No. 26273.
LEIBSCK DAGBLAD, Maandag1 20 Maart. Tweede Blad.
Anno 2913.
Buitenlandseh Overzieht.
Telegrammen.
Gemeentezaken.
FEUILLETON.
Wraak.
Zooals te verwachten was, is het amnes
tie-besluit een tegenvallertje geweest. Yoor
de politieke gevangenen en verbannenen
brengt het ongeveer niets. Ook nu weer is
gebleken, dat een moord in Rusland niet
zoo zwaar weegt, als een ruiterlijk bekennen
vaüi z'n politieke gevoelens.
Geheele gratie krijgen slechts degenen,
die veroordeeld zijn wegens letterkundige
daden of misdaden, en die gestraft zijn met
gevangenisstraf, zonder verlies van burger
lijke rechten. Maar uitgesloten van
d e amnestie zijn allen, die veroor
deeld zijn wegens pogingen tot wijziging
van de bestaande staatsregeling, het ma
ken en bewaren van bommen, het lidmaat
schap van revolutionnaire vereenigingen en
die wegens spionnage zijn veroordeeld. De
genen, die veroordeeld zijn wegens ver
spreiding van revolutionnaire lectuur, we
gens deelneming aan revolutionnaire bijeen
komsten en het houden van revolutionnaire
redevoeringen krijgen vermindering van
straf met een derde.
Alle personen, die op administratieve
wijze verbannen zijn, worden niet in heb
amnestie-besluit opgenomen, evenmin de
socialistische leden der tweede Doema, die
wegens deelneming aan geheime vereeni-
ging zijn veroordeeld.
De tsaar begrijpt nog maar steeds niet,
wat in den tegenwoordigen tijd geëischt
wordt. Yoor hem blijft de Westersohe be
schaving nog een gesloten boek en zoolang
dat het geval is, zal er voor de politieke
gevangenen niets te hopen zijn. De critiek
uit de "Westersohe landen zal op hem geen
vat hebben.
Aangaande het besluit van het nationaal
stakingscomité om de voor 14 April uitge
roepen staking niet te doen doorgaan,
méldt ,,La Dernière Heure" van Brussel
nog het volgende:
Na afloop van de Donderdag gehouden
Kamerzitting begaf de socialistische Ka-
mërgroep zich naar het Volkshuis, waar
het nationale stakingscomité was bijeenge
roepen. Ongeveer 300 afgevaardigden uit
Brussel zoowel als uit de provincie, waren
aanwezig.
De leider der socialistische Kamergroep,
"Vandervelde, zette den toestand uiteen.
Hieromtrent valt echter niets naders te
melden, daar de vergadering met gesloten
deuren werd gehouden. Na afloop werd
echter de volgende motie aan de pers me
degedeeld
„Naar aanleiding van de zitting, door
heb Nationaal Stakingscomité in het Volks
huis gehouden, is de vólgende motie aan
genomen
Gehoord de uiteenzetting door de burgers
Anseele, Destrée en Vandervelde, aangaan
de het onderhoud, dat zij op Maan lag 3
Maart op het stadhuis met den burgemees
ter van Brussel hebben gehad, op uifc.ioo
diging van laatstgenoemde
ggzien, dat de burgemeester heeft doeji
weten, ingeval men hem een mededeeling
mocht willen doen, dat hij zich op 6 Maart
te half acht 's avonds in zijn kabinet zou
bevinden, tezelfdertijd als verscheidene zij
ner oollega's, die uit de provincie zouden
overkomen ten einde zich met hem te ver
staan omtrent de stappen, die zij den vol-
gienden dag bij den chef van het Kabinet
zouden doen;
besluit het Nationaal Comicé voor aige-
mee.n kiesrecht en voor de algemeene werk
staking, dat een deputatie van 30
zijner leden zich onmiddellijk naar
het stadhuis zal begeven."
De door de vergadering aangewezen 30
afgevaardigden, waaronder Vandervelde,
Destrée, Hubin, de ex-senator des Es-
sarts, de senator Haliet, Anseele, De
Brouckère e.a., begaven zich daarop naar
het stadhuis, waar zij om kwart voor ach
ten in het kabinet van den Brusselschen
burgemeester Max werden ontvangen, waar
zij eveneens de burgemeesters van Gent,
Antwerpen, Luik, Namen en Arlon aantrof
fen. Het onderhoud dmirde slechts twintig
minuten. Burgemeesters, zoowel nis socia
listen schenen tevreden over den afloop van
het gesprek, zooals het werd vastgelegd
in de reeds door Reuter geseinde motie, te
vinden in onze vorige editie.
Over het verloop dat deze zaak thana
zal nemen, sohrijft de Brusseleche cor
respondent van de „Tel.'7 o. m. dat men
niet moet aannemen, dat de regeering
eenige verbintenis zou hebben aangegaan,
tegenover de socialisten. Hij stelt zich
voor, dat het geschil hoofdzakelijk door
wederzijdsch vertrouwen in elkanders
eerewoord tusschen minister de Broque-
ville en den heer Vandervelde geregeld is
geworden.
Het „Berl. Tagebl." toont zich uiterst
verontwaardigd over een uitlating
van den president van de Hongaarsche
Kamer van afgevaardigden, graaf Stephan
Tisza, over het Duitsche kiesrecht en de
samenstelling van den Duitschen Rijksdag.
,,Een ongehoord voorval heeft gisteren
in het Hongaarsche Parlement plaats ge
grepen", zoo schrijft het blad. „Graaf
Stephan Tisza, die reeds zoo talrijke be
wijzen van zijn gebrek aan kalmte en in
getogenheid heeft gegeven en daardoor
zeer minne schandaaltooneelen in het leven
heeft geroepen, heeft tijdens een debat
over het kiesrecht het Duitsche kiesrecht
aan critiek onderworpen en den Duitschen
Rijksdag aangevallen op éen wijze, die
men slechts als een voorbeeldeloos brutale
aanmatiging kan kenmerken."
Tisza had n.l. gezegd:
„Wat de werking van het algemeens
kiesrecht in Duitschland betreft, zoo moet
ik zeggen, dat het algemeen kiesrecht ner
gens zulke vernielende resultaten heeft ge
had .als in het Duitsche rijk" (algemeene
instemming). Voorts vroeg Tisza zich en
zijnen hoorders af, „waar toch wel in den
Düitschen Rijksdag het geweldige geeste
lijk en moreele kapitaal school, dat het
gröote Rijksduitsche, liberale intellect
vertegenwoordigt." Vervolgens wenschte
de president van de Kamer te vragen
„hoe, als in Duitschland eens het parle
mentarisme zou bestaan, de parlementar
ristische regeering er wel zou uitzien, die
uit zulk een Rijksdag zou kunnen voort
komen." Na nog énkele andere grofheden
van hetzelfde allooi, eindigde Tisza aldus:
Zoodra het algemeen kiesrecht in het
gewone leven was doorgedrongen" hebben
zij, (de Duitschers) ingezien, dat het een
nationaal gevaar zou zijn, op dit algemeen
kiesrecht een parlementaristische regee
ring op te bouwen
Hierover is het Duitsche blad, en be
grijpelijk, zeer ontsticht. Het schrijft deze
uitvallen toe aan momenteele zinsverbijs
tering bij Tisza. Zooveel is in alle gevalle
duidelijk, dat die mijnheer, de man, dio
met minister Lukacs de geheele oppositie
door zijn houding in het leven heeft ge
roepen, een hoogst onbeschoft wezen is,
die den Hongaren slechte diensten zal be
wijzen.
Gemeld is, nadat dë Diaz-partij in
Mexico den strijd had gewonnen, dat de
broeders van Madero één voor één zouden
zijn gedood. Daad- blijkt niet veel van waar
te zijn. Emilo en Raoul Madero zijn te
San Antonio in de Vereenigde Staten aan
gekomen en door hun broer Gabriel ont
vangen. De Madero's zullen beraadslagen,
wat verder moet worden gedaan. Het
schijnt dat de familie Madero met haar"
aanhangers den strijd tegen Huerta niet
za! opgeven. Uit Saltillo meldt een der
vrienden van dte Madero's, dat. generaal
Corransa, gouverneur van Coahuila, daar
10,000 man heeft samengetrokken om
Huerta te bevechten.
„Central News" meldt uit New-Yoric,
dat het congres van den Staat Sonora
weigert het gezag van Huerta te erkennen
en een oproep tot de bevolking heeft ge
richt, om de troepen van Huerta te be
strijden. Zoo ia dus te verwachten dat
weldra weer nieuwen strijd zal uitbreken.
De Balkankwestie.
Izzefcpaaja afgezet?
KONSTANTINOPEL, 8 Maart. (R. O.).
Het gerucht gaat, dat 'de generalissimus Izziet
pasja van zijn ambt ontzot is. De chef van
den gcnoralen staf, Hadi pasja, zou in rijn
plaat* benoemd worden.,
Het bombardement van Adria-
nopel heTvat.
PARIJS, 9 Maalrt (R. O.). De „Matin"
ontvangt een telegram uit Philippopel, waar
in gemeld wordt, dat men wederom begon
nen is Adrianopal hevig te bombardeeren.
De stad werd met projectielen overdekt. De
Bulgaren namen het fort Cheitantara en
maakten 400 Turken krijgsgevangen. Men
verwacht binnen korten tijd de overgave der
stad.
Na den val van Janina.
ATHENE, 8 Maart. (R. 0.). Men meldt
uit Janina: Gisteren maakten twee deta
chementen Grieksche cavalerie, die in noor
delijke riohting zich begaven, 2300 Turksche
vluchtelingen gevangen. De troonopvolger
seinde, dat de Metropolitaan van Paramitia,
op verzoek der Turksche notabelen, tot hem
den schriftelijken aandrang richtte, om Pa-
ramitia door Grieksche troepen te doen be
zetten.
Het Turksohe oorlogsbulletin.
KONSTANTINOPEL, 9 Maart. (R. O.).
Hot offiöieele oorlogsbulletin zegt, dat den
Gden en den 7den dezer de vijand Adria-
nopel slechts zwak beschoot. Men meldt uit
Boelair, dat den - 6den dezer het artillerie
vuur gericht werd tegen een bataljon, dat
van Kooroefcoh-Iftik kwam. Het bataljon had
vele gesneuvelden. Den 7den richtte dé vijand
het vuur togen den kruiser „Toexghoet Reis",
dio den vijand tot zwijgen bracht. Geen
enkel nieuw feit deed zich te Tchataldja
voor.
De ongesteldheid van den -Paus.
ROME, 9 Maart., (R. O.). De zusters van
den paus bezochten den H. Vader in het
Vaticaan. Do paus, dio reeds eenige beter
schap gevoelde, toonde niet de minste on
gerustheid. Hij schrijft zijn ongesteldheid
too aan do weersgesteldheid cler laatste da
gen. Doktor Marolifava bevestigde de
diagnose van dokter Amici, die verklaarde,
dat het een lichte catarrhale aandoening
was, vergezeld van influenza en de nicost
volstrekte rust voorschreef. Gisteravond was
do toestand van den paus stationnair. In de
koorts was geen verandering gekomen en do
nacht verliep betrekkelijk kalm, zonder dat
do paus insliep. Do expectoratio is regel
matig.
ROME, 9 Maart-. (R. O.). Vele kardinalen,
prelaten en leden van hot corps diplomatique
lcwam naar den gezondheidstoestand van den
paus informoeren. Professor Marclifava ver
klaarde nadrukkelijk, dat do paus aan een
niet gecompliceerde aandoening der lucht
pijp-takken lijdt, welke aandoening, hoewel
zij een tamelijk groot gedeelte dor lucht
pijp-takken heeft aangetast, van geen enkel
verontrustend verschijnsel begeleid gaat. Ver
der wees hij er op, dat do ongesteldheid
geenszins ernstig is.
ROME, 9 Maart. (R. O.). Dp „Osservatoro
Romano" meldt, dat de toestand van den
paus vorboterd is. De zuster van den paus
scheen, toen zij het Vaticaan verliet, aan
merkelijk opgebeurd.
De Italianen in Tripolis.
PARIJS, 9 Maart. (R. O.). Aan de Matin"
wordt uit Dehibat geseind, dat Tripolitaan-
sche opstandelingen Adjilah aanvielen en tot
onder de muren der stad doordrongen. Een
groot aantal Italianen werd gedood en ge
wond. Van de opstandelingen werden 20 man
gedood en 30 gewond.
ROME, 9 Maart. (R. O.). Een officieuze
nota spreekt het bericht over den aanval
op Adjilah en de verliezers der Italianen
togen.
Verhuring van het vreillngülokaal
aan de JLeidache Tufnderspatroon»-
Yereeniging.
Toen indertijd een voorstel door B. en Ws.
werd ingediend om de belasting, geheven
op het gebruik van het lokaal voor groenten-
veilingen van V* pCt. tot 1 pCt. der bruto-
opbrengst der ge veil do waren te brengen,
verzocht bovengenoemde Vcroeniging de ver
hooging eenigen tijd uit to stellen met het
oog op de door de Vereenigïng juist onder
nomen exportveilingen, waartoe toen werd
besloten. Inmiddels kwam een verzoek van
de L. T. P-Vereen., om do loods voor den
tijd van 5 jaar van do gemeente to mogen
huren en daarin een mijn toestel voor reke
ning dei' Vereeniging te mogen plaatsen!.
Naar do Gomjm. voor hot Marktwezen
mededeelt, lijdt de gemeente, ondanks do
expartveilingon, bij een heffing van 1/3 pCt.
nog een jaairlijksch verlies van f150 a f200
ongeacht de derving van ongeveer f 300 aan
liggeld. Van den financieelen kant beschouwd
zou er dus geen bezwaar bestaan de loods
te verhuren, indien slechts een huurprijs
wordt bedongen, waarin een verg-coling wordt
gevonden voor hetgeen de gemeente tot nog
toe op da exploitatie verloor.
De geboden huurprijs van f 750 per jaar
kan daaraan voldoen.
Voorop dient echter gesteld, dat het ge
bruik der loods moet bepaald blijven tot
liet honden van veilingen van groen ben, ooft
en aardappelen en dat voor het houden van
eierenveilingen, gelijk de Verccnigiug mede
wenschte, de loods niet beschikbaar kan
worden gesteld. Hierover was men het sj.oe-
dig oens. Doch tegen de voorwaarde, dat
alleen voor leden van do Veroen. zou mogen
worden gewild, zulks ter voorkoming van
benadecling der gewone markt, had de Ver
eeniging onoverkomelijk bezwaar, aangezien
door haar in het afgeloopen jaar voor niet
minder dan f15,000 van niet-leden werd
geveild en bij verlies daarvan niet alleen het
veilingsbedrag aanmerkelijk zou verminde
ren, doch tevens het veilingwezen zou wor
den ontwricht. Dat bodrag toch werd in'
hoofdzaak verkregen door het veilen van
aardbeien, booncn en andore producten, welke
door do vaste veiLi ngsbezoekers niet kon
den worden gemist. De Vereeniging verzocht
daarom ook in deze den bestaanden toestand
t-o handhaven.
Ofschoon B. cn Ws. algeheele handhaving
van het verbod om. te veilen ten opzichte
van niot-leden rati-oneolcr cn in hot belang
der gowone markt voorkwam, meenden zij
toch, dat er wel termen waren, om althans
eenigórma.to aan hot bezwaar der Vereeni
ging to gemoet te komen en wel in dien
zin, dat aan -do Vereeniging werd toegestaan
ook producten van niot-leden te veilen, mits
slechts do opbrengst, der veilingen voor dio
niot-loden niet rnoesr bodroog dan Vs der op
brengst van al do veilingen te zanven en]
do noodigo controle-maatregelen werden ge
nomen.
Op die wyze zou, waar tot nog toe do
opbrengst der veilingen voor leden cn niet-
leden zioh verhield als 4:1, in den bcstaanden
toestand geen verandering worden gebracht
en do gewone markt dus ook niet in on
gunstiger conditie komen, dan thans.
Op g<rond van can en ander stellen B. én
Ws. den Raad voor to besluiten aan do
Leidsohe Tuindors-Patroons-Veroeniging voor
don tijd van 5 jarren, ingaande 1 April 1913,
te verhuren de veiLingloods aan do Boom-
markt mot aangrenzend kantoor en manden-
bergplaats, benevens tijdens do veilingen hot
terrein voor en ter zijde van de loods tot
nabij hot Telegraafkantoor tegen betaling
van een huurprijs van f 750 's jaara en ver
der onder de voorwaarden, in het oonoopt-
huuroontract opgenomen.
Uniforme afsluitbare vuilnisemmers
bij den vailuigdienst.
Nu op 1 Januari 1914 de reinigingsdienst
hier ter stede in eigen beheer zal worden
genomen, is de vraag gerezen, of het niet
gowenscht zou zijn dan tevens maatregelen
te nemen, om het bewaren, ophalen en ver
voeren van het vuil op meer hygiënische
wijze te doen plaats hebben, dan tegen
woordig het geval is.
(Nadruk verboden).
84)
De markies wilde te zijnen gunste tus-
echenbeide komen.
Ik geloof, mijnheer, zeide hij tegen
den rechter, dat u op een dwaalspoor is.
Ik sta u in voor de eerlijkheid van Mira
dor. Zij is boven allen twijfel verheven.
Dan zal het ook spoedig genoeg aan
het licht, komen, dat hij de waarheid heeft
gesproken, mijnheer, en in dat geval zal hij
terstond'op vrijo voeten v/orden gesteld.
Er was niets anders aan te doen. De
markies zweeg.
Mirador uitte zijn toorn op vrij duide
lijke wijze.
Alweer eeu bewijs, hoe kortzichtig de
justitie is, zei hij, maar ditmaal ben
ik er het slachtoffer van. Niemand, dio
mij kent, zal willen gelooven, dab ik in
staat zou zijn, dien goeden, ouden Jaetel
to vermoorden. Men neemt mij gevangen,
alleen omdat ik den nacht met mijn
vrienden heb doorgebracht. Heb ik daar
het recht niet toe, en aan wien ben ik
daaromtrent rekenschap versohuldigd
De rechter zag hem met een wantrou
wenden blik aan.
Mirador, zei hij. wanneer u zon-
cteT omwegen antwoordt op de vraag, die
ik u zal doen, en ilc mij met dat antwoord
tevreden kan stellen, zal ik u vrijlaten,
op voorwaarde, dat mijnheer De Soulai-
mes met zijn eerewoord voor u instaat.
Dat heb ik ook liever. Spreek, ik zal
u antwoorden.
Hoe laat is u op don boulevard
Beaumarehais, bij Pierre Chiffard geko
men!
Na middernacht.
Het juiste uur
Kwartier over twaalf, haiféén.
En wat heeft u vóór dien tijd go-
daan
Gewandeld.
Dat antwoord had ik verwacht.
Om negen uur ben ik in het Eldo
rado geweest.
Alleen"?
Ja.
Dat is zonderling.
Wat is daar nu voor zonderlings in,
dat iemand gaat wandelen?
En welk bewijs kan _u geven, dat u
werkelijk in het Eldorado zijfc geweest'?
Dat kan ik niet bewijzen. Ik heb er
niemand van mijn kennissen ontmoet.
Ook dit antwoord verwachtte ik. Het
is wel. Nu heb ik u niets meer te vragen.
En u geeft mij do vrijheid terug?
Neen, ik houd u gevangen.
Lément, dio hem den rug toekeerde,
gaf een teeken aan Gaume.
Deze legde zijn hand op den schouder
van Miradór.
U zal toch niet willen ontsnappen
of weerstand bieden? vroeg hij'? Dan
behoef ik u de boeien niet aan t© leg
gen.
Dat ontbreekt er nog maar aan, zei
Mirador.
De arme kerel had werkelijk geen lust
om weerstand te bieden. Hij was terneer
gedrukt, wanhopig onder de zware ver
denking, die op hem rustte.
Hij wierp nog een smeekenden blik op
den rechter van instructie, maar deze
sloeg er geen acht op.
Kom zei Gaume.
Mirador loosde een diepen zucht en
volgde den agent gedwee.
Buiten gekomen stond de markies hem
op te wachten.
Mirador, zei hij, vrees niets. Ik
weet, dab ge onschuldig zijt. Tot weer
ziens.
Michel stak hem de hand toe en Mira
dor drukte dio zwijgend.
Hij had do kracht niet meer te spreken.
De vrees had zijn tong verlamd.
Lazare Beerman, die in tegenwoordig
heid van de blinde geen enkel woord had
gesproken, keerde naar het kantoor terug
en zag met groote voldoening den onge-
lukkigen Mirador als gevangene wegvoe
ren.
De oudste broeder.
Bij de laatste woorden van den markies
had do rechter van instructie een gebaar
van ongeduld gemaakt, blijkbaar mis
noegd over hetgeen Michel gezegd had.
Mijnheer, zei hij, u zou mij ver
plichten, wanneer u uw aanmerkingen
achterwege wildet laten en geen boden-
kingen opperen tegen hetgeen ik doe.
De woorden, op stroeven toon uitge
sproken, troffen den markies als een
zweepslag.
Hij hief het hoofd trotsoh op en ant
woordde op denzelfden toon;
De justitie is niet onfeilbaar, mijn
heer, en de dwaasheden, die zij begaat,
zijn talrijk. Het is onnoodig de lijst harer
dwalingen nog te vergrooten; die is Teeds
lang genoeg.
Mijnheer
Ik verhaal u, mijnheer, dat Mirador
onschuldig is.
Kan u mij dat bewijzen, door mij
den schuldige te noemen?
Michel verbleekt©.,
Door Mirador met zooveel kracht te
verdedigen, zou hij misschien vermoedens
bij den rechter opwekken.
De onschuld van Mirador bewijzen?
Ja, dat kon hij, met een woord, maar
dan moest hij zijn broeder beschuldigen
en Mirador zou vrij zijn.
Maar mocht hij dat woord uitspreken?
Mocht hij Laurent als den schuldige aan
wijzen 1
Neen neen!
Verschrikt zag hij zijn moeder aan.
Blijkbaar was de arme blinde geen
woord van dit gesprek ontgaan, maar zij
scheen er onverschillig onder te blijven.
Zij zat onbeweeglijk, met doodsbleek ge
laat en scheen met- liaar gedachte ver van
d'eze plaats te zijn.
Kende zij misschien ook de vreeselijke
waarheid?
Had zij wellicht, toen zij zich aan den
moordenaar vastklemde, haar zoon her
kend
Was het niet een vreeselijk geheim, dat
in weinige oogenblikken haar opgewekt,
gelukkig glimlachend gelaat met zulk een
waas van diepe droefheid en zieleleed had
overtogent
Than» wordej allerlei bewaarbakken ge*
bezigd. Kiiten, emmer», vaten, doozen en
dergel. worden, in den regel zonder eenige
afsluiting, op straat neergezet tv. t de komst
van den vuilnisman, die den inhoud in den
vuilniswagen overstort en de ledige bakken
emmers, enz. weder neerzet. Voorwaar een
weinig hygiënische en oesthetiuche methode.
Evenals elders, met name in sommige ge
meenten in Duitschland, is geschied, zou in
den bestaanden ongewenschten toe«tand op
tweeërlei wijze verbetering kunnen worden
gebracht.
In de eerste plaats zou in de verorde
ning op de Straatpolitio kunnen worden
voorgeschreven, dat d.e bakken en emmer»
op straat afgedekt moeten zijn, terwijl
daarnevens het gebruik van afsluitbare em
mers van uniform model vorplichtend ge*
steld zou kunnen worden.
Bepaling in dien geest, waardoor natuur
lijk ook de verbrandingswaarde van het
vuil toeneemt, aangezien bij het gebruik
van open bakken het huisvuil aan regen is
blootgesteld en doorregend vuilnis veel
moeilijker brandbaar is dan het droge vuil,,
treft men o.a. aan in Fürth (Beieren).
Aldaar geschiedt het bewaren en het uit
storten van het vuil in de wagens op uiterst
doeltreffende wijze. Alle huiseigenaren of
gezinshoofden in Fürth zijn verplicht zich
een of meer van gemeentewege te verstrek
ken emmers aan te schaffen. De emmers
hebben een schuivend deksel, vast aan het
onderstel verbonden. De grootte van het
deksel komt overeen met die van de schuif
deksels, die de vulopeningen van den
vuilniswagen afsluiten. Nadat de emmer
ondersteboven op een dezer deksels is ge
plaatst, wordt de schuif teruggetrokken,
waardoor tegelijkertijd het deksel van den
vuilniswagen wordt weggeschoven. De in
houd van den emmer valt dcs omlaag in
den wagen, doch zóó, dat de vulopening
volkomen is afgesloten, de uitgestorte stof
onzichtbaar blijft en er dus van stofontwik
keling geen sprake kan zijn. Na de lediging
wordt de emmers in omgekeerde richting
teruggeschoven, waardoor tevens de ope
ning van den wagen wederom wordt af
gesloten. Over deze wijze van lediging, uie
buitengewoon eenvoudig, doeltreffend en
hygiënisch is, is men in Fürth bijzonder
tevreden.
Met het opnemen van een bepaling in de
verordening op Straatpolitie, waarbij ten
allen tijde verboden wordt niet behoorlijk
overdekte vuilnisbakken, vuilnisemmers of
dergelijke voorwerpen op den openbaren
weg te plaatsen, kunnen zoowel de Direc
teur van Gemeentewerken, als de Commis
sie van Fabricage zich vereenigen.
En B. en Ws. zijn bereid de Strafvcror-
derningen uit te noodigen een aanvulling
der verordening in dien geest te ontwer
pen.
Over de middelen, om tot de invoering
der bovengeschetste uniforme vuilnisem
mers te geraken, met welke invoering ook
nog dit voordcel gepaard gaat, dat do
ophaaldienst, die anders tegen 12 uren des
middags moet zijn afgeloopen, zonder be
zwaar gedurende eenige uren in den na
middag kan worden voortgezet, waardoor
de bespanningen meer gebruikt worden en
minder talrijk kunnen zijn en de exploi
tatie van den dienst dus goedkooper
wordt, heerscht echter geen eenstemmig
heidl.
Do Directeur van Gemeentewerken
stelde aanvankelijk voor, om de ingeze
tenen bij verordening te noodzaken zich
van een van gemeentewege te verschaf
fen vu in is emmer van uniform model tegen
betaling te voorzien, aangezien hij be
vreesd was, dat zonder dwang evenals
thans allerlei voorwerpen ale bewaorbak
voor het vuil in gebruik zouden blijven.
De meerderheid der Commissie deelde
toen ten tijde die meening in zooverre, dat
ook zij algemeene invoering van een uni
formen vuilnisemmer verlangde, doch ia
tegenstelling met den Directeur wenscht©
zij de emmers voorloopig kosteloos vaa
gemeentewege verkrijgbaar gesteld te zijn.
Later zouden dan de kosten van den reini
gingsdienst in het algemeen missohien kun-
En wanneer die moeder alles wist en
zweeg, had hij, de broeder dan het recht
te spreken?
Hij antwoordde 6omber
Helaas, mijnheer, ik kan slechts den
man verdédigen, dien ik tot zulk een miE>
daad niet in staat acht. Wat den schuN
digo betreft, het is uw werk hem op te
zoeken.
Maar heeft u wellicht eenige ver
moedens?
Geen enkel.
U beweerde zoo stellig de onschuld
van Mirador, dat ik waarlijk zou gelooven,
dat u iets voor mij verborgen hieldt.
De rechter van instructie zag Michel,
die al zijn moed verzamelde om zich niet
te verraden, dioordringend aan. Daarop
vestigde hij zijn blik van den zoon op da
moeder. Deze zat nog altijd onbeweeglijk,
met de handen op de knieën gevouwen. Op
het gelaat der moeder, evenals op dat van
den zoon, lag dezelfde wanhoop, dezelfde
smart, dezelfde ontzetting uitgedrukt.
Lément, gewoon aan allerlei geheimen,
mompelde-.
Men verbergt mij iets.
Onder het verhoor had hij het boek van
Jactel, dat geopend! op den lessenaar lag,
opgenomen en er een blik in geslagen.
Ik zie, dat u belangrijke betalingen
te doen heeft., mijnheer De Soulaime»,;
zei hii.
Helaas.
En die misdaad maakt u dat onmo*
gelijk
(Wordt vt-volg'd.j.