No. 10298. LÉÏBSCH DAGBLAD, Boaderdag* 10 April. Tweede Blad. Buitenlandsch Overzicht Tweede Kamer. FEUILLETON. Wraak. Met Inclitscliip „Zeppelin IV" by Limévill© in Frankrijk, filet Inclitscliip wordt door Frannclie cavalerie bewaakt. In den Rijksdag de derde dag van de be handeling van de legerwet. Gisteren bepleitte de voormalige Beier- Bche generaal Hausler, behoorend tot het centrum, vermindering van den driejarigen diensttijd voor de cavalerie en verhooging van de sterkte der rijdende artillerie. Nadat de minister van oorlog dozen spreker had beantwoord, kreeg von 'Wen- ningen, de gevolmachtigde van den Bonds raad voor Beieren, het woord. Hij betoogde, onder luide protesten "der linkerzijde, dat Hausler niet met kennis van zaken een oordeel over artillerie-zaken kan uitspreken, en nooit in de gelegenheid is geweest een oordeel over cavalerie en infanterie to vormen. ,,Ik spreek namens het Beiersche officierskorps er mijn leed wezen over uit zeido spr. dat Hausler woorden heeft gesproken dio de instemming zijner eigen partij niet hebben, maar wel dio van de uiterste linkerzijde." (Groot rumoer bij de sociaal-democraten.) Ledeboer (soe.-dem.) protesteert tegen id-eze uitlating van von Wenningen, dio er op berekend is Hausler voor zedelijk min derwaardig uit te maken (toejuiching links). Hierop antwoordde von Wenningen, dat hij niet als gevolmachtigde van den Bonds- Taad, - maar als Beiersöh officier heeft ge sproken (opnieuw luid tumult links). Frank (soc.-dem.) zeide: Deze verklaring is opnieuw een bewijs van da aanmatiging in militaire kringen. Ik verwacht, dat alle partijen genoeggevoelvaneigen- w aar de zullen hebben, om zich bij ons protest aan te sluiten (toejuiching op alle banken). Daarmede was dit voorval geëindigd. Na sluiting der dtebafcten wordt liet ont werp-! egerw et naar de begrotingscommis sie verwezen. Vóór dit geschiedde, kwam von Bethmann Hollweg, de rijkskanselier met enkele woor den op tegen de uitlegging, die men aan een passage in zijn rede heeft gegeven. Hij heeft niet gezegd dat een strijd tusschen Slaven en Germanen t.e wachten staat. Deze uitlegging aldus spr. zou mijn politiek* die gericht is óp het bewaren .van goede buurschap met Rusland, kunnen schaden. Hij zeide verder: „Het leger-ontwerp ia geen overgave van den minister van oorlog of van mij aan den generalen staf; het is ontstaan uit de overtuiging dat wij verant woordelijk zijn voor de veiligheid van het rijk in de toekomst (toejuichingen). Dé be sprekingen hebben aangetoond dat de groo- te meerderheid der partijen zich wil laten leiden door datzelfde verantwoordelijk heidsgevoel." Daarna begon dé eerste lezing van de ontwerpen tot dekking der kosten.. Staatssecretaris Künz lichtte de .ontwer pen in onderdeelen toe. In Frankrijk is de campagne tot w eder- invoering van den driejark gén diensttijd krachtiger gewor den. De afgevaardigde De Monfcebellö, on dervoorzitter van de legeroommissie, heeft in Reims een redevoering gehouden, waarin hij o.m. zeide: „Toen wij den tweejarigen diensttijd invoerden, meenden wij te mogen verwachten op dien we.g te zullen worden gevolgd. Maar wat deed Duitschland? Het liet niet na ons te provoceeren: de keizer ging naar Tangér en wij moesten onzen mi nister van buitenlandsche zaken wegstu ren. Als wij maar vastbesloten zijn tegen stand te bieden, zullen de Duitschers zich wel tweemaal bedenken, voordat zij een krachtig leger aanvallen. Zij beschikken wel over 27 legerkorpsen, maar de voor zichtigheid dwingt hen althans eenige daar- ,van aan de oostelijke grenzen te laten." In Nantes sprak de afgevaardigde Guist'hau, oud-minister van onderwijs, en betoogde, dat de weder-invoering van den driejarigen diensttijd een absolute noodza kelijkheid is. Aan een feestmaal van reserve-officieren te Roua&n voerde Maandag de minister van oorlog Etienne het woord. Hij herinnerde aan de krachtsinspanning van Frankrijk >n ae laatste veertig jaar, om er weer boven op te komen, terwijl toch steeds het streven tot uiting kwam den vrede te bewaren. De minister verklaarde vastbesloten te zijn met het ontwerp te staan of te vallen. ,,Wij willen een vredelievend Frankrijk, maar tevens een sterk en geëerbiedigd Frankrijk. Het kan niet verdwijnen. Frank rijk moet blijven aan het hoofd der volke ren, omdat het een geschiedenis heeft als geen anaer volk en omdat het altijd een bewonderenswaardige drager van dó Le- schaving i3 geweest;" De woorden van den minister lokten een onbeschrijflijke geestdrift uit. Een lastig.geval zal zich nog voordoen, wanneer het lcgervoorstel is aangenomen, want er is ook in Frankrijk een groot te kort aan officieren en kader. De salaris- regeling is hiervan de oorzaak' en er moe ten plannen bestaan om een spoedontwerp in te dienen tot verbetering der positie van officieren en onderofficieren. Frankrijk zal niet'alleen voor hetleger maar ook voor de vloot de müllioentjes disponibel moeten stellen. Alleen voor het materiaal zullen 484 mïïliöen benoodigd zijn, te verdeelen over 8 jaar. In dotaal beloópen de kosten, van. wijziging 537 mil- lioen francs. Het ligt in de bedoeling allereerst de vloot te reorganiseeren èn eskaders te vor men van acht gevechtseenheden (in plaats van zes), hetgeen in overeenstemming is met de indeeling der buitenlandsche mari nes. De opperbevelhebber móet bovendien zijn vlag kunnen hijschen op een pantser- schip, dat niet tot eenig eskader behoort. "Verder zal elk eskader de beschikking krijgen over tien snelvarende en goedge wapende verkenners. Het vlootprogram van 1910 zal worden uitgebreid met drie pantserscliepen, terwijl de bouw van 'de nieuwe bodems zeer bespoedigd zal worden, zoodat op stapel zullen worden gezet: in 1913: vijf pantsersohepen en drie ver kenners; in 1914: twee pantserscliepen en drie verkennersin 1915twee pantsersclie pen en twee verkenners; in 1916: vier par.t- sérschepen en twee verkenners. Minister BaqcLin, die overtuigd is van het nut van de luchtvaart in den moder nen oorlog, bereidt een wetsontwerp voor tót vorming aan de kusten van vier centra voor bestuurbare luchtschepen en vijf. cen tra voor vliegtuigen. De nieuwe pantsersehepen zullen 255 mil- lioen kosten, de verkenners 192 millioen, twaalf luchtschepen en vijf - en twintig aeroplanes 30 millioen, havenwerken 60 mil lioen. Over de kiesrechtkwestie heerscht ver deeldheid in het Belgische ministerie. Dat is ai eerder gebleken. Zelfs kwamen ge-- ruchten van het aftreden van het gehèele of van een gedeelte van het kabinet. Tel kens volgde ookweer tegenspraak. Nu duikt dat gerucht weer op en met groote hardnekkigheid. Ook de tegenspraak is reeds gevolgd. Ditmaal is er zelfs sprake van een aftreden van hetgeheele k a b i n e t, althans van het heengaan van den premier, den minister van buiten landsche zaken, dien van arbeid en dien van landbouw. Het Belgische stakingsoomité heeft beslo ten de tentoonstelling te Gent als neu traal terrein te verklaren, zoodat daaraan tijdens de staking zal worden doorgewerkt. Dit besluit ie vooral te danken aan den socialistisehen senator Coppieters, die te vens deel uitmaakt van het bestuur der ten toonstelling. In Duitschland ia sprake van een nieuwe verloving Prtns Adalbert van Pruisen zou zich-, - volgens de „Frankf. Ztg;" gaan verloven met prinses Olga van Cumberland. De Fransche spoorwegmaatschappijen hebben, z-ooals men wéét, in 1910 een aan tal ambtenaren en beambten ontslagen. We deelden een paar weken geleden mee, dat de regeering pogingen vildo doen om de ontslagenen weer geplaatst te krijgen, doch er is hier een totale onwil hij de maat schappijen. De minister-president heeft -an de directies der betrokken maatschappijen ten antwoord gekregen, dat er niet aan ge dacht wordt om de ontslagenen op hun plaatsen te herstellen. Alleen waren zo be reid financieel te steunen, waar dit noodig mocht blijken. België en Engeland hadden altijd mee- nIhgsverschiIlten over den Congo, den Belgi schen Congo namelijk, waarover indertijd koning Leopold souverejn was, doch die de souveteiniteit op België overdroeg. Deze zaak schijnt nu opgelost. Sir-Edward Grey verklaarde hi het La gerhuis, dat de toestanden in den Belgi schen Congo zeer waren verbeterd in ver gelijking met vroeger. Het was dus onge- wènseht. dat de regeering nu nog langer de erkenning der Belgische Bouvereiniteit zóu weigeren, die fei telijk door alle.andere mogendheden reeds is geschied! Echter zal de officieeïe erken- nitng ni plaats hebben eer het Huis zich over de quaestie zou hebben kunnen uit spreken. Zitting van gisteren. Z i ekUw e t. Voortgezet werd de behandeling der Ziek tewet, en wel hij art-. 32. Allereerst kwam in stemming het amende- moiit-Duys, dat strekt om aan den Raad van Arbeid zelf de bevoegdhei-d t-e geven om de uitkeering van ziekengeld vast te steilen. Het werd verworpen met 51 tegen 6 stem men. Vervolgens heb amendement-Duys om alleen aan den Raad van Arbeid te geven do bevoegdheid om de uitkeering te verhoo- gen tot het volle loon. Het werd. eveneens verworpen met 42 te gen 22. Voorts het amendement-P atijn, strekken de, dat de Raad van Arbeid het ziekengeld iiooit lager dan 70 pGt. van het lóón mag vaststellen. Dit werd verworpen met 35 tegen 30 stem men. Eindelijk het amendement-Duys, om den Raad van Arbeid geen bevoegdheid te geven om het Ziekengeld te doen ingaan op den 3den of 4den dag. Dit werd verworpen met 45 tegen 20 stem men. Daarna werd z. h. s. het Begeeringsarti- kel goedgekeurd, zoodat bepaald is, dat de Raad van Arbeid aan de Kroon een voor dracht doet om in bepaalde gevallen de zie- kengeld-uitkeering niet te doen bedragen 70 pG't.. van het loon, doch dit te verlagen tot hoogstens 50 pCt. of te verhocgen tot hoog stens.90 pCt. voorts de uitkeering niet den derden dag te doen aanvangen, doch den eersten, tweeden, derden, vierden of vijfden dag; en eindelijk om de uitkeering niet hoogstens 6, maar hoogstens 12 maanden te doen duren. Bij het verdere debat trok de heer Duy s na bestrijding door Minister Tal ma een amendement op art. 34a (herhaalde on geschiktheid tot werken) in, dat beoogde om, wanneer niet vaststaat, dat de arbeids ongeschiktheid voortvloeit uit ziekte of wel ongeval, in ieder geval den arbeider onmid dellijk een uitkeering te geven, om zoodoen de te voorkomen, dat de betrokkenen op hun uitkeering moeten wachten. Daarentegen handhaafde hij een, even eens door den Minister bestreden amende ment, strekkende om den arbeider, wion door dengeen, bij wien hij werkt, een uit keering wegens een ongeval geweigerd is, recht te geven op ziekengeld ook al heeft hij verzuimd binnen 14 dagen het verzoek daartoe in te dienen. De Minister vroeg nader aanhouding va a het artikel tot heden, om zich nog eens te beraden over dit laatste amendement. Heden voortzetting. Pensioen regel fng Ne cl. Con tra a 1- S p o o r M ij. Een wetsontwerp is ingediend tot het VoT- locnen van machtiging aan de Regeering om een overeenkomst aan to go an mot do Ned. Centra al-Spcorweg-Maa.(schappij be treffende de pensioenregeling voör haar per soneel. Ui t b rei-di n g v a n de. M u n t f abriolc. Daar de capvacribeit van de Munt te Utrecht met het oog op de nieuwe aanmunting on vol doende wordt, geacht, is een voorstel inge diend tot uitbreiding van de Muntfabriek. De Minister van Financiën deelt o. a. in dc toelichting mede, dat in 1913 alsnog een suppletoiro aanmunting van f2,000,000 in Indisch© stuivers (40,000,000 stuks) zal be steld worden, waarvan zooveel mogelijk moet worden vervaardigd. Voorts is het, ten eindo in do behoefte aan 21/2-cents-stukkcn in Ne derland te kunnen voorzien, noodzakelijk ge bleken, dat nog in het loopende jaar voor Pen waarde van f 50,000 (2,000,000 stuks)' in dio munten worde vervaardigd. Als ge volg van een en ander zou het aantal in 1913 af te leveren muntstukken zeer belang rijk boven de 100 millioen stuks" stijgen. Ook andere oorzaken werken medo om de noodzakelijkheid der voorgenomen uitbrci "irvy dringender te maken. De kosten worden in hiln geheel geraamd op f 46,025. Gemeenteraad vau Valken burg. Voorzitter de heer P. Lotsy, burgemees ter. Na opening der vergadering zegt de Voorzitter ongeveer het volgende: Alvorens tot de gewone werkzaamheden over te gaan, is het mij een behoefte hier uit te spreken, dat ik kort geleden ruefc leedwezep kennis heb genomen van het overlijden van den heer A. Bol, wethouder dezer gemeente. Ik ben overtuigd, dat liet ook u leed doet te moeten scheiden van zulk een welwillend en vriendelijk medelid, dat gedurende 36 jaar deel uitmaakte van Uw vergadering, waarvan 27 jaar als wethouder. Ik heb ge meend dan ook uw aller gevoelens te ver tolken door een brief van rouwbeklag aan de weduwe te zenden. De Voorzitter doet mededeeling van ver schillende ingekomen stukken, o.a. houden de goedkeuring van genomen Raadsbeslui ten, deelt mede, dat in plaats van den heer Bol tot lid van het Cellege van Zetters is benoemd de heexjd. G. va-n Sdlevoldt; dat een schrijven va-n den heer C. van Steyn is ingekomen met bericht, dat hij ontslag neemt als raadslid. Voorts kwam in het verslag van de Gezondheidscommissie, zetel Katwijk, en dat ya-n de Commissie tot we ring van Schoolverzuim met mededeeling, dat tot voorzitter en secretaris zijn be noemd de heeren 0. Jansen en F. Kool. Bij de verkiezing van stembureaux voor de Kamer worden gekozen de heeren Jan sen en Binnendijk, voor de Staten de hee ren Peet en Jansen, contr. lid de heer Bin nendijk, voor den Raad de heeren Van Sil- levoldt en Peet, oontr. lid de heer Jansen. Plaatsvervangend voorzitter is de heer A. Notenboom. Het pand plaatselijk geteekend No, 15, waarvan de huur 30 April a.s. ein digt, wordt met ingang van 1 Mei a.s. we der voor den tijd van een jaar verhuurd aan J. J. van Paridon, alhier, voor f 300. Nadat de wenschelijkheid is besproken de politie-verordening met eenige bepalingen aan te vullen, .wordt de openbareverga.- dering gesloten en overgegaan tot een zit ting met gesloten deuren ter behandeling van het kohier van den hoofdelijken omslag. I>© nuto-bandieten. Toen de auto-bandieten in de Ordenor- straat hun aanslag deden op den bankloo- per Gaby, bovond deze zich in gezelschap van een tweeden looper der bank, Peemans gehoeten. Dezo Peemans is, zooals me.n weet, de voornaamste getuige ii charge tegen Dieudonnó geweest. Hij heeft met etelïigheid verklaard, Dieudonnó te hebben zien échieten op Ca>by. Dieudonnó is ter dood veroordeeld, maar heeft, wij deelden 't reeds mede, een verzoek tot revisie van zijn proces ingediend. Hij heeft dit gedaan naar aanleiding van een brief, dien zijn advocaat gekregen heeft van een maD, De-s- brosses goheeten. Deze sohrijft, dat Pee- mans, een week na den aanslag in de Ordc- ner-straat, tegen hem gezegd heeft, dat het hem (Peemans) omnógelv-k zou zijn een der individuen, die op hem en Caby geschoten hadden, te herkennén. Voorts heeft Pee mans, zoo sohrijft Desbróeses, naar hij zelf woordelijk gezegd heeft, op het oogenblik, dat er geschoten werd, zijn arm voor zijn gezicht gehouden en hij is toen hard naai het gebouw van de barik gcloope-n om hulp te halen. Er is, men zal het zich herinneren, ook' tijdens de behandeling van het proces voor de assisen der Seine, herhaaldelijk sprake van geweest, dat Peemans, die met zoo groote stelligheid Dieudonnó zeide te her kenen als den man, die op- Caby geschoten had, vroeger zich anders uitgelaten had. De advocaat van Dieudonnó heeft den brief van Desbrosses aan dèn procureur- generaal doen toekomen. Deze doet een onderzoek instellen. Nadruk verboden). 63» Vóór alles is het echter noodig, dat ik u zeg, wie ik ben en hoe ik het groote vermogen heb verkregen, dat mij nu in Btaat stelt u te helpen. Michel maakte een afwijzend gebaar Biaar Bertignollea ging voort: Neen, neen, ik acht het bepaald noo- 'dig. Ik wil, dat u zal weten, dat ik ondanks mijn avontuurlijk en veelbewogen leven, eteeds in de eerste plaats gedaan heb, wat mijn plicht en eer mij voorschreven. Hij begon zijn levensgeschiedenis, vertelde, 'dat hij nooit zijn familie had gekend, maar dat hij toch wist, dat zij van Fran- echen oorsprong en sedert vele jaren in 'Canada gevestigd was. Daardoor wilde hij voorkomen, dat de markiezin, bij het hooren van zijn naam, zich zou herinneren, dat zijn vader de ka merdienaar was geweest, die als dief ver oordeeld was geworden. Hij sprak daarna lang over zijn weder waardigheden en over de verschillende be- Toepen, die hij had uitgeoefend en die hem irü'k hadden gemaakt. Thans, mijnheer de markies, is de man, die zijn geheele verleden voor u heeft blootgelegd, bereid, rijn dochter aan uw broeder te geven; zijn dochter, het schep- Bel, dat hij boven alles ter wereld lief heeft; zijn doohter, een engel van goedheid fen deugd, een wonder ran schoonheid. Hij stond op, groette den markies en zei nog op kalmen toon, waarin echter een stille bedreiging was waar te nemen: Ik wacht uw besluit, alvorens ik hier terug zal komen. Maar Laurent beminde Marie-Rose, wat dus te doen? Marie-Rose Dus de lieve lentefee was nu zooveel als een vijandin geworden, als een hinderpaal Hoe die hinderpaal te verwijderen? Zelfopoffering. Op zekeren avond was Laurent met de markiezin alleen. Zij vroeg hem eensklaps: Laurent, wat is er van Marie-Rose geworden Moeder, waarom vraagt u dat Spijt het u, haar weggezonden te hebben? Zou u haar terug willen roepen? Neen, mijn wil is uitdrukkelijk en go kent diian. Helaas, moeder, niemand wa9 meer waardig uw dochter te worden. Ge bemint haar nog altijd Nog altijd, zelfs meer dan ooit! Toch is dat meisje arm. O, moeder, wat doet dat er toe Ja, zei zij met een zucht, het doet er niet toe, inderdaad, en wanneer er niets in onze omstandigheden veranderd was, wanneer onze familie nu nog was, wat zij altijd geweest is, dan zou ik daar geen be letsel in zien en ge zoudt kunnen trouwen naar uw eigen keus. Maar, helaas, die tij den zijn voorbjj. Maar nu mijnheer Bertignolles ons toch zijn hulp biedt I Wij haDgen af van een gril, van een kwade luim. Moeder, het is mijn schuld niet en ik kan er niets aan veranderen. En hoe dan, moeder? Spreek. Een rijk huwelijk zou onze familie redden. U weet, dat Marie-Rose arm is. Daarom moogt ge ook Marie-Rose niet beminnen. Ik kan niet anders, moeder; ik bemin haar en haar alleen. En wanneer ik u nu eens smeekte van haar af te zien? Moeder, breng mij niet tot wanhoop. Ik zou weigeren. Toch weet ge, in welke benarde om standigheden wij verkeeren. Laurent verzonk in diep nadenken. Hij zag zijn moeder oplettend aanhij begreep, wat zij bedoelde en vroeg met een zachte stem: Jenny? Inderdaad, over haar wilde, ik met u si Teken, mijn zoon. Onnoodig. Zi.i bemint u. Dat weet ik al sedert lang. Zij zal de uwe .zijn, wanneer ge wilt. Spreek een enkel woord... Neen, moeder ik kan niet. Ik zal dat woord nooit spreken. De markiezin zweeg. Zij dacht na. Eindelijk scheen zij een besluit genomen te hebben, want zij zei: t Is goed, mijn -zoon, ik wil uw hart geen geweld aandoen. Zij sprak er niet verder over, maar toen Laurent was heengegaan, zei zij tegen den markies: Mijn zoon, ge moet morgen met mij naar Parijs gaan. Waarom, moeder? Wat moeten wij daar doen? Ik wil Marie-Rose spreken. De volgende dag was een Zondag en Marie-Rose ging niet uit. Zij was zeer verrast, toen zij-in den loop van den dag mevrouw De Soulaimos met haar zoon bij haar zag binnentreden. Evenals bij Laurent, kwam ook bij haar het denkbeeld op, dat zij berouw over hun hardheid hadden en haar terug kwamen halen. Haar gelaat straalde van vreugde. Maar het strenge gelaat van de markie zin, het waas van droefheid, dat op dat van Michel lag uitgedrukt, brachten haar weldra uit dien waan. Met beklemd hart wachtte zij, wat do markiezin De Soulaimes haar te zeggen zou hebben. Mejuffrouw, begon de markiezin, ik moet ernstig met u spreken. Denk niet, dat ik uw vijandin ben geworden. Ik kan niet vergeten, dat ik u reeds bijna lief had, toen mijn dokter u te Nogent bracht. Evenmin misken ik uw edel hart. Ik ben van meening veranderd en nu overtuigd, dat die ongeteekende brief slechts laster bevatte, een afechuwelijken laster, en dat u nooit bij mij had durven komen, wan neer er een smet op u rustte, en u de min nares van mijn zoon was geweest. Marie-Rose boog het hoofd en zei op eenvoudigen toon: Het maakt mij gelukkig, mevrouw, dat u aan mijn eer geloof slaat. Gij bemint Laurent? Zeker, mevrouw, met geheel mijn hart. Welnu, juffrouw, ik kom u verzoe ken, niet aan hem to denken. Hoe zou ik dat kunnen? Ik heb mij verkeerd uitgedrukt. Niet meer aan hem te denken, zou inderdaad onmogelijk zijn, omdat gij hem bemint, want -dat wil ik gelooven maar ik kom van u vragen hem niet weer te zien, uw liefde voor hem te verbergen, hem van u te verwijderen, hem desnoods te doen ge looven, dat u hèm niet meer bemint. Marie-Rose stond op. Zij sidderde. O, mevrouw, wat vraagt gij van mij? Wat ik u vraag, mejuffrouw, is juist ons het bewijs te geven, hoe groot uw liefde voor hem is. Door hem niet meer te beminnen.- Door te doen, alsof gij hem niet meel bemint. Marie-Rose vouwde de handen. Eisch iets anders van mij, mevrouw, eisch alles, mijn leven zelfs, wanneer het u van eenig nut kan zijn, maar dat nooit, nooit Ik dacht het wel, gij bemint hem niet 1 Zij richtte zich trotsch op. (Wordt vérvolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5