VOOR DEJEUGD
IE-IDSCH DAGBLAD
Nieuwe Eaadsels.
Oplossingen der Raadsels.
opiossmgen omvangen van:
Correspondentie.
No. 16291.
Woensdag* 2 April.
Anno 1913»
;ifi?«iiiiiTii|ii:
We gaan een Dreadnought bouwen,
wie doet er mee
A
Ingezonden door „RdcL.lk".
„Waarom kaneel je den hond üoof"
„Ik wil hem een» blij maken."
„Wordt hij dan blij) al» je hem ranselt?"
„Neen, maar ala ik ophoud;"
Ingezonden door H. Sohrijnder.
Slim.
Een kleine krullebol, die ziek 18,
Ét met atomme verbazing naar de brille-
glazen van den dokter te kijken, en roept
ten elotte üit:„Moe, krijg ik zoo'n spiegel
tje al» de dokter op z'n neus heeft
Ingezonden door Janna de Bruin.
Qetroe fd.
„Hoe kunt je nu met zulke Vuile handen
op eahool komen, Jantje? Wat zou je Z*g
gen als ik zoo een» op school kwam?"
„Ik zou niete zeggen, meester," was het
antwoord, „daar ben ik te beleefd voor."
A. tot B.i „Wat kraken je sohoenèh, zijn
ie nog niet betaald?"
B.„Als dat waar was, zou alles kraken".
Ingez. door JaOob V. d. Reyden.
Kleine jongen tot een langen heer: „Is
het boven erg koud mijnheer?"
Ingezonden door „De kleine Zee-officier"
L
Mijn geheel is ëèn onmisbaar persoon.
4, 5, 16 is een lichaamsdeel.
19, 10, 1, 8 is een kleedingstuk Van een
War.
8, 4, 6 is een inseot.
18, is de 6de letter vaal het alphabet.
e, ii legt eieren.
9, 4, 6 is een verkorte jongensnaam.
16, 14 gebrnikt de landman.
Met il, 10, I, 8 maakt elke vogel mij.
Ingezonden door „Klein Jantje."
IL
Ik ben een Ver verwijderd land,
Gij kent mij wel bij name.
Mijn aantal lettere is niet groot.
Ik tel er negen samen.
1, 2 noemt u een besten man,
Die ik niet genoeg beminnen ban.
Elk die zijn kennis wil vermeeren,
Moet steeds zijn 3, 4, 6 goed leeren.
7, 8 is een metaal,
Nu raadt ge 't zeker allemaal.
Alleen een klinker tot besluit,
En daarmede ie het raadsel uit.
Ingezonden door „De twee Pianieten"
nx
Mijn gèheel bestaat uit 13 lettere.
8, 9, 6, 19 13 is een visoh.
4, 5, 10, 7 is een getal.
2, 11, 13 is eén dier, dat onder deö grond
leeft.
1 6, 5, 10 haalt men uit de kachel.
Eèn 3, 4, 13 en een 7, li, 13 is spëèlgóed.
L
Na regen komt zonneschijn.
n.
Aagtekerke.
III.
Spreken is zilver zwijgen ia goud.
Henri Speel, „Willem Tell", To v. d.
Toet, „Kleine Zeeofficier", „Reintje de
Vos", „Wilde Roos", Saartje en Morietje
Horree, „Sinaasappel", „Kerstroos", Nico
en G. J. Bergers, „Floris V", Levina en
Henri van Veggel, „Kapitein", „Roosje".
„Angelusklokje", Dirk Gaykema, Oato
Coster, „De drie Viooltjes", „Fuchsia",
,De kleine Tuinman", Jac. Laman, Betsie
ren Z wie ten, Nioo en Hendrik van Weizen,
Abram van Rossen, „Blonttkopje", „Twee
Pianisten", Francina en Theresia Veeren,
Dirk Herreveldi, „Stormvrouwtje", Jacob
Lankhorst, „Rozèknopje", Maria Kuiven-
höven, Tini Klóos, Eva Bol, „Robijntje",
Hendrika en Lodewijk Lacourt, Pieter
Marits", „De twee J.'s", Hendrik Olivier,
„Kruideniertje", „Assohepóetster", Betsie
de Vlieger, Geertruida Van Berkel, Antoon
V. d. Kwast Cor Mokkenstorm, Maria
Bekoóy, Nanny Tendelóo, Antoon en Anna
Hoogeveen, „Vergeet-mij-niet", Teunis
v. d, Kwaet, Joh. Eggink, „Sléubel-
bloempje", Petronella en Sophia V. d.
Ëórn, Andries Kwik, Hendrik Van den Heu
vel, „Padvindster", „Klavertje Vier", Joh.
Vis, H. Schrijndor, „Wandelende Takjes",
„Tulp", Bertha van Hootdbnk, J. van
Hooidonk, „Viooltje", „Edelweiss", Piet
v. d. Walle, „Lelietje der Dalen", Nico
ïlöonen, A. Van del' Rijst, Dirk Hbuthoff,
Dirk Bergman, J. Broésterhuizén, D. Cor-
pel, Córry de Vlieger, Laurens Segaar,
Gustaaf Ammerlaan, „Erica", „Koron-
Moênspje", J. v. d. Ham, „Merlin", Ma-
rietje Ëótermans, „Kruidenier", A. en C.
Kooien, Maria v. d. Eurgh, Tini dè Vlie
ger, „Juliana", Johan Mattaar, „Kerst-
klokje", Jo en Chris DusóBwa, Oasper de
Robles, „Kleine Winkelier", „Neptilnus",
„Nachtegaal", Hendrik van Leeuwen,
Adriaan Wempe, Hendrik van Wijk, Jan
Stiigtél-, „Michiel de Ruytéf", Hendrika en
Ooba Kramer, „Schóoljuffertje",, „Boter
bloempje", Jacob Vreeken, Neeltje de
Kloe, té L i d e n.
„Roosje", te Hillégersbsrg.
Dirkje Braat, J. V. d. Lee, W. v. d. Bijl,
H. v. d. Bijl, te Koudekerk.
Hendrik Jesse, Söphia Hendriks, Dik
Tromp, Willem Flim. Rika Flim, Ant Par-
mentier, „Kleine Timtnerman", „Wilde
Ëöb", „AdmiTBaal Snor", te Öegst-
geest.
„Florist", te Sassenhèim.
Pietje en Willem Timmèrs, Nelly fiónig,
Siena van Paridón, te Voorschoten.
G. en Wilhelmina Henkes, lï. Van der
Ëoó, J. Binnendijk, K. G. V. Ammers. Dora
de Böde, te Wassenaar.
Nelly Merbes, Willem de long, Antje
Karens, Heiltje Hoogendoórn, Manjtje en
Nico Rijnsburger, Andries Rijneburger,
Johanna en Truus V. Tilburg, Wilhelmina
Parlevliet. Aartje en Flora Pa-rlevliet,
Adriana Vogelaar, te Zoeterwoüde.
Hendrik die Voogd, te Zwammer-
d a m.
De prijzen vielen ten deel aan: Laurens
Segaar en Johanna van der Weijdeö, te
Leiden.
H e h f i S p e 1. Natuurlijk, mag je meo-
doen, vriend. Ik hert je hartelijk welkom
ito onzen kring, 't Spijt me, dat je er aan
getwijfeld hebt.
„Reintje dé V ob". Je móóie prent
kaart heb ik in dank ontvangen.
„Wildé Róós". Ik Vond 'thêel aar
dig, dat je zusje de oplossingen inzond,
tijden* je afwezigheid. Waar logeerde je in
dé Pa&sèhvaóantie
„AngèlUöklo k j e". Als je Weer eens
nieuwe bijdragen inzendt, wil er dan Vooral
aan denken, die met je schuilnaam te on-
dertcekcnen. Je hodt dat nu vergeten.
D i t k HerfeVèld. Je hebt de raad
sels al hèel goed ópgélost voor den eerBten
keer; je kunt due best meedócn, Vriendje.
„Twee Palmtakje s". Het spijt me,
dat ik jullie briefjeB zal moeten mis9eh, om
dat je cle stad gaat verlaten. Wanneer zal
de verhuizing plaats vinden en waarheen?
„Stormvrouwtj e„. Neen, ^.beBte
kiild, ik heb er geen oogenblik aan gedacht,
om boos op je te rijn.Wil je mij behalve de
goede oplossingen ook eena eenige nieuwe
bijdragen toezenden
,,A öschepoetèter". Je mooie prent
kaart heb ik in dank ontvangen. Daar ik
evenwel de vorige correspondentie vroeger
dan gewoonlijk moefet klaarmaken met het
oog op de Paaschdagen, kon ik je toen de
goede ontvangst niet berichten.
„K ruideniet". Ik vond 'theel aar
dig vail je, dat je getracht hebt ook eens
eenige nieuwe bijdragen in te zenden. Als ze
geschikt rijn, zal ik,ze gaarne opnemen.
Willlemde^Tong te Zoeterwou-
d e.Als je ingezonden raadsel voor plaat
sing geschikt is, dan zal 't zeker wel spoe
dig geplaatst worden. Tot zoolang dus ge
duld!
„Robijhtj e". Arm kitid, wat zal jij
èen pijn gèhad hebben 1 En dat iiogai voor
je vakantie! Hóe is dat ongeluk gebeurd'
Ik Wèrisch jè van harte béterschap.
T i i K 1 o 6. Ik kan me well voorstel
len, dat jé oüdet-s zeer tevreden waren over
je mooi rapport. Heb je een prettige vacan
tia gehad?
„Till yM heet ik hartelijk welkom itn on
zen kring.
Jo én fChris Dusoswa. Wa«
jammer, dat broer in de Paaschvacantie
ziek werd. Wat scheelde er aan en hoe
maakt hij het nu?
Dorade Bode te Wassenaaar.
Met genoegen vernam ik, dat jullie Moe
ders verjaardag zoo prettig gevierd hebben
„Mig hi el de Ru y ter." Ja vriend,
dat is alles maar een kwestie van gewoonte.
Hoe rüècr jè het doet, hoe beter en gemak
kelijker* het gaat.
Hendrik Jesse te Oegst
geest. Ms je maar geregeld de oplossin
gen blijft inzenden, dan zal je stellig wel
eeng een prijsje winnen. Je moet dus maar
trouw volhouden.
Corry de Vlieger. Als je ingez ui
den raadsel geplaatst wordt, dan mag je
daarom tooh de oplossingen wel inzenden
„Wandelende Takjes'. Gaarne
zal ik aan je verlangen voldoen, en den heei
uitgever je dank over brengen voor hot ge
wonnen prijsje. Het is inderdaad een hee:
taooi boek; en ik twijfel niet of het zal je
wel bevallien. Je broer wenscb ik van har
tè een spoedig herstel.
„Klavertje V i e r". Heb jij ook
al een zieken vingèr? Het is verwonder
lijk zooveel kinderen als er gedurende de
vaoantie weer ongelukken hebben gekre
gen. Er gaat voor jullie maar niets boven
hét gewone Schoolgaan. Dó school tóch,
brengt in je leven een zekeren regelmaat
die niet tót allerlei buitengewone dingen
den tijd laat. Itttusfechen wensch ik je
vaö harte beterschap. Je schrijft mê, dat
je Vóór apothekeres gaat studèeten, maar
ik geloof, dat je je verkeerd uitdrukte,
meisje. Je bedoelt fceker assistente; want
om voor het groote apothekers-examen te
studeèren is het noodig een H. B. S. af
te loopen.
,,Pa d V i n d s t e r". Geduld meisje-lief.
Alle geschikte bijdragen worden successie
velijk geplaatst.
V e r g e e t-m ij-n iet. Vriendelijk
dank voor je mooie prentkaart
Nanny Tendeloo. Je verzuim
neem ik je volstrekt niet kwalijk, meis
je, want schoolwerk is natuurlijk een
voornaam -ding en moet dan ook vóór
gaan. Vriendelijke groetjes.
MARIE VAN AMSTEL.
IV,
Hët moeilijkste Werk het maken van den
scheepsromp is nu achter den rug. We be
hoeven nu liet schip nog maar op te tuigen
met masten, schoorsteenen, luchtkokers, ka
nonnen enz., wat echter bij langen na niet
zulk een moeilijk werk is.
Het eerste wat we nu te doen hebben is
den romp, die bovenaan nog open is van
een dek te voorzien. Hiervoor nemen we
ien langwerpig stuk karton» evenlang als
de bovenzijde van den romp, doch een wei-
aig breeder. Wo teokenen daarop den vorm
Afb. 22.
van den romp af (Zie Afb. 22), vouwen htet
breedero gedeelte om en bevestigen dat dek
hiermede aan den romp vast.
Hierbij moet ik jelui even opmerken, dat
als je de vensters en het ankerluik in den
romp wilt uitknippen, dat nathurlijk moet
geschieden, voordat Jmt dek er op bevestigd
is. Het is echter beter deze vensters enz.
er op te teekenon en later te kleuren.
Op het middengedeelte van het schip wordt
nu een verhoogd dek aangebracht. Voor dit
dek kunnen we heel gevoeglijk nemen do
langwerpige taartendoos, die we vroeger heb
ben leeren maken. Ge moet er wel om den
ken dat dit dek iets smaller moet wezen
dan de breedte van den scheepsromp.
Voordat we de doos op het schip vast
maken, moeten we er verscheidene gaten
in knippon. Langs de zijwanden drie en de
voor- en achterzijde twee voor de kanonnen..
Aan de bovenzijde maken we twee gaten
voor de heide masten, twee voor de schoor,
steenen en drie voor de luchtkokers. Let
er evenwel op dat dezè gaten er niet rond
ingeknipt mogen worden. We maken ze zóó
dat ze de daarin gestoken voorwerpen vast
klemmen. Dit bewerken we op de volgende
manier: den omtrek van kanon óf mast tee-
Icenen we op de daarvoor bestemde plek van
'!o dóos met potlood af. Vérvolgens trekken
Afb. 23.
we in eiken cirkel zes rechte lijnen-stralen,
aldus: Deze stralen snijden we met een
scherp pennemesje door en buigen de daar
door ontstane zee driehoekige punten naar
binnen om. Door het aldus gevormde kokertje
worden de verschillende kanonnen, schoor
steenon enz. geschoven. (Op Afb. 23 zien
we eenige van deze aangegeven).
Zijn we zoover met onzen arbeid, dan kan
nen de masten, schoorsteenen, kanonnen en
luchtkokers wor den ,a an gebracht. Hoe we
die moeten maken, hebben we reeds eenige
weken geleden geleerd (Zie Afb. 2 tot 5).
De schoorsteenen, masten on hot geschut
leveren, dus geen moeilijkheden moer op. Iets
Afb. 24,
anders is het met de luchtkokers, deze loo-'
pen krom. Om nü van een onzer kokers zulk
een luchtkoker te maken, gaan we te Werk
als volgt: We knippen uit den koker een
driehoekig gtuk (Zie Afb. 24). We moeten,
Afb. 25.
dit met de noodige voorzichtigheid doen,
en buigen dan even voorzichtig de beide
half gescheiden deelon om, waardoor onze
rechte koker den vorm krijgt van Afb» 25.
De verdere afwerking van ons schip zullen
we tot ons volgend nummer bewaren.
Een teeken^i-apje.
Jongelui, dit jaar is een bijzonder belang
rijk jaar: heb is namelijk een eeuw geleden,
dat ons land bevrijd werd van de Franscbe
heerschappij. Do groot en onder jelui zult
de geschiedenis van Napoleon wel op hun
duimpje kennen en hot verschil wel wet-en
tUsschen den veldslag bij Austerlitz en dien
bij Waterloo.
Aan de vriendjes, die nog niet zoo groot
en knap zijn, zullen we dit even vertellen:
De slag bij Austerlitz, op 2 Dec. 1805, was
de eerste groote veldslag, dien Napoleon
won, toen hij keizer was en de slag bij
Waterloo dn 1815 was de laatste veldslag
van dezen grooten veldhear en dien heeft hij
Y e r 1 o r e n
En nu zullon we jullie daarover «en grapj#
leeren
Je teekent oejrst eon U.
U
geen
daarbovenop een schrap
kijk zoo
den nog een lijn of -wat
oho!
ge licbt Napoleojju)
bij Austerlitz
en Waterloo.
NEEF HEINEMAN.