VOOR DEJEUGD - ËIDSCH DAGBIAD Nieuwe ï&a&dsels. Oplossingen der Raadsels. tioede oplossingen omvangen van: Correspondentie. No. 16285. Woensdag* 26 Maart. Anno 1313. °*rri *Tï j I ÜTïTT We gaan een Dreadnought bouwen, wie doet er mee „Die man was zeker een Padvinder I" Ingez. door „Robijntje, L IJ et geheel telt 21 letters en is een spreekwoord. De warmte der 12, 9, 1 kan onze aarde geen oogenblik ontberen. }0, 13, 11, 13, 3, 6, 15 zijn machines die maar heel weinig plaats innemen. Op een 2, 5, 4, 21, 11 hebben de meeste deugnieten het niet erg voorzien. Een 6, 6, 17, 18, 19, 4, 14, 8 is gewoonlijk welkom. De 3, 20, 7 vs een bekende rivier. Een 14, 16, 6, 4, 3 is een bewoner yan Afrika. 10, 13, 9, 3 ziet al even donker als de vorige man. Ingez. door „De twee Schipperinnetjes." XI. Mijn geheel be6taat uit 10 letters en is sen plaats in Zeeland. 0, 5, 8, 9 is een groot gebouw. 1, 2, 3 is een verkorte meisjesnaam. Op een 8 7, 6 droogt men het goed. 8, 10; 10 is een zacht dier. Een 4, 1, 2, 8, 4 is een lekker gebak. De aardappelen worden 3, 1, 2, 8 ge kookt. Ingez. door „De Roos." HL Zoek uit onderstaande zinnen er spreek woord. Deze kinderen spreken te hard. Die man ie zeeT vlijtig. Is dit zilver? De kinderen moeeten zwijgen. Die ring is van mij. Is hij van goud? L Neerland's Onafhankelijkheid. U. Frankrijk. III. We twee bazen gelijk jaagt, vangt geen van beiden. Cato Coster, „Juliana", Betsy de Vlie ger, Beppie KJoos, Johan Broesterhuyzen, „Neptunua", Hendrika en Coba Kra mer, Hendrik van Leeuwen, Tine de Vlieger, „Boterbloempje", „Nachte gaal", „Kruideniertje", G. H. v. Leeuwen, „Wandelende Takjes", „De kleine Timmer, man", Adriaan Wempe, Oor de Vlieger, „Erioa', „Korenbloempje", „De kleine Winkelier", „Tulp", Jan Goldenberg, „An- gelusklokje,", Johan Mattaar, Hendrik van Wijk, „De Roos", Ektoabeth Sagekuele, „Gustaaf Ammerlaan", „Goudhaantje", „Floris V", Laurens Segaar, „De Boer", ,,'t Negerinnetje", Eva Bol, „De kleine Schilder", Maria v. d. Burgh, Dirk Berg man, „Mimosa", „De kleine Zee-officier", Nioo Moonen, Hendrika v. d Rijst, Clau dius Civilus", Joh. Eggink, „Kerstklokje", A- en C. Kooien, H. 8chrijnder, Piet v. d Walle, „Miehiel de Ruyter, Jan v. Bergen, Sleutelbloempje", Anna Hoogeveen, „Pad- vindster", G. van Berkel, H. Exalto, J. Metzelaar, J. ExaJto, „Wilde Roos", Hen ri en Leviena van Veggel, „Vergeet-mij- nletje", Hendrika en Lodewijk Lacourt, „Rozeknopje", „Caepar de Robles", „Fuch sia", „Kleine Tuinman", Dirk Houthoff, „Zwarte Plet", Maria Kuivenhoven, „Vroo- lijke Rina", „Klavertje Vier", „Kleine Oranjeman", Jo en Chri3 Dusoswa, „Reintje de Voe", Wilhelmina v. d. Reijden, „De IWie viooltjes", Joh. Vis, „De twee Zusjes", Jaoob Lankhorst, N. Bergers, „Roosje", „Kapitein", Janna de Bruin, Rebecca Berg man, «Twee Pianisten", D. Bergman, BI dkupjo", tirmvrouwt1" Gaykema, Cor Mokkenstorm, Jao. Laman, Pieter Marits, „Asschepoetster", „Jupi ter", Maritfcje Horree, il. v. d. Heuvel, To v. d. Voet, Andries Kwik, „Lelietje der Da len Karei en Annie Halbmeyer, P. en S. v. d. Born, Henri Speel, „Edelweiss", „Viooltje', Cornelia Taifijn, Teunis en Ant. v. d. Kwast, Maria Bekooy, Jacob y. d. Reijden, allen te Leiden. „Roosje", te Hillegersberg. Klazien Broek, Joh. en Neeltje Timmers, „Wilde Bob", „Admiraal Snor", „Made liefje", Sophia Hendriks, „Timmerman", te Oegstgeest. Joh. en Truus van Tilburg, Willem de Jong, Adriana Vogelaar, Neeltje Morbis, te Zoeterwoudo. Dora de Bode, te Wassenaar, Nora en Botto van der Bergh, te Kat- w ij k-a a n-d e n- R ij n. J. v. d. Lee, W. v. d. Bijl, H. v. d. Bijl, „Vyvia", te Koudekerk aan den Rij n „Jo", Rika en Willem Flim, A. J. Par- mentier. teOegstgeest. J. v. d. Wilden, te SasBe nheim. Siena van Paridon, te Valkenburg, Cor en Aagje Rietkerk, Wilhelmina Hen- kes, te Wassenaar. Wilhelmina Parlcvliet, Cornelis Renes, Antje K rens, Aartje en Flora Jacoba Par- levliet, Wilhelmina Cornelia Parlevliet, al len te Zoeterwoude. De prijzen vielen ten deel aan: Corrie en Mimie Krop, Willem Taffijn, beiden te Leiden, J. v. d. Wilden, te S ass en- fa ei'm. Cato Coster. Zeker mag je met ons meedoen, heel gaarne zelfs; al's je me maar belooft, dat je je best zult doen steeds zoo netjes mogelijk te schrijven. Bebbie KIoob. Wat grappig postpa pier heb je! Dat beertje ziet er al heel oolijk uit, met dien trommel en dat kleu rige vaantje! Je moogt steeds nieuwe raad sels en anekdoten inzenden. „Kruidenier." Tegen je sdhuiln&am heb ik geen bezwaar, vriendje. Het spreekt vanzelf, dat je wanneer je trouw mee doet evenveel kans op een prijs hebt als alle andere vriendjes en vriendinnetjes; je moet dus maar flink je best doen en mij behalve je goede oplossingen ook eens nieu we raadselr en anekdoten toezenden. „Wandellende Tak je b>>. Ik moet zeggen, dat jullie een zeer mooi rapport ge had hebben en je ouders alle reden tot tevredenheid hadden I Nu maar weer flink je best gedaan, opdat het dq volgende drie maanden vooral niet minder is, kinderen. „K e i n e W i n k e 1 i e r". Vriendelijk dank voor je mooie prentkaart en de toege zonden bijdrage, waarvan ik spoedig ge bruik hoop te kunnen maken. „Koreabloemp je". Ik vind h«t best, dat je met ons mee gaat doen en heb er geen bezwaar tegen, dat je je briefje baj dat van je zusje insluit. „D e R o o s". Je moet er vooral aan den ken, alle briefjes steeds met je schuilnaam èn je waren naam te onderteekenen. „Ange usk lokje". Met genoegen vernam ik je ingenomenheid met het feuil leton. Van je ingezonden bijdrage zal ik zoo mogelijk gebruik maken. Je zult me een ge noegen doen er in het vervolg aan te wik len denken, dat elk blaadje papier met je wè,ren naam en je schuilnaam onderteekend moeten worden; anders kun je nimmer voor eon prijs in aanmerking komen. Oor de Vlieger. Hoe oud ben je, vriendjet Je moet eens probeeren, mij eeni- ge nieuwe bijdragen te zenden, wil jet Maar denk er aan dan zoo netjes mogelijk te schrijven. „KleineTimmerman". Vriendelijk dank voor je vriendelijke wenschen en je beeldig mooie Paaschkaart. „N e p t u n u s'\ De meeste menschen maken plannetjes tegen de Paaschvaoantie, alhoewel het heel wat gewaagd is, want het is nog wat vroeg in het jaar voor uitstapjes en daarom kan het soms nog leelijk guur zdjn. „M i m o s a". Als de bijdragen voor' p^atsing geschikt zijn, zullen ze stellig' wel worden opgenomen. Ik wensch je veeli pleizier te M. Logeer je daar bij familie? „K leine Zee-offioie r". Ik vind het heel aardig van je, dat je in de vacantie wilt probeeren om zelf nieuwe, raadsels saam te stellen. Vriendelijk dank voor je bijdragon van heden. Gustaaf Ammerlaan. Vriende lijk dank voor je beeldig mooie prent kaart, vriendje. „OUdius Oivilu s". Met genoe gen vernam ik, dat je op aanraden van je vriendje besloten hebt, om aan onze kin-' dercourant te gaan medewerken. Ik heet je hartelijk welkom in onzen kring en hoop je als een ijverig raadselvriendije te leeren kennen. „K erstklokj e". Omtrent de plaat sing van je ingezonden bijdragen, kan ik je heusch niets beloven, meisje, dat moet je dus afwachten. Je moogt echter intusschen steeds nieuwe blijven inzenden; je hebt daardoor des te meer kam. „M iohiel de Ruyte r>f. Ja, vriend, dat was dan stellig een vergissing. Ik vind het heel aardig van je, dat je weer twee vriendjes hebt aangespoord om met ons mee te doen. H. Schrijnder. Dank voor je beeb dig mooie Paaachkaart, het was een lieve attentie van je. Je moeder haar veronder stelling ia volkomen juist, want ik heb in derdaad een mooie collectie prentkaarten; daar zijn er bij uit alle oorden van ons land, Oom. Renes, te Zoeterwoude. Vrien delijk dank yoor het aardige kiekje van jullie raadhuis, de weg die er langs loopt, lijkt me heel mooi. „V y t i a", te Koudekerk. Als je te O. naar sohool moet, dan kan ik me wel voor stellen, dat je minder tijd ruit hebben om met ons blaadje mee te doen. Ik hoop evenwel, dat je toch af en toe wel eens iota van je zult laten hooran. „J o". te Oegstgeest. Je briefkaart vond ik heel aardig, je eohuilnaam vond ik ech ter minder gelukkig gekozen, wil je dus een anderen bedenken? J. v. <L W i 1 d e n, to Saseenheim. Als je brief tijdig aen ons bureau besorgd was, dan kan ik me heusoh niet voorstel len, dat je naam niet op de lijst voorkwam. Wilhelmina Parlevliet, te Zoeterwoude. Geduld maar, meisje. Je zult ook wel eens aan de beurt komen. Vriendelijke groetjes. MARIE VAN AMSTKL -Xt.ïZ» iL' a t »JL» tiLt «Jj ilL" a iJL*c dk» a «JL« i5»JL* a »JL« t «X*e tJL? m. i i Van de boot, die we verleden weck Ver vaardigd hebben, moet nu de romp van ons oorlogsschip worden gemaakt. Hiervoor moet de boot nog heel wat verandering on dergaan, hebben jelui hetgeen we de vorige maal leerden, goed begrepen, dan zal je ook dit niet zoo moeilijk vallen. Hebben we onze boot goed gemaakt, dan zult ge zien, dat bet papier aan beide zijden binnenin dubbel gevouwen is. Nu slaan we een van deze dubbele zijden omhoog, waar door onze boot er uitziet als Afb. 16. Nemen Afb. we haat niet overlang», maar met den voor steven voor eins, dan ziet zo er uit als Afb. 17. De lijn van 6 naar c op Afb, .16 en 17 Aft. 11. is du» de boeg. Nu maakt men aan weerszijden van de lijn 5van af den kiel c naar boven twee vouwen, nl- 6 d mc e (Zie Afb5 18). Hoe grootier deza vouwen zijn, Afb. 18. 'es te .piteer sal de boeg ven bet oor logsschip als ramspoor naar buiten staan. Hebben we beide vouwen overeenkomstig de afbeelding juist gelegd, dan wordt de biel be naar binnen gevouwen (Zie Afb. 19). Hbterti m&m S» Iffl* Ofifetten, w^nt dit Afb. 19, is' niet ïéo gëm'akkelijk te begrijpenHet best is de Afbeeldingen 19 en 20 met elkander te vergelijken en vooral de daarop voorkomende letters. Fig. 19 geeft ons den romp te zien recht met de punt voor ons, op Afb. 20 zien we den romp op zijde. Op deze laatste .Afb. zien we duidelijk, boe bet papier bij b naar binnen gevouwen moet worden. We zien hierop reeds den boeg van het nieuwe sohip. Deze boeg wordt nu gervormd door de lijn c—d, terwijl de punt o van de kiel, die op Afb. 16 naar binnen staat, op Afb. 20 naar buiten komt te staan. Slaan we ton slotte de in Afb. 20 opgeslagen rand weer naar binnen om, zoodat f tegen d aan komt te liggen en ega naar bin. Afb. 20. nett -wordt gevouwen, dan is de vodr. steven van bet toekomstige oorlogsschip klaar. We behoeven nu. nog slechts den Afb. 21, achtersteven op dezelfde wijze te bewarken «n ons bootje heeft nu reeds den vorm van den romp van een pantserscbip gekregen en ziet er uit als Afb. 21. Het betooverde ei. Menigeen zal met de Pasohen behalve kip-, suiker- en chocolade-eieren, ook wel een blik ken ei, die in het midden opengaat en met flikjes gevuld is, ontvangen hebben. Met zoon blikken ei nu kunnen we een aardig heidje hebben. Nftda£ wg den lokkaren inhoud hebben op gegeten, boren we dn bet ei van bovénl en van onderen een gaatje Door deze bead» gaatjes halen we een touwtje, waarvan wx| het oene eindo aan oen spijker vastmakend terwijl we het andere in de hand houdemj Wij laten zien, dat het ei leeg is en bewe nu, dat het aan niemand gehoorzaamt aan ons. Inderdaad glijdt bet, als we touwtje een ander dn de hand geven, voudig naar beneden, zonder zioh door daarin te laten weerhouden. Nemen wij i en te gen zelf den draad in do band, dan bet volgende plaats: het glijdt op ons I Het betooverde ei. langzaam of snél naar omlaag en KouiH 0 heel overeenkomstig ons verlangen daarmef op om zich niet meer te bewegen. Het gu heele geheim bestaat daarin, dat we, vooj we zelf den draad in de band nemen, hei binnenste van het ei nog eetns lieten zien e% er toen een kurkje in wisten te smokkelen,' Deze kurk ligt natuurlijk altijd tuaschex het touwtje en den binnenwand van bat ei- Houden wij den draad loe, dan is de wrtf ving gering en het ei glijdt snel naar be neden. Trekken we aan het touwtje, daa wordt de beweging, die wij er aan geven' door wrijving orp de kurk overgebracht, dezi begint te draaien en draagt op baar beurt weer de naar boven geviohto beweging aas' den binnenwand van bet ei hierop over. Dezi opwaartsahe druk werkt vertragend op di naar beneden gaande glijdende beweging van het ei. Hoe sterker wij bet touwtje aanhalen; des te sterker worden de wrijving en de door haar overgebraabte beweging van de kurk, welke juist in tegenovergestelde richting ge schiedt van de oorspronkelijke beweging vuq liet ei, tot bij een plotselingen of sterken ïulr de hierboven beschreven volkomen romwer- king plaats vindt. NEEF HEÏNEMAN. Van den wilnter, met dien horigen sneeuw val, had er nog oen treffend tooneeltj-, plaats in één der groote steden van om landl Er reed een woonwagen, getrokken door

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 11