mm ZONDAG5BIAD-» IEID5CH DAGBIAD 'V Zaterdag: 29 Maart. Anno 1913. ji;;;iji;;;i.i;;;i;i;.;jjij;;j;i;;;iii;.;i;j;;.,^a«K,.! TXtXT •••ii I p'-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x-x''-:.! 1i;--* DE SCHULD UIT DE LEVANT. VAN HET All I I i I I l I I I I lil OORSPRONKELIJKE SCHETS DOOR KEES DE WILDE. (Nadruk verboden.) Het is geschied in de zeventiende eeuw, fen Wel in de ons allen bekende stad Z. ■Het is, tusschen haakjes gezegd, toch eigen lijk een zonderling iets, dat velen onzer auteurs zich zoo weinig met onze eigen roem- 'rijke geschiedenis bezig houden, en niet wat meer snuffelen in oude papieren, waar zoo- 'veel te vinden is, dat hetvertellen meer dan waard is. In de stad Z. dan woonde een Fransehe èpiigTantenfamilie, met name Duchatel. Zij .hadden naar hun nieuwe vaderland uitste kende relaties met Turkije medegebracht, en jzij dreven een grooten handel op de Levant; daar zij slechts met solide firma's handel dreven,, behoefden zij nooit angstig te zijn, lat hun geld niet zou binnenkomen, te meer, omdat de firma's in Turkije ook steeds van hen, wat betreft de toekomstige levering der goederen, afhankelijk waren. Alles was goed gegaan, en nooit was er een kink in den kabel gekomen: het liep Jzóó voorspoedig, dat mijnheer De Goede, een der notabelen in het stadje, geen bezwaren koesterde, zijn dochter Anna aan Pierre Du chatel ten huwelijk te beloven. De man, met wien het huis Duchatel het meest zaken dreef, was een Portugeesch uit gewekene, Bueno de Mesquita, die zich te Saloniki had nedergezet. Het gebeurde meer malen, dat de transacties liepen over dertig a veertig duizend gulden, een voor dien tijd reusachtige som; ja, in het voorjaar van 1657 was de Turksche firma den heer Duchatel het luttele bedrag van vijf en zeventig dui zend gulden schuldig! En ook in dat voor jaar zou Pierre met de kleine Anna de Goedé trouwen. Het geld werd in Maart verwacht, dooli in April was het er nog niet. Het huis Duchatel, dat hecht stond, zou liet nog niet aan contanten hebben ontbroken, wanneer niet toevallig juist om denzelfden tijd Brake, in Londen, van wien de Z.sche firma twin tig duizend gulden moest hebben, zijn be talingen had gestaakt, en het was gebleken, dat er geen roode<duit van dit bedrag terecht zou komen. De oude heer Duchatel meende, dat, wat den Turkschen schuldenaar betrof, deze het jgeld zou hebben afgezonden, doch dat dit ïop een of andere wijze was geroofd. Daar {hij met den heer Bueno de Mesquita een ^contract had afgesloten, waarbij alle risico vam geldafzending kwam voor rekening van het Turksche huis, besloot hij, een blief te «expedieeren met een Amstardamsch schip, Jdat juist zeilensree voor de Levant klaarlag. Vóór hij echter aan dit voornemen kon voldoen, ging in het stadje Z. liet gerucht, niemand wist, hoe het was ontstaan •dat ook Bueno de Mesquita niet aan zijn verplichtingen kon voldoen, en dat sj>oedig !het huis Duchatel verloren zou zijn. Zoodra de oude heer De Goede deze tijding hoorde, begaf hij zich naar het buis yan den heer Duchatel, en zeide hem, dat de verloving van Pierre en Anna van dit oogenblik verbroken was. Tot goed begrip diene, dat een faillis sement in die dagen als een soort misdaad werd beschouwd, en niemand, die de hou ding van den heer De Goede niet begreep en niet billijkte. Pierre echter ging met bleek gelaat langs den weg, en ook Anna gevoelde zich eenzaam en ongelukkig. Zij weende vele nachten, en op geen enkel feest verscheen zij. Want haar Pierre had zij oprecht lief, en zij meende, dat zij zonder hem niet kon leven. Onderwijl bereikte den heer Duchatel het bericht, dat het Turksche huis inderdaad gevallen was, en met moeite herstelde zich de Hollandsche firma in zooverre van deu slag, dat zij, aan haar verplichtingen vol- doende, genoodzaakt was haar zaak op te geven, en zich terug te trekken in een der smalle steegjes van de stad, waar zij een klein handeltje begon met het ternauwernood te noemen rampzalig overschot van haar geld. Het zou nog slechter worden. Want als het ongeluk eenmaal slaat, slaat het fel en herhaaldelijk. Nauwelijks was de firma Duchatel met Pierre van het schouwtooneel verdwenen, of er vestigde zich te Z. de heer Joncker de Bijlevelt, uit Den Haag, die door zijn mo derne kleeding en zijn galante houding, door zijn correcte manieren de aandacht der wei nig-gewende Z.sche jofferen wist te trekken. Maarer was een maar De Joncker de Bijlevelt was wel is waar een rijk en keurig sinjeur, doch hij was oud én een weinig versleten! Men merkte 'het maar al te goed aan hem, dat hij zich in vroegere jaren de gunst van vele Haag- sche en Parijsche dames had weten te ver werven, en als men het een schoone te Z. zou vragen, zou zij u eerlijk en blozend hebben bekend, dat zij toch de voorkeur schonk aan een mindex-wèlgemanierden, jon gen man uit haar eigen stad!! Al had hij ook maar de helft van het geld, waarover de heer Joncker de Bijlevelt beschikte Ging het Anna de Goede anders? Wei neen! Het gevoel, dat haar de Haagsche heer inboezemde, was welaan was afkeer, en niets anders. Eenmaal, dat hij haar kleine vingertjes kuste, trok zij ze haastig terug, daar zij niets van hem wilde weten. Eenmaal zelfs, toen zij vermoedde, dat. hij op.haar wachtte, kwam zij opzette lijk niet van haar kamer. En toch... Voor haar had de oude galant de meeste atten ties, en zijn laffe, flauwe glimlach vervolgde haar. In den zomer deed hij aanzoek om haar hand. Haar ouders weigerden niet. Zij zou- den eens met Anna praten! Zij waren zeer vereerd. De cavalier kon gerust zijn; wat hun betrof, zouden zij zeker accepteeren. Voor Anna konden zij natuurlijk niet instaan, doch hun best zouden zij doen bij het meisje het verstand te doen spreken. Anna zei echter „neen" en het bleef „neen" tot het najaar. Eindelijk waren haar ouders er in ge slaagd bij haa,r h^t verstand te doen spreken, en te wijzen op do vele geldelijke voordeelei, die het huwelijk haar ten slotte zou bieden. „Ja," zeide zij ten slotte flauwtjes. De cavalier gaf haar een snoer paarlen, die yan kleur nog bleeker waren dan haar wangen In het stadje Z. waren geen ongelukkiger menschen dan Anna de Goede en Pierre! Duchatel. Het ongeluk dreigde, onweerstaan baar II Eenmaal kwam hij haar, die als steeds bewaakt werd door een soort van gezel schapsjuffer, op straat tegen, en hoe ook' de gezelschapsjuffrouw op andere oogen- blikken in staat was voldoende toezicht t«J houden, kon*, zij toen niet beletten, dat dei blikken der beide vroeger verloofden elkandeaj zochten, elkander vonden En dien avond wachtte den heer Jonokeii de Bijlevelt een niet al te vriendelijke ont vangst. In den herfst van datzelfde jaar zouden Joncker de Bijlevelt en Anna de Goede trou^ wen. Alles was reeds voor de bruiloft gereed gemaakt en eindelijk werd ook de datum' vastgesteld midden October. Heeds in de vroegte verdrong zich eeA groote menigte om de kerk. Men wist het, dat de heer Joncker de Bij^ levelt niets had gespaard, om zijn bruiloft zoo rijk en kostbaar mogelijk te maken. Men fluisterde, dat het jonge paar zou ko. men aanrijden in een vergulde karos, rijk. versierd, en men vertelde -eerbiedig, dat do bruid een snoer paarlen droeg, waarvan niel mand de waarde kon schatten. Paardengetrappel De stoet naderde. De rijtuigen hielden voor de kerk stil. Het orgel ruisclite. Het bruidspaar trad de kerk binnen Bijna op datzelfde oogenblik reed er een' ruiter door de poort, hoog op zijn sohuim- bedekt ros die den heer Duchatel wilde) spreken. Hij was verbaasd, toen men hem! naar de steeg verwees, waar deze woonde. Hij zette zijn paard aan, en eenige minu ten later kwam hij voor de woning van den heer Duchatel, steeg af... trad het hujjj binnen 'Nog eenige minuten. Pierre stormde uit de steeg, reoht nato de kerk, waar het paar zou worden ingeze gend. Hij lette niet op de vertoogen van den koster, rende het hooge gebouw binnen, op de plaats toe, waar, aangedaan, de hoer De Goede stond. En eensklaps riep hij hot luide uit „De vijf en zeventig duizend gulden zjjn betaald." Het effect dezer woorden was verrassend, overstelpend. De bruid wendde zich om, en riep luide; „Pierre Toen zonk zij onmachtig ter aarde, Ai* daar zij het beslissend „ja" nog niet had ge sproken, werd het huwelijk uitgesteld. 't Is steeds uitgesteld gebleven Want eenige maanden later werd opnieuw; een bruiloftsstoet geformeerd. In de voorste koets zaten vroolijk, wel tevreden, Pierre DuqhataJ. Anna de Go§deU

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 1