N°. 16274
Dinsdag 11 Maart,
A0. 1913.
(§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Wraak.
IDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEK ADVERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17$. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine edvertentiën ran 30 woerden 40 Qents contantelk
tiental woorden meer 10 Oente. Voor het incasseeren word^ 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANTt
Voor Leidon per week 9 Oenti i per 3 maanden l.iO.
Buiten Leiden, per loopar en waar agenten goveetigd sijn 1,30.
Franco per post1.65.
Stremming der scheepvaart.
Burgemeester en Wethouders yan Lei
den, brengen bij deze ter algemeene kennis,
dat de scheepvaart door den
Heereneingol nabij de Zijl-
poortsbrug, wegens het leggen van
een gaszinker, zal zijn gestremd op
Woensdag 12 Maart 1913 van des
voormiddags 6 uur tot des n a-
middagsöuu r.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 8 Maart 1913.
Leiden, II ïïfêaart.
Voor het examen in de nuttige hand
werken zijn in Den Haag geslaagd de da
mes J, Maartense, M. Fruitman, M. H. Sa-
raber, J. H. Pley, G. N. Klinkenberg en
O. C. Carree, te Leiden en te Breda mej.
F, H. Adelaar, te Haarlemmermeer.
In een gisteravond gehouden verga
dering van de afdeeling 's-Gravenhage der
Maatschappij tot bevordering van Bouw
kunst hield de heer Willem C. Brouwer, di
recteur der N. V. Fabriek van Brouwer's
Aardewerk ,,Vredelust", te Leiderdorp,
een lezing over bouwbeeldwerk in het al
gemeen en bouwarrdewerk in het bijzon
der. -
Door mr. J. Lohman Janssonius, op
18 Febr. te 's-Gravenhage overleden en
vroeger kantonrechter te Onderdendam, is
f 8000 (vrij van successierechten) vermaakt
aan het Departement Onderdendam van de"
Maatschappij tot. Nut van 't Algemeen;
f6000 aan de kerkvoogden der Ned.-Herv.
Kerk aldaar, tot verbetering van het pre-
dikambtstraktement en f2000 aan de dia
conie der Ne>d.-Herv. Gem. ten behoeve
der armen dier gemeente.
Op bijna 73-jarigen leeftijd overleed
in Den Haag de heer Ch. A. -Hofman, die
gedurende een lange reeks van jaren als
hoofd eener openbare burgerschool het
onderwijs diende.
Men meldt uit Den Haag: Den 9den
dezer overleed in den leeftijd van nog geen
44 jaar, na langdurige ziekte, cle heer A.
J. B. Leyba, consul van Noorwegen en ge
wezen officier van de schutterij. Als tee-
ken van rouw werd door de verschillende
consulaten de vlag half stok uitgestoken.
De lichte ongesteldheid van den Mi
nister van Waterstaat, mr. Regout, noopt
dezen nog steeds voorzichtigheidshalve
zijn kamer te houden. Hoewel de Minister
zijn ambtsbezigheden aan het Departement
in Den Haag nog niet heeft kunnen lier-
vattén, doet hij toch te zijnen huize zaken
af, die zijn persoonlijke bemoeiing ver-
eischen.
Bij de Regeering bestaat het voorne
men over te gaan tot de benoeming van
een zesde rechter in de arrondissements
rechtbank te Arnhem. Sollicitaties kunnen,
daarvoor worefcen ingezonden.
Naar ,,Het Centrum" verneemt, be
staat het voornemen de jaarvergadering
van den Algemeenen Bond van R.-K. Kies-
vereenigingen, die volgens de statuten in
Mei wordt gehouden, dit jaar te vervroe
gen en tegen 24 April uit te schrijven.
De Antirevolutionnairen, Chr.-Histori-
echen en R.-Katholieken vergaderen dus
allen denzelfden dag.
De S.-D. A.-P. te Haarlem heeft can
didaat gesteld voor de Prov. Staten de
heeren A. Nagtzaam en D. Peereboom.
In den ouderdom van bijna 80 jaren is
in het Haarlemsoho Diakonessenhuis over
leden dr. Yan Leeuwen, oud-professor in
de theologie te Utrecht. De oud-hoog-
leeraar was laatstelijk woonachtig te
Bloemendaal.
De plannen tot oprichting eener volks
universiteit te Amsterdam hebben vasten
vorm aangenomen. De vereeniging als zoo-,
danig werd geconstitueerd en naar het di
rectorium, bestaande uit de heeren mr.
S. R. Steinmetz, hoogleeraar, voorzitter;
dr. J. H. Gunning Wzn., districts-school-
opziener, vice-voorzitterJ. J. W. van
Loenen Martinet, ingenieur H. S. M., pen
ningmeester; dr. Ph. Kohnstamm, hoog
leeraar, dr. A. J. de Sopper, Ned.-Herv.
predikant en H. S. Hijekruijer, secretaris,
werd, onder, eere-voorzibterschap van den
burgemeester een curatorium benoemd,
waarin mannen en vrouwen uit alle rangen
d-r maatschappij zittinghebben. Thans is
een vlugschriftje door de vereeniging ver
spreid.
Men meldt ons uit Amsterdam: Yan
9 tot 11 Juni a. s. zal in het Kurhaus te
Scheveningen het negende Internationaal
Katoencongres gehouden worden, uitgaan-
die van »,The International Federation of
Master Cotton Spinners and Manufactu
rers Associations", tot welke Federatie,
benevens Engelsch-Indië en Japan, 14 lan
den van Europa zijn toegetreden.
Het aantal deelnemers aan dit Congres
wordt geschat op vijfhonderd
Het hoofdbestuur van het N. O.-G.
heeft zich geconstitueerd als volgt: W. P.
Spaaxenburg, Amsterdam, voorzitter; M.
Mieras Jr., Beesdi, vice-voorzitter; M. J.
Bon, Amsterdam, 1ste secretaris; mej. E.
Weeveringh, Amsterdam, 2d© secretares
se; D. Voerman, Amsterdam, 1ste pen
ningmeester; M. H. v. d. Horst, Kaatsheu
vel, 2do penningmeester; W. G. Branden
burg, Rotterdam, 3de penningmeester; R.
Kiestra, Amsterdam, archivaris; J. Porte,
te Lutjewinkel; J. B. Wolthuis, te Gro
ningen,. en Sj. Dijkstra, te Enschedé.
De alg. vergaderingen wordlen dit jaar
gehouden te Winschoten, op 31 Juli, 1 en
2 Augustus.
In de te Rotterdam gehouden buiten
gewone algemeene vergadering van de
Nederl. Vereeniging van Spoor- en Tram
wegpersoneel verklaarde het hoofdbestuur
zicsh bereid de sohorsing van den ambtenaar
Nathans op te heffen.
Het voorstel, om de gewone jaarüjksche
algemeene vergadering tot October uit te
stellen, werd met algemeene stemmen aan-
De Raad van Deventer benoemde tot
directeur van den op te richten gemeen
telijke keuringsdienst van eet- en drinkwa
ren, de heer H. W. de Kruyff, technoloog-
scheikundige te Leeuwarden.
Bij beschikking van den Minister van
Landbouw, Nijverhed en Handel is, met
ingang van 10 Maart tob en met 31 Maart
1914, benoemd tot bedrijfsboer aan de
Rijks-hoogero Land-, Tuin- en Boschbouw-
school te Wageningen P. Folmer, te Ben-
nekom.
Gisteren brachten de leden van den
,,Verein für Staatswissensohaftliche Fort-
bildfung" een bezoek aan Utrecht on aan
Groningen.
Bij het provinciaal bestuur van Noord-
Holland is in bewerking een nieuwe sala-
rigregeling voor burgemeesters en ge
meente-secretarissen in die provincie.
De gewone audiëntie van den Minister
van Oorlog ad interim Minister van Marine
en die van den Minister van Koloniën zul
len op Vrijdag 14 dezer niet plaats hebben.
LEIDERDORP. Benoemd is bij den
dienst der Post- en Tel. tot kantoorbe
diende A. Spek.
LISSE. Gisteravond kwam de Bohoenma-
ker J. van Zeist, door het breken van clen
lastdrager op zijn fiets, zoodanig te vallen,
dat hij naar huis gebraoht en onder ge
neeskundige behandeling gesteld moest
worden.
NOORDWIJKERHOUT. De heer B. de
W., die zich- in café- ,,De Vlasoven" op
een potje bier trakteerde, kwam na afloop
hiervan tot de minder aangename ontdek
king, dat zijn fiets, welke hij nog geen
rijf minuten buiten liet 8taan, verdwenen
was. Tot heden is zij nog niet terecht.
SASSENHEIM. De KDapenvereeniging
alhier werd opgericht door de Ohr. jonge-
lmgsvereeniging ,,Volg Mij," die een com
missie benoemde van drie-leden uit haar
midden, die 'n voorloopig bestuur vormen.
Al weer het ontwerp-Tariefwet
te Voorschoten.
Ruim een week igoloden werd in Voorscho
ten een vergadering igehouden, uitgaande van
de Anlir. Ki-esvereeniging, iwaaxin mr. J.
H. do Wilde, tde bekende pro-tarief-man, mi
nister Kolkman's nu voorloopig ingetrokken
wetsontwerp verdedigde. In dezo vergade
ring, waarvan wij indertijd een verslag gaven,
was een dor (debaters de heer H. Groene-
wout, propagandist der „Lib. Unie", to Am
sterdam. Daar hem slechts een kwartier tijd
was gegund voor <de bestrijding van de rode
des heeren Do [W., werd reeds toen de toe
zegging gedaan", dat de heer G. vanwege
do Vrijzinnige Iviesveresniging zijn denk
beelden over dit .onderwerp nader zou komen
ontwikkelen.
Deze vergadering was togen gisteravond
uitgeschreven.
De waarn. voorzitter, de heer P. Bakker,
herinnerde aan een en ander, toen hij met
teen kort woord den hoer G. hij het vrij
talrijk gehoor, dat zich in de zaal van Deur-
loo had voreenigd, inleidde.
Een bekend voorvechter voor de Tarief-
wet, jhr. mr. Pompe van Meerdervoort, had
in do voorste rij plaats genomen, zoodat ook'
nu jveder debat kon worden verwaoht.
In een breed opgezet betoog schetste spr.
hoe in 1816 in 't toen vereenigd Noord- ën
Zuid-Nederland op aandrang van Zuid-Neder
land een protectionistisch tijdperk werd in
geluid en toonde aan de hand van mr. Vis
sering aan, dab deze periode, zij mogo voor
België in het begin voordeel hebben opge
leverd, voor N.-Ned. noodlottig is geweest.
Nadat men in 1845 het protectionismo hoeft
laten varen, werd in 1862 de oersto stap
gezet op den weg van den vrijhandel, waarop
in 1877 verder werd voortgegaan; en ook in
1895, toen een technische herziening plaats
had, bleef het beginsel onaangetast.
Na 1862 is een tijdperk van verhoogde*
welvaart op het gebied van handel en in
dustrie, van scheepvaart en vissoherij, van
land-, tuinbouw en veeteelt ingetreden, die
protectionistische landen ons met recht moch
ten benijden.
In 1900 heeft minister Pierson, een econoom
van den ouden stempel, die de meerdere
gelden voor sociale wetgeving niet meende to
mogen zoeken uit de dirooto belastingen,
gepoogd een wijziging te brengen in ons
fiseaal 6tölsel. Doch dat mogen de voor
standers der protectie niet tegen de vrijzin
nigen uitspelen, waar dezen de voorgestelde
herziening krachtig hebben bestreden.
Na het ontwerp-Tariefwcb van Har ba in
liet ministerie Kuyper te hebben besproken,
kwam spr. tot het ontwerp-Kolkman, die
beide een machtige oppositie in het land
hebben verwekt. Het heeft den sohijt, dat
het bij de vrijzinnigen tegen de Chr. Regee
ring gang, do oh dit is niot het geval en
spr. constateert dan ook met nadruk, dat vrij
handel of proteotio met godsdienstige of
politieke beginselen niet te maken heeft.
(Teekenen van instemming van jhr. Pompe).
Na nog als een schaduwzijde van clko pro
tectie te hebben genoemd de voortdurende
neiging om de belastingschroef sterker aan
te zetten en na met cijfers en statistieken
te hebben aangetoond, dab Nederland in den
concurrentiestrijd met protectionistische lan
den zich schitterend kan handhaven en dat
onze nijverheid, handel, land- en tuinbouw
geen proteotio noodig hoeft, kwam liij ein
delijk tot het onderwerp zelf, dat aan een
scherpe eritiek werd onderworpen.
Als de Regeering heb oor aan do practajk
had to luisteren gelogd, dan had zij niet knot
het tariefontwerp gekomen. Er ia in ons!
land oen nationale bewoging tegen dit ont
werp, waarhij het pro-t-arief-comité met do
adressen van „Boaz" on Patrimonium" met
enkele R.-K. Bonden uit het Zuiden een
poover figuur maakt.
In den grond van hun harb zijn de mi
nisters Kolkman, Talma on Van Swinderen
evengoed vïijhandelaans als spr., maar zo
moeten geld hebben en dat durven zo niet
vragen, daar waar het i.3 en zoo moot tl©
druk gelegd worden op do eerste levensbe
hoeften. Al3 con andero schaduwzijdo van
protectionisme noemt spr. het nomen yan
repressaille-maaferegelen en doelt een en andër
mode van de droeve gevolgen van tarieven-
oorlogen.
Da conclusie van spr.'s met voel feiten
materiaal gestaafde rede, die van halfacht
tot kwart over tienen duurde, was, dat de
Tariefwet-Kolkman een ramp zou zijn voor
ons land, dat door zijn bijzondere positie in
Europa, slechts kam bloeien en groeien onder
do vlag yan het vrije ruilverkeer.
Nu kwamen de debaters aan do beurt, die
daarvoor onbeperkte tijdruimte kregen. Ep
gaven zich voor op jhr. mr. Pompe van;
Meerdervoort, oud-Kamerlid, en de heer
Broers, hoofd der Christelijke school.
Den heeren werd door iemand uit de vergaf
dering voorgesteld voor het debat een fria-
echen avond to nemen, omdat het anderal
nachtwerk zou worden, maar de vergadering,
onverstoorbaar kalm, smakelijk rook end
en een glas bier of kop koffie drinkend,
gaf te kennen er oen stuk van den Pachli
voor over te hebben.
Jhr. Pom po van Meerdervoort had mot
genoegen vernomen, dat ook spr. do Tarief-
wet in de neutrale zóne plaatst». Zoo li oord 0
het ook. Hij keurde het echter af, dat do
spr. slechts een vierde gedeelte van den tijd)
aan de eigenlijke Tarief wet had gewijd.
Uit Êpr.'a historisch betoog enkele punten
aanroerend, zeide hij, dat België ongetwjp-
feld had geprofiteerd van de protectionisti
sche periode tusschen 1816 en 1862. Trou
wens, het profc. Duifechland is bezig itctj
land van den vrijhandel hij uitnemendheid,
Engeland, op de wereldmarkt te overvleu
gelen. En als protectie zoo nadeelig is vootr
het volk, hoe komt het dan, dat het ia
ingevoerd door democratisch geregeerde lan
den als Frankrijk, Noorwegen, Denemarken
en Amerika? Alles wordt echter niet duurder.
Dat is sleëhts een boeman. Spr. haalde daar-
voor verschillende voorbeelden aan. De so
ciaal-democraat Manshalt had dit met de
broodprijzen in Frankrijk, Duitschland en
Nederland aangetoond.
De opbrengst van het tarief wordt dah
ook niet betaald door den verbruiker, maar
door den buitenlandschen importeur, wat spr.
met do prijzen der uit Zeeland naar Frank
rijk uitgevoerde paarden en oesters trachtte
aan te toonen.
Dat de kleine man deze belasting in hoofd-
zaak zou moeten betalen, ontkent spr. ook<
Er zijn zolfs in dezo wet, vergeleken hij hot
bestaande tarief, verbeteringen aangebracht.
En onder het vrijliandelstelsel zijn vele
kleine bedrijven hard achteruit gegaanï
schoenmakerijen, leerlooierijen, enz.
Spr. verklaarde zich ten slotte voor de Ta
riefwet-Kolkman: lo. omdat daardoor op de»
minst drukkende wijzo geld zal worden ver
kregen voor sociale wetgeving en 2o. omdat
de werkloosheid er door verminderen zal.
Do heer Broers had hetgeen hij te zeggen'
had, geformuleerd in een zovental vragen,
waaronder deze: Aangenomen, dat het thand
in ons land goed gaat, kan het dan nog
niet heter worden door middel van bescher
ming? Als de ministers eigenlijk vrijhan
delaren zijn, moeten er dan geen gewichtige»
redenen zijn, die hun tot protectie doon
overhellen? Als alle landen om ons heen
protectie invoeren, moeten wij het dan ton
slotte ook niet doen? Is de groote vooruit:
gang van Rotterdam; niet veeleer dan aan'
den vrijhandel hieraan te danken, dat de
stad het protectionistisch Duitschland tot
achterland hoeft?
Zoo kwam eindelijk weer do spreker aan;
het woord, om. de debatera te beantwoorden,
Hij ging weer vrij diep op zijn onderwerp
in, speelde telkens dr. Kuyper, mr. Heems
kerk, nu. De Best en anderen tegen jhr^
Pompe uit, waardoor hij dezen tot een weder*
woord prikkelde. De spr. was in tweeden'
termijn echter hijzonder op droef en wisti
de vergadering, die zonder eenig verloop nog
steeds piek onverstoorbaar geduld zat tfll
luisteren, blijkbaar te boeien.
Te twaalf uren, toon wij do zaal verliotoü;
{Nadruk verboden).
85)
Ja, ten minste voor heden, maar mijn
moeder offert haar vermogen op om mij
in 6taat te stellen, aan mijn verplichtin
gen te voldoen.
Heeft u geen geld meer in kas
Al mijn geld heb ik in de fabriek ge
stoken, die ik in den laatsten tijd belang
rijk heb uitgebreid. Ik heb op het oogen-
blik zelfs eenige schulden.
Dat is zonderling, zei de rechter, ter
wijl hij voortging met in het boek te bla
deren en de ingeschreven posten nauwkeu
rig te onderzoeken.
Dit maakte den markies angstig en
toornig.
Hij kon zich slechts met moeite bedwin
gen.
Eindelijk zei hij:
Mag ik u doen opmerken, mijnheer,
dat u hier is om onderzoek naar een mis
daad te doen en niet om mijn handelsboe-
ken na te zien"?
Al mijn onderzoekingen hebben het
zelfde doel, mijnheer, zei de rechter van
instructie kalm, die, terwijl hij de zenuw
achtigheid van Michel zeer goed opmerkte,
voortging met het boek na te zien. Ik
zal u niet verzwijgen, dat ik hier een ver-
Tassende ontdekking doe. U heeft vier da
gen geleden een belangrijke som uit de kas
genomen.
Ik vraag u nogmaals, mijnheer, zei
de markies woedend, met welk recht
gij u in deze zaken mengt?
Het is mijn plicht, mijnheer, alles te
onderzoeken, wat tot d© misdaad in be
trekking staat. Uw kas is bestolen, het is
dus voor het onderzoek van overwegend
belang, dat ik nauwkeurig omtrent den
stand van uw kas ben ingelicht, zei Lé-
ment met groote kalmte. De hoeken
van mijnheer Jactel, die uitmuntend bijge
houden zijn, duiden aan, dat de boekhou
der u vier dagen geleden een som van
tachtig duizend francs heeft ter hand ge
steld.
Dat is waar.
Toch komt er in de boeken geen be
taling op dien dag voor. U heeft dat geld
dus niet uitgegeven, ten minste, ik vind
nergens daarvan iets geboekt.
Er staat ook niets van geboekt, zoek
maar niet verder.
Maar dar» is uw toestand gelukkig
ook niet zoo hagelijk als u zei. Het is in
derdaad een geluk, dat u die som uit de
kas heeft genomen. De dief had er zeker
op gerekend', di© nog te zullen vinden.
Maar dan kan u ook gemakkelijk afbeta
len, zonder het vermogen van mevrouw de
markiezin daartoe te bezigen. Ik zie met
genoegen, dat die tachtig duizend francs
meer dan voldoende zijn voor uw betalin
gen aan het einde van de maand.
De markies begreep, op welk een glad
den weg hij zich bevond.
Er was reeds een vermoeden bij den
rechter ontstaan. Hij zag het meer en meer
bevestigd. Zijn scherpzinnigheid toonde
hem het raadsel en hij deed al zijn best,
het op te lossen.
Een leugen had den markies uit de ver
legenheid kunnen redden.
Wanneer hij zei, dat hij het geld, dat
hij vier dagen geleden uit de kas van Jac
tel had genomen, in reserve had gehouden,
d&n wa3 het gedaan, dan was daarmee elk
vermoeden verdwenen. Maar die leugen
was nu onmogelijk geworden, daar hij
reeds aan den rechter had verteld, dat hij
het vermogen van zijn moeder noodig had',
om aan zijn verplichtingen te voldoen.
Die tachtig duizend franos waren dus
verdwenen.
Toen Miohel niet antwoordde, hoorde
hij eensklaps dicht bij hem de bevende
stem zijner moeder, die hem vroeg:
Antwoord toch, Michel, wat hebt ge
met dat geld gedaan?
Zij was langzaam opgestaan en de beide
mannen genaderd.
Moeder I zei de markies op smeeken
den toon.
Welnu? Ge aarzelt.
Ik heb het niet meer.
Wat heeft u er mee gedaan? vroeg
de rechter.
Ik heb heb uitgegeven.
Taohtig duizend francs ia zoo korten
tijd? En waarom dan?
Dat kan ik u niet zeggen.
Wat belet heb u?
Ik heb grondige redenen, om het voor
ieder te verzwijgen.
En juist die redenen zou ik willen
kennen.
Tot mijn leedwezen ben ik genood
zaakt te zwijgen.
U zal zelf moeten erkennen, mijnheer,
dat het zeer zonderling is.
Michel antwoordde niet, maar wat hij
op dat oogenblik leed, gaat alle beschrij
ving te boven.
De rechter dacht na. De markiezin
scheen aandachtig te luisteren. Zij ver
moedde het geheim, dat Michel voor haar
verborgen hield en dat zij tob eiken prijs
wilde "kennen.
Lément hernam:
U breDgfe uzelf in zeer pijnlijke om
standigheden, mijnheer; dat zal u wel
begrijpen.
Dat is zoo.
Het kan ook, dat u ongeduldige
sekuldeischers heeft, die niet willen wach
ten tot het vermogen van mevrouw uw
moeder gelicht is, ging de rechter van
instructie voort. Dan zal de zelfopoffering
van mevrouw de markiezin overbodig zijn
en u toch in staat van faillissement ver
klaard worden.
Ik ben op alles voorbereid.
Ja, maar door bet geld, waarmee
hadt kunnen betalen, en dat verdwenen is
zonder dat u kan zeggen, waarvoor u het
heeft gebruikt, wordt u bedreigd met een
frauduleus brankroet. Na een faillissement
kan men zich opheffen, na een frauduleus
bankroet niet. Het eerste ia een ongeluk,
het tweede een misdaad. Is u ook daarop
voorbereid? U zal moeten zeggen, waar
dat geld gebleven ie, en wanneer u dat
niet doet, dan verzeker ik u, dab u verlo
ren i3, reddeloos verloren.
Ja, herhaalde Miohel somber. ik
ben op alles voorbereid.
U moet wel een ernstige reden heb
ben, om zoo hardnekkig bij uw stilzwijgen
ta volharden..
Misschien wel. Maar kan u die reden,
niet eenigszins vermoeden.
Wat dan?
Een speelschuld, bijvoorbeeld.
Die u tot eiken prijs moest betalenI
vroeg de rechter van instructie ongeloo-
vig. Dat voorwendsel ken ik. Bovendien
is u geen speler.
Hoe weeb u dat?
Ik zie het aan uw gezicht. Trouwens,
ik ben zeker, dat mevrouw uw moeder het
mij wel zal kunnen zeggen.
Hij wendde zich tot do markiezin en
vroeg
Is uw zoon een speler?
Zij schudde het hoofd en antwoordde
niet. Do woorden bestierven haar op do
lippen.
Ziet u wel, mijnheer De Soulaimes?
Ik kan bij toeval tot het spel verleid
zijn.
Een onbetaalde speelschuld is roo
onteerend als een frauduleus bankroet-
Maar aangenomen eens, dat u de waar
heid spreekt, waar heeft u dan gespeeld
en met wien?
Ik heb die spee-lschu'd slechts als een
voorbeeld genoemd. Kan ik niet genood
zaakt zijn geweeot, een vriend te redden!
Mogelijk, zeer mogelijk. Maar noen,
dan dien vriend.
En wanneer ik dat nu niet kan? E«
kunnen toch wel gegronde redenen ha*
staan, die mij het stilzwijgen opleggen!
(Wordt vervolgd)*