LEIBSCH DAGBLAD, Donderdag* 20 Maart. Tweede Blad. No. 16282. Buitenlandseh Overzicht. Ingezonden. Faillissementen. Uit de Rechtzaal. Anno 1913. Uit de „Staatscourant". FEUILLETON. Wraak. In Frankrijk is nog geen naam te noe men van een opvolger van Briand, wel wor den veronderstellingen gemaakt. De/ ver zuchting is maar: „Als Leon Bourgeois maar wilde i" Maar men gelooft niet, dat bij het voorzitterschap van den minister raad zal willen aanvaarden en zoo zoekt men naar den man, die in den half- elachtigen toestand premier kan en wil zijn. Men noemt onder hen die in aanmerking komen, Barthou, die gaarne wil, en den politieken middenman Jean Du- puy, maar alles is nog slechts gissing. Als Delóassé niet tiaar Rusland vertrok, eou hij de aangewezen man geweest zijn. Onder de senatoren, die geholpen hebben het kabinet te doen vallen, behooren o.m. Combes, De Selves en Clémenceau. Voor de regeering stemden o.a. generaal Mer- ©ier en Charles Dupuy. Leon Bourgeois heeft niet aan de stemming meegedaan. Combes, de vroegere minister-president, verklaarde aan een journal'ist: „De uit slag verwondert mij niet. Ik ben intusschen overtuigd, dat de Kamer, als zij weer over kiesrechthervorming te beslissen krijgt, zich zal uitspreken tegen de evenredige verte genwoordiging. Men zegt nu dat de fana- ffifeke voorstanders daarvan de Kamer al haar besluiten willen doen handhaven. Zij zullen in dat geval geheel Frankrijk, den president der Republiek en ook het komen de kabinet tegen zich hebben, want dezen zullen alles doen, om het geschil tusschen Senaat en Kamer bij te leggen." De Fransche pers is in meerderheid van een ander gevoelen dan Combes. Zij keurt het af dat de radiiicale meerderheid in den Senaat op deze wijze wraak heeft genomen op Briand om diens ijveren voor Poincaré's verkiezing tót president der Republiëk. De „Echo de Paris" voorziet Kameront binding, de „Figaro" iis van oordeel, dat een kabinetsformateur zal worden gekozen uit de tien senatoren, die zich van stemming onthouden hebben. Bernard Shaw, de bekende Iersche too- neelschrijver en publicist, sohrijft thans over de bewapeningskwestie. Hij heeft daarover ideeën ontwikkeld, die niet zoo gemakkelijk in praktijk zijn te breDgen. Hij wil dan een nieuw drievoudig v e r b op d, Engeland zou in deze de eerste stappen moeten doen. Dat verbond zou worden aangegaan tus schen Engeland, Duitschland en Frankrijk, en bepalen, dat Engeland Duitsohland te gen Frankrijk zou helpen, als dit Duitsch land aanviel, en Frankrijk, als dit door Duitschland werd aangevallen. Verder zouden de drie elkaarhelpen ais een van drieën door een vierden staat werd aan gevallen. Dit drievoudige verbond kon 'verder door aansluiting van Nederland, België en de Noorsche rijk-en uitgebreid worden, en daarmede - ware de eerste schrede gezet op den weg der beschaving, rd. om Europa tegen oorlog en barbaarschheid te bescher men. Shaw erkent, dat Engeland voor dat bondgenootschap een groot staand leger zou_moeten hebben. Hij is er dan ook voor dat op de been te brengen. Hij is voor al- gemeenen dienstplicht. Het geld is er ten slotte ook wel voor te vinden. Het plan is heel aardig, maar de uitvoe ring i3 het lastigste deel. Heusch, werd dit een feit, dan zou de kans op oorlog xeer gering zijn. Intusschen zal het spelletje van tegenwoordig voorloopignog wel aanhouden. In Engeland is men ook steeds aan het beraadslagen over de middelen, d'e de grootst-mogelijke verdel- ging£capaciteiten bezitten. Een poosje geleden ging een geruoht dat Engeland een ontwerp voor een nieuwe soort tprpedoboot was aangeboden. Een heel gevaarlijk monster. Die dingetjes zou den de dreadnoughts waarde loos maken. Engeland wilde hierop niet ingaan en Duitsohland kocht het or ^rp. Een unionist in het Lagerluvs vroeg den minister, wat hiervan waar was. Bij voor baat deed hij al doorschemeren, dat hij het gerucht geloofde. Niets van waar, zei minister Churchill. <*een enkele mogendheid is bezig zoo'n vaartuig te bouwen. Men kan dus weer gerust zijn. Een ander voor Engeland belangrijk punt is de luchtvloot. Daarop vertrouwt men niet heel erg. Doch minister Seely heeft hier ook een geruststellende verkla ring gegeven. Er heerscht een groot mis verstand, zei hij, een gevolg van het- stil zwijgen, dat hieromtrent moet worden be waard. Engeland heeft nu 101 vliegtuigen en zal er op 31 Mei 148 hebben. Seely wekte opzien door de mededeeling dat in den loop van dit jaar een vliegtuig type was tot stand gebracht dat verre alle vliegtuigen, die bij eenige nat ie in gebruik zijn, overtreft. Dit vliegtuig kan snel of langzaam vliegen, zoowel acht als veertig mijl per uur afleg gen. Het kan snel gebouwd worden, maar aangezien de buitenlandsche motoren beter voldoen dan de Engelsche, heeft de regee ring een hoogen prijs gesteld op het leve ren van een uitmuntenden Engelschen mo tor. en daaraan beloften voor. aanzienlijke levering verbonden. Nauwkeurige proeven zijn genomen over de "aanvaiswaarde van vliegtuigen. Werk tuigkundige vraagstukken zijn opgelost' en daarbij is gebleken dat de moeilijkheid om een schijf in de lucht te treffen eterk is overdreven. Naar de meening van het mi nisterie van oorlog moet het denkbeeld dat men over slagvelden of landen zonder gevaar kan vliecren, worden prijs gegeven. Wat de nachtelijke aanvallen betreft, „als wij b'j nacht een luchtvaartuig nirt kun nen zien, dan zal het ook heel moeilijk zijn van uit een luchtvaartuig een bepaald doel te zien", meende de minister. In Duitschland wil men probeeren Rot terdam dwars te zitten door een kanaal van de Noordzee naar den Rijn, geheel over Duitsoh grondgebied. Rusland beraamt nu plannen om Duitschland en ook Oostenrijk eenzelfde kool te stoven. Dat betreft dan. Ie havens Hamburg en Triëst. De minister van finaniën in er wel geen voorstander van. maar in de Doema gaan stemmen op, om Odessa, Libau en Riga tot v r ij- bi a v e n s te maken, omdat de door Rus land betrokken koloniale waren thans over Hamburg of Triëst gaan, door buitenland- sche arbeiders verpakt worden en langs buitenlandsche sporen Rusland binnenko men. De' „Köln. Zeit." verneemt, dat alle le den van het hertogelijke huis Cumberland op de bruiloft van prims Ernst Au rust en prinses Victoria Louise tegenwoordig zul len zijn. Het jonge paar zal de wittebroods weken te Gmünden -doorbrengen. In Juli verwacht men den Keizer te Gmiinden als gast. De hertog van Cumberland is in den laatsten tijd ongesteld geweest en heeft het bed moeten houden. Nu ift hij echter weer opgeknapt. Nadevoltrekking van h et hu- w e 1 'ij k zal zich het jonge paar te Rathenow (district Potsdam), het garni zoen van den prins, metterwoon vestigen. Hun huis, de villa van een fabrikant, is al gehuurd. De vülla ligt midden in de stad aan een plein naast het officierscasino van de Rathenow9che huzaren en telt ongeveer twaalf kamers. Dit eenvoudig huis wordt slechts voor voorloopig betrokken, want te Charlotten- burg heeft de keizer reeds een-villa gekocht. Dezer dagen hebben een groot aantal bui tenlanders te Mühlhausen (Elzas), die den leeftijd van 19 tot 20 jaren hebben bereikt, van de Duitsche regeering aanschrijving ontvangen, dat zij zich moeten laten n a- turaliseeren of hun dienst- plicht, in hun geboorteland gaan vervullen.. Voldoen zij niet aan dezen eisch, uan wordt hun het verder verblijf in Duitsohland ontzegd. Generaal And r de voormalige Fransche minister van oorlog, is te Dyon op bijna 78-jarigen leeftijd gestorven. Hij is minister geweest in het kabinet de aid. Taal- ea Letterkunde door de directrice bewerkt en ter perse gelegd, die in het einde van 1912 kon versclïij- nen. Andere rubrieken werden door haar ?ereed gemaakt, om in den loop van 913 te verschijnen. Voor het uitbrengen van dit verslag werd den secretaris dank gebracht. Uit de rekeningen verantwoording van den penningmeester, den heer J. Schaap Hz., Bleek, dat de inkomsten hebben be dragen f 4460.52. De uitgaven waren iets hooger, doch het kleino nadeelig saldo was reeds weder ontvangen. Van de ontvangsten noemen we con- tributiën f 1560.6772, subsidie van rijk en gemeente ieder f 450. Onder de uitgayen kwamen voor: sa larissen personeel f 1021.70; boeken, tijd schriften, couranten f 1172.527s; techni sche administratie f 402.32 en onderhoud febouwen, assurantie en belasting plm. 727.247s- Een milde geefster betaalde echter groolendeels het onderhoud. Door den voorzitter werd dank ge bracht aan den penningmeester voor zijn beheer, waarbij de heer Hibma, die miet den heer Ten Kate de rekening had na- fezien, den dank der leden voegde, daar- ij "wijzende op het omvangrijk werk van den penningmeester. Bij de rondvraag word nog gewezen op de behoefte aan meerdere ruimte en het bestuur deelde mede, dat dit punt ernstig werd overwogen. Aan do Redactie van het „Leidsch Dagblad," alhier. Geachte Redactie I In een advertentie van het Bioscope- theater Stationsweg, voorkomende in het „Leidsch Dagblad" van gisteravond, werd op ergerlijke wijze van mijn haam misbruik gemaakt. De voorstelling wordt gewekt, alsof door mij op ©enigerlei wijze de fikn „Passiespelen" werd aanbevolen. Dit is geenszins het geval. De film „Van de Kribbe tot het Kruis," welke ik te Amsterdam ging zien, heeft niets hoegenaamd te maken met do film „Passiespelen", welke aan den Stationsweg wordt ver toond, daar eerstgenoemde film tot Octo ber a.s. in ons land niet mag worden vertoond. Ik protesteer er daarom tegen, dat mijn naam gebruikt wordt om reclame te maken voor een film, welke ik nooit zag, nooit goedkeurde, nooit aanbeval. Inte gendeel, het is mij bekend, dat in ver schillend© plaatsen, waar deze film ver toond werd, er over de wijze, waarop de heilige handelingen zijn voorgesteld, ernstig is geklaagd. Hoogachtend, Uw Dw. Dr., P. J. M. AALBERSE. Leiden, 20 Maart 1913. De Vennootschap onder de firma Boks Sluijter, handelaarster in biterlëidingsap- paraten, gevestigd te Rotterdam, Kipstraat en haar leden J. A. Boks, Kipstraat, en C. J. D. Sluijter, Stationsplein, beiden te Rotterdam. J. Roovers, colporteur, te Rotterdam. A. A. P. van Horssen, timmerman en aan nemer, Amsterdam. J. de Bruin, bootwerker, Amsterdam. J. de Rijk, cementwerker, Amsterdam. Raad van State. Voor den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, is behandeld het beroep van G. C. Borst, te Rijpwete- ring (gem. Alkemade) tegen het besluit van B. en Ws. van Alkemade, waarbij aan G. M.' Beelen, aldaar vergunning is ver leend tot het oprichten van een veekoek pers met bijbehoorende machinericn en drijfwerken in zijn bestaande maalinrioh- ting. De prov. hoofdingenieur en Gedep* Staten adviseerden om ter tegemoetkoming; aan den door appèllant gevreesden hin der, aan de vergunning een paar voor waarden te verbinden. Ook de directeur- generaal van den Arbeid acht het opleg gen van een voorwaarde wenschelijk, doclï meent, dat enkele door den hoofdinge nieur voorgestelde voorwaarden niet thans bij de vergunning tot uitbreiding, maar alleen als nieuwe voorwaarden krachten» art. 17 der Hinderwet kunnen worden op gelegd. Hotterdaniftche Rechtbank. Deze rechtbank heeft veroordeeld M. C. M., landbouwer, te Waddiiucveen, wegens melkvervalsching, tot twee dAgen gevangenisstraf. P. do G., 80 jaar, landbouwer te ZeveD- hujzen, wegens mishandeling, tot f 10 boe te subs. 10 dagen hechtenis, met toewijzing aan den mishandelde van rijn eisch tot schadevergoeding tot een bedrag van f 48.50. A m ft ter da mach e Rechtbank. Aardappelendiefstal. De beide mannen, dié in het laatst vau. 1912 en het begin van 1913 ongeveer 200 a 250 H.L. aardappelen gestolen hadden, door een gat in dén muur te maken tus schen de perceelen Brouwersgracht 169 en 171, te Amsterdam, werden ieder tot 1 jaar en 8 maanden veroordeeld (conform den eisch). l>e Sigarenmakersactie. Gisteren is te Utrecht de conferentie gehouden tusschen het dagelijksch. bestuur en de looncommissie van hef Verbond van Sigarenfabrikanten en de afgevaardigden van de arbeiders-organisaties, vier in getal. De looncommissie hoeft het ontwerp der nieuwe loonregeling voorgelegd en mede gedeeld, dat het haar gebleken is, dat er miestanden riju in het bedrijf, die blijken uit het groote verschil tusschen de verdien de weekloonen bij gelijk stukloon. Zij ia bereid met de organisatie alle zaken te bespreken, om te trachten tot overeen stemming te komen. De looncommissie con stateerde, dat deze loonregeling van ver schillende fabrikanten zéér groote finau- cieele offers zal eischen. Aan het einde der conferentie gaf de voorzitter het volgende resumé: „De organisaties hebben nu gezien wel ke houding heb Verbond van Fabrikanten bereid is aan te nemen en op welke wijze het in onderling overleg met de organisa ties bereid is te trachten de zaken te regelen. Nu verzoekt het Verbond aan de arbei dersorganisaties, te overleggen wat zb meen en te moeten doen en wil het nu of later vernemen, of men na bovenstaande toezegging van het Verbond de werksta kingen in Rotterdam, Dordrecht en Gor- kum wil opheffen, terwijl het Verbond van Fabrikauten bereid is dan gelijktijdig de uitsluiting te doen eindigen." Bij Kon. besluit is met-ingang van 1 April benoemd tot ingenieur bij den Octrooiraad E. Hijmane, w. en e. i. thans adjunct ingenieur bij den Raad: is met ingang van 1 April aan den lui tenant ter zee 1ste kl. O. van Slooten, we gens ongeschiktheid voor do verdere waar neming van den militairen dienst ten ge- volgo van lichaamsgebreken, eervol ont slag uit den zeedienst verleend onder toe kenning van pensioen en het bedrag van het pensioen bepaald op f 1625 's jaars, be vorderd tot luitenant ter zee 1ste kl. de luitenant ter zee 2de kl. B. J. Heilbron is aan den verificateur der invoerrech ten en accijnzen G. H. van Poppelen, te Amsterdam, met ingang 1 Mei, eervol ont slag uit 's Rijks dienet verleend; is aan A. van de Nadort, brigadier der Kon. marechaussee te Arnhem, Verleend de eere-medaille in zilver met. de gekruiste zwaarden, verbonden aan de orde van Or an j e-N assau (Nadruk verboden). A3) Toch geloofde zij aan de onschuld van haar zoon Laurent en dat maakte haar aoo naamloos gelukkig. De oprechte toon, waarop hij had gesproken, de nauwkeu righeid, waarmee hij alles, wat er dien avond was voorgevallen, verteld had, dat alles wischte de laatste twijfeling bij haar uit. Zij vroeg zichzelf af, hoe het mogelijk was, dat zij hem hadi kunnen verdenken. Zij zou het leven geschonken hebben aan een dief, aan een moordenaar? Een moor denaar, geboren uit haar edel bloedneen, dat was onmogelijk En toch, hoeveel bewijzen waren er- te gen LaurentIn welk een duisternis was die misdaad gehuldWelk een ondoorgron delijk raadsel omgaf haar!. Dus, moeder, omdat die ellendeling, ten einde uw hand te ontwapenen, mijn naam genoemd heeft, dacht gij werkelijk, dat ik sohuldig was? hernam Laurent. Neen, neen, dat is onmogelijk. Een móé der verdedigt haar zoon, zelfs wanneer de Bchijn tegen hem is. U heeft mij op dit eerste vermoeden niet kunnen beschuldi gen. Hoe menigmaal hebt gij mij niet ge zegd, moeder, dat gij mijn tegenwoordig heid steeds koudet raden, zelfs wanneer ik zweeg, en mijn adem inhield. Het moeder hart bedriet zich nooit. Het is waar, Laurent, het i« waar. Welnu, moeder, op dien avond, toen u den moordenaar vasthieldt, zei uw hart u toen, dat het uw zoon was, die voor u stond Neen, nëen. En dan, moeder, die man heeft ge sproken, nietwaar? Hij heeft iets gezegd, hoe weinig het dan ook zij. Zeer zacht, ik verstónd hem ternau wernood. Dat is voldoende, moeder. Heeft u mijn stem herkend? Uw stemvroeg zij verrast. Het was alsof er eensklaps eon gedachte bij haar opkwam. Zij wilde zich iets her inneren. Haar gelaat helderde op. Laurent! Moeder? Hebt ge daar 6traks niet gezegd, dat de man, die namens uw broeder bij u kwam, om u die tien Engelsche wissels te brengen," met een lighten Engelschen tongval sprak Ja, moeder, spreek! Ik heb er nog niet aan gedacht, maar nu komt het mij eensklaps voor den geest. De man, wiens arm ik vasthield, had eveneens een Engelschen tongval. Nu herinner ik het mij. Ja, ik ben er zeker van Het gelaat van Laurent drukte een on beschrijflijke vreugde uit. Ha, moeder, gij bedriegt u niet? vroeg hij. Die man moet dezelfde zijn geweest, die bij mij dien wissel heeft gebracht. Alles zegt het mij. Ik twijfel er niet meer aan. Ge hoort het, Michel? Wij móeten hem op sporen en de drijfveer der misdaad trach ten te vinden. Wij moeten weten, waarom Waldeck-Rous&eau na het aftreden van mi nister Gallifet in 1900, dus nog te midden van de opwinding, dite in Frankrijk heerech- te over de Dreyfus-zaak. In een redevoering, door generaal Ch ristiaan de Wet te Kopjes in den Vrijstaat gehouden, heeft bijhet volgende gelegd omtrent de Botha- Hertzog-crisis: U zult wel zeer belangstellend wezen aldus generaal De Wet' verder, naar de meening van president Steyn omtrent deze moeilijkheden (geroep: ja! ja!) Ik sta hier niet als zijn mondstuk. U weet hij noemt zichzelf ,,'t kreupele paard". Zijn ziekte bindt hem aan zijn stoel in zijn huis, maar gelukkig dat zijn lichamelijke toestand wat beter. is. Zijn geest was zelfs in zijn ellen digste oogenblikken zoo helder als in de dagen, toen hij nog zijn land regeerde. De woorden van zoo'n verheven staateman zijn van veel meer gewicht dan die van al de anderen te samen, en President Steyn staat op dezelfden voet, waarop generaal Hertzog nu staat (applajis). Hij heeft ver klaard meer spijt te hebben over de scheu ring tusschen de beide voormannen, dan iemand anders. Hij heeft gezegd dat er te gen Hertzog een groote misslag begaan is, waarvoor hij geen woord kan vinden om zijn afkeuring er van sterk genoeg uit te drukken. Dat is president Steyn's stand puur. Leeszaal en Bibliotheek „Reuvens." Gisternamiddag hield de vereeniging Leeszaal en Bibliotheek „Reuvens," on der voorzitterschap van _prof. dr. J. P. Kucnen, 'n. algemeene ledenvergadering. Daarin werd door den secretaris, dr. P. C. Molhuysen, verslag uitgebracht over 1912. Daaruit bleek, dat het afgeloopcn jaar in vele opzichten reden tot tevredenheid geeft. Het ledental ging van 354 tot 392 vooruit; het aantal donateurs bleef 29, het getal begunstigers klom van 667 tot 928 of ongeveer 30 pCt., een zeer verblij dend cijfer, als rnen .bedenkt, dat de be gunstigers voornamelijk lezers zijn, die een grootere of kleinere bijdrage geven. Dezelfde milde geefster, die verleden jaar de Vereeniging steunde, toonde ook nu weder haar groote belangstelling in de Leeszaal door het schenken Yan groo te bedragen. Het boekenbezit groeide van 5307 tot 6596 banden, terwijl 160.boeken, die ver sleten of onbruikbaar waren geworden, verwijderd werden. Het aantal brochures vermeerderde van 1289 tot 1535. Dankbaar is het bestuur velen stadge- nooten voor de schenking van grootere en kleinere partijen boeben. Hot bezoek was in 1$12: couranten- zaal 20,260 mannen en 1792 vrouwen bibliotheek 5674 en 717; totaal dus 28443 tegen 26961 in 1911. Uitgeleend werden 31,^891 banden te gen 22,982 over 1911, een vermeerde ring yan 40 pCt. Het meest werden romans uitgeleend, nl. 20,000, algemeene werken 3o89, let terkunde 1274, geschiedenis 821, land en volkenkunde 790, enz. Voor militaire wetenschap was de belangstelling het geringst; aaaryan werd slechts eenmaal een boek gevraagd. De Vereeniging leed een gevoelig ver lies door het vertrek van prof. Lorentz, een der oprichters, aan wiens initiatief en krachtigen steun het vooral te danken is, dat zij in zoo korten tijd zoo grooten bloei heeft bereikt. In zijn plaats weid in het algemeen bestuur gekozen prof. L. Knappert, terwijl zijn plaats in het Dag. Bestuur ingenomen werd door den heer N. Brouwer. Met lof wordt gewag gemaakt van de wijze, waarop de bibliothecaresse, mej. Berends, haar zeer moeilijke taak ver vult. Ook mej. Konijnenburg vervulde haar taak als volontair met groote opge wektheid. De andere volontair, mej. Van Griethuysen, ging heen door het aanne men eener andere betrekking. Daar de eerste catalogus reeds uitver kocht was, werd een tweede verbeterde en vermeerderde uitgave daarvan over men die valscho wissels heeft gemaakt, die mij in de oogen van Michel zoo volkomen onteerd hebben, dat hij mij 2elfs tot een moord in staat achtte. In zijn vreugde, in zijn koortsachtige op gewondenheid, liep Laurent met groote stappen de kamer op cn neer en liet zijn verbeelding den vrijen loop, om dit geheim te doorgronden. Zou het Miirador zijn? vroeg hij. Maar neen. Wanneer de man, die bij hem kwam, en de moordenaar van JacteJ de zelfde i6, dan kan het Mirador niet zijn. Mirad'or ken ik wel en al had hij zijn ge laat ook vermomd, de andere was veel grooter en zwaarder gebouwd. Ook heeft Mirador geen Engelschen tongval. Men kan dat nabootsen, ik weet het, maar wat men nooit kan veranderen, zijn de oogen. Als ik mij niet vergis, heeft Mirador bruine oogen, nietwaar, Michel? Ja. Terwijl do mpn, waarvan ik spreek, blauwe oogen had. Michel, dio ondanks zichzelf ook een weinig tot nadenken was gestemd, door alles wat hij van zijn moeder en van Lau rent had vernomen, zei nu Maar wanneer de drijfveer van de misdaad slechts diefstal was, dan begrijp ik niet, welke reden dezelfde misdadiger had, u die valsche wissels af te geven. Neen, dat begrijp ik ook niet, zei -Laurent. Waarom heeft hij niet zelf de voor- deelen getrokken van zijn behendigheid in het nabootsen van mijn handteekenihg en wanneer hij mij tot armoede wilde bren gen, want hij moet geweten hebben, dat hij mij tot armoede bracht waarom heeft hij u dan met dat geld uit de verle genheid gered? Ik begrijp er niets van, Michel; wij staan voor een raadsel, dat wij niet in een oogenblik kunnen oploseen. Maar het is reeds een groot voordeel, dat wij het be staan van diat raadsel kennen. Het zal een maal opgelost worden, wees daar zeker van, want ik zie -aan uw stroef gelaat, he laas, aan uw oogen, die mij niet durven aanzien, dat ik niet allen twijfel bij u heb kunnen uitwisschen. Misschien gelooft gij mij op dit oogenblik niet meer schuldig aan den moord van Jaetel. De ontroering onzer moeder heeft indruk op u gemaakt. De zoon, die alles troteeert cm zijn moe der weer te zien, die haar in het geheim omhelst en weent, dat hij zich voor haar moet verbergen, kan niet op hetzelfde oogenblik een misdaad plegen. Maar wan neer ik dan voor u ook niet meer de dief en de moordenaar ben, 'dan blijf ik toch nog altijd voor u de falsaris. Niet waar, Michel De markies wendde het gelaat af. Het was helaas waar, hij twijfelde nog altijd. Diep bedroefd ging Laurent voort: Het is mij onmogelijk mij te verde digen, Michel, u van mijn onschuld te overtuigenmaar die onmogelijkheid moest u doen aarzelen, mij te heschuldi- geen. Ik zweer u, dat ik den schuldige zal ontdekken, en dat ik hem zal straffen, wie hij ook moge zijn. Ik zal Parijs, Frank rijk, de geheele wereld, als het moet, doorzoeken. Ik zal mijn geheele leven wijden aan deze zware taak; maar dan moet ik oog weten, dat er in uw hart een weinig liefde voor mij is overgeble ven. Anders zou het leven voor mij te treu rig zijn, Michel, en ik zou niet slagen. Michel bleef zwijgen. Laurent wendde zich nu eensklaps tot zijn moeder. Hij knielde voor haar neer. Mceder, zei hij, gij hebt in mijn hart gelezen Ja, mijn zoon. Ook bij u heeft dat vrecselijk ver moeden bestaan? Het is waar. En thans, moeder, ofschoon ik mijn onschuld niet heb kunnen bewijzen, hoe wel ik mij niet van al die verdenkingen heb kunnen zuiveren, wendt de zoon zich tot zijn moeder om haar te vragen, of zi? hem nog tot zooveel snoodheid in 6taat acht. De blind© legde haar hand op rijn hoofd, en zeide met trillende 'etem: Uw moeder, voor wie alles in diepe duisternis is gehuld, leest duidelijk in uw hart, Laurent. Gij bjdt. Onbeschrijflijk, zeide hij met een snik. De misslagen van het verleden, dio men voor uw moeder verborgen heeft, die zij vermoedt en die men haar weldra zal meedeelen, kan zij u niet vergeven, maar daar die misslagen u nog niet de liefde van uw broeder hebben doen verliezen, zullen zij zeker wel niet onherstelbaar zijn. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5