Brieven van een Leidenaar.
Tweede Kamer.
Marktberichten.
l!et Eenheodsv^aagstuk in de
Leidsche StudentenwereSd.
De heer C. R. A. van Bylandt schrijft
Sn „Virtus Concordia Fides'' over boven
staand onderwerp het volgende:
De vraag of het L. S.-C. ook in den
tegenwoordigen tijd nog eene roeping in
de Leidsche Studentenwereld te vervullen
heeft, dringt zich meer en meer op den
voorgrond. Is de vrees van allen grond
ontbloot, dat er bij enkelen, misschien bij
velen zelfs, twijfel ontetaan is of het L.
S.-C. nog een roeping heeft? Ik voor mij,
houd het er voor dat voor velen de be-
teekenis van heb L. S.-C. ophoudt bij
Sociëteit Minerva. Het gevolg hiervan is,
dat voor de werkelijke corpshelangen in
den regel geen overgroot© belangstelling
aangetroffen wordt, ook al mag dit in
don laatsten tijd beter geworden zijn.
(Het kan niet worden ontkent, dat in de-
yen twijfel omtrent de waarde van het
IL. S.-C. een bizonder groot gevaar schuilt
.voor de toekomst van dit lichaam zelf.
Immers, wint de gedachte veld, dat
voor het L. S.-C. thans in den tegenwoor
digen tijd geen taak meer is weggelegd,
dan moet ongetwijfeld daarvan het gevolg
V-ijn, dat zijne beteekenis, invloed en
kracht achteruitgaan. Het zal meer en
meer worden verdrongen door nieuwe or
ganisaties, die door hare jeugd de veer
kracht bezitten om zich te ontplooien en
te ontwikkelen. Het corps zou gaan kwij
nen, ja misechien zou het oogenblik zelfs
eens aanbreken dat het niet meer was
dan een herinnering uit den ouden tijd».
De liefste wensch van onze vijanden
tou zijn venna ld 1
Wat is het vraagstuk, dat in den laatsten
tijd het meest op den voorgrond trad? Een
vraagstuk, dat verschillende uitingen in en
buiten het corps ten gevolge had, die te
vens tot zooveel twist en verdeeldheid en
misverstand aanleiding gaven. Het is nl
het zoogenaamde „eenheidsvraagstuk."
Een van die uitingen was dc overbekende
leus „opent de Poorten". Men meende de
oplossing te kunnen vinden door de open
stelling van het L. S. C. voor alle studen
ten. Een schoone droom. Doch een droom,
die geen werkelijkheid wordt. Een wensch,
die getuigt van idealisme, doch praktisch
onuitvoerbaar. Om zeer eenvoudige rede
nen. Geen student wordt lid van het L S.
O., ook al zou de contributie tot een mini
mum worden teruggebracht, indien hij niet
tevens lid kan zijn van Sociëteit Minerva.
Om de voordeelen der Sociëteit te genis
ten wordt zekere maatschappelijke wel-
1 stand vereischt.
Hieraan zou te gemoet gekomen kunnen
Itvorden door de Sociëteit goedkooper te
maken. Doch dit zou slechts tot een
zekeren graad kunnen en mogen geschie-
Vlen, opdat deze finanoieele onderneming
jiiet in gevaar gebracht werd, aan haar ver
plichtingen niet te kunnen voldoen. Deze
zeer redelijke en begrijpelijke begrenzing
zou het evenzeer onmogelijk maken dat
<3orps en kroeg openstonden voor allen zon
der uitzondering.
En zelfs indien het mogelijk ware, dat al
«leze bezwaren overwonnen konden wor
den, zou de oplossing van het vraagstuk
nog stuiten op een ander niet minder klem
mend, nl. het gebrek aan plaatsruimte op
de Sociëteit. Al bestaat er geen wettelijk
maximum aantal leden, het is niet al te
gewaagd te beweren, dat het mogelijk maxi
mum in verband met de plaatsruimte reecis
nagenoeg bereikt is. De quaestie van het
.opnemen der vrouwelijke studenten in het
corps, een logisch gevolg, laat ik buiten
'bespreking.
Ik heb deze zaak met opzet uitvoerig be-
»p roken, om te bewijzen, dat het zeer be
grijpelijk is, d^t de leden van het L. S. C.
j<ie oplossing van de vraag ir de voornoem
de richting niet kunnen helpen bevorderen,
jzelfs niet indien algemeene instemming
hieromtrent bereikt geworden was, Doch
,dit>kan nog geen reden rijn om te beweren,
dat het Corps volstrekt niets doen wil ter
bevordering der algemeene studentenbelan
gen. Immers, maakt dit juist niet deel uit
/van zijn roeping? Le nieuwe regeling der
faculteiten reeds is het bewijs dat het Corps
■wel geneigd is om mede te werken in het
'algemeen belang en niet afkeerig is om
eenheid te brengen. C'onoordia staat niet
tevergeefs in het Corpswapen.
Indien men zich hiervan bewust wordt,
moeten de middelen gezocht en gegrepen
worden, om de eenheid te bevorderen.
In de eerste plaats dan is 't noodig, dat
'de algemeene belangen gekend worden. Hoe
,kan dit het best geschieden? Door de in-
stelling v an een lichaam waaraan deze zor-
5 gen worden toevertrouwd. Dit lichaam zal
alle Leidsche studenten zonder uitzonde-
ring, waar het geldt de studiebelangen moe-
ten vertegenwoordigen. Op liet oogenblik
J bestaat er nog geen centrale organisatie,
die alle studenten omvat. Maar wel is er
,ec groep van organisaties nl. de vijf facul-
I teitsD. Deze gezamenlijk vormen de Le d
j ®che studentenwereld in haar geheel. Het
ligt dus voor de hand om langs dezen weg
tot een algemeene vertegenwoordiging te
komen. Men geve het een naam waardoor
bet beginsel wordt uitgedrukt. Hiervoor
Izou ik willen voorstellen: Conventus Civi-
jbatis Academica© Lugduno-Bafcavae Com-
ïmunis. Voor een beter houd ik mij gaarne
.hanbevolen. Dit „Algemeen Convent" zal
li it den aard der zaak een machtig lichaam
eijn waarmee rekening zal gehouden moe
ten worden, in de eerste plaats door den
,Academischen Senaat en vervolgens door
de buitenwereld. Het zal opkomen voor die
belangen welke alle of meerdere facultei-
ten gemeen hebben, welke dan ook beter
kenbaar en verdedigd zullen kunnen worden
dan tot dusverre geschiedde. De zorg voor
bet uitgeven van een acadcmiegids zou het
op zich kunnen nemen. De gebeurtenissen
tn omstandigheden in den loop der tijden
*ullen de taak van dit lichaam veel beter
aangeven dan ik kan voorzien.
Wat de samenstelling betreft, komt het
mij voor dat het aanbevelingswaardig en
praktisch is om den Conventius Civ.
Acad. Lugd. Bat. Communis te vormen
uit de 5 proesides der faculteiten. Aanbe
velingswaardig, want deze worden gehou
den het best op de hoogte te zijn der be
langen, terwijl anderzijds hiertoe geen onr
bekwame menschen in den regel gekozen
worden. Praktieh, omdat door eene der
gelijke regeling bizonder e verkiezingen
vermedën worden. Op gevaar af van de rol
van beleedagende duidelijkheid1te spe
len, wil ik hier ten slotte aan toe voegen,
dat de Conventus Civ. Acad. Lugd. Bat.
Communis niets met het Collegium heeft
uit te staan noch een deel van zijn taak
overneemt.
Daarom ia dan ook de vrees onge
grond, dat de leden van het L. S.-C.
door aan de verwezenlijking van deze ge
dachte mede te werken het aanzien, den
roem en de glorie van het Corps in ge
vaar zullen brengen. Ik hoop door dit
artikel eene, zij het dan ook kleine bij
drage geloverd te hebben op 't gebied van
datgene wat ik het Eenheidsvraagstuk
genoemd heb.
CCCCXXXIX.
De onderscheiding, die onzen burgemeester
te beurt i3 gevallen door zijn benoeming
tot lid der Eerste Kamer door de Provinoiale
Staiten van Zuid-Holland, is niet alleen veer
den benoemde zelf, maar ook voor onze ge
meente een gel uk wensch waard. En voor
zoover ik door mijn jarenlange relatie met
de Leidsche burgerij, uit haar naarri mag
spreken, feliciteer ik jhr. De Gijsela ar har
telijk met deze "benoeming.
Jhr. De G. heeft in korten tijd heel wat
promotie gemaakt. Vóór zijn benoeming tot
hoofd onzer gemeente in het "begin van
1910, was hij lid eener Bankfirma in zijn ge
boortestad Gorkum, lid van eenige polderbe
sturen in zijn omgeving en lid der Provin
ciale Staten van Zuid-Holland voor het
district Gorkum.
In zijn gemeente was hij een bekend en
geacht burger, doch overigens deed hij wei
nig van zich spreken. En toen het besluit
zijner benoeming tot burgemeester dezer ge
meente tot ons kwam, waren er maar wei
nigen, die hem' kenden; of het moest zijn
in sommige academische kringen, waar men
zich nog den jovialen student en prettigen
studie-makker herinnerde.
Het „Leidsch Dagblad" zorgde er voor,
dat wij niet lang in twijfel behoefden te
verkeeren. Het zond fluks een reported' op
Gorkum af, die ï'echts en links informeerde
en ook een onderhoud aanvroeg hij den be
noemde zelf, dat zeer welwillend werd toege
staan. En den volgenden avond konden wij
een uitvoerige en sympathieke karakter
schets van het nieuwe hoofd der gemeente
lezen, die hc-t beste van hem deed verwach
ten. De uitkomst heeft deze verwachting
niet beschaamd. In .de korte jaren van zijn
burgemeesterschap heeft Jhr. Do Gijselaar
treeds bewezen de rechte man op do rechte
plaats te zijn. Vriendelijk en voorkomend
jegens iedereen, zonder onderscheid van rang
en stand, en .aangenaam in den omgang, heeft
hij do gemeen ten atren .al aam zich weten to
verbinden, en is hij in den goeden zin van
van het woord populair geworden. Belang
stellend in alles wat de gemeente betreft,
heeft hij getoond, da.t do welvaart der stad
hem na aan het hart ligt. Begaafd met ge
zond verstand en een vlug begrip, heeft hij
zich spoedig in de gemeente-administratie
ingewerkt en gaf reeds meermalen blijk liaax
ganscho raderwerk te kennen. Bij de behan
deling van verschillende, zoor uiteenloopende
zaken in den Gemeenteraad, die hij op pret
tige wijze weet te ledden, zonder evenwel de
teugels een oogenblik uit de handen te
laten uemen, bleek hij steeds op de hoogte
van het te behandelen onderwerp.
Humaan chef, houden de ambtenaren en
beambten der gemeente, voor wier belangen
hij zich steeds op de bres stelt, vam bun
burgemeester, die, hij moge niet altijd aan
hun wenschen tegemoet kunnen komen, hen
steeds aanhoerren wil.
Zakenman bij uitnemendheid en uitstekend
financier, zijn de financiën der gemeente aam
zijn oppeirleiding wel toevertrouwd. Hij is
doordrongen van het besef, dat zuinigheid
een gebiedende eïsch voor onze gemeente is,
doch ruim genoeg van blik om mede te
waken, dat de zuinigheid de wijsheid niet
zal bedriegen. Reeds kwamen er onder zijn
bestuur dingen tot 6tand, die er ongetwij
feld toe zullen medewerken, dat. de gemeente
vooruitgaat. En ondanks de vrij groote uit
gaven, die daarvoor nooctig bleken, is de
belasting in 't algemeen niet, of 'niet noe
menswaard verzwaard en zelfs van burgers
met kleine inkomens ©enigszins verminderd.
Zeker, hij kan het niet altijd iedereen
naar den zin maken. Aller inzichten stroo-
ken niet altijd met zijn meening, ook niet
in den Raad, maar wie hern hebben leoren
kennen, zijn er innig van overtuigd, da t het
geen hij voorstaat naai' zijn beste weten, in
het belang der gemeente is.
En wat eigenlijk nog boven al de ge
noemde goede eigenschappen gaat cn wat
zijn arbeiden cn streven adelt, is liet nobel
karajrter, ©en warm1 meevoelend hart, waar
van zijn optreden steeds getuigenis aflegt.
En zouden we dan niet blij zijn, dat dezen
energieken man een eereplaats is gegeven,
die krachtens zijn kennis en karakter hem'
toekomt
Maar wij verheugen ons ook voor onze stad
zelf. Een gemeente is als deel van gewest
en Rijk nrêt op zichzelf aangewezen. En
vooral is dit met onze gemeente, met haar
talrijke Rijksinstellingen het geval.
Wij hebben dit meermalen ondervonden. En
wat etr in den laatsten tijd over den achter
stand onzer academische gebouwen lis ge
schreven, levert daarvan een sprekend bewijs.
Van hoe groote beteekenis het dan is, dat
uit zoo'n gemeente een invloedrijk man zit
ting heeft in een hoog Staatscollege als de
Eerst© Kamer waardoor hij, om liet eens
huiselijk uit te drukken, bij een Minister
kan oploopen, zal ieder begrijpen.
Do „Nieuwe Rett. Courant", dio overi
gens moet erkennen, dat de keuze van de
Staten van om Ge weet niet kwaad
is, klaagt er dan ook over, dat deze
zetel niet aan Rotterdam' is toegewezen. Reeds
zoo dikwijls Is cir op gewezen, dat onge
veer alle groote steden van het land wel
bespraakte woordvoerders in de Eerste Ka
mer hebben. Alleen Rotterdam moet het er
zonder doen.
Het blad drukt daarmede dus uit, dat
zulk een vertegenwoordiger voor de plaats,
waarin hij woont, ©ok groote beteekenis heeft.
Nu gunnen wij zeker allen ook wel aan
Rotterdam1, als eerste havenstad des lands,
een senator, die de belangen van den han
del en het verkeer van die gemeente daar kan
bepleiten en wij gelooven graag, dat aan
Rotterdam ook zulk -een vertegenwoordiger
toekomt. Maar ik voor mij heb toch maar
liever, dat mijn eigen gemeente deze onder
scheiding ten deel gevallen is. Zoo is het
ons in dubbelen zin een voldoening, da:t
onzen burgervader een plaats in dit liooge
Staatscollege is aangewezen.
En ik hoop met alle goede Lei denaars
van harte, dat het hom' moge gegeven zijn,
naast liet burgemeesterschap van Leiden,
lange jaren dit liooge ambt te bekloeden,
tot zijn eigen voldoening en in het belang
van het land in het algemeen, en van de
gemeente, aan wiens hoofd hij staat, in het
bijzonder.
Maatschappij der Ned. JLetterknndc.
In de gisteravon 1 gehouden maandverga
dering van de Maatschappij aer Ned. Let
terkunde hield prof. P. J. Blok, alhier, een
voordraciit over „De verandering van En-
geland's Staatkunde tegenover de Bataaf-
tsche Republiek, na 1799." In verband met'
de aiieuwe gegevens door ar. Colenbrander
in zijn gedenkstukken verzameld, ging hij
de vei'houding van Engeland en onze Repu
bliek na 1799, na en toonde daarbij aan,
dat het „oude systeem" van staatkundige
vei'houding tot Engeland, na den Engelsch-
Russischen inval in 1799, door Engeland ge
heel werd losgelaten, om eerst na 1813 in
zeer gewijzigden vorm weer te herleven.
Daar de hoogleeraar op het a.s. Histo
risch Congres te Londen hetzelfde onder
werp zal behandelen wordt hie* met dit
kort overzicht volstaan.
Hierna deed dr. P. C. Molhuysen. alhier,
eenigo mededeelingen over het Album Stu-
diosorum der Leidsche Universiteit.
Dr. Molhuysen wees er op hoe het zoeken
naar studenten in dit Album vaak geen re
sultaat oplevert. Dit is niet toe te schrij
ven aan onjuistheden in het gedrukte Al
bum, maar wel aan de wijze, waarop men
met eigen namen oudtijds omsprong. Hij
gaf verschillende voorbeelden van namen,
in het Album verhaspeld, doordat de
Rector de namen op het gehoor neer
schreef. Verder is de verlatijniseering schuld
dat heel veel studenten in het geheel niet
of met veel moeite te vinden zijn en ten
slotte de onzekerheid in de familie-namen,
zoodat personen vaak onder een anderen
naam opgeschreven zijn, dan waaronder zij
later bekend zijn. Hij wees er eindelijk nog
op, dat het gewenseht zou zijn eens een
„Nalezing op het Album" te houden, waar
bij in de eerste plaats gebruik moest wor
den gemaakt van de acte senatus in de go-
drukte Thetes.
In do zitting van gisteren ving aan de
behandeling van het wetsontwerp tot rege
ling van de verplichtingen ten aanzien van
den landstorm.
De hoer Ter L a. a n bestreed ook dit
ontwerp als een ongerechtvaardigde verzwa
ring van militaire lasten. Spreker noemde
dit wetsontwerp de kroon op het werk van
hen, dio willen, dat cr ten slotte in Neder
land geen bruikbaar man meer aan den mi
litairen dienst ontkomt.
Verder ontwikkelde hij nog verschillende
be zwalpen «cr tegen, en wees op de gelde
lijke gevolgen er van.
MinisterColijn verdedigde met walrm-
te heb ontwerp, dat hij beschouwt als de af
sluiting van een periode in de organisatie
onzer weerbaarheid. Wel is nog niet alles
thans bereikt, wat gewenseht kan worden,
maar het voltooit wel op voor het oogen
blik gowenschte wijze de militiewet 1901.
Bij het verder debat wraakte de hoer Ter
Laan de groote macht aan den Minister
van Oorlog toegekend tot oproeping van den
landstorm in werk el ij leen dienst, n.l. niet
a lloen in geval van w er kei ij ken oorlog, maar
ook bij dreigend oorlogsgevaar.
De Minister bestreed het. bezwaar. Een
den-gelijke bepaling toch komt voor in de
Mi litiewet.
Het ontwerp, op Verzoek van den hear
Tor Laan in stemming gebracht, werd
aangenomen met 59 tegen 2 stemmen.
Na afhandeling van ccn conclusie op oen
adres van den gewezen milicien Goodmaat
te Amsterdam, met a-er zoek om pensioen,
waarbij Minister Colijn toezegde het
geven van een gratificatie te overwegen,
werd de arergadering verdaagd tot Dinsda.g
1 April e. k.
Invaliditeitswet en Landstorm
wet zijn dus gisteren in de Tweede Kamer
aangenomen.
Do Eerste Kamer moet nu aan don arbeid
eerst de Radenwet cn dan de Invaliditeitswet.
Maal' in April begint de Tweede Kamer
mot de Ziekteverzekering, 'zoodat minister
Talma daar op post moet zijn cn er %ran
de behandeling der verzekeringswette-n in
de Eerste Kamer niets komen kan.
Uit de behandeling' 'der Landstormriet zij
nog medegedeeld, dat de Minister \-an Oor
log erkende, dat het ontwerp de bekroning
is win jarenlangen arbeid op militair gebied.
Hij ging na wat er sinds 1881 in de hier-
bedoelde richting ie voorbereid. •Wat nog
ontbrak, was oen reserve, om de organieke
sterkte te behouden, als de troepen te velde
zijn. Door den landstorm wordt onze weer
kracht gebracht van 210,000 man tot 370,000
man. Door deze 'wet zal het gebouw a'oltooid
zijn.
Het aantal benoodigde geweren is nage
noeg compleet. Wat de uniform betreft, rij,
dio niet AToor gewapenden dienst in aan,L
mërldng komen, krijgen die niet, en voor
de anderen is in de magazijnen kleedin'g
genoeg in voorraad, al is het niet alles van
hetzelfde model.
Tien duizenden Nederlanders hebben be
lang bij deze \?et. Want niet alleen de mi
litairen, die bij de landweer hebben gediend,
gaan daarna tot den landstorm over, maar
ook zullen er toe behooren: zoowel zij, die
wegens broeder dienst of kostwinnerschap van
de militie zijn vrijgesteld, als zij, die zijn
ATijgeloot. Wanneer deze wet in werking
treedt, zullen dus aanstonds tien duizenden.
Nederlanders (de maximum-leeftijd is 40 jaar)
tot den landstorm gaan behcoren. Zij kunnen
uitsluitend worden opgeroepen „in g©aral van
oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewo
ne omstandigheden". De landstorm wordt
onderscheiden in:
a. gewapende landstorm, "waartoe behoo
ren zij, die Van landweer, mariniers of zee
macht er toe zijn overgegaan
b. ongewapende landstorm', waartoe "bekoo
rt n zij, die wegens broederdienst, of koet-
Avinnerschap, of vrijloten niet bij de militie
hebben gediend.
Van deze laatste categorie kan de naaan.
duidt het reeds aan geen gewapende dienst
worden gewordend.
Maar opkomen moeten zij.
Heeft straks de Eerste Kamfer dezo wet
aangenomen, dan zullen dus aanstonds duizen
den en nog eens duizenden landgenoot©®,
die jonger dan 40 jaar zijn, tot den landstorm
overgaan. Minister Colijn noemde de wet „de
bekroning van jarenlangen arbeid op mili
tair gebied." De gewapende landstorm zal
al aanstonds 160,000 man tellen: een weer
macht dus aohter dc landweer. Zoodoende
Avordt do totale sterkte van onze strijdmacht
op 370,000 man gebracht.
De heer Ter Laan heeft geATeesd, dat er
latei' zal worden voorgesteld, den landstorm,
locaal te gaan oefenen. Wanneer men echter
ziet, dat het oefenen aran de landweer reeds
is ingesclixompeld tot ze3 dagen in \ijfi
jaar, dan behoeft men a'oor oefenen van dcnl
landstorm niet bevreesd te zijn.
Wijnaccynn.
Uittreksel Voorloopig Ver
slag.
Bij het afdeelingsonderzoek van het
wetsontwerp, houdende nadere bepalingen
omtrent den accijns op den wijn, werd de
opmerking gemaakt, dat volgens de Me
morie van Toelichting dit wetsontwerp ten
doel heeft de belasting op den wijn meer
in o\"er eens temming te brengen met die op
gedistilleerd, doch dat het de aandacht
had getrokken, dat een betoog, Avaarom dit
wenschelijk is te achten, in genoemd stuk
niet voorkomt. Aan het voorstel ligt het
denkbeeld ten grondslag de practijk tegen
te gaan, dat wijn, hier te lande ingevoerd,
met water wordt arermengd en vervolgens
in consumptie wordt gebracht of zelfs met
afschrijving van den accijns wordt uitge-
A'oerd. Waarom, zoo werd gevraagd, deze
bedoeling niet duidelijk in de Memorie van
Toelichting in het licht gesteld?
Genoemde practijk brengt, voor wat het
in consumptie brenge-n van aangelengden
wijn betreft, in zooverre nadeel voor de
schatkist mede, als daardoor Aran een min
dere hoeveelheid wijn accijns wordt betaald
dan hier te lande wordt gebruikt en dat
do regeering hiertegen wenscht op te tre
den, werd algemeen krachtig toegejuicht.
Intusschen heeft die voorgestelde rege
ling in de kringen van den wijnhandel ern
stige bedenkingen gewekt. Bij de Kamer
is ingekomen een adres vao het bestuur
der Vereeniging van NederlandGche wijn
handelaars, waarin dit er ziju leedwezen
over uitspreekt, dat aan de indiening niet
vooraf i6 gegaan een overleg met die ver
eeniging en A'oorts betoogt, dat de voor
gedragen maatregelen den eerlijken han
del niet zuilen beschermen doch zeer zul
len bemoeilijken en dat het beoogde doel
langs den voorgestelden weg. niet} langs
anderen en meer eenvoudigen weg wel te
bereiken is.
Door verscheidene leden werd) dit adres
ter sprake gebracht en werden opmerkin
gen gemaakt van gelijke strekking als
daarin aToorkomen, terwijl andere leden
de juistheid van het aangevoerde voor een
goed' deel betwistten.
De hoofdgedachte aran het wetsontwerp
is neergelegd in de aanvulling van art. 1
der wet van 1870, hiertoe strekkende, dat
voortaan wijnen, die meer dan 12 en niet
meer dan 22 pCt. alcohol bevatten, zullen
worden getroffen zoowel door den eigen
lijken wijneccijne van 20 gulden per hecto
liter van hun a'olume als door den gedis-
tilleerdaccijns voor den alcohol, dien zij
per hectoliter boven de 12 liter inhouden.
In het adres der Vereeniging van Avijn-
handelaars wordt betoogd, dat door deze
regeling de practijk, dat alcoholrijke wijn,
na te zijn aangelengd met water, wordt
uitgevoerd met afschrijving van den wijn-
accijns over de gansche uit t© voeren hoe
veelheid, niet afdoendie zal worden tegen
gegaan. Die practijk zal nog winstgevend
blijven. Immers, terwijl onder de nieuwe
regeling voor een hectoliter wijn met een
alcoholgehalte van bijv. 20 pCt. aan accijns
zal moeten worden betaald f 20 8
f i.8o f 34.40, zal, na aanlenging met
zooveel water, dat 't alcoholgehalte 10 pCt
io geworden, bij uitvoer 2 f 20 f 40
worden terugontvangen, zoodat nog een
voordeel van f 5.60 overblijft.
Men zou gaarne vernemen, wat de minis
ter tegen deze voorstelling van zaken
meent te kunnen aanvoeren. Aan 6onimige
leden kwam zij overtuigend voor; anderen
betwijfelden ten zeerste, of een winst van
f 5.60 op een uitvoer van 2 hectoliter vol
doende is om zulken export te bestendigen.
Keu dynamietontploffing;.
Te Baltimore is aan boord van een lichter,
die langszij van het Engelsche stoomschip
ÏVAlum Chine" lag, ft welk "bezig was een
lading dynamiet ia te nemen, een ontplof
fing voorgekomen. Het stoomschip en de lich
ter zijn beide volkomen vernield. Het stoom
schip had een bemanning van 23 koppen,
terwijl ook op den lichter verscheïdene werk
lieden waren. De politie gvaeft op dat er)
4 dooden en 25 gekwetsten zijn.
Volgens een latere opgave zijn 20 menschen
gedood, 50 gewond. Er worden 40 menschen
vermist.
Door de ontploffing is het bovendeel van
de .Amerikaansche kolenboot „Jason" 700
voet ver weggeslingerd. Daarbij zijn 3 leden
der bemanning gedood, 29 gewond.
Het dynamiet was bes-temd voor het Pa
nama-kanaal. Op den lichter stonden vier
spoorwagens, bevattende 340 ton dynamiet.
In de nabijheid lagen de sleepboot „Atlantic"
en verscheidene motorbooten bekooronde aan
handelaars in victualiën, die de 1rAlum Chi
ne van proviand, voor de reis voorzagen.
Plotseling steeg een rookwolk uit 't ruim'
van het schip op. Een lid der bemanning,
dio dit zag, begreep onmiddellijk, wat het
was en sprong schreeuwende van angst aan
dek, gevolgd door andere leden der doodelijk
verschrikte bemanning.
Vlak hij de „Alum Chine" lag de mo-
toihoot van den handelaar Goodhucs. Veer
tien man van de „Alura Chine" sprongen er
in en meteen ,werd de boot af ges too ten en
stoomde weg*. Nog geen 200 voet had
boot afgelegd, of /laar volgde met vrese
lijke n knal de ontploffing. Vlammenzuilen'
schoten in allo richtingen uit de „AlulnJ
Chine" op.
De brokstukken van het scliip, sommige
tonnen zwaar, dcelcn van de machinerie wer
den honderden voeten hoog de lucht ingo
slingerd, terwijl stukken ijzer van 60 kilo
zwaar later bij Anne Arundel, drie viel
mijlen van de plaats des onheils, zijn terug
gevonden.
De sleepboot „Atlantic" Jag op een steen
worp afstand van do „AJum Chine", de Ame-
ï'ikaanscho kolenboot „Jason" lag wat ver
der. Op beide schepen is een vreeswekkende
verwoesting aangericht; men denkt, dat niet
dadelijk ontplofte kisten dynamiet op het
dek van beide schepen zijn neergekomen en;
daar zijn ontploft. Aan boord van de „At
lantic" zijn drie menwehen gedood.
De schok was zoo l»evig, dat hij nog Si
waargenomen te Reading (in Pennsylvaniö)
op ]>ijna 100 mijlen afstand, te Atlantio
City (New-Jersey) en in de hoofdstad van
Delaware. Daar avsls juist in het Lagerhuis
een parlementslid aan het woord, die, toen
hij den 6ohok voelde, de opmerking maakte:
„Dat is zeker een aardbeving". Een school
gebouw te Sparrow Point, verscheidene mij
len van Baltimore, 13 gedeeltelijk vernield
en tal van kinderen zijn daarbij gekwetst.
Baltimore zelf is door elkaar geschud als
hij een hevige aardbeving. Sommige groot©
solide gebouwen, in 't midden van de stad,
Avankelden op hun grondvesten.
Lceuwarlei», 7 Maart. T. veemarkt waren aange
voerd 50 stieren fcO a 260, 0 ossen fa f
350 vette koeien f170 a 2ü0, per 4 kilo 34 a 87 o
1158 melk en kalfkoeien f 200 a 300,80 pinken /'60
a 120, 50 vette kal *eren f 40 a 80, per pond 40 a 50
c., graskalveien f a i06 nuchtere dito /4a
11, 110 \*etle schapen ^20 a 2b, 362 weideschapen
f 15 a 20, lammeren, ta 110 vette
varkens, f 50 a 70, per i kilo 27 a 28 c., 130 magere
varkens 30 a 40, 791 vette biggen f30 a 40,
per t 27 a z7j c., 800 speeuva.kon* /9 a
13. paarden f a
Boter. Aa-ige-oerd 0 4 vn., 0/8 vn. en 0/16 vn.
Fabrieksboter aangevoerd 24/3, 29/6 en 6/12 vn.
Prijs f 55.50 a f 56. her kg 1.4 Handel f 56.
Kaas28,900 kg. FaUrienskaas 29.50 af46 50.
/WOlle, 7 Maart. Aangevoerd ter veemarkt 1737
stuks, als: 706 runderen, 206 kalveren, 47 schapen
en lammeren, 161 varkens on 663 biggen, 0 paarden.
Handel vlug.
Men besteedde voor neurende en versoh gekalfde
koeien f145 a 300, dilo vaarzen en schotten f 140
a 260, guste'ioeien voor de vetweide f 135 a 210,
dito vaarzen f125 a 193, voorjaarskalvende koeion
f135 a 220, ossen voor de vetweide f 160 a 250,
lVaiarige spi ingstieren f 75 a 130,1 Va-jarige pinken
r55 a 150, joDge fokkalveren f 40 a 105, nuchtere
kalveren f 7 a 24, vette koeien en ossen aan bouten
65 a 82 c., dito stieren 67 a 78 o., dito kalveren
70 a 98 c., dito schapen 60 a 75 c. per kilo,
lammeren fa 6-weeksohe biggen f9 a 11,
10-week8cbe dito f14 a 20, drachtige varkens
f60 a 9J, magere dito f45 a 65 per stuk; vette
dito 54 a 56 c.. dito voor Londen 51 a 62 o.
per kilo-
Aatdappelen f a f per U.L.
Boter. Aanvoer 6500 K<h, prijs/ 1.30af 1.45 per
kilo, per 1/8 vat van 93 kilo, prima f 27.50 a
28.afwijkende 26-50 a 27.,2de soort 26.a
26.50, per 1/16 vat van 10 kilo f 13.—a 13.76
naar qual.
Mandei willig.
Kipeieron f a per 100 stuks.
Huiden. Koehuiden 85 a 37 c., pinkenvelleu 35 a
38 ïtierenvellen 30 a 31 c., vette kalfsvallen 48 a
49 c. per 4 kg., nuchtere kalfsvellen f3.2ia3.75,
paardevellen (met haar) f 1150 ft 12.— ,geitevellen
f2.a 2.25. lamsvellen f4.— a f5.per stuk.
Handel zeer vast
Waalwijk, 7 Maait. Ter huidenmarkt kwam
geen ve-andering. De toestand blijft kalm en de
prijzen bleven zeer vast voor allo soorten, mat een
kleine, nieuwe rjjzing in Para's. Bolivia's en Val-
paiabo's Ook aan de La Plata blijven'«ie zaken
levendig en kwamen verschillende zaken tot stand
tegen bestasnde en ook tegen geheime prijzen. De
grootste zake kwamen tot etand in droge huiden,
de meeste tegen bestaaude prij/.eu, doch met eeuige
concessie op de Abyïsinic ©oorten.
Alhoewel de kooplust voor Mandsche huiden
niet eer levendig is, handhaven zich de hoog'
prijzen toch gemakkelijk. Meo meent eonter, dat
bij een meer kalme stemming van het exotisoha
artikel de iulandsche huiden wel eenige verlaging
zouden ondergaan, dat de piyzen waarlijk bu ten
alle verhouding zijn opgedreven
Kalfsvellen en panrdeuhuiden zijn zeer stil en
zonder grooteu omzet.
Met de hoone huidenmarkt houden de leder-
prijzen volstrekt geen gelijken tred Vooral het
prima zware ieder, dat reeds lang voor 1.10 a
f 1.15 oer pond to plaatsen moest zijn, bljjftmagr
op f 1 staan en is dan t»og niet gemakkelijk 9e
plaatsen. Licht leder d.mre.utogen g«at veel beter.
Voor mooie koeien kan thans88 tot 92 ets-bedongen
worden en voor mindere waar ook eveoredija
pi ijzen.
London, 7 Maart Metalen, (le beurs.) Straits-Tin
contant 216.-/. op 3md. 212.10/-. Chili Koper
contant 65.12/6, op 3/m. £65.17/6-Zink £24.15/,
Lood (Spaansch) 15.10/ a promp /-,
IJzer. (le beurs.) Cleveland Middleabro No. 8
contant 63/ eu op 1/ra. 63-'lè koouers.
Londen, 7 Maart. Metalen. (2de bStraits-Tin
contant 216.—/, op 3/m £21110', Koper contant
65.5/, op 3'm. 65.10/, Zink 24.10/, Lood
(Spaansch) 15.7/6 a
IJzer. (2a beurs). Cleveland Middlesbro No. a
63/6 contant, 63/7 op 1 md. keepers.