No. 10298.
LÉÏBSCH DAGBLAD, Boaderdag* 10 April. Tweede Blad.
Buitenlandsch Overzicht
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Wraak.
Met Inclitscliip „Zeppelin IV" by Limévill© in Frankrijk, filet Inclitscliip wordt
door Frannclie cavalerie bewaakt.
In den Rijksdag de derde dag van de be
handeling van de legerwet.
Gisteren bepleitte de voormalige Beier-
Bche generaal Hausler, behoorend tot het
centrum, vermindering van den driejarigen
diensttijd voor de cavalerie en verhooging
van de sterkte der rijdende artillerie.
Nadat de minister van oorlog dozen
spreker had beantwoord, kreeg von 'Wen-
ningen, de gevolmachtigde van den Bonds
raad voor Beieren, het woord.
Hij betoogde, onder luide protesten "der
linkerzijde, dat Hausler niet met kennis
van zaken een oordeel over artillerie-zaken
kan uitspreken, en nooit in de gelegenheid
is geweest een oordeel over cavalerie en
infanterie to vormen. ,,Ik spreek namens
het Beiersche officierskorps er mijn leed
wezen over uit zeido spr. dat Hausler
woorden heeft gesproken dio de instemming
zijner eigen partij niet hebben, maar wel
dio van de uiterste linkerzijde." (Groot
rumoer bij de sociaal-democraten.)
Ledeboer (soe.-dem.) protesteert tegen
id-eze uitlating van von Wenningen, dio er
op berekend is Hausler voor zedelijk min
derwaardig uit te maken (toejuiching
links).
Hierop antwoordde von Wenningen, dat
hij niet als gevolmachtigde van den Bonds-
Taad, - maar als Beiersöh officier heeft ge
sproken (opnieuw luid tumult links).
Frank (soc.-dem.) zeide: Deze verklaring
is opnieuw een bewijs van da aanmatiging
in militaire kringen. Ik verwacht, dat alle
partijen genoeggevoelvaneigen-
w aar de zullen hebben, om zich bij ons
protest aan te sluiten (toejuiching op alle
banken).
Daarmede was dit voorval geëindigd.
Na sluiting der dtebafcten wordt liet ont
werp-! egerw et naar de begrotingscommis
sie verwezen.
Vóór dit geschiedde, kwam von Bethmann
Hollweg, de rijkskanselier met enkele woor
den op tegen de uitlegging, die men aan een
passage in zijn rede heeft gegeven. Hij
heeft niet gezegd dat een strijd tusschen
Slaven en Germanen t.e wachten staat.
Deze uitlegging aldus spr. zou mijn
politiek* die gericht is óp het bewaren .van
goede buurschap met Rusland, kunnen
schaden.
Hij zeide verder: „Het leger-ontwerp ia
geen overgave van den minister van oorlog
of van mij aan den generalen staf; het is
ontstaan uit de overtuiging dat wij verant
woordelijk zijn voor de veiligheid van het
rijk in de toekomst (toejuichingen). Dé be
sprekingen hebben aangetoond dat de groo-
te meerderheid der partijen zich wil laten
leiden door datzelfde verantwoordelijk
heidsgevoel."
Daarna begon dé eerste lezing van de
ontwerpen tot dekking der kosten..
Staatssecretaris Künz lichtte de .ontwer
pen in onderdeelen toe.
In Frankrijk is de campagne tot w eder-
invoering van den driejark
gén diensttijd krachtiger gewor
den. De afgevaardigde De Monfcebellö, on
dervoorzitter van de legeroommissie, heeft in
Reims een redevoering gehouden, waarin
hij o.m. zeide: „Toen wij den tweejarigen
diensttijd invoerden, meenden wij te mogen
verwachten op dien we.g te zullen worden
gevolgd. Maar wat deed Duitschland? Het
liet niet na ons te provoceeren: de keizer
ging naar Tangér en wij moesten onzen mi
nister van buitenlandsche zaken wegstu
ren. Als wij maar vastbesloten zijn tegen
stand te bieden, zullen de Duitschers zich
wel tweemaal bedenken, voordat zij een
krachtig leger aanvallen. Zij beschikken
wel over 27 legerkorpsen, maar de voor
zichtigheid dwingt hen althans eenige daar-
,van aan de oostelijke grenzen te laten."
In Nantes sprak de afgevaardigde
Guist'hau, oud-minister van onderwijs, en
betoogde, dat de weder-invoering van den
driejarigen diensttijd een absolute noodza
kelijkheid is.
Aan een feestmaal van reserve-officieren
te Roua&n voerde Maandag de minister van
oorlog Etienne het woord. Hij herinnerde
aan de krachtsinspanning van Frankrijk >n
ae laatste veertig jaar, om er weer boven
op te komen, terwijl toch steeds het streven
tot uiting kwam den vrede te bewaren.
De minister verklaarde vastbesloten te
zijn met het ontwerp te staan of te vallen.
,,Wij willen een vredelievend Frankrijk,
maar tevens een sterk en geëerbiedigd
Frankrijk. Het kan niet verdwijnen. Frank
rijk moet blijven aan het hoofd der volke
ren, omdat het een geschiedenis heeft als
geen anaer volk en omdat het altijd een
bewonderenswaardige drager van dó Le-
schaving i3 geweest;"
De woorden van den minister lokten een
onbeschrijflijke geestdrift uit.
Een lastig.geval zal zich nog voordoen,
wanneer het lcgervoorstel is aangenomen,
want er is ook in Frankrijk een groot te
kort aan officieren en kader. De salaris-
regeling is hiervan de oorzaak' en er moe
ten plannen bestaan om een spoedontwerp
in te dienen tot verbetering der positie van
officieren en onderofficieren. Frankrijk zal
niet'alleen voor hetleger maar
ook voor de vloot de müllioentjes
disponibel moeten stellen. Alleen voor het
materiaal zullen 484 mïïliöen benoodigd
zijn, te verdeelen over 8 jaar. In dotaal
beloópen de kosten, van. wijziging 537 mil-
lioen francs.
Het ligt in de bedoeling allereerst de
vloot te reorganiseeren èn eskaders te vor
men van acht gevechtseenheden (in plaats
van zes), hetgeen in overeenstemming is
met de indeeling der buitenlandsche mari
nes. De opperbevelhebber móet bovendien
zijn vlag kunnen hijschen op een pantser-
schip, dat niet tot eenig eskader behoort.
"Verder zal elk eskader de beschikking
krijgen over tien snelvarende en goedge
wapende verkenners. Het vlootprogram
van 1910 zal worden uitgebreid met drie
pantserscliepen, terwijl de bouw van 'de
nieuwe bodems zeer bespoedigd zal worden,
zoodat op stapel zullen worden gezet:
in 1913: vijf pantsersohepen en drie ver
kenners; in 1914: twee pantserscliepen en
drie verkennersin 1915twee pantsersclie
pen en twee verkenners; in 1916: vier par.t-
sérschepen en twee verkenners.
Minister BaqcLin, die overtuigd is van
het nut van de luchtvaart in den moder
nen oorlog, bereidt een wetsontwerp voor
tót vorming aan de kusten van vier centra
voor bestuurbare luchtschepen en vijf. cen
tra voor vliegtuigen.
De nieuwe pantsersehepen zullen 255 mil-
lioen kosten, de verkenners 192 millioen,
twaalf luchtschepen en vijf - en twintig
aeroplanes 30 millioen, havenwerken 60 mil
lioen.
Over de kiesrechtkwestie heerscht ver
deeldheid in het Belgische ministerie. Dat
is ai eerder gebleken. Zelfs kwamen ge--
ruchten van het aftreden van het gehèele
of van een gedeelte van het kabinet. Tel
kens volgde ookweer tegenspraak. Nu
duikt dat gerucht weer op en met groote
hardnekkigheid. Ook de tegenspraak is
reeds gevolgd. Ditmaal is er zelfs sprake
van een aftreden van hetgeheele
k a b i n e t, althans van het heengaan
van den premier, den minister van buiten
landsche zaken, dien van arbeid en dien
van landbouw.
Het Belgische stakingsoomité heeft beslo
ten de tentoonstelling te Gent als neu
traal terrein te verklaren, zoodat daaraan
tijdens de staking zal worden doorgewerkt.
Dit besluit ie vooral te danken aan den
socialistisehen senator Coppieters, die te
vens deel uitmaakt van het bestuur der ten
toonstelling.
In Duitschland ia sprake van een
nieuwe verloving Prtns Adalbert
van Pruisen zou zich-, - volgens de „Frankf.
Ztg;" gaan verloven met prinses Olga van
Cumberland.
De Fransche spoorwegmaatschappijen
hebben, z-ooals men wéét, in 1910 een aan
tal ambtenaren en beambten ontslagen. We
deelden een paar weken geleden mee, dat
de regeering pogingen vildo doen om de
ontslagenen weer geplaatst te krijgen, doch
er is hier een totale onwil hij de maat
schappijen. De minister-president heeft -an
de directies der betrokken maatschappijen
ten antwoord gekregen, dat er niet aan ge
dacht wordt om de ontslagenen op hun
plaatsen te herstellen. Alleen waren zo be
reid financieel te steunen, waar dit noodig
mocht blijken.
België en Engeland hadden altijd mee-
nIhgsverschiIlten over den Congo, den Belgi
schen Congo namelijk, waarover indertijd
koning Leopold souverejn was, doch die de
souveteiniteit op België overdroeg. Deze
zaak schijnt nu opgelost.
Sir-Edward Grey verklaarde hi het La
gerhuis, dat de toestanden in den Belgi
schen Congo zeer waren verbeterd in ver
gelijking met vroeger. Het was dus onge-
wènseht. dat de regeering nu nog langer
de erkenning der Belgische
Bouvereiniteit zóu weigeren, die fei
telijk door alle.andere mogendheden reeds
is geschied! Echter zal de officieeïe erken-
nitng ni plaats hebben eer het Huis zich
over de quaestie zou hebben kunnen uit
spreken.
Zitting van gisteren.
Z i ekUw e t.
Voortgezet werd de behandeling der Ziek
tewet, en wel hij art-. 32.
Allereerst kwam in stemming het amende-
moiit-Duys, dat strekt om aan den Raad van
Arbeid zelf de bevoegdhei-d t-e geven om de
uitkeering van ziekengeld vast te steilen.
Het werd verworpen met 51 tegen 6 stem
men.
Vervolgens heb amendement-Duys om
alleen aan den Raad van Arbeid te geven
do bevoegdheid om de uitkeering te verhoo-
gen tot het volle loon.
Het werd. eveneens verworpen met 42 te
gen 22.
Voorts het amendement-P atijn, strekken
de, dat de Raad van Arbeid het ziekengeld
iiooit lager dan 70 pGt. van het lóón mag
vaststellen.
Dit werd verworpen met 35 tegen 30 stem
men.
Eindelijk het amendement-Duys, om den
Raad van Arbeid geen bevoegdheid te geven
om het Ziekengeld te doen ingaan op den
3den of 4den dag.
Dit werd verworpen met 45 tegen 20 stem
men.
Daarna werd z. h. s. het Begeeringsarti-
kel goedgekeurd, zoodat bepaald is, dat de
Raad van Arbeid aan de Kroon een voor
dracht doet om in bepaalde gevallen de zie-
kengeld-uitkeering niet te doen bedragen 70
pG't.. van het loon, doch dit te verlagen tot
hoogstens 50 pCt. of te verhocgen tot hoog
stens.90 pCt. voorts de uitkeering niet den
derden dag te doen aanvangen, doch den
eersten, tweeden, derden, vierden of vijfden
dag; en eindelijk om de uitkeering niet
hoogstens 6, maar hoogstens 12 maanden te
doen duren.
Bij het verdere debat trok de heer Duy s
na bestrijding door Minister Tal ma
een amendement op art. 34a (herhaalde on
geschiktheid tot werken) in, dat beoogde
om, wanneer niet vaststaat, dat de arbeids
ongeschiktheid voortvloeit uit ziekte of wel
ongeval, in ieder geval den arbeider onmid
dellijk een uitkeering te geven, om zoodoen
de te voorkomen, dat de betrokkenen op
hun uitkeering moeten wachten.
Daarentegen handhaafde hij een, even
eens door den Minister bestreden amende
ment, strekkende om den arbeider, wion
door dengeen, bij wien hij werkt, een uit
keering wegens een ongeval geweigerd is,
recht te geven op ziekengeld ook al heeft
hij verzuimd binnen 14 dagen het verzoek
daartoe in te dienen.
De Minister vroeg nader aanhouding
va a het artikel tot heden, om zich nog eens
te beraden over dit laatste amendement.
Heden voortzetting.
Pensioen regel fng Ne cl. Con tra a 1-
S p o o r M ij.
Een wetsontwerp is ingediend tot het VoT-
locnen van machtiging aan de Regeering
om een overeenkomst aan to go an mot do
Ned. Centra al-Spcorweg-Maa.(schappij be
treffende de pensioenregeling voör haar per
soneel.
Ui t b rei-di n g v a n de. M u n t f abriolc.
Daar de capvacribeit van de Munt te Utrecht
met het oog op de nieuwe aanmunting on
vol doende wordt, geacht, is een voorstel inge
diend tot uitbreiding van de Muntfabriek.
De Minister van Financiën deelt o. a. in
dc toelichting mede, dat in 1913 alsnog een
suppletoiro aanmunting van f2,000,000 in
Indisch© stuivers (40,000,000 stuks) zal be
steld worden, waarvan zooveel mogelijk moet
worden vervaardigd. Voorts is het, ten eindo
in do behoefte aan 21/2-cents-stukkcn in Ne
derland te kunnen voorzien, noodzakelijk ge
bleken, dat nog in het loopende jaar voor
Pen waarde van f 50,000 (2,000,000 stuks)'
in dio munten worde vervaardigd. Als ge
volg van een en ander zou het aantal in
1913 af te leveren muntstukken zeer belang
rijk boven de 100 millioen stuks" stijgen.
Ook andere oorzaken werken medo om de
noodzakelijkheid der voorgenomen uitbrci "irvy
dringender te maken.
De kosten worden in hiln geheel geraamd
op f 46,025.
Gemeenteraad vau Valken burg.
Voorzitter de heer P. Lotsy, burgemees
ter.
Na opening der vergadering zegt de
Voorzitter ongeveer het volgende:
Alvorens tot de gewone werkzaamheden
over te gaan, is het mij een behoefte hier
uit te spreken, dat ik kort geleden ruefc
leedwezep kennis heb genomen van het
overlijden van den heer A. Bol, wethouder
dezer gemeente.
Ik ben overtuigd, dat liet ook u leed doet
te moeten scheiden van zulk een welwillend
en vriendelijk medelid, dat gedurende 36
jaar deel uitmaakte van Uw vergadering,
waarvan 27 jaar als wethouder. Ik heb ge
meend dan ook uw aller gevoelens te ver
tolken door een brief van rouwbeklag aan
de weduwe te zenden.
De Voorzitter doet mededeeling van ver
schillende ingekomen stukken, o.a. houden
de goedkeuring van genomen Raadsbeslui
ten, deelt mede, dat in plaats van den heer
Bol tot lid van het Cellege van Zetters is
benoemd de heexjd. G. va-n Sdlevoldt; dat
een schrijven va-n den heer C. van Steyn
is ingekomen met bericht, dat hij ontslag
neemt als raadslid. Voorts kwam in het
verslag van de Gezondheidscommissie, zetel
Katwijk, en dat ya-n de Commissie tot we
ring van Schoolverzuim met mededeeling,
dat tot voorzitter en secretaris zijn be
noemd de heeren 0. Jansen en F. Kool.
Bij de verkiezing van stembureaux voor
de Kamer worden gekozen de heeren Jan
sen en Binnendijk, voor de Staten de hee
ren Peet en Jansen, contr. lid de heer Bin
nendijk, voor den Raad de heeren Van Sil-
levoldt en Peet, oontr. lid de heer Jansen.
Plaatsvervangend voorzitter is de heer A.
Notenboom. Het pand plaatselijk geteekend
No, 15, waarvan de huur 30 April a.s. ein
digt, wordt met ingang van 1 Mei a.s. we
der voor den tijd van een jaar verhuurd
aan J. J. van Paridon, alhier, voor f 300.
Nadat de wenschelijkheid is besproken de
politie-verordening met eenige bepalingen
aan te vullen, .wordt de openbareverga.-
dering gesloten en overgegaan tot een zit
ting met gesloten deuren ter behandeling
van het kohier van den hoofdelijken omslag.
I>© nuto-bandieten.
Toen de auto-bandieten in de Ordenor-
straat hun aanslag deden op den bankloo-
per Gaby, bovond deze zich in gezelschap
van een tweeden looper der bank, Peemans
gehoeten. Dezo Peemans is, zooals me.n
weet, de voornaamste getuige ii charge
tegen Dieudonnó geweest. Hij heeft met
etelïigheid verklaard, Dieudonnó te hebben
zien échieten op Ca>by. Dieudonnó is ter
dood veroordeeld, maar heeft, wij deelden
't reeds mede, een verzoek tot revisie van
zijn proces ingediend. Hij heeft dit gedaan
naar aanleiding van een brief, dien zijn
advocaat gekregen heeft van een maD, De-s-
brosses goheeten. Deze sohrijft, dat Pee-
mans, een week na den aanslag in de Ordc-
ner-straat, tegen hem gezegd heeft, dat het
hem (Peemans) omnógelv-k zou zijn een der
individuen, die op hem en Caby geschoten
hadden, te herkennén. Voorts heeft Pee
mans, zoo sohrijft Desbróeses, naar hij zelf
woordelijk gezegd heeft, op het oogenblik,
dat er geschoten werd, zijn arm voor zijn
gezicht gehouden en hij is toen hard naai
het gebouw van de barik gcloope-n om hulp
te halen.
Er is, men zal het zich herinneren, ook'
tijdens de behandeling van het proces voor
de assisen der Seine, herhaaldelijk sprake
van geweest, dat Peemans, die met zoo
groote stelligheid Dieudonnó zeide te her
kenen als den man, die op- Caby geschoten
had, vroeger zich anders uitgelaten had.
De advocaat van Dieudonnó heeft den
brief van Desbrosses aan dèn procureur-
generaal doen toekomen. Deze doet een
onderzoek instellen.
Nadruk verboden).
63»
Vóór alles is het echter noodig, dat
ik u zeg, wie ik ben en hoe ik het groote
vermogen heb verkregen, dat mij nu in
Btaat stelt u te helpen.
Michel maakte een afwijzend gebaar
Biaar Bertignollea ging voort:
Neen, neen, ik acht het bepaald noo-
'dig. Ik wil, dat u zal weten, dat ik ondanks
mijn avontuurlijk en veelbewogen leven,
eteeds in de eerste plaats gedaan heb, wat
mijn plicht en eer mij voorschreven.
Hij begon zijn levensgeschiedenis, vertelde,
'dat hij nooit zijn familie had gekend,
maar dat hij toch wist, dat zij van Fran-
echen oorsprong en sedert vele jaren in
'Canada gevestigd was.
Daardoor wilde hij voorkomen, dat de
markiezin, bij het hooren van zijn naam,
zich zou herinneren, dat zijn vader de ka
merdienaar was geweest, die als dief ver
oordeeld was geworden.
Hij sprak daarna lang over zijn weder
waardigheden en over de verschillende be-
Toepen, die hij had uitgeoefend en die hem
irü'k hadden gemaakt.
Thans, mijnheer de markies, is de
man, die zijn geheele verleden voor u heeft
blootgelegd, bereid, rijn dochter aan uw
broeder te geven; zijn dochter, het schep-
Bel, dat hij boven alles ter wereld lief
heeft; zijn doohter, een engel van goedheid
fen deugd, een wonder ran schoonheid.
Hij stond op, groette den markies en zei
nog op kalmen toon, waarin echter een
stille bedreiging was waar te nemen:
Ik wacht uw besluit, alvorens ik hier
terug zal komen.
Maar Laurent beminde Marie-Rose, wat
dus te doen?
Marie-Rose
Dus de lieve lentefee was nu zooveel als
een vijandin geworden, als een hinderpaal
Hoe die hinderpaal te verwijderen?
Zelfopoffering.
Op zekeren avond was Laurent met de
markiezin alleen.
Zij vroeg hem eensklaps:
Laurent, wat is er van Marie-Rose
geworden
Moeder, waarom vraagt u dat Spijt
het u, haar weggezonden te hebben? Zou
u haar terug willen roepen?
Neen, mijn wil is uitdrukkelijk en go
kent diian.
Helaas, moeder, niemand wa9 meer
waardig uw dochter te worden.
Ge bemint haar nog altijd
Nog altijd, zelfs meer dan ooit!
Toch is dat meisje arm.
O, moeder, wat doet dat er toe
Ja, zei zij met een zucht, het doet
er niet toe, inderdaad, en wanneer er niets
in onze omstandigheden veranderd was,
wanneer onze familie nu nog was, wat zij
altijd geweest is, dan zou ik daar geen be
letsel in zien en ge zoudt kunnen trouwen
naar uw eigen keus. Maar, helaas, die tij
den zijn voorbjj.
Maar nu mijnheer Bertignolles ons
toch zijn hulp biedt I
Wij haDgen af van een gril, van een
kwade luim.
Moeder, het is mijn schuld niet en ik
kan er niets aan veranderen.
En hoe dan, moeder? Spreek.
Een rijk huwelijk zou onze familie
redden.
U weet, dat Marie-Rose arm is.
Daarom moogt ge ook Marie-Rose niet
beminnen.
Ik kan niet anders, moeder; ik bemin
haar en haar alleen.
En wanneer ik u nu eens smeekte van
haar af te zien?
Moeder, breng mij niet tot wanhoop.
Ik zou weigeren.
Toch weet ge, in welke benarde om
standigheden wij verkeeren.
Laurent verzonk in diep nadenken. Hij
zag zijn moeder oplettend aanhij begreep,
wat zij bedoelde en vroeg met een zachte
stem:
Jenny?
Inderdaad, over haar wilde, ik met u
si Teken, mijn zoon.
Onnoodig.
Zi.i bemint u.
Dat weet ik al sedert lang.
Zij zal de uwe .zijn, wanneer ge wilt.
Spreek een enkel woord...
Neen, moeder ik kan niet. Ik zal dat
woord nooit spreken.
De markiezin zweeg.
Zij dacht na.
Eindelijk scheen zij een besluit genomen
te hebben, want zij zei:
t Is goed, mijn -zoon, ik wil uw hart
geen geweld aandoen.
Zij sprak er niet verder over, maar toen
Laurent was heengegaan, zei zij tegen den
markies:
Mijn zoon, ge moet morgen met mij
naar Parijs gaan.
Waarom, moeder? Wat moeten wij
daar doen?
Ik wil Marie-Rose spreken.
De volgende dag was een Zondag en
Marie-Rose ging niet uit.
Zij was zeer verrast, toen zij-in den loop
van den dag mevrouw De Soulaimos met
haar zoon bij haar zag binnentreden.
Evenals bij Laurent, kwam ook bij haar
het denkbeeld op, dat zij berouw over hun
hardheid hadden en haar terug kwamen
halen.
Haar gelaat straalde van vreugde.
Maar het strenge gelaat van de markie
zin, het waas van droefheid, dat op dat
van Michel lag uitgedrukt, brachten haar
weldra uit dien waan.
Met beklemd hart wachtte zij, wat do
markiezin De Soulaimes haar te zeggen
zou hebben.
Mejuffrouw, begon de markiezin,
ik moet ernstig met u spreken. Denk niet,
dat ik uw vijandin ben geworden. Ik kan
niet vergeten, dat ik u reeds bijna lief
had, toen mijn dokter u te Nogent bracht.
Evenmin misken ik uw edel hart. Ik ben
van meening veranderd en nu overtuigd,
dat die ongeteekende brief slechts laster
bevatte, een afechuwelijken laster, en dat
u nooit bij mij had durven komen, wan
neer er een smet op u rustte, en u de min
nares van mijn zoon was geweest.
Marie-Rose boog het hoofd en zei op
eenvoudigen toon:
Het maakt mij gelukkig, mevrouw,
dat u aan mijn eer geloof slaat.
Gij bemint Laurent?
Zeker, mevrouw, met geheel mijn
hart.
Welnu, juffrouw, ik kom u verzoe
ken, niet aan hem to denken.
Hoe zou ik dat kunnen?
Ik heb mij verkeerd uitgedrukt. Niet
meer aan hem te denken, zou inderdaad
onmogelijk zijn, omdat gij hem bemint,
want -dat wil ik gelooven maar ik kom
van u vragen hem niet weer te zien, uw
liefde voor hem te verbergen, hem van u
te verwijderen, hem desnoods te doen ge
looven, dat u hèm niet meer bemint.
Marie-Rose stond op. Zij sidderde.
O, mevrouw, wat vraagt gij van mij?
Wat ik u vraag, mejuffrouw, is juist
ons het bewijs te geven, hoe groot uw
liefde voor hem is.
Door hem niet meer te beminnen.-
Door te doen, alsof gij hem niet meel
bemint.
Marie-Rose vouwde de handen.
Eisch iets anders van mij, mevrouw,
eisch alles, mijn leven zelfs, wanneer het
u van eenig nut kan zijn, maar dat nooit,
nooit
Ik dacht het wel, gij bemint hem
niet 1
Zij richtte zich trotsch op.
(Wordt vérvolgd).