VOOR DEJEUGD
lÊIDSCH DAGBIAD
Nieuwe Raadsels.
Oplossingen der Raadsels.
tioede oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
No. 16275.
Woensdag 12 Maart.
Anno 1913
vfls
'Bl<s
i ïi«Hiiiiï»iii»;ïii iitïiiïtiiiiiïïiiiiïïi
i
■5»
We gaan een Dreadnought bouwen,
wie doet er mee?
Oprecht gemeende weldadigheid.
Mama: „Piet, wat doe je daar?"
Piet: „O mama ik maak den inktkoker
Van papa in de vischkom leegwant ala het
water helder blijft, dan kunnen zij niet
gaan slapen; dan denken zij, dat het geen
naoht wordt."
Ingezonden door Joh. r. d, Koen.
i L
Zoek uit onderstaande zinnen de woorden
die samen een spreekwoord vormen.
Deze holle boom ia oud.
Ann«. spoel de vaten eens aft
Wat klinken deze tonen hard.
Het is mooi weer vandaag.
Jan wij altijd het meeet hebben.
Ingezonden door „Jupiter".
n.
Mijn geheel bestaat uit tien letten en
vindt men in de meeste huizen.
6, 8, 9 ia een meisjesnaam.
4, 5 is een lengtemaat.
7, 2, 3 ia niet dapper.
Een 10, 2, S is een laagte.
Ben 1, 3, 3, 4, 5 ia een nuttig meube*.
Ingezonden door „Mosrooeje".
m.
Het geheel bestaat nit 10 letters en is ge-
aond voor iedereen.
Een 3, 5, t, 7 bevindt snob op een schip.
Men bergt wat in da 10, 6, 6, 7.,
In den winter ia er 2, 6.
De vogel bouwt zijn 4, 9, 6, 7.
7, 8, 4 een metaal.
Een, 1, 9, 8, 7 geeft melk.
L
Helmond Dieren Zegwaard
(Uitgeest.
n.
Behangselpapieren.
HL
Uitgeeat.
Gerrit Kater, „Kleine Winkelier", „Bo
terbloem", .^Kleine Timmerman", Marie
g. d. Burgh, Coba en Hendrika Kramer,
Hendrik Driessen, „Miohiel de Ruyter",
Rrioa", Nico en Hendrik van Weizen,
Geertje Viasoher, „Nachtegaal", Hendrik
Van Leeuwen, „Houden", „Caspar de Ro
bles", „Kerstklokje", „De twee JV', Hen
drik van Wijk, Corria Rietkerk, Jan Gok
denberg, „Onze Zua", Laurens Segaar, H.
d. Heuvel, „Aviateur", „Klein, Jantje",
Quirina Meulemans, J. van Oijen, „Mer-
Kn", „Piet Hein", A. Speel, Hika t. Rijst,
Nioo Moouen, „Bouwondernemer", „Zwar
te Piet", „Viooltjes", Maria Bekooy, An-
driee Kwik, Arie Gille, To v. d. Voet,
Franc en Th. Veeren, „Negerinnetje", „Le
lietje der Dalen", Piet v. d. Walle, Ma-
rietje Horree, Jo Eggink, Henri Speel, A.
'Anneeze, Marie en Cosrie Lempers, H. de
Heer, „Kapitein", ,,'t Bosohnegertje",.
„Assohepoetster", „Reintje de los", Ohria
en Joopie Dnsoswa, Eva Bol, „Wilde Roos"
Martha de Leeuw, David Oorpel, Neeltje
de Kloe, Maria Kuivenhoven, Willem Met
selaar, „Roosje", „Tulp", „Padvindster",
„Kerstroos", „Mimosa", „De twee Zusjes"
„Vroolijke Rina", J. v. d. Ham, Kleine
Zee-officier", „Pinksterbloem",, „Kleine
Mina", „Vergeebmij-niet", G. Bergers N.
Bergers, Jupiter", Dirk Bergman, „Ge
ranium", Bertha van Hooidonk, Teunis van
der Kwast, Antoon van der Kwast., „De
fcleine Oranjeman", Jacob Lankhorst., Dirk
Gaykema, „Broer en Zus", „Frederik Hen
drik", Nelly Kagie, Jac. Lanian, „Sinaas
appel", „Robijntje", „Juliana", Wilhel-
mina Zirkzee, „Foksia", „Neptunus", „de
twee Schippertjes", Hendrik Olivier, Jo-
han Mattaar, Abram v. Roesem, „Angelus-
klokje", „Wilde Bob", „Kleine Tuinman",
Dick Houthoff, H. Eralto, Jesna Eialto,
H. v. d. Kwaak, „Tyl Uilenepiegel", Gus-
taaf Ammerlaan, Beteie van Zwietea,
„Stormvrouwtje", H. Schrijnder, Jan en
Free van der Steen, Hendrika en Lodewijk
Laoourt, Betsie en Anna Peterzen, Geer
trui da van Berkel, „De twee Friezinnetjes"
Arie de Bruyn, „Hulsttakje", „Pieter Ma-
rits", Cor Moikenstorm, Corrie Koore
man, Henri en Leviena van Veggol, „De
kleine Robbedoes'te Leiden.
Willemien de Villeneuve, „Roosje", te
Hillegersberg-
Oornelia van Beelen, Mina en Botto v.
d. Bergh, H. v. d. Bijl, W. v. d. Bijl, te
Katwijk.
J. v. <L Les, Zus Dorrspsal, Corrie Dor-
repaal, „Vyvia", „Blondine", te Koude
kerk.
Klasien Broek, Joharma en Neeltje Ti im
mers, Willem Flim, „Admiraal Snor",
„Madeliefje", „Kleine Timmerman", te
Oegstgeest.
Grietje en Jaoob Verhorst te Lei mui
den.
„Florist", tie Sassenheim.
Aagje Rietkerk, M. J. van der Loo, Th.
de Bode, J. Binnondijk, te Wassenaar.
Hendrik en Henriette de Voogd, te
Zwammerd&m.
Johanna en Truue van Tilburg, Annie
Metselaar, Adriana Vogelaar, Neeltje Mer-
bis, Flora Parlevliet, Andries Rijnsburger,
Aartje en Wilhelmina Parlevliet, Marijtje
en Nioo Rijneburger, Antje Rijnsburger,
Willem de Jong, te Zoeterwoude.
Prijzen vielen ten deel aan: Rina van
Klaveren, Wilhelmina de Graaff-Rob, te
Leiden; Mina en Nor» v. d. Bergh, te
K a t w ij k.
„.Kleine Timmerman". Ben je
ziek vriendje, wat scheelt er aan? Ik hoop
dat het niets ernstigs is en wensoh je een
spoedig herstel.
„Kerstklok] Ja meisje, de vori
ge week was je biriefje te laat. Met genoe
gen vernam ik, dat je het feuilleton zoo
bijzonder mooi vindt.
Mina en Nora r. i BergH te
Kat w ij k. Ale jullie namen niet vermeld
werden dan was je brief waarschijnlijk te
laat, meisjes, want anders is het bijna niet
mogelijk. Hoe oud rijn jullie t
„Klein Jantje". Waarom je bij
dragen niet geplaatst werden, kan ik je
heusch niet melden, maar wel, dat hoe
meer je inzendt, hoe meer kans je bebt,
dat er iets geplaatst wordt.
,3 obijntje". Als je raadsel voor
plaatsing geschikt is, zal ik het natuurlijk
gaarne opnemen, meisje, doch ik vrees,
dat de opgave te moeilijk is. Probeer
eens wat eenvoudiger raadsels saam te stal
len, wil je?
„Kleine Oranjeman". Ik hoop,
dat je ook eens je beet zult doen, om mij
nieuwe bijdragen toe te zenden.
Antoon en Teunis v. d. Kwast.
Ja jongens, ik vond jullie bloemenmand
heel mooi hoor! Wie van jullie beiden had
dat bedacht?
„Vergeet-mij-nietjGaarne zal
ik aan je verlangen voldoen en je dank den
heer uitgever overbrengen. Het doet me
pleirier, dat je zoo in je nopjes bent met
het gewonnen prijsje.
„Vroolijke Rina". Weineen meisje,
ik ben er volstrekt niet boos om, hoe kom
je -aar nu bij 1
„P ad vin dst e r". Ja meisje, vroeger
dan dit jaar, kan Pasohen niet vallen. We
behoeven dan ook geen plannen te maken,
want in de maand Maart is 't meestal nog
koud en guur I
1 i
Willem Metselaar. Als je pas
negen jaar bent, dan moet ik zeggen, dei
je al keurig netjes schrijft hoor! Het deed
me pleizier eens een eigenhandig geschre
ven briefje van je te ontvangen.
„Assohepoetster". Als je a.
Zaterdag je dertienden verjaardag viert,
dan zal ik je maar vast féliciteeren met j*
feestdag meisje en je veel ploizier toe
wenschen met de meisjesvisite. Je moet
me de volgende week maar eens vertellen
hoe alles afgeloopen is.
Andries Rijnsburger en Neeb
tje Merbis te Zoeterwoude
dank ik voor hun mooie prentkaarten.
„Vyvia". Ja meisje, er komen gere-
geld meer kinderen met ons meedoen. Hoe
komt 'tdat je tegenwoordig niet zoo gere
geld inzendt? Heb je het zoo druk?
Oornelis van Beelen. Ik moei
zeggen, dat je een geluksvogel bent,'
vriendje. Anekdoten en Raadsels mogen
wel uit andere bladen worden overge
nomen.
Wilhelmina Zirkzee. Het lijden
van je Pa is dan wel vreeselijk geweest,
meisje en je Moe zal in al dien tijd heel
wat overbracht hebben, dat kan ik me wel
voorstellen. Gelukkig voor haar, dat je
grootmoeder bij jullie woont, dat zal
nog een. heele steun en troost voor je Moe
zijn. Vriendelijke groeten.
Tine Klooi Ja kindje, de tijd schiet;
op, maar in de natuur blijft het nog koud,;
doch het is nog maar Maart, moet je den-I
ken. Wie weet, wat een mooie Meimaand'
of oü6 wacht 1
„Blondine te Koudekerk. Arm
kind, welk een vreeselijk ongeluk heeft1
jullie getroffen! Ik kan me best voorstel
len dat je onder die droevige omstandig
heden geen lust tot schrijven hadt I Ie je
Moe lang ziek geweest?
„Ro bbêdoe s"v Ja vriend eec brief
moet als zoodanig gefrankeerd worden en
niet met 1-ot. postzegel Als je je brief
niet bezorgen kunt, schrijf dan een brief
kaart. Wil je er vorder aan denken, om in
't vervolg je woonplaats boven je schrijven
te vermelden?
„Hulsttakje". Voor je nieuwe bij
dragen houd ik mij gaarne aanbevolen. Je
korte briefjes neem ik gaarne voor Kef.
„Twee Friezinnetjes". Als jul
lie briefjes mij geen aanleiding tot corres
pondentie geven, is dat niet mijn schuld,
meisjes.
H. ScHrijnder. Prettig dat je oro-
cusBen al boo mooi bloeien. Ze geven den
tuint jee aoo'n vroolijk aanzien, die bonte
bloempjes
„Stormvrouwtje." Ja meisje, je
Moe heeft groot gelijk, heet is nu erg ver
raderlijk weer en oppassen is de boodschap.
„Kleine Tuinman". Vriendelijk
dank voor je mooie prentkaart.
„An gein bklok j e". In de eerste
plaats moet je er aan denken, dat nieuwe
raadsels op een apart stukje A apier ge
schreven moeten worden en het papier
slechts aan één kant besohrijven. Ook is
het volstrekt niet zeker, dat hetgeen je in
zendt voor plaatsing geschikt ie.
Willemien de Villeneuve. Ge
lukkig, dat je Moederbje alweer herstellen
de is. Dat je met Tante Marie erg ingeno
men bont, kan ilc me voorstellen, vooral
omdat ze je bij het schoolwerk behulpzaam
MARIE VAN AMSTEL.
m
J
i
1
A
L
f'È
1 L „I
BH is hu weer hens iets vook onze jongens!
Maar da's waar ook de mees ben van jelui
pullen niet weten wat dat voor een Koeter-
jwaalsch woord is, dat hierboven staat
Ja, eigenlijk gezegd, Koeterwaalsch is het
in 't geheel niet, maar zuiver Engelsch. De
(Emgelschen noemen zoo hun grootste oor
logsschepen, het woerd beteeken tVrees niets
ten je spreekt hot Ongeveer uit alsof or stond
[dredmót. Wat raar is dat! Ja, degenen
cmdccr jelui, die Engelsch leer en, zullen al
iwel weten, dat de Engelschcn de gewoonte
jhebben verscheidene letters bij het spraken
in te slikken, alsofhet boterletters zijn.
Maar om nu op die dreadnought terug te
komen, toen d» Emgelschen zulk een groot
loorlogsschip gebouwd hadden, zijn de andere
laaiden er ook mee begonnen. Daarom wil
jan. wij het ook niet onder ons laten m
zijn van plan eveneens zoon schip te ma
ken, waarvan we jelui hiernevens een af
beelding laten zien.
Wat zeg je van ons schip? Ziet 't er
tniet kranig uit? Er is echter een groot be
zwaar. Een echt stalen oorlogsschip koet een
heelen boel geld, meer dan twintig millioem
gulden.
Da'a kras, hè?
Al leggen we allemaal onze zakoanien bij
elkaar, dan komen w« er in de verste verte
(niet. We zullen dus een goedkooper schip
moeten maken. En daarom maken we er
teen van papier, en we nemen daarvoor stevig
tan buigzaam papier.
Bij het bouwen van een schip begint men
natuurlijk het allereerst hij den romp. Dat
doen we ook hier. Het maken van dien romp
is het moeilijks to; als we dat eenmaal klaar
hebben, volgt de rest vanzelf. Nu hebben we
vroeger al eens eenige schepen gemaakt en
.voor degenen die dit toen geleerd hebben,
zal het maken van den romp niet heel moei
lijk vallen.
We vreeoen echter dat velen van jelui
hun scheepmakers kennis weer heelemaal kwijt
rijn, daarom zullen we van meet af begin
nen en nog eens herhalen wat we verleden
jaar geleerd hebben, dat is dan tevens goed
voor de nieuwe vriendjes, die er thans bij
gekomen zijn.
W$ wachten hiermede echter tot het vol
gend nummer.
We zullen nu onzen tijd besteden aan
het leeren samenstellen van belangrijke onder -
ideelen.
We aden op onS oorlogsschip twee schootf-
steenen, twee masten, drie luchtkokers en
een groot aantal kanonnen. Voor al deze
voorwerpen hebben we kokers noodig en wel
tweeërlei; de schoorsteanen en luchtkokers
loope>n evenwijdig, maar de masten en ka
nonnon loopen puntig toe.
We zullen eerst leeren hoe we de even
wijdige kokers maken moeten. Heel moedlijk
is füt niet. Wte nemen daarvoor oen nacht-
hoekig stuk papder, de grootte hiervan be
palen we naar de lengte en dikte die we
us do gehoonteer gwte» wiU«a= Dit p»ja*
Aft». 1,
wotdt Uaii de beide kolrte zijden ingekniptJ,
aan de eene zijde goeft men langs de kanten
twee kleine knipjes en aan de tegenoverge
stelde zijde wordt een lange insnijding ge-
Afh. 2.
Hoe
maakt. Op Afb. 2 kunnen we
dit geschieden moet.
We eohuiven nu de zij do van het papier
met 'de twee klednje insnijdingen door de
Afb. 3.
Afb. 4.
groote insnijding en de koker i6 klaar. We
moeten bij dit in elkaar sohuivcn van den
koker er evenwel goed op lctl-eh, dat we dit
niet verkeerd doen. De overslaande reepjes
moeten namelijk naar binnen in don koker
vollen en mogen niet naar buiten komen.
Opdat jullie goed begrijpen zult, wat we
hiermede bedoelen, laten wvj je hierboven
twee kokers zien. Afb. 3 laat den verkeerd
MïTf&wpn, kpk*r zien: de overriAonde randjes
steVdn UaaJr buitten' uit. Afb. "4 geeft de
goed gesloten koker water.
Hebben we den slag hiervan beet, d&B
kunnen we de achoorsteenen vervaardigen,
alsmede de gescbuttorens op den voor- en
Afb. 5.
achtersteven en de uitkijktorens in de heide
masten. Voor de masten zelf en de kanonnen
hebben we schuin toeloopende kokers noodig.
Deze maken we op dezelfde wijze als dm
andere, met dit verschil, dab we het recht
hoekige papier nu schuin wegknippen, juist
zooals dat op Afb. 5 is aangegeven.
NEEF HBINEMAN.
Bamey was» een Amerikaansch wisselwaag
tor, die altijd trouw zijn plicht had gedaan
en geen kleinigheid is dit in de Nieuwe
Wereld, waar het Fpoorwegpersoneel niet
groot is en de treinen racen, met /onge
ëvenaarde snelheid! Bovendien worden hiei
en daar, ten behoeve van het locaal verkeer
passagierswagens aan de goederentreinen go
haakt, waarvoor dan goedkoopere biljetten
worden uitgegeven, en wat dus zeer in het'
bolang van het publiek is, maar Wat maar
woetr vermeerdering van drukte geeft voor
het verbonden peroneal. Dan is er ndg%
te* tete Amcnifci, tegt alle laags d.<