No. 1625*7. LEIBSCH DAO-HLA®, Wosiisdag* 1© Pebs.'unri. Tweede Blad. Anno 1913. Buitenlandseh Overzicht. Eerste Kamer. Tweede Kamer. Uit de „Staatscourant". Faillissementen. FEUILLETON. "Wi-aal*. De Duitsche legerplaimen zijn als de stok in het hoenderhok, die den vrede op 't ge heel onverwachte oogenblik komt versto ren. Het is toch altijd van Duitsche zijde, dab zulke verrassingen komen. In Frankrijk, we meldden dit reeds, is uien nu ook bedacht op versterking der weer macht. Ook in Engeland houdt de pers zich met deze quaestie bezig. Zoo schrijft de „Mor ning Post": Frankrijk heeft reeds een bondgenoot in Rusland. Met Engeland zou een bondgenootschap gesloten kunnen wor den. De Fransche staatslieden zullen dan even wel aan Engeland vragen of het genoeg strijdkrachten bezit om het evenwicht, dat verbroken dreigt te worden, te herstellen, of het die strijdkrachten voor dat doel zou willen gebruiken en of het dat tijdig zal kunnen doen. Engeland zal die vragen spoedig en be slist moeten beantwoorden, want de Duit sche legeraitbreiding zal binnen enkele maanden een feit zijn. Dat antwoord zal over de toekomst van Europa en over die van Engeland beslissen. Nu de jongverloofden in het Duitsche kei zershuis Berlijn met een bezoek hebben ver eerd, zal de familie, van prins Ernst August een beurt krijgen Vermoedelijk nog aeze week gaan de prins met zijn verloofde naar Gmiinden. De keizerin zal met hen meegaan naar den hertog van Cumberland. In de Portugeeoche Kamer is een wets ontwerp in behandeling, om Lissabon tot v r ij h a v e n te verklaren, welk plan grootcn tegenstand ontmoet bij •den groothandel. Verschillende afgevaar digden hebben gepoogd, hét ontwerp te doen verzenden naar die commissie voor handel en industrie om een onderzoek in te stellen, waardoor de bespreking voor onbepaalden tijd sou worden uitgesteld. Dit is niet gelukt; reeds zijn de algemeene beschouwingen afgeloopen en zijn de mees te artikelen aangenomen. De Hongaarsche afgevaardigde Desy had van minister-president Lukacs veel leelrke dingen gezegd. Met heel veel omhaal ging hij betoogen dat Lukax» eigenlijk een op lichter was, nog wel een oplichter van asn Staat. Zoo ver was het dus gekomen met Eijn strijd tegen de regeering. Maar Lukaos liet zich dit niet aanleunen •n ma akte er een rechtzaak an, Desy heeft het loodje moeten leg gen. Een flink straf je is zijn belooning ge weest, Eén maand zal hij moeten „brom men" en bovendien nog 400 kronen boete betalen. De Senaat heeft het immigratie- wetsontwerp, waarbij ongeletter- óen de toegang tot de Ver. Staten wordt ontzegd, in tweede lezing met 72 tegen 13 stemmen aangenomen. Niettegenstaande Taft's vet-o zal getracht worden het ont werp nogmaals door het Huis van Afge vaardigden te doen aannemen. In Mexico kan het misschien nu wat rus tiger worden, want M^^ero is afgetreden. Er is anders flink huis gehouden. Een telegram uit Mexico (stad) over Vera Cruz verzonden zegt, dat bijna geen enkele wijk der stad niet te lijden heeft gehad van het bombardement. Honderden gebouwen zijn beschadigd. Men gelooft dat er 2000 dooden en 8CO0 gowonden zijn. Hoopen lij ken worden in karren buiben de stad gere den en daar verbrand. /erder biedt het buitenland weinig, wat nog de moeite loont om te vermelden. Al leen nog een uitlating van generaal Hert zog. In de Engelsohe en in de pro-Botha- per» wordt deze strijder voor het Hol- Jandsch element in Zuid-Afrika, zooals te begrijpen valt, sterk aangevallen. En voor al wordt gewerkt met de bewering, dat hij Zuid-Afrika een zelfstandig rijk wil doen worclên. Welke de opinie is van Hertzog blijkt uib de antwoorden, die hij op een reeks vragen heeft gegeven en die ingaan tegen de diver se beweringen Hij heeft gezegd, dat hij Zuiid-Afrika niet van het Brifsche Rijk wenschb los te maken, maar dab de vraag of behoud van het rijksverband voor heb welzijn van al de deelen van het rijk van de hoogste noodzakelijkheid is, niet onvoor waardelijk bevestigend kan worden beant woord. Staatsbeg rooting voor 1913. De heer Van Deventer zei in de gisteren gehouden zitting vreugdevol ge stemd t* zijn voor de concentratie. Spr.'s partij is vóór Staatsbemoeienis, waar noo- dig, doch steeds ook voor ontplooiing der vrije krachten in de maatschappij. "Veel komt aan op de uitvoering van het begin sel der Staatsbemoeiing. Niet in Zendings- oonferenties moet beslist worden waar de Zending in Indië moet optreden. In Mo hammedaansche streken wil spr. niet an ders dan Mohammedaansche of neutrale scholen. Spr. ontkent het bestaan eener partij in India, dio de Mohammedaansche gevoelens prikkelt, en acht dus de beschuldiging, dat hij die partij steunde, waardeloos, waarna hij de Indische pers verdedigde tegen de op haar geoefende critiek. De heer Van P a 11 a n d t vraagt wat het systeem der Regeering is in/zake d!e toelating van vreemd kapitaal. Den Min. van Koloniën is dit kapitaal welkom, Min. Talma wil het niet in de Maasvelden. Spr., die bij de algemeene beschouwin gen voor de eerste maal het woord heeft, stelt tegenover het bidden van R.-K. voor de Regeering het feit, dat ia een verkie- zmgsocsurant te Ommen werd aangeraden te bidd'en, dat de coalitie-candidaat niet gekozen werd. Hij dankt do Regeering voor de subsidies voor de aanetclling van Herv. predikan ten. De Minister van Binnenland se h e Zaken bestreed in zijn dupliek, dab bij de Regeering de zucht heerschb om scheiding in het volk te brengen, zeide vervolgens, dat minister Talma is tegen gewerkt en dat men dus het recht mist hem gemis aan ernst te verwijten. De Min. verdedigt de houding der Re geering inzake ontslag van huwende onder wijzeressen en inzake de eedskwestie. Van de actie der linkerzijde, die bij herstem ming moet leiden tot coaliseering van vrij zinnigen en Goc.-dem., verwacht spr. als resultaat een veiwrarden politieken toe stand. De beslissing omtrent de toelating van vreemd kapitaal hier en in Indic moet van de omstandigheden afhangen. Van de toelating van Chr. scholen in Mohammedaansche streken verwacht de Min. geen moeilijkheden. De algcmeene beraadslagingen worden gesloten. Hoofdstuk II (Hooge Colleges van Staat) wordt, diaarna zonder debat en z. h. s. aan genomen. Bij de algemeene beraadslagingen over de J ustitiebegr ooting drong de heer P e 1 i n c k er op aan, dat zoo weinig mogelijk gebruik worde gemaakt van het instit -t der plaatevervangers bij de rechtscolleges en bestreed hij verheffing van de rechtbank te Breda tot een reeh bank 1ste klasse. Voorts pleitte hij voor af schaffing of vergemakkelijking van heb exa men voor griffie- of parketklerk. De heer Van dor Feltz vraagt een regeling, waarbij van Rijkswege aan den procureur in een onderhouds-procerlure krachtens de web op liet onderzoek naar I het vaderschap zijn noodzakelijkste onkos- j ten worden vergoed. De heerV an Voorst tot V oorst dringt aan op een onderzoek naar de voe ding der gevangenen, die te weinig avond brood krijgen, en de positieverbetering van de onderwijzers bij de gevangenissen. De heer VanNierop vraagt of de va cature van Minister van Justitie zal worden vervuld. De heer Verheijen vraagt positiever betering voor de inspecteurs der Bijksveld- wachb. De Minister van Binnenland se h e Z a k e n, a. i. Minister van J ustitie, zal zich over de voeding der gevangenen doen inlichten. Tot verbetering van de positie der gevangenis-onderwijzers kan de Minister geen toezegging doen. Die der rijksveldwacht-inepecteurs zullen bij de volgende begrooting worden geregeld. Naa r der exam en-eisohen - oor heb klerken- examen wordt een onderzoek ingesteld. Omtrent de Vervulling der vacature van Minister van J pst it ie kan de Minister thans niets zeggen, noch in het geheim, nooh in het openhaar Nadat de heer V an Ni erop nog ge zegd heeft, dat de premier genoeg vertrou wen moest hebben om tot de benoeming van een definitieven Minister te doen overgaan en de Minister »ijn standpunt hand haafde, er op wijzende, dat, met het oog op de aanstaande verkiezingen, het minis terschap tijdelijk zou zijn, althans in relatie ven zin, wordt de Jugtitie-begrooting z. h. r aangenomen. De Financiö n-b egrootin g, zoo mede die voor het Staatsmuntb e- d r ij f en van het hoofdstuk Onvoorzie ne U i t g a v e n, werd aangenomen na een opmerking van den heer Fr ansae n over de verwerping van het ontwerp voor een lVden predikant te Rotterdam, en nadat de Minister van Financiën er op gewezen had, dab de aanvragen om predi- kantssubsidiën voor Feijenoord en Schoten ge-Vemerd zijn, er aan toevoegende, dat een wettelijke regeling der predi kaatst rakte- meviten liiet nóodig is. Bij de Wftterstaatsbegrootin g bepleit de heer Kraua opnieuw de wen- eohelijkheid, óm van Rijkswege beslag te leggon op de gronden, dio noodig zijn voor uitbreiding der sluitwerken te ÏJmuiden. Spr. dringt aan op spoed met de onteige ningswet, los van e enige aan Amsterdam te stellen voorwaarden ver evontueele bijdra gen. De eisch van een bijdrage van 40 pCt. acht spr. overdreven. Heden elf uren voortzetting. I n v a 1 i d i tc i t s. en O u der dom s- verzekering. Minister Talma verdedigde gisber- namiddag het Regeer ingss te Iscl van artikel 62 tegenover het door den heer Borgesiue voorgestane systeem. Bij repliek trok de lieer Patijn zijn amendement op art. 62a, dat door den Mi nister niet principieel bestreden was, in, den Minister toegevende, dat het inderdaad heter is,, eerst de werking van do wet nog oens af te wachten. Do heer Duys bestrijdt het amende- -ment.Patija tot vcrliooging van de ouder domsrente. Na dupliek van den Minister trok de heer Troub zijn amendement in, omdat hem voldoende gebloken was, dat zijn denk beeld, om met premiebetaling na den 70- jarigen. leeftijd te eindigen, geen instem ming vindt. liet ccaig overgebleven amendement. Patijn (tot veerhooging van den maatstaf der ouderdomsrente) wordt hierop verworpen mot 59 teg.n 13 stemmen. Het Regeeiingsarti kei en eenigo verdere artikelen worden goedgekeurd. Op aTiikcl 65 (afwijzing van het verzoek om inval iditcitsrente, wanneer de oorzaak van de invaliditeit in verband staat met misdrijf) verdedigt de heer Duys een amen dement. om mogelijk te maken, dat op een dergelijke afwijzing terug kan worden ge komen. Nadat de Minister het bestreden en de heer Soha per het weer verdedigd had, trok do heer Duys het ten slot be in. Het Regeeringsartikel wordt goedgekeurd. Bij art. 67 (woezenrente) verdedigt de heer Duys een amendement om pleegkinderen gelijk te stellen met wettige en wettelijk erkende kinderen. Na bestrijding door den Minister bracht de heer Duys een wijziging er in aan, waardoor bepaald wordt, dat pleegkinderen minstens een jaar in het gezin moeten zijn, voor de uitkeoring der rente ingaat. De verdere behandeling van liet artikel wordt aangehouden, opdat do Minister zich nader kan beraden en de vergadering ver daagd tot heden olf uren. Bij Kon. besluit is aan V. J. H. J. M. Schoffelen, op verzoek met ingang van 1 Maart a. s. eervol ontslag verleend als bur gemeester van Jabeek; is aan den adjunct-administrateur bij de artilloriednrichfcingeu J. A. van der Ploeg op verzoek met ingang van 1 Maart eervol ontslag uit die betrekking verleend; is benoemd tot kantonrechter te Z alt bom mel mr. J. J. Rergsma Thzn., thans substi tuut-griffier bij de arrondissementsrechtbank to Dordrecht; tot griffier bij do arrondisse mentsrechtbank to "Winschoten mr. dr. C. H. Baalo, "thana substituut-griffier bij do arrondissementsrechtbank te Amsterdamtot raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam mi'. L. Ph. J. Hooffclman, thans vioe.prosi- dent der arrondisscments-rcohtbank, aldaar; is bencèmd tot notaris binnen het arron dissement 's-Hertogenbosch, ter standplaat© Uden, M. W. van Kemenadc, candidaat-no- taiis t9 Apeldoorn; tot notaris binnen het arrondissement "Winschoten, tor standplaats Nieuwe.Pekela, J. W. Bolt, thans notaris te Ezingc. interaatiouale feestelijke studenten bijeenkomst. Men schrijft aan „Do N. Crt.": Blijkens een mededeeling in de laatete „Minerra" wm op 9 Februari j.l. aan toe zeggingen voor de I. F. S.-B. ontvangen: Waarborgfonds f 1250, gewone bijdragen f 2785. Studenten hadden hiervan bijge dragen: f 400, gewone bijdragen f 1535. Wanneer men bedenkt, dat het plan nu ruim anderhalve maand bekend is, sinds de verschijning van het rapport in de groot® en in de studentenpera besproken, dat in de laatste weken systematisch wordt gewerkt om toezeggingen van 6tudenten te ontvangen, dan is dit resultaat met zeer gunstig. Uit openbare vergaderingen, in sommige academies te eten gehouden, uit uitlatingen, o.a. in de studentenper» ver nomen, is gebleken, dat de plannen niet zóó ingeslagen hebben bij de meerderheid der Nederlandsche studenten, ah men in December hoopte. Verschillende redenen zijn ter verklaring van dit feit aan te geven, vooreerst de on zekere internationale toe-stand, die maakt, dat in de meeste landen de meeste aan dacht wordt geschonken aan eigen zaken in eigen kring van nationaal belang; dan de nationale feesten in dit jaar, waarbij men officieel uitgenoodigde vreemde stu denten misplaatst vindt, zij het dan ook, dat zij voor een ander doel hierheen ko men; vervolgens de groote kosten, die zelfs een beperkter plan dan het voorge stelde niet alleen aan voorbereiding, maar ook aan uitvoering zelf, zal veroorzaken en dio een groot be«zwaar zijn en blijven voor de minder bemiddelden onder de Ne- derlandsche Btudenten, om eventueel aan de bijeenkomst zelf deel te nemen; einde lijk de onzekerheid omtrent de opening in dit jaar van de Academie van Internatio naal recht in Den Haag; juist de opening van deze academie, die dan voor een uit stekend geschikt gehoor van jongeren zou kunnen plaats hebben, is een van de voor naamste omstandigheden geweest, die den 8toot tot de I. F. S.-B.-plannen hebben ge geven. Samenvattend moet sine ira et studio de slotsom worden getrokken, dat de belangstelling der Nederlandsche studen ten op dit oogenblik naar andere belangen uitgaat dan naar dit plan; zij 13 tot heden met vo1 oeicie geweekt om van dit plan het eerste in die richting, dat alleen bij zekerheid van slagen mag worden uitge voerd, wil het Nederland niet meer kwaad dan goed doen het welslagen te durven voorspellen; immers een derg. onderne ming moet door de levendige, actieve sym pathie van de betrokkenen gedragen en voortgestuwd worden. Het is te hopen, dat de toestand alsnog anders wordt in de paar weken, dio nog verloopen moeten, vóórdat definitief be slist moet worden, of de studentenbijeen komst plaats kan hebben. Mocht dan vast staan, dat do ware luöt om het plan door persoonlijke medewerking te laten slager* ontbreekte, dan zal het verstandiger zijn het voor het oogenblik op te geven la ter weer eens te probeeren. Rijks Marinewerf. Op de Rijks werf te Willemsoord is het navolgende besluit van den Minister van Oorlog ad int. Minister van Marine ter ken nis gebracht van de werklieden aldaar: „In verband met de noodzakelijkheH eer lang een groot aantal werklieden van het vak van scheepsbouw bij 's Rijks werf to Amsterdam te ontslaan, ligt het in mijn voornemen, de bij 's Rijks werf onder uw beheer ontstaande vacaturen zooveel moge lijk te bezetten door overplaatsing vi per soneel van daar dat anders voor ontslag in aanmerking zou komen. Ik heb de eer u te verzoeken mij een op gave te doen toekomen van de qualiteiten en de daarin voor voorgenomen ontslag als anderszins ontstaande vacatures, ten einde uw ambtgenoot te Amsterdam in de gele genheid te stellen mij de vereischte voor stellen tot overplaatsing te doen. Ten einde de overplaatsing van werklie den boven de 40 jaren van 's Rijks werf te Amsterdam naar uw directie te bevorde ren, om daardoor het ontslag dier werklie den zooveel mogelijk te ontgaan, wensch ik indien in den loop van dit jaar de noodzake lijkheid van ontslag van personeel aldaar, mocht blijken, de navolgende maatregelen voor 's Rijks werf onder uw beheer te tref fen: a. als maatregel van bestuur oa.n hen, die in het tijdvak tussehen 1 April 1913 en ulti mo Maart 1914 den leeftijd van 60 jaren be reiken, een eervol ontslag te verleenen, met den dag, volgende op dien, waarop de zes tigjarige leeftijd wordt bereikt; b. aan hen, die den 20-jarigen dienst missen, doch meer dan 10 jaren dienst hebben, vóór het berei ken van den 60-jarigen leeftijd in het onder a genoemde tijdvak, wegens maatregel van bestuur een eervol ontslag te verleenen en voor ontslag in oanmerking te doen komen c. hen, die reeds in het genot zijn van pen sioen ten laote van den Staat of van 's Riiks overzeesche bezittingend. hen, die ter zake van ongeschiktheid, aanspraak op pensioen kunnen doen gelden, na ondergaan commis soriaal geneeskundig onderzoek." Het mooiftter-procea der auto bandieten. Gistermiddag te drie uren begon de pro< cureur-generaal Fabre zijn requisitoir. Hij sprak met groote duidelijkheid en eenvou dige kracht, zonder oratorisch effectbejag en maakte daardoor te meer indruk. Hij stelde eerst in het licht dat de ban dieten met de anarchistische leer de ergste moorden en diefstallen meenden te kunnen dekken. Hij behandelde daarna eerst den aanslag in de Ordenerstraat, dan den dub belen moord te Thiais en zal heden, Woens dag, voortgaan. S. Springveld, loodgieter, te Haarlem. A Hes, koopman en oommissionnair in groenten, te Amsterdam. H. Kamp, rijwielhandelaar, te Groningen. Geëindigd ia het faillissement van Th.' Go emails, bloemkweeker, te Noordwijker- hout. Faillissement G. O. O. J. Reeser Jr. Men meldt uit Haarlem aan „De Tel."l Te Haarlem is gefailleerd de heer G. O. C. Reeser Jr lid der firma Reeser en Co., een bekend handelsman aldaar, dio talrijke connecties in het binnen- en buitenland on derhield. Het faillissement moot ove een zeer belangrijk bedrag loopen. {Nadruk verboden). 16. TJ is geen Franschman, zei-do Lau rent, u spreekt met een Engol&chen .tongval Ik ben in Frankrijk geboren, maar in 'Amerika opgevoed. Toen Laurent bleef zwijgen, vroeg de onbekende Heeft mijnheer de graaf mij nog iets te zeggen? Neen. Vaarwel. De onbekende boog en verwijderde zich. Een rijtuig wachtte in de Brusselsctie straat, hij stapte er in en reed naar het huis van Bertignolles. Romain Goux dio onzen lezers zeker reeds herkend hebben, braebt zijn meester verslag uit omtrent zijn zending en zeide ten elotte 1 Hier is de brief, dien de graaf mij gelast heeft, aan zijn broodier te overhan digen. Bertignolles opende de enveloppe: De brief bevatte 6techts deze woorden: Wanneer j*9 ooit behoefte hebt aan mijn leven, neem het. Die brief zegt niets, sprak Bertignol les. De markies mag hem ontvangen, hij zal toch niet begrijpen wat zijn broeder bedeelt. Ge kunt hem verzenden. Toen Bertignolles alleen was, wreef hij zich vergenoegd de handen. Laurent de Soulaimes onteerd. Over twee maanden zal de markies in staat van faillissement vorkeeren. De deuren zijn ge opend. J enny kan er binnentreden oa Laurent zal geen moeilijkheden in den weg kunnen leggen. Romain uoux was nauwelijks naar zijn kamer teruggekeerd of een bediende bracht Bertignolles een visitekaartje. Toen hij den naam las, krulde een glim lach zijn lippen. Laat mijnheer De Soulaimes binnen komen, beval hij. Het was inderdaad Laurent. Hij trad binnen, boog voor Bertignolles en bleef staan. Het was aan zijn bleek ge laat te zien, hoe ontroerd hij was. Hij had op de club kennis met Bertig nolles gemaakt, deze scheen veel belang in hem to stellen on had hem die betrek king van mijndirecteur aangeboden. Steeds had hij hem de meeste achting en vriend schap betoond, maar nu hij wist wat er op do club was voorgevallen, hoe zou hij hem nu ontvangen? Mijnheer Bertignolles, u weet alle»? eeide het jonge mensoh. Ja, zeide de vader van Jenny lako- niek. Het is een zeer pijnlijke stap, dien ik bij u kom doen. Ik weet, dat ik het ver trouwen, dat u in mij etelt, onwaardig ben, maar toch heb ik mij met hart e>i ziel aan het bestuur over uw mijn gewijd en heb uw belangen met de grootste nauw gezetheid behartigd. Dat weet ik. Ik bon zonder vermogen en ik kom u fsmeeken, mijnheer Bertignolles, om mij na het schandaal op de club, dat slechts hrt werk van een lagen onbekenden vijand is, niet uw vertrouwen te ontnemen en mij mijn betrekking te latoa blijven bekleeden. Bertignolles dacht een oogenblik na Hij begreep, dat het jonge mensoh in zijn macht was en hij wilde hiervan zooveel mogelijk partij trekken. Mijnheer De Soulaimes, zeide hij, sta mij in de eerste plaats toe u te dooa opmerken, dat u getoond heeft weiu.g vertrouwen in mij te stellen. Waarom heeft u mij niet bekend, dat u die speel schuld had? Ik sou u die honderd duizend francs volgaarne geleend hebben, en ik biod ze u zelfs nu nog aan. Ol heb dank, mijnheer, hartelijk dank, zeide Laurent, getroffen door dit edelmoedige aanbod, maar gelukkig kan ik het hoofd fier opheffen, de aohuli ia reeds betaald. Zoo, heeft iemand u reeds aan het geld geholpen? Ja, mijn broeder. Bertignolles glimlachte even. Laten wjj er dan niet verder over ■preken, maar onthoud) de les, die gij ge kregen hebt. Evenwel moet ik u zeggen, dat het schandaal, waarbij uw naam be trokken ia, mij in groot* verlegenheid brengt. De mijn, waarover ik u het bestuur heb opgedragen, is zeer belangrijk. Aan het hoofd daarvan moet een man staan, op wien niets is aan te merken en die het zedelijk overwicht beat over de talrijke werklieden het bewind te voeren. Begr.jpt u dat Helaas t Ik stel veel belang in u heb het goede met a voor, znaar toch moet ik a bekennen, dat mijn eerste gedachte was, u van uw betrekking te ontheffen. Weet u, wat mij daarvan weerhouden heeft? Ik weet het niet, antwoordde Lau rent, dio weer hoop begon te koesteren. Bertignolles wilde voortgaan, maar juist werd de deur der kamer geopend en Jenny stak het hoofd naar binnen. Mag ik binnenkomen, vader? vroeg Jenny Kom binnen, mijn kind. Do schoono Jenny trad binnen. Zij had gehoord, dat de graaf bij haar vader was, en al» een verwend kind, dat nooit ee«uge berisping heeft te duchten, was zij ter stond daarheen gesneld, waar het voor werp van haar liefde was. Zij kuste Bertignolles en groette Lau rent met een bekoorlijken glimlach. Hij was zeer kalm. Vermoedde bij dan niet, welk een storm er in haar binnenste woedde Hij beantwoordde haar groet met een koele buiging. Haar blik scheen te vragen? Waarom is hij hier gekomen? Betreft het mij? Weet hij, dat ik hem bemin? Zal zijn koelheid dan eindelijk een« wijken en, wanneer hij mij bemint, moet ik hem dan doen begrijpen, dat mgn rijkdom ons ge luk niet in den weg staat? Bertignolles, die den vragend en blik van •zijn dochter zeer goed begrepen had, gai haar een wenk, dio zooveel wilde zeggen als: Ondervraag hem zelf; mot je vrou welijke scherpzinnigheid zult ge spoedig de waarheid vernemen. Jenny verstond dien wenk en aangemoe digd door de tegenwoordigheid van haar vader, stak zij Laurent de hand toe. Ik ben verheugd, u te zien, mijnheer, »ed tij, ik heb van mijn vader verno men, dat gij de mijn uitmuntend bestuurt en dat gij vooral goed zijt voor de mijn werkers. Dat bewonder ik in u. Ik doe niet meer dan mijn plicht, me juffrouw, en verdien dlaarvoor zooveel lof niet. Maar benevens dien lof heb ik u ook nog verwijten te doen. Verwijten, mejuffrouw? Mijn vader heeft u meermalen op orze soirées genoodigd. Een enkele maal i» u gekomen, maar in den laatsten tijd heeft u ons huis gemeden. Toch weet ge w«'l, dat mijn vader veel vriendschap voor 11 heeft. Het is niet goed van u, dat ge uw vrienden zoo verwaarloost. Ik ben minder te laken, dan gij wel licht denkt, mejuffrouw, maar geloof mij, dat ik zeer gevoelig ben voor een verwijt van u. Galanterie, zei zij, terwijl zij d« schouders ophaalde. Ik ben zeker, dat u voort zal gaan met ons te ontvluchten. Waarom meent u daar zeker van te zijn, mejuffrouw? De afstand, die ons scheidt... Ik spreek openhartig, mijnheer De Soulaimev. Ik zeg altijd wat ik denk. Men heeft mij niet geleerd te veinzen, en ik ben evenmin gewoon aan de verfijnde manieren lor wereld, waartoe u behoort. Ik spreek zoo als mijn hart bet mij ingeeft. Verbaas a daarover niet en denk daarom geen kwaad van. mij. ^Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5