No. 26273. LEIBSCK DAGBLAD, Maandag1 20 Maart. Tweede Blad. Anno 2913. Buitenlandseh Overzieht. Telegrammen. Gemeentezaken. FEUILLETON. Wraak. Zooals te verwachten was, is het amnes tie-besluit een tegenvallertje geweest. Yoor de politieke gevangenen en verbannenen brengt het ongeveer niets. Ook nu weer is gebleken, dat een moord in Rusland niet zoo zwaar weegt, als een ruiterlijk bekennen vaüi z'n politieke gevoelens. Geheele gratie krijgen slechts degenen, die veroordeeld zijn wegens letterkundige daden of misdaden, en die gestraft zijn met gevangenisstraf, zonder verlies van burger lijke rechten. Maar uitgesloten van d e amnestie zijn allen, die veroor deeld zijn wegens pogingen tot wijziging van de bestaande staatsregeling, het ma ken en bewaren van bommen, het lidmaat schap van revolutionnaire vereenigingen en die wegens spionnage zijn veroordeeld. De genen, die veroordeeld zijn wegens ver spreiding van revolutionnaire lectuur, we gens deelneming aan revolutionnaire bijeen komsten en het houden van revolutionnaire redevoeringen krijgen vermindering van straf met een derde. Alle personen, die op administratieve wijze verbannen zijn, worden niet in heb amnestie-besluit opgenomen, evenmin de socialistische leden der tweede Doema, die wegens deelneming aan geheime vereeni- ging zijn veroordeeld. De tsaar begrijpt nog maar steeds niet, wat in den tegenwoordigen tijd geëischt wordt. Yoor hem blijft de Westersohe be schaving nog een gesloten boek en zoolang dat het geval is, zal er voor de politieke gevangenen niets te hopen zijn. De critiek uit de "Westersohe landen zal op hem geen vat hebben. Aangaande het besluit van het nationaal stakingscomité om de voor 14 April uitge roepen staking niet te doen doorgaan, méldt ,,La Dernière Heure" van Brussel nog het volgende: Na afloop van de Donderdag gehouden Kamerzitting begaf de socialistische Ka- mërgroep zich naar het Volkshuis, waar het nationale stakingscomité was bijeenge roepen. Ongeveer 300 afgevaardigden uit Brussel zoowel als uit de provincie, waren aanwezig. De leider der socialistische Kamergroep, "Vandervelde, zette den toestand uiteen. Hieromtrent valt echter niets naders te melden, daar de vergadering met gesloten deuren werd gehouden. Na afloop werd echter de volgende motie aan de pers me degedeeld „Naar aanleiding van de zitting, door heb Nationaal Stakingscomité in het Volks huis gehouden, is de vólgende motie aan genomen Gehoord de uiteenzetting door de burgers Anseele, Destrée en Vandervelde, aangaan de het onderhoud, dat zij op Maan lag 3 Maart op het stadhuis met den burgemees ter van Brussel hebben gehad, op uifc.ioo diging van laatstgenoemde ggzien, dat de burgemeester heeft doeji weten, ingeval men hem een mededeeling mocht willen doen, dat hij zich op 6 Maart te half acht 's avonds in zijn kabinet zou bevinden, tezelfdertijd als verscheidene zij ner oollega's, die uit de provincie zouden overkomen ten einde zich met hem te ver staan omtrent de stappen, die zij den vol- gienden dag bij den chef van het Kabinet zouden doen; besluit het Nationaal Comicé voor aige- mee.n kiesrecht en voor de algemeene werk staking, dat een deputatie van 30 zijner leden zich onmiddellijk naar het stadhuis zal begeven." De door de vergadering aangewezen 30 afgevaardigden, waaronder Vandervelde, Destrée, Hubin, de ex-senator des Es- sarts, de senator Haliet, Anseele, De Brouckère e.a., begaven zich daarop naar het stadhuis, waar zij om kwart voor ach ten in het kabinet van den Brusselschen burgemeester Max werden ontvangen, waar zij eveneens de burgemeesters van Gent, Antwerpen, Luik, Namen en Arlon aantrof fen. Het onderhoud dmirde slechts twintig minuten. Burgemeesters, zoowel nis socia listen schenen tevreden over den afloop van het gesprek, zooals het werd vastgelegd in de reeds door Reuter geseinde motie, te vinden in onze vorige editie. Over het verloop dat deze zaak thana zal nemen, sohrijft de Brusseleche cor respondent van de „Tel.'7 o. m. dat men niet moet aannemen, dat de regeering eenige verbintenis zou hebben aangegaan, tegenover de socialisten. Hij stelt zich voor, dat het geschil hoofdzakelijk door wederzijdsch vertrouwen in elkanders eerewoord tusschen minister de Broque- ville en den heer Vandervelde geregeld is geworden. Het „Berl. Tagebl." toont zich uiterst verontwaardigd over een uitlating van den president van de Hongaarsche Kamer van afgevaardigden, graaf Stephan Tisza, over het Duitsche kiesrecht en de samenstelling van den Duitschen Rijksdag. ,,Een ongehoord voorval heeft gisteren in het Hongaarsche Parlement plaats ge grepen", zoo schrijft het blad. „Graaf Stephan Tisza, die reeds zoo talrijke be wijzen van zijn gebrek aan kalmte en in getogenheid heeft gegeven en daardoor zeer minne schandaaltooneelen in het leven heeft geroepen, heeft tijdens een debat over het kiesrecht het Duitsche kiesrecht aan critiek onderworpen en den Duitschen Rijksdag aangevallen op éen wijze, die men slechts als een voorbeeldeloos brutale aanmatiging kan kenmerken." Tisza had n.l. gezegd: „Wat de werking van het algemeens kiesrecht in Duitschland betreft, zoo moet ik zeggen, dat het algemeen kiesrecht ner gens zulke vernielende resultaten heeft ge had .als in het Duitsche rijk" (algemeene instemming). Voorts vroeg Tisza zich en zijnen hoorders af, „waar toch wel in den Düitschen Rijksdag het geweldige geeste lijk en moreele kapitaal school, dat het gröote Rijksduitsche, liberale intellect vertegenwoordigt." Vervolgens wenschte de president van de Kamer te vragen „hoe, als in Duitschland eens het parle mentarisme zou bestaan, de parlementar ristische regeering er wel zou uitzien, die uit zulk een Rijksdag zou kunnen voort komen." Na nog énkele andere grofheden van hetzelfde allooi, eindigde Tisza aldus: Zoodra het algemeen kiesrecht in het gewone leven was doorgedrongen" hebben zij, (de Duitschers) ingezien, dat het een nationaal gevaar zou zijn, op dit algemeen kiesrecht een parlementaristische regee ring op te bouwen Hierover is het Duitsche blad, en be grijpelijk, zeer ontsticht. Het schrijft deze uitvallen toe aan momenteele zinsverbijs tering bij Tisza. Zooveel is in alle gevalle duidelijk, dat die mijnheer, de man, dio met minister Lukacs de geheele oppositie door zijn houding in het leven heeft ge roepen, een hoogst onbeschoft wezen is, die den Hongaren slechte diensten zal be wijzen. Gemeld is, nadat dë Diaz-partij in Mexico den strijd had gewonnen, dat de broeders van Madero één voor één zouden zijn gedood. Daad- blijkt niet veel van waar te zijn. Emilo en Raoul Madero zijn te San Antonio in de Vereenigde Staten aan gekomen en door hun broer Gabriel ont vangen. De Madero's zullen beraadslagen, wat verder moet worden gedaan. Het schijnt dat de familie Madero met haar" aanhangers den strijd tegen Huerta niet za! opgeven. Uit Saltillo meldt een der vrienden van dte Madero's, dat. generaal Corransa, gouverneur van Coahuila, daar 10,000 man heeft samengetrokken om Huerta te bevechten. „Central News" meldt uit New-Yoric, dat het congres van den Staat Sonora weigert het gezag van Huerta te erkennen en een oproep tot de bevolking heeft ge richt, om de troepen van Huerta te be strijden. Zoo ia dus te verwachten dat weldra weer nieuwen strijd zal uitbreken. De Balkankwestie. Izzefcpaaja afgezet? KONSTANTINOPEL, 8 Maart. (R. O.). Het gerucht gaat, dat 'de generalissimus Izziet pasja van zijn ambt ontzot is. De chef van den gcnoralen staf, Hadi pasja, zou in rijn plaat* benoemd worden., Het bombardement van Adria- nopel heTvat. PARIJS, 9 Maalrt (R. O.). De „Matin" ontvangt een telegram uit Philippopel, waar in gemeld wordt, dat men wederom begon nen is Adrianopal hevig te bombardeeren. De stad werd met projectielen overdekt. De Bulgaren namen het fort Cheitantara en maakten 400 Turken krijgsgevangen. Men verwacht binnen korten tijd de overgave der stad. Na den val van Janina. ATHENE, 8 Maart. (R. 0.). Men meldt uit Janina: Gisteren maakten twee deta chementen Grieksche cavalerie, die in noor delijke riohting zich begaven, 2300 Turksche vluchtelingen gevangen. De troonopvolger seinde, dat de Metropolitaan van Paramitia, op verzoek der Turksche notabelen, tot hem den schriftelijken aandrang richtte, om Pa- ramitia door Grieksche troepen te doen be zetten. Het Turksohe oorlogsbulletin. KONSTANTINOPEL, 9 Maart. (R. O.). Hot offiöieele oorlogsbulletin zegt, dat den Gden en den 7den dezer de vijand Adria- nopel slechts zwak beschoot. Men meldt uit Boelair, dat den - 6den dezer het artillerie vuur gericht werd tegen een bataljon, dat van Kooroefcoh-Iftik kwam. Het bataljon had vele gesneuvelden. Den 7den richtte dé vijand het vuur togen den kruiser „Toexghoet Reis", dio den vijand tot zwijgen bracht. Geen enkel nieuw feit deed zich te Tchataldja voor. De ongesteldheid van den -Paus. ROME, 9 Maart., (R. O.). De zusters van den paus bezochten den H. Vader in het Vaticaan. Do paus, dio reeds eenige beter schap gevoelde, toonde niet de minste on gerustheid. Hij schrijft zijn ongesteldheid too aan do weersgesteldheid cler laatste da gen. Doktor Marolifava bevestigde de diagnose van dokter Amici, die verklaarde, dat het een lichte catarrhale aandoening was, vergezeld van influenza en de nicost volstrekte rust voorschreef. Gisteravond was do toestand van den paus stationnair. In de koorts was geen verandering gekomen en do nacht verliep betrekkelijk kalm, zonder dat do paus insliep. Do expectoratio is regel matig. ROME, 9 Maart-. (R. O.). Vele kardinalen, prelaten en leden van hot corps diplomatique lcwam naar den gezondheidstoestand van den paus informoeren. Professor Marclifava ver klaarde nadrukkelijk, dat do paus aan een niet gecompliceerde aandoening der lucht pijp-takken lijdt, welke aandoening, hoewel zij een tamelijk groot gedeelte dor lucht pijp-takken heeft aangetast, van geen enkel verontrustend verschijnsel begeleid gaat. Ver der wees hij er op, dat do ongesteldheid geenszins ernstig is. ROME, 9 Maart. (R. O.). Dp „Osservatoro Romano" meldt, dat de toestand van den paus vorboterd is. De zuster van den paus scheen, toen zij het Vaticaan verliet, aan merkelijk opgebeurd. De Italianen in Tripolis. PARIJS, 9 Maart. (R. O.). Aan de Matin" wordt uit Dehibat geseind, dat Tripolitaan- sche opstandelingen Adjilah aanvielen en tot onder de muren der stad doordrongen. Een groot aantal Italianen werd gedood en ge wond. Van de opstandelingen werden 20 man gedood en 30 gewond. ROME, 9 Maart. (R. O.). Een officieuze nota spreekt het bericht over den aanval op Adjilah en de verliezers der Italianen togen. Verhuring van het vreillngülokaal aan de JLeidache Tufnderspatroon»- Yereeniging. Toen indertijd een voorstel door B. en Ws. werd ingediend om de belasting, geheven op het gebruik van het lokaal voor groenten- veilingen van V* pCt. tot 1 pCt. der bruto- opbrengst der ge veil do waren te brengen, verzocht bovengenoemde Vcroeniging de ver hooging eenigen tijd uit to stellen met het oog op de door de Vereenigïng juist onder nomen exportveilingen, waartoe toen werd besloten. Inmiddels kwam een verzoek van de L. T. P-Vereen., om do loods voor den tijd van 5 jaar van do gemeente to mogen huren en daarin een mijn toestel voor reke ning dei' Vereeniging te mogen plaatsen!. Naar do Gomjm. voor hot Marktwezen mededeelt, lijdt de gemeente, ondanks do expartveilingon, bij een heffing van 1/3 pCt. nog een jaairlijksch verlies van f150 a f200 ongeacht de derving van ongeveer f 300 aan liggeld. Van den financieelen kant beschouwd zou er dus geen bezwaar bestaan de loods te verhuren, indien slechts een huurprijs wordt bedongen, waarin een verg-coling wordt gevonden voor hetgeen de gemeente tot nog toe op da exploitatie verloor. De geboden huurprijs van f 750 per jaar kan daaraan voldoen. Voorop dient echter gesteld, dat het ge bruik der loods moet bepaald blijven tot liet honden van veilingen van groen ben, ooft en aardappelen en dat voor het houden van eierenveilingen, gelijk de Verccnigiug mede wenschte, de loods niet beschikbaar kan worden gesteld. Hierover was men het sj.oe- dig oens. Doch tegen de voorwaarde, dat alleen voor leden van do Veroen. zou mogen worden gewild, zulks ter voorkoming van benadecling der gewone markt, had de Ver eeniging onoverkomelijk bezwaar, aangezien door haar in het afgeloopen jaar voor niet minder dan f15,000 van niet-leden werd geveild en bij verlies daarvan niet alleen het veilingsbedrag aanmerkelijk zou verminde ren, doch tevens het veilingwezen zou wor den ontwricht. Dat bodrag toch werd in' hoofdzaak verkregen door het veilen van aardbeien, booncn en andore producten, welke door do vaste veiLi ngsbezoekers niet kon den worden gemist. De Vereeniging verzocht daarom ook in deze den bestaanden toestand t-o handhaven. Ofschoon B. cn Ws. algeheele handhaving van het verbod om. te veilen ten opzichte van niot-leden rati-oneolcr cn in hot belang der gowone markt voorkwam, meenden zij toch, dat er wel termen waren, om althans eenigórma.to aan hot bezwaar der Vereeni ging to gemoet te komen en wel in dien zin, dat aan -do Vereeniging werd toegestaan ook producten van niot-leden te veilen, mits slechts do opbrengst, der veilingen voor dio niot-loden niet rnoesr bodroog dan Vs der op brengst van al do veilingen te zanven en] do noodigo controle-maatregelen werden ge nomen. Op die wyze zou, waar tot nog toe do opbrengst der veilingen voor leden cn niet- leden zioh verhield als 4:1, in den bcstaanden toestand geen verandering worden gebracht en do gewone markt dus ook niet in on gunstiger conditie komen, dan thans. Op g<rond van can en ander stellen B. én Ws. den Raad voor to besluiten aan do Leidsohe Tuindors-Patroons-Veroeniging voor don tijd van 5 jarren, ingaande 1 April 1913, te verhuren de veiLingloods aan do Boom- markt mot aangrenzend kantoor en manden- bergplaats, benevens tijdens do veilingen hot terrein voor en ter zijde van de loods tot nabij hot Telegraafkantoor tegen betaling van een huurprijs van f 750 's jaara en ver der onder de voorwaarden, in het oonoopt- huuroontract opgenomen. Uniforme afsluitbare vuilnisemmers bij den vailuigdienst. Nu op 1 Januari 1914 de reinigingsdienst hier ter stede in eigen beheer zal worden genomen, is de vraag gerezen, of het niet gowenscht zou zijn dan tevens maatregelen te nemen, om het bewaren, ophalen en ver voeren van het vuil op meer hygiënische wijze te doen plaats hebben, dan tegen woordig het geval is. (Nadruk verboden). 84) De markies wilde te zijnen gunste tus- echenbeide komen. Ik geloof, mijnheer, zeide hij tegen den rechter, dat u op een dwaalspoor is. Ik sta u in voor de eerlijkheid van Mira dor. Zij is boven allen twijfel verheven. Dan zal het ook spoedig genoeg aan het licht, komen, dat hij de waarheid heeft gesproken, mijnheer, en in dat geval zal hij terstond'op vrijo voeten v/orden gesteld. Er was niets anders aan te doen. De markies zweeg. Mirador uitte zijn toorn op vrij duide lijke wijze. Alweer eeu bewijs, hoe kortzichtig de justitie is, zei hij, maar ditmaal ben ik er het slachtoffer van. Niemand, dio mij kent, zal willen gelooven, dab ik in staat zou zijn, dien goeden, ouden Jaetel to vermoorden. Men neemt mij gevangen, alleen omdat ik den nacht met mijn vrienden heb doorgebracht. Heb ik daar het recht niet toe, en aan wien ben ik daaromtrent rekenschap versohuldigd De rechter zag hem met een wantrou wenden blik aan. Mirador, zei hij. wanneer u zon- cteT omwegen antwoordt op de vraag, die ik u zal doen, en ilc mij met dat antwoord tevreden kan stellen, zal ik u vrijlaten, op voorwaarde, dat mijnheer De Soulai- mes met zijn eerewoord voor u instaat. Dat heb ik ook liever. Spreek, ik zal u antwoorden. Hoe laat is u op don boulevard Beaumarehais, bij Pierre Chiffard geko men! Na middernacht. Het juiste uur Kwartier over twaalf, haiféén. En wat heeft u vóór dien tijd go- daan Gewandeld. Dat antwoord had ik verwacht. Om negen uur ben ik in het Eldo rado geweest. Alleen"? Ja. Dat is zonderling. Wat is daar nu voor zonderlings in, dat iemand gaat wandelen? En welk bewijs kan _u geven, dat u werkelijk in het Eldorado zijfc geweest'? Dat kan ik niet bewijzen. Ik heb er niemand van mijn kennissen ontmoet. Ook dit antwoord verwachtte ik. Het is wel. Nu heb ik u niets meer te vragen. En u geeft mij do vrijheid terug? Neen, ik houd u gevangen. Lément, dio hem den rug toekeerde, gaf een teeken aan Gaume. Deze legde zijn hand op den schouder van Miradór. U zal toch niet willen ontsnappen of weerstand bieden? vroeg hij'? Dan behoef ik u de boeien niet aan t© leg gen. Dat ontbreekt er nog maar aan, zei Mirador. De arme kerel had werkelijk geen lust om weerstand te bieden. Hij was terneer gedrukt, wanhopig onder de zware ver denking, die op hem rustte. Hij wierp nog een smeekenden blik op den rechter van instructie, maar deze sloeg er geen acht op. Kom zei Gaume. Mirador loosde een diepen zucht en volgde den agent gedwee. Buiten gekomen stond de markies hem op te wachten. Mirador, zei hij, vrees niets. Ik weet, dab ge onschuldig zijt. Tot weer ziens. Michel stak hem de hand toe en Mira dor drukte dio zwijgend. Hij had do kracht niet meer te spreken. De vrees had zijn tong verlamd. Lazare Beerman, die in tegenwoordig heid van de blinde geen enkel woord had gesproken, keerde naar het kantoor terug en zag met groote voldoening den onge- lukkigen Mirador als gevangene wegvoe ren. De oudste broeder. Bij de laatste woorden van den markies had do rechter van instructie een gebaar van ongeduld gemaakt, blijkbaar mis noegd over hetgeen Michel gezegd had. Mijnheer, zei hij, u zou mij ver plichten, wanneer u uw aanmerkingen achterwege wildet laten en geen boden- kingen opperen tegen hetgeen ik doe. De woorden, op stroeven toon uitge sproken, troffen den markies als een zweepslag. Hij hief het hoofd trotsoh op en ant woordde op denzelfden toon; De justitie is niet onfeilbaar, mijn heer, en de dwaasheden, die zij begaat, zijn talrijk. Het is onnoodig de lijst harer dwalingen nog te vergrooten; die is Teeds lang genoeg. Mijnheer Ik verhaal u, mijnheer, dat Mirador onschuldig is. Kan u mij dat bewijzen, door mij den schuldige te noemen? Michel verbleekt©., Door Mirador met zooveel kracht te verdedigen, zou hij misschien vermoedens bij den rechter opwekken. De onschuld van Mirador bewijzen? Ja, dat kon hij, met een woord, maar dan moest hij zijn broeder beschuldigen en Mirador zou vrij zijn. Maar mocht hij dat woord uitspreken? Mocht hij Laurent als den schuldige aan wijzen 1 Neen neen! Verschrikt zag hij zijn moeder aan. Blijkbaar was de arme blinde geen woord van dit gesprek ontgaan, maar zij scheen er onverschillig onder te blijven. Zij zat onbeweeglijk, met doodsbleek ge laat en scheen met- liaar gedachte ver van d'eze plaats te zijn. Kende zij misschien ook de vreeselijke waarheid? Had zij wellicht, toen zij zich aan den moordenaar vastklemde, haar zoon her kend Was het niet een vreeselijk geheim, dat in weinige oogenblikken haar opgewekt, gelukkig glimlachend gelaat met zulk een waas van diepe droefheid en zieleleed had overtogent Than» wordej allerlei bewaarbakken ge* bezigd. Kiiten, emmer», vaten, doozen en dergel. worden, in den regel zonder eenige afsluiting, op straat neergezet tv. t de komst van den vuilnisman, die den inhoud in den vuilniswagen overstort en de ledige bakken emmers, enz. weder neerzet. Voorwaar een weinig hygiënische en oesthetiuche methode. Evenals elders, met name in sommige ge meenten in Duitschland, is geschied, zou in den bestaanden ongewenschten toe«tand op tweeërlei wijze verbetering kunnen worden gebracht. In de eerste plaats zou in de verorde ning op de Straatpolitio kunnen worden voorgeschreven, dat d.e bakken en emmer» op straat afgedekt moeten zijn, terwijl daarnevens het gebruik van afsluitbare em mers van uniform model vorplichtend ge* steld zou kunnen worden. Bepaling in dien geest, waardoor natuur lijk ook de verbrandingswaarde van het vuil toeneemt, aangezien bij het gebruik van open bakken het huisvuil aan regen is blootgesteld en doorregend vuilnis veel moeilijker brandbaar is dan het droge vuil,, treft men o.a. aan in Fürth (Beieren). Aldaar geschiedt het bewaren en het uit storten van het vuil in de wagens op uiterst doeltreffende wijze. Alle huiseigenaren of gezinshoofden in Fürth zijn verplicht zich een of meer van gemeentewege te verstrek ken emmers aan te schaffen. De emmers hebben een schuivend deksel, vast aan het onderstel verbonden. De grootte van het deksel komt overeen met die van de schuif deksels, die de vulopeningen van den vuilniswagen afsluiten. Nadat de emmer ondersteboven op een dezer deksels is ge plaatst, wordt de schuif teruggetrokken, waardoor tegelijkertijd het deksel van den vuilniswagen wordt weggeschoven. De in houd van den emmer valt dcs omlaag in den wagen, doch zóó, dat de vulopening volkomen is afgesloten, de uitgestorte stof onzichtbaar blijft en er dus van stofontwik keling geen sprake kan zijn. Na de lediging wordt de emmers in omgekeerde richting teruggeschoven, waardoor tevens de ope ning van den wagen wederom wordt af gesloten. Over deze wijze van lediging, uie buitengewoon eenvoudig, doeltreffend en hygiënisch is, is men in Fürth bijzonder tevreden. Met het opnemen van een bepaling in de verordening op Straatpolitie, waarbij ten allen tijde verboden wordt niet behoorlijk overdekte vuilnisbakken, vuilnisemmers of dergelijke voorwerpen op den openbaren weg te plaatsen, kunnen zoowel de Direc teur van Gemeentewerken, als de Commis sie van Fabricage zich vereenigen. En B. en Ws. zijn bereid de Strafvcror- derningen uit te noodigen een aanvulling der verordening in dien geest te ontwer pen. Over de middelen, om tot de invoering der bovengeschetste uniforme vuilnisem mers te geraken, met welke invoering ook nog dit voordcel gepaard gaat, dat do ophaaldienst, die anders tegen 12 uren des middags moet zijn afgeloopen, zonder be zwaar gedurende eenige uren in den na middag kan worden voortgezet, waardoor de bespanningen meer gebruikt worden en minder talrijk kunnen zijn en de exploi tatie van den dienst dus goedkooper wordt, heerscht echter geen eenstemmig heidl. Do Directeur van Gemeentewerken stelde aanvankelijk voor, om de ingeze tenen bij verordening te noodzaken zich van een van gemeentewege te verschaf fen vu in is emmer van uniform model tegen betaling te voorzien, aangezien hij be vreesd was, dat zonder dwang evenals thans allerlei voorwerpen ale bewaorbak voor het vuil in gebruik zouden blijven. De meerderheid der Commissie deelde toen ten tijde die meening in zooverre, dat ook zij algemeene invoering van een uni formen vuilnisemmer verlangde, doch ia tegenstelling met den Directeur wenscht© zij de emmers voorloopig kosteloos vaa gemeentewege verkrijgbaar gesteld te zijn. Later zouden dan de kosten van den reini gingsdienst in het algemeen missohien kun- En wanneer die moeder alles wist en zweeg, had hij, de broeder dan het recht te spreken? Hij antwoordde 6omber Helaas, mijnheer, ik kan slechts den man verdédigen, dien ik tot zulk een miE> daad niet in staat acht. Wat den schuN digo betreft, het is uw werk hem op te zoeken. Maar heeft u wellicht eenige ver moedens? Geen enkel. U beweerde zoo stellig de onschuld van Mirador, dat ik waarlijk zou gelooven, dat u iets voor mij verborgen hieldt. De rechter van instructie zag Michel, die al zijn moed verzamelde om zich niet te verraden, dioordringend aan. Daarop vestigde hij zijn blik van den zoon op da moeder. Deze zat nog altijd onbeweeglijk, met de handen op de knieën gevouwen. Op het gelaat der moeder, evenals op dat van den zoon, lag dezelfde wanhoop, dezelfde smart, dezelfde ontzetting uitgedrukt. Lément, gewoon aan allerlei geheimen, mompelde-. Men verbergt mij iets. Onder het verhoor had hij het boek van Jactel, dat geopend! op den lessenaar lag, opgenomen en er een blik in geslagen. Ik zie, dat u belangrijke betalingen te doen heeft., mijnheer De Soulaime»,; zei hii. Helaas. En die misdaad maakt u dat onmo* gelijk (Wordt vt-volg'd.j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5