Ho. 16294.
LEID SCSI-1 DAGBLAD, Zaterdag- 5 April. Tweede Blad.
Anno 1913^
Finaneieele Causerie.
Uit Voorhout.
Eerste Kamer.
Tweeae Kamer.
FEUILLETON.
^Wx-aals.
Weer hebben de Verecnigde Staten een
van hun groote geldkoningen door den dood
verloren^ J. P. Morgan heeft het tijdelijke
met het eeuwige verwisseld; heeft, als de
armste zijner medeschepselen, moeten ver
trekken met achterlating van alles wat hij
op dit ondermaansche bezat. Zijn heengaan
is in overeenstemming met zijn levenlang
voor zijn dood had hij beschikkingen ge
troffen, "waardoor de tijding van zijn over
lijden ge.en beroering zou brengen in de
finaneieele wereld. Hij was een man van or
de en regel vooral van organiseerend ta
lent. Toch veel verschillend van mannen als
Harrima-n, ïlawley> Hill. Dezen wisten te
scheppen, brachten liohame-n als de Union-
en Southern Pacific de Chesapeake, de
Northern Pacific, de Great Northern van
den rand van het bankroet tot grooten bloei.
Morgan was meer de handige bankier, die
van de omstandigheden, die het oogenblik
boden, een snel en scherpzinnig gebruik
wist te maken; wellicht niet altijd daarbij
gebruik makende van absoluut onaanvecht
bare hulpmiddelen, dooli bijna steeds zege
vierend uit den strijd te voorschijn tredend.
Het toppunt zijner glorie bereikte hij toen
Roosevelt zijn hulp moest inroepen, om in
1907 een paniek te keeren. Ofschoon booze
tongen beweren, dat hij die paniek eerst zelf
uitlokte, is dat nimmer bewezen geworden
wel bleek hij den geheelen toestand voor
zien en de te nemen maatregelen kant en
klaar te hebben. Ook steekt zijn figuur gun
stig af bij die van sommige zijner voorgan
gers, een Gould, een Drew, een Astor, een
Rockefeller, wien elk middel goed genoeg
was, dat tot hun doel leidde.
Aan Morgan's naam zal onafscheidelijk
rerbonden blijven het organiseeren der
Staaltrust en van de Marine Trust. De tijd
/.al moeten leeren of zijn eenige verdienste
daarbij is geweest, dat hij er flink aan ver
diend heeft! Sprekende, over de Staaltrust
dringt zich ook de naam van Andrew Car
negie naar voren. Carnegie en Morgan, zie
daar wel twee scherpe tegenstellingen. De
eerste een self made man, met stalen ener-
gie, type van uen spaarzamen soliden
Schot, die door rusteloozen arbeid zijn
staalfabriek tot grooten bloei weet te bren
gen. Bij de organisatie der Trust slaagt hij
er in zich door Morgan te laten uitkonpen
maar hij zorgt er voor, dat hij niet alleen
den gevraagden prijs krijgt, doch tevens,
dat de betaling geschiedt in Eerste Hypo-
-- theek-obügatien. Gaat de zaak yerder goed,
dan lijn deze obligatiën het ook; gaat ze
mis, dan beheerscht hij ze en kan wellicht
nogmaals zijn slag sl&&u. Zoodra Carn igie
uit zaken is wordt hij philantroop en wel
op zoo overtuigende wijze - dat men niet in
twijfel hoeft te verkeeren over 's mans goe
de bedoelingen. En nu Morgan? Zijn combi
natie van een groot aantal staalfabrieken
tot een groote trust, is uitsluitend een ban-
kierstruc geweest, waaraan ettelijke millioe-
nen verdiend werden. Hij voorzag, dat bij
het bestaande tarief, na verloop Yan enke
le jaren, zoo'n combinatie moest slagen;
eerst scheen het, dat hij zich misrekend had
althans in den gang der zaken, de winst
was reeds binnenmaar naderhand kreeg
hij gelijk en zelfs de gewone aandeden, oor
spronkelijk nagenoeg uitsluitend water
betalen reeds eenige jaren achtereen 0 pCt.
dividend. Met de Marine-Trust is het tot
dusverre minder voorspoedig gegaanwaar
het gold een scheepvaart-onderneming,
meende hij wellicht, dat er niet genoeg wa
ter" bij konals ware er een wisselvalliger
bedrijf dan juist de scheepvaart! Maar wie
zal het tegenspreken, dat ook de Marine-
Trust er komt'?
Missch3en is Morgan op een voor hem niet
ongelegen tijdstip van het tooneel verdwe
nen. Wie toch zal zeggen, wat er zal gebo
ren worden uit het bewind der Democra
ten en uit hun wijzigingen van het tarief?
Zal de Staaltrust bestand zijn tegen den
vrijen invoer van elders vervaardigde Staal-
prodiioten, in landen waar de arbeidsloonen
zooveel lager zijn, dan in Amerika? Als phi
lantroop deed Morgan zeker minder van zich
hooren dan Carnegie of Rockefeller. Daar-
ente_gen was hij een groot verzamelaar van
kunstschatten, die hij aan verschillende mu
sea in bruikleen afstond, ter vermijding der
invoerende rechten Vooral zijn verzameling
van antieke bronzen beelden was beroemd,
in l.Zt South Kensington Museum te Londen
is er een heele zaal mee gevuld. Wellicht
speelden ijdelheid en reclamezucht daarbij
een rol; elk beeïdje toch is gemerkt: ,,Lent
by J. Pierpont Morgan Esq."
Wij merkten reeds op, dat Morgan doel
treffende maatregelen genomen had, om
bij zijn overlijden, geen stoornis te veroor
zaken. Ook daaruit blijkt het verschil tus-
schen zijn persoonlijkheid en die van een
Harriman. Met dezen ging een groot op
bouwend talent henen, hij liet een leemte
achter, die niet gevuld werd. Zijn groote
werk: het. tot bloei brengen van een ban
kroet spoorwegstelsel was vóór zöu dood
vrijwel voltooid. Zijn opvolgers drukken
thans zijn voetstappen, doch hebben niets
nieuws gewrocht. Met Morgan daarentegen
daalt een knap man ten grave, een heldere
kop, een uitnemend zakenman; maar...
voila tout; zijn firma's tellen tal van deel-
genooten, die de zaken op denzelfden voet
zullen voortzetten en als ze dat niet
doen, is 't nog zoo erg niet
De fondsenmarkten gaan voort zich te ver
heugen over den val van Adrianopel. Ein
delijk is er dan kans, dat we uit het moeras
van lusteloosheid bevrijd rakenDe mark
ten zijn tot inactiviteit gedoemd geweest
zoolang de oorlog aan den gang was; groot
was de vrees voor politieke conflicten, dat
bracht ongerustheid, die den Banken noop
te groote voorzichtigheid te betrachten
't geld bleef duurhet goud werd zelfs ver
zameld en weggeborgen door hen, die het
prefereerden boven den hoogeu interest,
dien zij konden bedingen.
Met den val van Adrianopel is het voor-
uibzicht op den vrede bespoedigd. Turkije
is totaal verpletterd, moet vrede maken te
gen eiken prijs; zelfs het Turksehe volk kan
zich daartegen niet verzetten. De Balkan-
staten hebben hun stoutste droomen in ver
vulling zien gaan, hun succes is volkomen;
even groot is hun verlangen om thans vrede
te maken, en zij zullen alle mogelijke con
cessies doen, die men van overwinnaars
filechts verwachten mag; alleen Montenegro
blijft weerbarstig; maar zijn tegenstribbe
len izal oogenschijnlijk niet baten. Ziedaar
wat de stemming der Beurzen op dit mo
ment bepaalt, en waarom schier alle fond
sen en rubrieken van fondsen in de verbe
tering deelen. Zelfs Amerikanen gaan om
hoog, ofschoon Jiet congres op 7 dezer te
zamen komt en de beraadslagingen over de
tarief wijziging een aanvang nemen.
Wij hopen zeer, dat deze betere stem
ming nog langen tijd moge gehandhaafd
blijven, doch vreezen maar al te zeer, dat,
als straks de vrede gesloten wordt en de
opwinding van het oogenblik voorbij is, ook
de naweeën van den oorlog zich met mee-
doogenlooze kracht zullen doen gelden. Er
moet. daar op den Balkan heel wat geld
noodig zijn, om nog maar te Zwijgen van
de andere aspiranten, als Oostenrijk-Hon
garije, Frankrijk, Spanje, China In-
tusschen is er bij dit alles één lichtpunt: de
industrie zal reeds aanstonds gaan profitee-
ren bij den aanleg der spoorwegen en van
andere werken, 't Is maar te hopen dat het
onderbrengen van zooveel nieuwe leeftingen
geen stoornis zal teweegbrengen op geld
en beleggingsmark ten.
Tegen veler verwachting in is het geld
in het buitenland goedkooper en in ons kmd
wat duurder geworden. Ofschoon de Duifc-
sehe wisselkoers één moment tot 59,33 en de
Engelsche tot bijna 12,15 steeg, heeft er
toch geen gouduitvoer plaats gehad. Yoor
het moment is daarvan, nu we met Berlijn
op 59,24 en met Londen op 12,13$ zijn terug
gevallen, geen kwestie meer. In lange jaren
is de wisselmarkt niet aan zulke snelle en
belangrijke fluctuatdce ten prooi geweest.
Intusschen schijnt de kans niet uitgesloten
te zijn, dat we alsnog binnenkort gouduit
voer zullen zien; de positie der Nederland-
sehe Bank is er trouwens krachtig genoeg
yoor. W.
't Was in lang niet de moeite waard om
wat in onze gemeente voorviel eens aan oen
beschouwing te onderwerpen. Zoo uitwendig
kalm scheen alles te verloopcn. Totdat er
zoowaar weer eens wat-meer belangrijks op
den voorgrond kwam. Zoó direct als men
ergens belang bij heeft, toont men er ook
meer belangstelling voor, en vandaar dan
ook, dat men van hier uit al wat in Leiden
met eleotricibeitslevcring in verband staat,
nauwkeurig* volgt. En ntl is men gaan mce-
nen, dat. men wel goed en mooi licht heeft
en heel netjes behandeld en bediend wordt
van uit Leiden, doch dat men elders al
eens van verlaging vair prijs vernam en
hier 'altijd nog het oude tarief gehandhaafd
zag. Dus men was duurder uit clan een
ander. En daar is men liièr niet voor
Daarvoor heeft men zich nu gewend tot.
do Directie van de Gas- en Elektriciteits
fabrieken, om ook wat. reductie op den prijs.
En daar heeft men heusch succes van te
verwachten. De conferenties, daarover gehou
den, hebben adressanten de kennis doen krij
gen, dat men daarvoor bij de gemeente moest
aankloppen, om op de eerste plaats 'i- garantie-
bedrag te verlioogen, dat nu f 700 bedraagt.
Zooals altijd moeten ten slotte -een paar
personen daarvoor optrekken, en dezen stel
den een nauwkeurig onderzoek iu naar het
verbruik, hetwelk niet-slecht uitviel. Er
werd berekend, dat het verbruik bij heb
bestaand tarief van 3d ets. per K.W., een
verbruikssom gaf van f 150Ö. Bij een ver
laging, zooals gewenscht wordt, zou dit
natuurlijk aanmerkelijk dalen; doch men
rekent dan ook op een minder zuinig ge
bruik, waardoor dit cijfer ^geschat wordt op
f 1300. Dan heeft men verschil lende per
sonen, die voor 'aansluiting in aanmerking
komen, bezocht en van esp twaalftal reeds
toezegging gehad, dat zij l?ij tarief ver laging
zich in beginsel vóór aansluiting verklaar
den. Daardoor zou het vroegere bedrag van
f1500 spoedig weer bereikt, licht overtroffen
worden. Nu moet ten slotte 'de gemeente
nog hesluiten voor hooger bedrag clan bo
vengenoemd te garandeeren, en men ziet de
zaak in de goede richting marchesrcn.
Dat niet liet minste bezwaar tegen zoo'n
verhooging bestaat en de gemeente niet het
minst gevaar loopt bij te moeten xiassen, is
nlen na deze uitkomsten volmaakt feens.
En zou het nu werkelijk ëens een tegen
valler zijn, zou de gemgente bij hot niet-
bereiken van dat bedrag aan het bijpassen
moeten, dan zou, 't is wel 'liarcl het tc moe
ten zeggen, de Raad zich nog niets meer
dan eigen schuld te verwijten hebben.
Men weet nu wat en hoe electrisch licht
is; men kent liet gemak 'en weet de voor-
deelen; dus dan is cnk?l maar te beslui
ten voor straatverlichtingen verdere gemeen
tegebouwen ook aan te sluiten; 'dan is heb
genoemd bedrag zeker jiet dubbeio over
schreden van de f 700 garantiebedrag Pu.
Zoo zou bijv. voor het Ilulppostkantoor
'geen beter tijdstip gekózèn kunnen tv or den
dan nu, nil .men de-spyeskcri-kwestie nog
weer eens op dc baan 'geschoven heeft, waar
over later meer, en kónden 'al de veran
deringen en werkzaamheden gelijktijdig in
orde gebracht worden.
Want mag er nu al geen .voorstel van
B. en Ws. te verwachten 'zijn, zooals te lezen
isgeweest, om de straatverlichting in elec
trisch om. te zetten, zoo iets moet men niet
te zwaar nemen. Hoe dikwijls komt het niet
voor, dat men iets, dat men lieden ver van
zich wijst, .na eenig nadenken 's anderen
daags met beide handen aangrijpt. Zoo kan
en zoo zal liet ook nu hiermede wel kun
nen gaan.
Of nu .de kosten zooveel hooger zullen
worden van de straatverlichting dan zij nu
is, betwijfelen .wij nog, vooral als men be
rekent den .tijd, die vullen, aansteken, enz.
kost van de tegenwoordige lantaarns, want
ieder weet toch,, dat „onze Teun" aardig
wat van .zijn arbeidstijd moet geven aan dat
werk, di? op andere wijze ook goed bcstqed
kon worden.
Goed ingelicht, koipen, bij een matig, doch
voldoend gebruik, dc kosten van het elec
trisch licht bij normaal tarief op ruim. £12
per lantaarn en per jaar, wat toch niet
zulke bijster groote kosten zijn. Doch er
zullen nu .wel wat meer lantaarns worden
geplaatst, wordt gezegd. Maar dat is
niet de schuld der clectriciteit; doch wordt
gevraagd door de behoefte.
Zoo is het best tc begrijpen, dat de 's-Gra-
vendammers om meer licht vragen, en daar
om hebben velen zich teleurgesteld gezien,
dat Noordwijkerhout zijn kabel over Noord-
wijk heeft gekregen, en niet over Voorhout,
waarop al velen zich hadden verlekkerd.
Maar ook moet gezegd worden, dat Noord
wijkerhout zijn weinig bebouwde Piet-Gij-
zenlaan beter verlicht dan Voorhout zijn
veel dichter bebouwde 's-Graveiulainschcn
weg.
En nu mag gezegd wordeu, dat hiermede
da Sassenlieimers, dio Piet-Gijzenbrug «11 s
hun station hebben, het meest gebaat zou
den zijn, men mag niet vergeten, dat men
niet alleen voor zichzelf leeft; dat wat Sas-
senheim betreft, men de forensen-bel as ting-
betalenden aan onze gemeente wel zonder
electrisch licht daar weet te vinden.
In elk geval staan dc zaken nu zoo, dat,
nu 't toch rolt, men 't maar eens niet te krap
moet nemen, en men de 's-Gravendammcrs
ook eens moet zien te helpenkan 't niet
van. uit den kabel Voorhout, dan van dien
van Piet-Gijzenbrug; het blijft bij slot van
rekening toch hetzelfde waar vandaan, als
't- er maar komt.
Als curiositeit nog dit ten slotte, dat
een der-genen, van wie de actie uitging, cn
dio er zelfs over dacht zijn oude verLiedi
ting weer in gebruik te namen, bij het op
nemen van liet verbruikte bij anderen, zich
telkens en telkens verbaasde over liet ge
ringe gebruik, bij het zijne vergeleken, waar
door hot dan ook hij nadere beschouwing
bleek, dat de meter den man eon poot3
spoelde, die hom zooveel centen kostte, het
geen natuurlijk spoedig verholpen is - tot
zijn voordeel.
Q. on X.
Vergadering van giateren.
Binnenhofverbouwing.
In de gisteren gehouden silting was aan de
orde do verdere behandeling van hst wets
ontwerp tot verbouwing van het Binnenhof.
De heer Reekers protesteerde er tegen,
dat de Minister hier de zelfstandigheid dor
Kamerleden bedreigd achtte door den invloed
van de broobure De Sluers.
De Minister is alleen aan het beliehtlngs-
becwaar te gemoet gekomen. Het kosten-
beswaar blijft. Spreker dringt er op aan, dat
de beslissing over het wetsontwerp zal wor
den uitgesteld tot de suppletoirs begrooting
voor de Kamer-uitbreiding er is; anders zal
h|] tegen stemmen.
Daarna voei den de hoeren Van der
Kun, Van der Does de Willebois
en Van Waasentir van Rosande
over het wotsontwerp nog het woord.
De Minister van Waterstaat ver
dedigde nader z|)n houding togenover Jhr. De
Stuers, die in zijn brochure 's Ministers
karakter aantastte.
De Mioister trad vervolgens in een weer
legging van de aangevoerde bezweren. Met
de aangekondigde suppletoirs begrooting zal
hij spoed maken.
Het wetsontwerp werd aangenomen met
34 tegen 1 stemmen. Togen de heeren Ree
kers, Van Waseenaer, Van HardsDbroek en
Ferf.
Do vergadering werd tot naders b(j«»oro,-
ping verdaagd.
Ziektewet.
Minister Talma verklaarde geen
der gisteren besproken amendementen te
kunnen aanvaarden, omdat zij lijnrecht in
strijd zijn met de wordingsgeschiedenis vau
het bedrag der uitkeering, waarbij de Mi
nister, bij het voorbereidende commissie-
aebat zoo ver is gegaan als mogelijk was,
zich echter stellende op het standpunt van
liet gemiddelde. De Minister verzekerde
voorts den heer Duys, dat de wijzigingen,
in uitkeeringen te brengen, voor alle ver
zekerden bij de ziekenkassen gelijk zullen
zijn.
De heer Duys, van deze laatste verkla
ring akte nemende, trok het op dit laatete
betrekking hebbende zijner amendemen
ten in.
Daarentegen voorziende, dat al zijn ove
rige amendementen toch wel weer verwor
pen zullen worden, diende hij, ook namens
eenige Unie-liberale leden, een subsidiair
amendement in, strekkende om te bepalen,
dat een voorstel aan de Kroon, hetzij tot
verlaging van de uitkeering tot beneden.
70 pCt. van het loon, hetzij tot het doen
ingaan der uitkeering eerst op den 4den of
oden dag der ziekte, uitsluitend /.al kunnen
gedaan worden op voorstel van de meerder
heid der leden-arbeiders van den Raad van
Arbeid.
Na verdere discussie echter stelt dc heer
Duys dit subsidiair amendement na-der
niet meer voor op het onderhavige artikel
32, doch op art. 32b (bepalende wclko he
sluiten door de Kroon op voordracht van do
Raden van Arbeid worden genomen). Op
dit artikel is dit geeft spreker toe
het amendement beter op zijn plaats.
Er werd niet meer over de amendemen
ten gestemd cn de vergadering werd ver
daagd tob Dinsdag.
Alsdan zijn eerst eenige andere wetsont
werpen aan de orde.
De H a a g s c h e Schouw.
Bij het afdeelingsonderzock van heb ont-
eigeningsontv/erp betreffende de verbree
ding van den rijksstraatweg van „Den
Deyl" naar Leiden werd andermaal de aan
dacht gevestigd op den hinder, dien het
verkeer ondervindt van den toestand aan
de Haagsche Schouw. Terwijl de nauwe
brug reeds belemmerend werkt, heeft da
tolheffing ten gevolge, dat voertuigen vaak
in lange rij moeten wachten. Voor een deel
is dit ook toe te sekrijven aan het minde!
practifcchc tarief, dat het gereed houden
van liet. vereischte bedrag bemoeilijkt, zoo
dat goldwisseling meestal onvermijdelijk is.
Men meende, dat thans tot onteigening
van den tol behoorde te worden overgegaan
en uitstel ten dezo te ongewenschter was,
wijl de verbetering der wegen iu den om
trek dio onteigening steeds kostbaarder
zal maken.
Vervolgens drongen eenige leden er op
aan, in aansluiting aan het gedeelte Den
HaagHaagsche Schouw de verbreeding
van het vervolg van dien weg tot Haarlem
en eventueel tot Amsterdam ter^hand te
nemen.
Hoe do wijn water werd.
Eon handelaar in wijnen te Lu beek be
trok izijn champagne van een firma te Keiri
Ien, doch was reeds herhaalde malen tot
de onaangename ontdekking gekomen, dat
de flesschen geen champagne maar water
bevatten. Do wijnhandelaar verdacht zijn
leverancier van knoeierijen, maar de zon-?
derlinge mutatio nam zulke schrikbarende
verhoudingen aan, dat hij ook een wakend
oogje op zijn bedienden begon te houden.i
Dezer dagen nu brak onder verdachte om
standigheden brand uit in de kelders van
den reeds genoemden wijnhandelaar; dei
brandweer was spoedig de vlammen mees
ter, maar na afloop van den brand werd
bij het opnemen der schade ontdekt, dat
vele flesschen, die champagne moesten be
vatten, schoon leeg waren en dat er zelft*
geen druppel water meer in zat. Dit waa
den wijnkoopman te veel. Hij lieb do politie»
een onderzoek instellen; deze ondervroeg
de knechts van den wijnhandelaar, met het'
gevolg, dat drie jongelui bekenden, bijna'
eiken avond met hun vrienden in de kel-
dora champagne-fuifen georganiseerd te
hebben. Was de flesch deeg, dan werd zij
met water gevuld. Daar zij echter meenden
ontdekt te zijn, hadden zij den kelder in
brand gestoken ten einde do sporen van hun
daad te verwijderen. De laatste maal had
den zij zich niet de moeite gegeven, om de
geledigde flesschen met water te vullen.
De heeren hebben zich met hun fuifen ech
ter een leelijken kater bezorgd.
(Nadruk verboden
69,
Bertignolles leunde met zijn groote, ruwe
hand op den arm van Laurent en zag hem
met een goedigen glimlach aan.
En ik dan vroeg luj. Telt gij mij
niet mee?
Laurent zag hem verbaasd aan.
Op het breede gelaat van Bertignolles
Btond de vergenoegdheid te lezen.
U, mijnheer Bertignolles?
Ja, ik. Is dat zulk een wonder? Weet
gij wel, mijn jongen, dat uw verbazing wel
wat beleedigend is?
Laurent zag verlegen voor zich.
Hoe, zoudt gij dus willen?... stamel
de hij.
Uit vriendschap voor u want ik heb
het genoegen niet uw broeder te kennen
wil ik hem uit de verlegenheid redden en
daartoe' Verbind ik mij op het oogenblik.
O, mijnheer, u redt mijn broeder, u
redt ons allen
Zooveel te beter, maar gij behoeft er
mij niet voor te bedankenhet kost mij niet
de minste moeite.
In de overmaat, van zijn geluk drukte
Laurent hern in geestdrift de beide han
den.
Toch kwam er een lichte vrees bij hem
op, het voorgevoel van een gevaar, van een
list, dat hem eensklaps deed vragen, zonder
er by na te denken.
En dat zonder voorwaarden, mijnheer
Bertignollee?
De vader van Jenny haalde spottend zijn
breede. echouders op.
De drommel baalme, als ik weet,
welke voorwaarden ik u zou stellen, zei
Bertignolles.
Ik bied u iréjn beurs aan Tast toe.
Hoeveel heeft de markies noodig om zijn
zaken weer op dreef te helpen?
Ik weet het. niet. Hij zal het u zelf
wel zeggen, als u hem morgen zou kunnen
ontvangen.
Weineen, laat hij zich niet vermoeien.
Kom mij afhalen, dan gaan wij samen naar
Nogent.
Zooals het u behaagt, zei Laurent,
diep geroerd.
Het derde bedrijf begon, het orkest speel
de de inteiding en het scherm ging omhoog.
Het werd doodstil in de zaal en ook het
gosprek van Bertignollee met Laurent ein
digde..
Toen hij zich van Bertignolles afwendde
en in de zaal keek, ontmoette hij den blik
van Jenny, waarin hij een zacht verwijt
meende te lezen.
Hij zei voor zich:
Aan haar dank ik de hulp van haar
vader: zij is het ik ben er zeker van, die
rniin broeder redt van de schande van een
faillissement, van een fraudeleus bankroet-.
En toch heeft zij niets van mij te hopen,
want »zij weet, dat lieve, bekoorlijke schep
seltje, dat ik een ander bemin.
Zijn blik rustte met medelijden, bijna
met teedorheid op Jenny.
Waarom bemint zij mij vroeg hij
zich af. Een meisje, roo rijk en beeldschoon
als Jenny, kan wel gelukkig zijn. Waarom
moet zij ml juist een man beminnen, dio
haar nooit kan toebehooren
Jenny had al haar aandacht gewijd aan
heb schoono looneelspel, en met vochtige
oogen -zag zij naar het tooneel, terwijl de
muziek haar liefelijk in de ooren ruischte.
Laurent zag toevallig naar Bertignolles.
Deze had zeer goed begrepen, wat er ia
het hart van zijn dochter omging.
Nu hij zich een oogeoblik onbespied zag,
legde hij zijn gemoedelijkheid af en staarde
naar Laurent, met van haat fonkelende
oogen.
De jonge man sidderde, toen hy dien blik
zag.
Het was niet meer de Bertignolles, dien
hij kende, die gemoedelijke, vriendelijke
man, met zijn glimlachend, kalm gelaat,
steeds bereid om hulp te verleencn, waar
hij maar kon. Het was een geheel andere
Bertignolles die daar zat. Diepe rimpels
doorploegden zijn breed voorhoofd, zijn
zware wenkbrauwen waren saaingetrokken,
en zijn oogen schoten vuur, als die van een
roofdier, dat zijn prooi beloert.
Zijn blik wa-s dreigend en vreeselijk.
Laurent zag hem verschrikt aan.
Bertignolles zag terstond, dat er op hem
gelet werd, en eensklaps nam zijn gelaat
weer dc gewone gemoedelijke uitdrukking
aan en vertoonde zich weer een glimlach
om zijn mond.
Wat een mooi stuk en wat lieve mu
ziek, zeide hij tegen Laurent. Ik begrijp
er weliswaar niet veel van, maar toch
doet het mij aan.
Laurent begreep niet, wat hij er van
denken moest.
Toen zij den schouwburg vorlieten, zeide
Jenny tegen haar vader
Wij goven binnenkort een feest. Heeft
u mijnheer De Soulaimes ook genoodigd
Nog niet. Noodig hem zelf uit.
Zij zag Laurent met een smeekenden
glimlach aan en hij durfde niet weigeren.
Toen vertoonde zich op het gelaat van
Jenny een uitdrukking van zooveel onschul
dige vreugde en geluk, dat hij er van ont
roerde.
Toen Laurent van vader en dochter af
scheid nam, zeide Bertignolles:
Vergeet onze afspraak niet. Kom mij
morgen om twee uren afhalen, dan gaan wij
samen naar Nogent.
Jenny drukte hem do hand tot afscheid.
Zij hield zijn hand lang in de hare ge
klemd en zag hem daarbij vol liefde aan.
Toen zij wegreden, zeide Bertignolles te
gen zijn dochter:
Zijt ge nu gelukkig?
Ja, vader, omdat ik Lena heb weerge
zien.
Geloof ge nu, dat hy u beminnen zal?
Ik weet het nog niet, vader. Toch
komt het mij voor, dat hij mij nog nooit
met zooveel zachtheid, met zooveel teedor
heid heeft «aangezien.
Moed en geduld. Over eenige dagen,
daar ben ik zeker van, zal ik u een goe le
tijding kuimen brengen.
Wat dan, vader?
Raadt ge het niet?
Neen, ik durf niet,
Over eenige dagen zal ik tegen u zeg
gen: Zorg voor uw uitzet, want de dag van
uw huwelijk nadert.
Zij leunde vol vreugde met haar hoofd
tegen de borst van haar vader.
O! vader, licvo vader, gij maakt mij
buiten mijzclve van vreugde.
Toen het rijtuig do binnenplaats opreed,
vroeg Bertignolles eensklaps:
Hebt gij uw vroegere piano-onderwij-
zerc9 teruggenomen?
-— Neen, vader nog niet. Wel heb ik
gisteren een brief van haar ontvangen,
waarin zij zich, na mij haar exouus gemaakt
te hebben, dat zij mij sedert eenigen tijd
verlaten had, opnieuw te mijner beschik
king stolde. Maar, vader, wist gij dan, dab
zij mij had geschreven
Neen, zeide hij, een weinig verlegen.!
Hij herstelde zich echter terstond, en'
vroeg, zonder nadere opheldering te geven:
Woont zij nog altijd in de et-raat Vin-
timille?
Ja, on haar oude adres.
Wil ik dan morgen eens naar haar
toe gaan?
Maar waarom u zooveel moeite te ge
ven, vader? Ik zal haar'schrijven en haar*'
bij ons laten -komen.
Neen, ik ga liever naar haar huis. Ik
stel belang in dat meisje.
Dan ga ik met u mee, vader.
Neen, neen.
Waarom niet?
Het is onnoodig, zeide Bertignolles
driftig.
't Is goed, vader, 't is goed, sprak
Jenny verbaasd.
(Wordt vervolgd),
J'Vf