van den inspecteur van politie ook voorgelezen, waarin o. a. ook wordt ge zegd, dat er een luidklinkende signaalhoorn aanwezig is. „Een fluitje", interrumpeert de heer Zijl- ker (Gelach). De heer Zijlker constateert, na lezing van dit rapport-, dat eigenlijk alles reeds aan wezig is, wat hij wenschelijk achtte. Hij verheugt zich daarover en is er mee tevreden. Alleen houdt hij vol, dat één boot niet vol- doende is, waar er twee bad gelegen heden zijn De Voorzitter antwoordt, dat het bad bedrijf wordt saamgetrokken. De heer Z. acht dit bezwaar nu opgeheven. De secretaris dealt nog mede, dat de dames- en lieeren-badgó- legenheden echter gesepareerd zijn (Gelach). De gewijzigde verordening werd echter niet verder behandeld. Dat wercl uitgesteld tol een volgende vergadering. Besloten werd tot den verkoop van ge meentegrond een strook aan den lieer Van Dorp togen f 7.50 per M2., aan L. van Duy- venbode een stuk aan de Jaii-Toorop-straat tegen f 3.50, aan L. Kruyt q.q. een stuk tegen f3.60 en aan J. Klok een strook tegen f 5 per M2. Hierna kwa.ni aan de orde het voorstel van B. on Ws. tot het uitschrijven van een. ge vel wedstrijd vcor woningen aan de Noord zijde der Jan-T oor op-straat, liet motief, dat B. en Ws. tot dit voorstel heeft geleid, is, dat een zoodanige lange straat allicht anders? eentoonig wordt. B. en Ws. willen drie prij'- zen uitloven, resp. van f 300, f 150 en f 100., Do heer De Ruiter Zijlker vraagt of da prijzen in ieder geval uitgereikt zullen wor den, hetzij men mooi of leelijk bouwt, hetgeen de Voorzitter ontkennend beant woordt. Dc heer R. Ouwehand, wethouder, meent, dat dit de bedoeling is, dat alleen do wtodh strijd zich zal bepalen tot het terrein, hot; welk slechts 23 M. diepte heeft. Op het terrein met 30 Meter diepte zullen toch gee.' arbeiderswoningen komen. De heer Meerburg i3 liet daarmede niet eens. Ook op dien bouw dient men invloed uit te oefenen. De heer Ouwehand wil dan voor dezen gTond, die in handen van de gemeente is^« geen bouwvergunning geven vóórdat de plam- nen dour B. en Ws. zijn goedgekeurd. Il^iörna wordt aan B. en ,Ws. machtiging verleend om bijwijze van proef voor den. tijd van één jaar met de firma Gebrs. Blok, te Leiden, een overeenkomst aan to gaan in-t zake het wegvoeren van het straatvuil. Het vuilnis wordt door de firma vervoerd en buiten de gemeente gebracht naar terreinen of plaatsen, waarover zij de beschikking heeft. De gevraagde machtiging wordt zonder, discussie cn hoofdelijke stemming verleend. Ten slotte had de benoeming plaats vooïj leden der stemburoaux voor de a.s. verkies zingen. Daar bij rondvraag niemand liet woord meer vroeg, weid do openbare vergadering i veranderd in een met gesloten deuren. {Nadruk verboden). 78) Daar bleef zij onwillekeurig staan. liomain, zei zij, als hetgeen ge mij te zeggen hebt niet te iang duurt, dan ben ik bereid je aan te hooren. Hij was haar genaderd, nam haar hand en bracht die aan zijn lippen. O! juffrouw Jenny, hoe gehecht ben ik aan u, en hoe gaarne zou ik voor u wil len stenen, zei hij zacht. Zij lachte hem vriendelijk toe. Mijn goede Romain, zei zij-, ik weet^ dat gjj veel van mij houdt. -Ta, zeer veel, meer nog dan gij ver moedt. Maa* vergeef mij, mejuffrouw, ik houd u niet langer op. Ga, vermaak u en wees gelukkig. In gedachten verdiept ging zij heen. Wat was het toch, dat hij haar niet had durven zeggen 1 En waarom was hij zoo ontroerd? Waar om beefdo bij zoo? Bertignolles, die in de kamer van zijn secretaris was gegaan, had hem zeker be spied, want nauwelijks was Jenny heen gegaan, of hij trad binnen. Zek.er moest hij weten wat er gebeurd was, want hij was zeer kalm en gerust. Hij sprak geen woord tegen Romain. Zwijgend en met een blik vol medelijden *ag hij hem aa». Maar den blik van zijn meester scheen den haat in bet hart van Romain weer te doen ontvlammen; den haat, die voor een oogenblik door d'en glimlach van Jenny was versmoord. Onder dit medelijden hief hij het hoofd trotsch omhoog. Ja, zei hij, als een antwoord op de gedachte van den vader, ik ben zwak geweest en ik heb haar niets gezegd. Zij is zoo schoon en ik bemin haar zoo. Zij ia zoo gelukkig en verdient gelukkig te zijn. Gij zijt zwak geweest, en dat zult gij altijd zijn. Misschien. Vertrouw daar niet te vast op. Hij verliet Bertignolles en begaf zich naar de kamer, die hij in het huis van zijn meester bewoonde. Hij was aan hevige woede ten prooi. Hij geveelde, dat hij een lafaard was n dat Bertignolles hem beheersohte. O, wanneer Jenny er niet was geweest 1 Hij wist, hoe lief zj haar vader had. Zou zij het schild zijn, dat Bertignollee tegen Romain Goux beschermde? Wat zou lui doen Sedert lang had hij aan dat bal-masqué gedacht. Hij had zich geheel voorbereid om het bij te wonen. Niet, dat hij zooveel van feesten hield. Integendeel, hij was schuw van aard en zocht meestal de eenzaamheid. Maar het zou hem zulk een vreugde ver schaffen, Jenny den geheel en nacht te kun nen zien, schitterend in den glans van jeugd en schoonheid. En had hij nu nog niet een reden te meer, om op dit bal te willen verschijnen? Wilde hij niet weten wie de gelukkige sterveling was, die door Jenny wae uitver koren en voor wien haar hart klopte? Zijn voorhoofd gloeide van koorts. Hij ging een oogenblik de straat op. Het was helder, koud weer; de sterren fonkelden aan den blauwen hemel. Gaandeweg kwamen de rijtuigen voor het huis van Bertignolles, en de gasten stapten uit. Een groote tent was gespannen, van de koetspoort af, over de geheele binnenplaats, naar den ingang van het huis. Hij ging in een donkeren hoek staan en bespiedde de gasten, die allengs talrijker toestroomden. De salons werden langzamerhand gevuld door een bonte, schitterende menigte. Het was een overvloed van zijde, fluweel, kant, goud en juweelen, die schitterde in het ver blindende licht van honderden gasvlammen. Het was een bont mengelmoes van kost bare kostuums, stemmig of vermakelijk, sierlijk of kluchtig, want men had der fan tasie den vrijen teugel gelaten en niets ont zien. Men zag er ridders uit vorige eeuwen, damea uit het Renaissance-tijd'peTk, toover- godinnen, gepoederde hofdames, Pierret tes, figuren uit de Fabelleer, sommige grappig geparodieerd, pelgrims, Ooster lingen, clowns, Japanneezen, Spanjaarden, Mexicanen, roodhuiden en ook enkele roo- dle rokken. Het orkest was geheel verscholen tus schen bloemen en groen en alle muzikan ten droegen een costuum uit den tijd van Lc dew ijk XT. In de groot -zaal waren Bertignolles en zijn dochter, om de gasten te ontvangen. Hij droeg een prachtig geborduurd Mexi- caansch kostuum, waarin hij zich, ondanks zijn zwaarlijvigheid, zoo gemakkelijk be woog als een jongmcnsch van twintig jaar. Jenny was geldeed in een Japansch kos tuum; zij droeg geen juweelen of diaman ten. Zij wilde, dat op dezen avond, waarin haar geluk verzekerd zou worden, niets Laurent zou doen denken aan het groote vermogen van Bertignolles; zij vreesde, dat zijn adeltrots er tegen op zou komen, dat- hij, die arm was, de dochter van een millionnair zou trouweu. Daarbij, had zij wel juweelen en dia manten noodig om te schitteren? -Zij wist zeker, dat zij die schoonste, de bekoorlijkste van allen was. Geen andere vrouw op het bal zou zulke schoone, teedere oogen heb ben, want geen ander beminde zooals zij. En straks, wanneer haar vader, zou komen, gelijk hij haar beloofd had, en haar zou zeggen, dat het huwelijk was vastgesteld, dan zou ook geen ander zoo gelukkig zijn. Met somber gelaat stond Romain Goux nog altijd in zijn donkeren hoek verscho len, soms, wanneer de tent wordt openge slagen om nieuwe gasten binnen te laten, valt er een straal van het licht in het voor portaal op hem, en moet hij nog verder terugwijken, wil hij niet gezien worden. Waarom blijft hij daar? Alle gasten zijn gemaskerd en zullen dit een gedeelte van den avond blijven. Eerst later, wanneer het feest zijn toppunt heeft bereikt, zal men het gelaat ontblooten. Nu kan hij niemand herkennen. Trouwens, boe zou hij hem, dien zij be minde, ook moeten herkennen? Daarvoor moet hij op het bal zijn en haar volgen, geen gebaar, geen blik van haar onbespied laten, en ook Bertignolles in het oog hou den. Welnu, ondanks het uitdrukkelijk verbod van zijn meester, zal hij op het bal ver schijnen. Hij heeft dan ook niets te vreezen, want hij zal vermomd zijn, zooals iedereen; een masker zal zijn gelaat verbergen. Wanneer zij hem zullen zien voorbij gaan, zullen noch de markies De Soulai- mes, noch de graaf vermoeden, dat zij staan tegenover den man met het grijze haar en den langen baard, die in de Brusselsche8traat do valsche wissels heeft bezorgd, tegenover Lazaro Beerman, den moordenaar van den armen Jactel. Na dit besluit genomen to hebben, be geeft hij zich naar zijn kamer. Wij hebben reeds gezegd, dat hij zich.' op dat bal heeft voorbereid. Zijn kostuum lag gereed. Het was dat van een cowboy. Do cowboys zijn wilde paardentemmers in Amerika. Zij -ch-agen een vreemd en sohilderachtig kostuum, bestaande uit een lederen broek, met franje geborduurd en, naar Mexioaansche smaak, zeer wijd op dêii voet, een nauw vest en een veelkleurl- gen gordel, waarin een lang mes en een revolver steken, twee onafscheidelijke met gezellen van den cowboy. Verder een vilten hoed met zeer breoden rand. Hij bewoog zich gemakkelijk in dit kos tuum, dat hij vroeger jarenlang gedragen had, en toen hij het aantrok, zuchtte hij bij de gedachten aan die onmetelijke vlak ten, waar bij een vrij en avontuurlijk leven had geleid. c' 'z'. LJ (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5