No. 16294,
LSIDS0H DAGBLA.D, Zaterdag- 5 April. Eerste Blad.
Anno 1913
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
"W i°aak.
Politie.
Eenige organen bespreken de ooali-
t i e-o vereenkomst.
„De Standaard" bespreekt uitvoe
rig de moeilijkheden, die de districten Ede
en Ommen hebben opgeleverd en meent,
dat de besprekingen geslaagd rijn op een
wijze, die de hoop voor goede samenwer
king verlevendigt.
Toch wijst „De Standaard" er op,
dat ue christelijk-hiatorisehen in sommige
districten den anti-revoluti onna «ren oondi-
daat hebben te steunen, ,,ook al daalt de
sympathie, die hunnerzijds aan dezen can-
didaat gegeven wordt, beneden het vries
punt."
Na de bespreking der districten-verdee
ling eindigt „De Standaard" aldus
Laat ons hopen, dat het kabinet-Heems
kerk de Grondwetsrevisie tot een goed ein
de moge brengen, en dat langs dien ko
ninklijken weg eerlang een kieswet in het
,,S t a a t s b 1 a d" moge komen, waardoor
voorgoed al deze moeilijkheden wegvallen.
Het acooord is' er nu. De Deputatenver-
gadering evenmin als de partijvergaderin
gen van de beide andere Rechtsche fracties
eal het easseeren. Het komt er daarom nu
maar op aan, met vereende kracht op te
trekken.
Het politiek acooord is sober, maar toch
niet zonder pit.
Het concentreert ons bedoelen thans op
de Grondwetsrevisie, en stelt bij de Grond
wetsrevisie Artikel 192, als voor de drie
Rechtsche partijen het neusje van den zalm,
voorop.
,,D e Maasbode" spreekt niet over
het minder verheffende deel der samen
werking" de verdeeling der zetels. Al
leen drukt het blad de hoop uit, dat na
deze afspraak vrijbuiterij in een of ander
district moge uitbïijven. Daarna schrijft
het blad o.a.
Posiitief bevat de. mededeeling zeer zeker
veel beduidends. Alleen maar, volledig en
afgerond in den zin van een program is zij
niet.
Daarvan ligt de verklaring wel voor de
hand. Immers betreft de mededeeling der
verhouding der rechtsche partijen op
de allereerste plaats, wat de partijen kon
doen verschillen en wat ze het meeste sa
menbindt.
Dit laatste is ongetwijfeld do on.dejrwijft-
Tegeling. Naar algeheele vrijmaking der
bijzondere school streven zij aan zij de drie
partijen. In den strijd voor de school heb
ben ze elkander gevonden; dit. blijft nog
het sterkst bindend cement.
Daar het geen volledig program geldt,
waarmee de rechterzijde den politieken
kamp ingaat, iis het ontbrekende te bo
schouwen als datgene, wat vanzelf spre
kend op elk der drie afzonderlijke partij
programs staat.
De overeenkomst noemt de „Nieuwe
Rotterdamsohe Courant" in
teressant, omdat er, volgens het blad, uit
böijkt, waartoe het lang loven en bieden,
dat aan de overeenkomst vooraf ia gegaan,
per slot van rekening heeft geleid.
In het eerste deel der overeenkomst, het
verkiezingsprogram, lijkt de christelijk-his-
torische partij aan de winnende hand. Ook
ten aanzien van de Grondwetsherziening
hebben de christelijk-historischen het pleit
gewonnen.
Doc-h bij de verdeeling der zetels kraait
de man, die op „vast acooord" uitging, vic
torie.
De conclusie van het blad luidt:
Bij overwinning van de coalitie hetzelfde
getob van nu vier jaren lang. Een degelijke
grondslag voor samenwerking cok buiten
verkiezingstijd is blijven ontbreken. Met een
vaag program worden de christelijk-histo
rischen, wars immers van suocespolitiek, ge
vleid. In de Kamer zal het nu nog twee
stemmen sterker roomsch-neo-calvinistisohe
paar de wet voorschrijven. En den weg naar
het succes aanwijzen. De christelijk-hisbori-
gche partij zal als het te laat is nieuwe
ontgoocheling hebben. Haar leiders in de
Kamjr, door geen programma gebonden en
Nadruk verboden).
68)
Een pijnlijk gesprek.
De fabriek te Nogent was haar val nabij.
De moord op Jact-el had haar den gena
deslag toegebracht.
Om de zaak en dc eer van haar zoon te
redden, had de markiezin De Soulaimes
haar vermogen opgeofferd, ten einde Michel
in staat te stellen, zijn betalingen te vol
doen.
Dat vermogen was, helaas, zoo gering.
Het bestond uit ongeveer honderd dui
gen d francs, in solide fondsen belegd.
Michel had het eerst niet willen aan
nemen.
Maar de markiezin had het bevolen.
- Trouwens, die opoffering was ook vruch
teloos.
Eiken dag ontmoette de markies nieuwe
moeilijkheden en onoverwinnelijke bezwa
ren.
Men wilde hem nu nergens meer krediet
ver le enen.
Er werden hem geen grondstoffen meer
geleverd.
Hij had rijn werklieden teruggeroepen,
zoodra hij hen had kunnen betalen; hij
hoopte door groote vlijt zijn verlies te her
stellen.
Maar hij kon niet werken zonder de
grondstoffen, die alle leveranciers hem
weigerden le zenden.
De laster, dien men omtrent hem had
op hun zelfstandigheid prat, zullen eerst
tegenspartelden, maar ten slotte met de
anderen mee moeten draven. Kunnen zij an-
lers? Uit Leiden en Ede verdreven; Om
men slechts a oor ditmaal behouden. Nog
een paar zulke vaste accoorden, en het wa
re met de christelijk-historische fractie in
de Kamer gedaanZij stonden met hun be
ginsel buiten de praotiöche politiek.
Wel bekome het hun I
.„Het Vaderland" zegt o. m.
De samenstelling van het program van
actie berust natuurlijk op een schikking. De
anti-revolutionnaire partij heeft haar
strijd tegen art. 171 moeten opgeven. De
Ohr.-historische Party heeft de verwezen
lijking van haar ideaal, de christelijke
volksschool, tot nader orde moeten uitstel
len; en dat is haar eenig offer niet. De
partij echter, die alleen wint, ia ook nu
weer de Roomsch-katholicke.
Wat aangaat de beteekenis der eventueel e
verwezenlijking van dit program voor ons
volksleven, is het op dezen voet gesloten
concordaat te beschouwen als een gezamen
lijke en geconcentreerde actie tegen de voor
allen toegankelijke volksschool.
Degene, die de kosten van dit staatkun
dig contract- betaalt, is de eens zoo fiere
christelijk-historische Partij. Zij staat niet
alleen. Ede, maaT ook Leiden aan den
anti-revolutionnairen slok-op af. Al de fier
heid van De Savornin Lohman in „D e N e-
derlander" was slechts vertoon. Zijn
onderwerping overtreft inderdaad alles,
wat men had durven verwachten. Hoog
stens had men kunnen denken, dat zij één
enkel district, bijv. Ommen, dat de chri.-
historisohen, ondanks de wijze, waarop de
heer Bichon verkozen is, reeds min of meer
tot hun districten rekenden, zouden prijs
geven. In plaats daarvan echter mogen zij
Ommenhebben, indien, let wel, indien
het weder voor de coalitie herwonnen
wordt. Maar voor dezen vogel in de lucht
moet de Chr.-hist. Partij er twee, die z.j in
de hand heeft, Leiden en Ede, aan de anti-
revolutionnairen afstaan.
„Het Volk":
Wat dus de zetelverdeeling betreft, betee-
kent dit, dat de heer De Visser ?an Leiden
naar Ommen zal worden overgeplaatst. Of
de recalicitrante christelijk-historichen in
Ommen, die den heer Bichon in de Kamer
brachten, er mee genoegen zullen nemen,
indien deze heer, die zich los van de coali
tie verklaart, door een ooalitie-man als
ds..De Visser vervangen wordt, moet afge
wacht worden. Voorts zal de coalitie dan
tegenover den aftredenden chr.-hist. heer
Schimmelpenninck in Ede, een anti-revo-
lutionnair catadideeren. Men heeft zich
hierbij echter te herinneren, dat ook in 1909
de officieele coaJitie-candida-afc in Éde een
anti-revolutionnair was, n.l. ds. Rudolph.
Niettemin brachten wilde christelijk-histo
rischen toen jhr. Schimmelpenninck in de
Kamer. Het kon in weerwil van alle af
spraken nu wel weer eens net zoo gaan.
En ook -zal het nog te bezien staan, of in
Leiden de christelijk-historischen niet 'lie
ver op een liberaal stemmen, als men hun
een anti-revolutionDair als coalitie-candi-
daat. opdringt.
Wat het v erk iezi n gsp ro gr am betreft, be-
teekent de daaromtrent, getroffen overeen
komst, dat de coalitie eenstemmig den
moord op de openbare school aanvaardt
(art-. 192 der Grondwet) en dat de bestaan
de rijkssubsidies van de kerken (art. 171)
worden gehandhaafd, zoodat de Ned.-ITerv.
Kerk geen vermindering van subsidie meer
te duchten heeft. Echter, en dat is zeer in
teressant, strekt het coalitieprogram zich
niet uit over de kiesrechtparagraaf van
Heemskerk's Grondwetsontwerp. Blijkbaar
is dat een concessie aan de christelijk-histo
rischen, die van de gezinshoofden-mallig-
lieid niet willen wetenzii blijven nu vrij
voor algemeen kiesrecht of ook voor heele-
maal geen kiesrechtuitbreiding te zijn.
Het staat wel te verwachten, dat dit com
promis nog tot heel wat gewrijf in de cle-
ricale pers aanleiding zal geven.
uitgestrooid, had overal wortel geschoten.
Niemand vertrouwde hem meer. Aan den
eencn kant weigerde men aan hem te leve
ren, aan den anderen kant wilde men hem
geen nieuwe bestellingen opdragen.
Zijn zaak scheen reddeloos verloren.
Men trok de eerlijkheid van Michel in
twijfel.
Niet dat men hem verdacht, zelf zijn
boekhouder vermoord en zijn kas bestolen
te hebben; maar iedereen wist, dat er een
paar dagen vóór den moord een aanzienlijk
bedrag, onge\ eer tachtig duizend francs, uit
die kas was genomen en dat de markies De
Soulaimes hardnekkig geweigerd had te
zeggen, waarvoor hij dat geld had ge
bruikt.
Deze omstandigheid was algemeen be
kend en had het vertrouwen geschokt.
Michel deed zijn uiterste best, om het
ongeluk te vermijden en zijn eer op te hou
den.
Eerst had hij slechts de helft van het
vermogen zijner moeder willen gebruiken,
maar de laatste betaling had alles ver
slonden.
Nu bezat hij niets meer.
Ondanks al zijn betalingen, keerde het
vertrouwen niet terug en men bleef hem
krediet weigeren. Wanneer er niet spoedig
een wonder geschiedde, dan wachtte hem
een totale ondergang en daarmee een on
verdiende schande.
De rechter van instructie had, den dag
na de misdaad, Michel reeds deze schande
voorspeld en die voorspelling dreigde be*
waarheid te worden.
Hij zou in staat van faillissement ver
klaard worden.
In een driestar De Paus zegt ..Het
Centrum":
Het is altijd merkwaardig, hoezeer de
wereld ook de nict-katholieke en anti
katholieke wereld zich interesseert vcir
alles, wat den Paus betreft.
Niet enkel Pius X is het voorwerp van
die onophoudelijke belangstelling.
De voorgangers van Z. H. deelden uaarin
evenzeer.
De gezondheidstoestand van den H.
Vader houdt voortdurend dj aandacht ge
spannen, geeft telkens aanleiding tot min
of meer juiste, of onjuiste berichten, en
reeds waagde men zich, niet zeer kiesch,
aan bespiegelingen over de mogeHjtec op
volgers van den regeerenden Pontifex.
Dat bij dit alles de verbeelding sterk aan
het woord komt, dat ook hier de wensch
meermalen de vader d r gedachte blijkt
en dat het derhalve zaak is ten aanzien van
allerlei geruchten en onderstellingen, het
noodige voorbehoud te betrachten, behoeft
nauwelijks gezegd.
Het is cok niet daarom, dat wij er met
een enkel woord gewag van maken.
Maar wel, om te doen uitkomen, hoe uit
deze algemeene belangstelling voor den per
soon des Roomschen Opperpriesters blijkt,
welk een buitengewone plaats Hij inneemt
in de wereld.
Het Pausdom is weder een wereldmacht
geworden, schreef eenige jaren na de ov r-
weldiging der tijdelijke macht een voor
naam Engelsch blad, de „Times".
De niet-katholieke wereld scheen zich
daarover te verbazen.
Ten onrechte.
Een wereldmacht d. w. z. de groot
ste zedelijke macht ter werekl is het
Pausdom altijd geweest, in welke omstan
digheden het zi/ch bevond; en het zal die,
ten spijt van alle materieel geweld, blijven,
zoolang de wereld zelve bestaat.
In „Vragen des Tijds" wijdt dr.
D. Bos een artikel aan Het onderwijs
en de Grondwet.
De schrijver wijst er daarin o.a. op, dat
wat liooger en middelbaar onderwijs be
treft, kwalijk sprake kan zijn van achter
uitgang door-de subsidie-wetgeving, al had
den verschillende bepalingen, speciaal tm
aanzien van de universiteiten, strenger
moeten hiiden, z.i.
Op het gebied van het lager onderwijs
echter, zegt dr. Bos, is het anders; daar
zijn de gevolgen van de subsidie-wetgeving
in menige plaats ongunstig.
Hij plaats dan in zijn bétoog o.m. de op
merking, dat het opmerkjelijk is, dat thans
Ghristclijk-IIistorische predikanten het ge
vaar van hun eigen standpunt gaan inzien,
dat gelegen is in het afbreken van het
openbaar -onderwijs, in het oog van allen,
die op godsdienstig gebied rechtzinnig zijn.
Men had, zegt dr. Bos, van die zijde het
godsdienstig element in. de opvoeding weer
tot zijn recht kunnen doen komen, door
goed georganiseerd godsdienstonderwijs op
tie lagere school voor leerlingen, wier
ouders zulk wenschen.
Dr. Bos zegt daarvan o.a.
Over het algemeen toch is dit onderwijs
gebrekkig. Niet weinige jongelieden van
goede ontwikkeling krijgen daarin een te
genzin, omdat de godsdienstleéraren toonen
geen goede opvoedkundig- - te zijn en hun
onderwijs niet in verband weten te bren
gen met den graad van verontwikkeling
hunner leerlingen. Vooral voor degenen,
die scholen van meer voortgezet onderwijs
bezoeken, bestaat hier een groote leemte.
Indien vele predikanten zv-h minuer met
de politiek en meer met dit gedeelte van
hun taak hadden opgehouden, indien zij
slechte een deel van de inspanning, welke
velen hunner zich hebben getroost om in
kleinere plaatsen de openbare scholen te
vernietigen, hadden besteed, om het gods
dienstonderwijs tot hooger peil te brengen,
dan zou, zonder dat daarmede een ook in
hun oog volkomen opvoedingssysteem was
bereikt, toch in die opvoeding, in verband
met het openbaar onderwijs, een element
zijn gebracht, waaraan zij hooge waarde
toekennen. Men schijnt in sommige kringen
daarover berouw te gevoelen. Het komt mij
Daar hij met het geld van anderen zijn
•zaak had gedreven en hij die tachtig dui
zend francs niet zou kunnen verantwoor
den, hing hem de schande van een frau
duleus bankroet boven het hoofd.
Waartoe zou het dienen, de waarheid te
zeggen, te spreken van die valsche wissels,
die de schuld waren van alles'? Wat zou het
hem baten, wanneer hij al vertelde, dat hij
die wissels had betaald, omdat hij het zijn
plicht achtte, zijn broeder te redden, zijn
broeder, dien hij beschuldigd'had.
Tot niets
Het kwaad was geschied en kon niet her
steld worden.
De boeken gaven geen verantwoording
van dat geld en de wissels die Michel
misschien nog hadden kunnen redden
bestonden niet meer.
Om alle sporen uit te wisschen van de
misdaad, waarvan hij zijn broeder destijds
beschuldigde, had Michel ze verbrand.
Op de achting en genegenheid van zijn
familie kon hij etaat maken, maar ook dat
kon hem weinig helpen.
Al zijn bloedverwanten waren even arm.
Tot wien zou hij rich wenden?
Allen leefden karig van hun klein ver
mogen of geringe inkomsten.
Hij was dus aan zichzelf overgelaten en
moest op eigen krachten steunen.
Naarmate de bestellingen afnamen,
krimpte hij. ook het getal zijner werklie
den in.
Zoo zag hij den noodlottigen dag nade
ren, waarop hij hen allen zou moeten weg
zenden en zijn fabriek sluiten.
Dan was het met hem gedaan.
Terwijl hij zich als een wanhopige tegen
niet onmogelijk voor, dat dit inzicht, bij het
gelukkig ontwakend leven in vrijzinnig-
godsdienstige kringen, zoowel als bij de er
kenning door rechtzinnige protestanten van
de fout, dat liet openbaar onderwijs door
hen is losgelaten, in volgende jaren tot
krachtige actie van die zijden zal voeren.
Vooral schijnt het niet ondenkbaar, dat
men van verschillende zijden, het kwaad
der dwergschooltjes gaandeweg ervaren
de, zal trachten in deze richting verbetering
te zoeken, vooral in kleine plaatsen.
„He t Volk" antwoordt in twee artike
len op de beschouwingen, welke verschil
lende hoofdorganen van links aan de
Paasc li resolutie wijdden. Het
volgende is er aan ontleend:
Wij hebben voor het concentratie-pro
gram geen onverdeelde, maar toch wel
eenige sympathie. Maar wij verhelen ons
geen oogenblik, dat dit program en de over-
groote meerderheid der vrijzinnigen van
huis uit twee zijn. Wij kunnen de heeren
onmogelijk alleen laten op hun pelgrims
reis met dat program. Wij moeten er altijd
bij blijven, andere laten zij straks do beste
etukken in de goot vallen. Ja, wie weet, ook
de andere. Als Lohman zoo trotseh van den
hoogen toren blaast: ik ga den verkiezings
strijd in zonder program, is er dan niemand
aan de linkerzijde, die liem benijdt?
Indien er dus naast iederen vrijzinnige
een sociaal-democraat in de Kamer kwam,
wa-s er nog niet één te veel
Maar bij de herstemmingen tusschen vrij
zinnigen en clericalen, daar loopt toch de
kwestie over hebben wij daar geen keus?
Noopt daar het belang der arbeidersklasse
onvoorwaardelijk tot steun aan den vrij
zinnige
Het antwoord hebben wij reeds gegeven.
Onze voorkeur geldt niet den vrijzinnige
als zoodanig, maar den onderteekenaar van
het program. En nu blijkt reeds uit het
treffend verschil in oordeel tusschen de
vrijzinnigen over onze herstemmingsresolu
tie, hoe noodig het is, dat wij niet op de
onderteekening alleen van het concentra-
fïeprogram afgaan. Terwijl „Het Va
derland" onze herstemingsresolutie
„een kopie, tot zelfs in de keuze der woor
den" van dat program noemt, en „D e
Wereld" tot de conclusie komt, dat de
urgentie van het A. EL eenvoudig het lo-
gi6oh gevolg is van de vrijzinnige kiesrecht-
paragraaf, terwijl alleen de cisch tegen ver
sterking der Eerste Kamer een, niet over
bodig, verweer is tegen vrij-liberale lief
hebberijen, meende de Haa-gsche „H a n-
d e 1 s b 1a d"-redactcur, dat wij overvra^
gen, dat wij de vrijzinnigen tweemaal willen
laten betalen.
Hierom alleen reeds is het vragen van
nadere toelichting noodig, meent heb blad.
Maar wij hebben ook te letten op wat na
de verkiezingen kan gebeuren. Wij mogen
verwijzen naar Troelsta's rede op het con
gres, en kunnen ons dus een breedvoerige
uiteen-zetting van de mogelijkheden na Juni
besparen. Vaststaat, dat de vrijzinnigen
zelf niet gelooven, dat zij 51 man in de Ka
mer zullen brengen. Zag heb daarnaar uit,
wij hadden nog te bedenken, dat 't concen
tratie-program is aangediend niet als Re-
geering&program, maar slechts als een
handleiding voor een toekomstige vrijzin
nige regeering. Het levert de stof, zoo is
gezegd, waaruit kan worden „geput". Nu
is het zeker niet onverschillig, wat en hoe
er wordt geput, en het is voor de arbei
dersklasse van groot belang te weten, aan
wat voor soort „putters" zij haar steun*
zou geven.
Maar nog veel meer klemt dit, zegt „Het
Volk" nu de vrij'-zinigen, mocht deze Re
geering vallen, in de door Troelstra aange
duide schommel-periode, tusschen sociaal
democraten en christelijk-historische zouden
komen.
Wel heeft de heer Drucker plechtstatig
verklaard, dat het concentratie-program
van kracht .zal blijven ook na de verkiezin
gen; maar de heer Drucker verlaat het po
litiek tooneel, en zelfs indien hij bleef, zou
hij nog niet bijv. door de vrije liberalen tot
hun geestelijken adviseur worden benoemd.
hét noodlot verweerde en overal rondzag
naar hulp en redding, kwam er door Lau
rent weer een straal van hoop tot hem.
De graaf ontving op zekeren morgen
een briefje van Bertignolles van den vol
genden inhoud
„Mijn waarde Laurent!
Wanneer gij vanavond gelegenheid hebt,
kom dan in den schouwburg Odeon. Ik heb
een loge besproken voor de opvoering van
het muziekdrama „Liefdesmart". Ik heb
wel weinig verstand van muziek, maar mijn
dochter Jenny is er verzot op. Ik zal dan
tevens gelegenheid hebben om over zaken
te spreken, die voor u van het hoogste be
lang zijn.
Bertignolles."
Laurent had sedert lang elke gelegen
heid vermeden, om met Jenny in aanraking
te komen.
Toen hy dan ook deze uitnoodiging ont
ving, was hij eerst van plan, een voorwend
sel te zoeken, om er voor te bedanken.
Niet, dat hij voor de bekoorlijkheden van
het meisje vreesde.
Hij beminde Marie-Rose en dacht aan
geen andere vrouw.
Maar hij bedacht, hoeveel hij reeds aan
Bertignolles verplicht was. Hoeveel dien
sten hij hem reeds bewezen, hoeveel be
langstelling hij hem reeds betoond had.
Hij ging er heen.
Toen hij de loge binnentrad, was het
tweede bedrijf juist begonnen.
Jenny keerde rich tot hem en glimlachte
hem schuchter toe. Zij had hem niet weer
gezien sedert den dag, waarop zij hem die
Zóó innig is het bondgenootschap nog niet.'
Zoo ooit, trouwens, dan hebben wij hier
er tegen te waken, dat, bij verandering van
den politieken toestand, ook de neigingen
der partijen en personen veranderen.
Om nu bij het slot te beginnenis het
niet volkomen logisch, dat wij in een plaats
als Utreoht bijv. aan de liberalen in het
eene district onzen steun niet verleenen,
tenzij wij van den hunnen verzekerd zijn in
het andere? Wij onderstellen nu maar, dat
mr. Ter Spill in Utrecht I in herstemming
komt, en Van Leeuwen in Utrecht II. Is
een weigering van de liberalen, om Van
Leeuwen te steunen, niet een aanwijzing
voor hun candidaat, om ook in de Kamer
liever met de christelijk-historischen meo.
te gaan dan met de sociaal-democraten?
En indien het conservatieve deel der vrij
zinnigheid in het algemeen zulk een neiging
toonde^ wat zou er dan overblijven van het
belang der arbeidersklasse bij het steunen
van deze heeren? Wie kan er dan nog op
vertrouwen, dat de rechtervleugel der con
centratie in de Kamer een Grondwetsher
zieningspartij zou vormen
Zoodra de vrijzinigen in hun schommel
bewegingen al te dicht bij de rechterzijde
komen, vergeet een deel van hen zijn demo
cratie. Wanneer men bedenkt, hoe de heer
Tydeman heeft gekoketteerd met de kerste
ning der openbare school, hoe zelfs de heer
Bos met den heer Roëll eenmaal voorstel
de om op het leerplan der openbare school
uren voor goddienstonderwijs in te ruimen;
wanneer men bedenkt, hoe een bolwerk van
het vrijhandelstelsel als de Rotterdamsohe
Kamer van Koophandel aan minister Kolk
man schreef, dat zij tegen verhooging van
het invoerrecht op petroleum geen bezwaar
herftwanneer men zich herinnert, hoe nog
niet zoo heel lang geleden „De Nieuwe
Courant" de Gronwetsherziening liever
van rechts ontving dan van links, dan
meet men tot de erkenning komen, dat in
zekere politieke omstandigheden tul van
vrijzinigen zelfs voor de liberale staatsin
stellingen geen betrouwbare soldaten zijn.
Hoeveel te minder dus voor de eiechen, die
de sociaal-democratie hen heeft opgedron
gen.
Kind er wagen-bel asiing.
Een der merkwaardigste belastingen bezit
da stad Spandau. Op ioderen kindervragen wordt
jaarlijks 1 Mark 50 geheven. Herhaaldelijk
zijn er stemmen opgegaan om deze belasting,
die men onsociaal noemt, af te schaffen, maa:
de magistraat weigert hieraan gevolg te geven,
daar men haar opbrengst dringend noodig
heeft. Ja, een belasting instellen gaat cemak
kelijk, maar om ze weer at le sch ffen ah
ze niet voldoet, dat gaat minder goed, om
niet te zeggen blijkt haast onmogelijk.
Gevonden voorwerpen.
Hondenhalsband, een paar klompen, wel
len kindermuts, handschoenen, portemon-
naies met inhoud, stuk looden pijp, zilve
ren hoeden speldknop, heeren- en dames-
parapluie, een paar damesknooplaarzcn, ro
zenkrans in étui, kamerverhuurbordje. ceiis
tuur, broche met steentjes, sleutels, zilvL
ren armband, net van touw, zakmes, dun
gouden kettingarmband, nieuw ondergo
dijntje, barnsteenen sigarenpijp, zilveren
aanhanger van een collier; manchet met
knoop, takshond, zilveren Zeeuwsch oorbel
letje, zilveren broche met portret, defect
heerenrijwiel, lederen harbierstasch, zwarte
rijwielpómp, bril in étui, een zak witte sui
ker, pakje waarin kousje, borstrokje, enz.,
rol behangselpapier rand, electrische siga
renaansteker, geit, bruin damesbont, lees
boek, wasdoeken-kleedje, kilometerboekje,
grijze jas, pakje met 2 blouses, plat stuk
lood, rijwieltasch met inhoud, gele hond
met staande ooren, gouden zegelring, zil
veren kinderring, donkerblauw vest.
Terug te bekomen en inlichtingen fS
verkrijgeneiken werkdag, behalve Don-i
derdag en Vrijdag, van één tot drie uur
namiddag, ten poliliebureele alhier.
bloem als een bewijs barer liefde voor de
voeten had laten vallen; sedert den dag,
waarop zij hem had hooren zeggen, dat hij
haar, Jenny, nooit zou beminnen, daar zijn
hart vervuld was van liefde voor een an
der meisje.
Dat had haar toen zoo aangegrepen, dat
zij bewusteloos was neergevallen.
Haar vader had haar toen getroost met
de belofte
Hij zal u beminnen. Hij zal uw echt
genoot worden.
Zij stelde vertrouwen in haar vader en
ook in haar jeugd en schoonheid.
Zij had weer hoop gekoesterd.
En nu zij hem weerzag, na alles, wat ei
gebeurd wa-s, na het harde woord, dat
Laurent zich had laten ontvallen, hoopte
zij, dat hij misschien berouw had, haai
liefde te hebben versmaad.
Daarom glimlachte zij zoo bedeesd en
bloosde zij zoo diep', terwijl zij den jongen
man haar kleine hand toestak.
Hij drukte de hem toegestoken hand.
Toen het bedrijf wa-s afgespeeld, spraken
Laurent en Bertignolles met elkaar.
Laatstgenoemde begon het onderhoud.
Ik heb vernomen, zei hij, dat uw
broeder op het oogenblik in zeer moeilijke
omstandigheden verkeert.
Helaas l
Hij wordt ernstig bedreigd, nietwaar?
Ja, zóó ernstig, dat er geen kans meer
op redding bestaat.
Oho, is de toestand werkelijk zoo wan
hopig? En is er niemand, die hem kan hel
pen?
Helaas, niemand
("Wordt vervolgd).