No. 1625*7.
LEIBSCH DAO-HLA®, Wosiisdag* 1© Pebs.'unri. Tweede Blad.
Anno 1913.
Buitenlandseh Overzicht.
Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
Uit de „Staatscourant".
Faillissementen.
FEUILLETON.
"Wi-aal*.
De Duitsche legerplaimen zijn als de stok
in het hoenderhok, die den vrede op 't ge
heel onverwachte oogenblik komt versto
ren. Het is toch altijd van Duitsche zijde,
dab zulke verrassingen komen.
In Frankrijk, we meldden dit reeds, is
uien nu ook bedacht op versterking der weer
macht.
Ook in Engeland houdt de pers zich met
deze quaestie bezig. Zoo schrijft de „Mor
ning Post": Frankrijk heeft reeds een
bondgenoot in Rusland. Met Engeland zou
een bondgenootschap gesloten kunnen wor
den.
De Fransche staatslieden zullen dan even
wel aan Engeland vragen of het genoeg
strijdkrachten bezit om het evenwicht, dat
verbroken dreigt te worden, te herstellen,
of het die strijdkrachten voor dat doel zou
willen gebruiken en of het dat tijdig zal
kunnen doen.
Engeland zal die vragen spoedig en be
slist moeten beantwoorden, want de Duit
sche legeraitbreiding zal binnen enkele
maanden een feit zijn.
Dat antwoord zal over de toekomst van
Europa en over die van Engeland beslissen.
Nu de jongverloofden in het Duitsche kei
zershuis Berlijn met een bezoek hebben ver
eerd, zal de familie, van prins Ernst August
een beurt krijgen Vermoedelijk nog aeze
week gaan de prins met zijn verloofde naar
Gmiinden. De keizerin zal met hen meegaan
naar den hertog van Cumberland.
In de Portugeeoche Kamer is een wets
ontwerp in behandeling, om Lissabon
tot v r ij h a v e n te verklaren,
welk plan grootcn tegenstand ontmoet bij
•den groothandel. Verschillende afgevaar
digden hebben gepoogd, hét ontwerp te
doen verzenden naar die commissie voor
handel en industrie om een onderzoek in
te stellen, waardoor de bespreking voor
onbepaalden tijd sou worden uitgesteld.
Dit is niet gelukt; reeds zijn de algemeene
beschouwingen afgeloopen en zijn de mees
te artikelen aangenomen.
De Hongaarsche afgevaardigde Desy had
van minister-president Lukacs veel leelrke
dingen gezegd. Met heel veel omhaal ging
hij betoogen dat Lukax» eigenlijk een op
lichter was, nog wel een oplichter van asn
Staat. Zoo ver was het dus gekomen met
Eijn strijd tegen de regeering.
Maar Lukaos liet zich dit niet aanleunen
•n ma akte er een rechtzaak
an, Desy heeft het loodje moeten leg
gen. Een flink straf je is zijn belooning ge
weest, Eén maand zal hij moeten „brom
men" en bovendien nog 400 kronen boete
betalen.
De Senaat heeft het immigratie-
wetsontwerp, waarbij ongeletter-
óen de toegang tot de Ver. Staten wordt
ontzegd, in tweede lezing met 72 tegen 13
stemmen aangenomen. Niettegenstaande
Taft's vet-o zal getracht worden het ont
werp nogmaals door het Huis van Afge
vaardigden te doen aannemen.
In Mexico kan het misschien nu wat rus
tiger worden, want M^^ero is afgetreden.
Er is anders flink huis gehouden.
Een telegram uit Mexico (stad) over Vera
Cruz verzonden zegt, dat bijna geen enkele
wijk der stad niet te lijden heeft gehad van
het bombardement. Honderden gebouwen
zijn beschadigd. Men gelooft dat er 2000
dooden en 8CO0 gowonden zijn. Hoopen lij
ken worden in karren buiben de stad gere
den en daar verbrand.
/erder biedt het buitenland weinig, wat
nog de moeite loont om te vermelden. Al
leen nog een uitlating van generaal Hert
zog. In de Engelsohe en in de pro-Botha-
per» wordt deze strijder voor het Hol-
Jandsch element in Zuid-Afrika, zooals te
begrijpen valt, sterk aangevallen. En voor
al wordt gewerkt met de bewering, dat hij
Zuid-Afrika een zelfstandig rijk wil doen
worclên.
Welke de opinie is van Hertzog blijkt uib
de antwoorden, die hij op een reeks vragen
heeft gegeven en die ingaan tegen de diver
se beweringen Hij heeft gezegd, dat hij
Zuiid-Afrika niet van het Brifsche Rijk
wenschb los te maken, maar dab de vraag
of behoud van het rijksverband voor heb
welzijn van al de deelen van het rijk van
de hoogste noodzakelijkheid is, niet onvoor
waardelijk bevestigend kan worden beant
woord.
Staatsbeg rooting voor 1913.
De heer Van Deventer zei in de
gisteren gehouden zitting vreugdevol ge
stemd t* zijn voor de concentratie. Spr.'s
partij is vóór Staatsbemoeienis, waar noo-
dig, doch steeds ook voor ontplooiing der
vrije krachten in de maatschappij. "Veel
komt aan op de uitvoering van het begin
sel der Staatsbemoeiing. Niet in Zendings-
oonferenties moet beslist worden waar de
Zending in Indië moet optreden. In Mo
hammedaansche streken wil spr. niet an
ders dan Mohammedaansche of neutrale
scholen.
Spr. ontkent het bestaan eener partij in
India, dio de Mohammedaansche gevoelens
prikkelt, en acht dus de beschuldiging, dat
hij die partij steunde, waardeloos, waarna
hij de Indische pers verdedigde tegen de
op haar geoefende critiek.
De heer Van P a 11 a n d t vraagt wat
het systeem der Regeering is in/zake d!e
toelating van vreemd kapitaal. Den Min.
van Koloniën is dit kapitaal welkom, Min.
Talma wil het niet in de Maasvelden.
Spr., die bij de algemeene beschouwin
gen voor de eerste maal het woord heeft,
stelt tegenover het bidden van R.-K. voor
de Regeering het feit, dat ia een verkie-
zmgsocsurant te Ommen werd aangeraden
te bidd'en, dat de coalitie-candidaat niet
gekozen werd.
Hij dankt do Regeering voor de subsidies
voor de aanetclling van Herv. predikan
ten.
De Minister van Binnenland
se h e Zaken bestreed in zijn dupliek,
dab bij de Regeering de zucht heerschb om
scheiding in het volk te brengen, zeide
vervolgens, dat minister Talma is tegen
gewerkt en dat men dus het recht mist
hem gemis aan ernst te verwijten.
De Min. verdedigt de houding der Re
geering inzake ontslag van huwende onder
wijzeressen en inzake de eedskwestie. Van
de actie der linkerzijde, die bij herstem
ming moet leiden tot coaliseering van vrij
zinnigen en Goc.-dem., verwacht spr. als
resultaat een veiwrarden politieken toe
stand.
De beslissing omtrent de toelating van
vreemd kapitaal hier en in Indic moet van
de omstandigheden afhangen.
Van de toelating van Chr. scholen in
Mohammedaansche streken verwacht de
Min. geen moeilijkheden.
De algcmeene beraadslagingen worden
gesloten.
Hoofdstuk II (Hooge Colleges van Staat)
wordt, diaarna zonder debat en z. h. s. aan
genomen.
Bij de algemeene beraadslagingen over de
J ustitiebegr ooting
drong de heer P e 1 i n c k er op aan, dat
zoo weinig mogelijk gebruik worde gemaakt
van het instit -t der plaatevervangers bij
de rechtscolleges en bestreed hij verheffing
van de rechtbank te Breda tot een reeh
bank 1ste klasse. Voorts pleitte hij voor af
schaffing of vergemakkelijking van heb exa
men voor griffie- of parketklerk.
De heer Van dor Feltz vraagt een
regeling, waarbij van Rijkswege aan den
procureur in een onderhouds-procerlure
krachtens de web op liet onderzoek naar I
het vaderschap zijn noodzakelijkste onkos- j
ten worden vergoed.
De heerV an Voorst tot V oorst
dringt aan op een onderzoek naar de voe
ding der gevangenen, die te weinig avond
brood krijgen, en de positieverbetering van
de onderwijzers bij de gevangenissen.
De heer VanNierop vraagt of de va
cature van Minister van Justitie zal worden
vervuld.
De heer Verheijen vraagt positiever
betering voor de inspecteurs der Bijksveld-
wachb.
De Minister van Binnenland
se h e Z a k e n, a. i. Minister van
J ustitie, zal zich over de voeding der
gevangenen doen inlichten. Tot verbetering
van de positie der gevangenis-onderwijzers
kan de Minister geen toezegging doen. Die
der rijksveldwacht-inepecteurs zullen bij
de volgende begrooting worden geregeld.
Naa r der exam en-eisohen - oor heb klerken-
examen wordt een onderzoek ingesteld.
Omtrent de Vervulling der vacature van
Minister van J pst it ie kan de Minister thans
niets zeggen, noch in het geheim, nooh in
het openhaar
Nadat de heer V an Ni erop nog ge
zegd heeft, dat de premier genoeg vertrou
wen moest hebben om tot de benoeming van
een definitieven Minister te doen overgaan
en de Minister »ijn standpunt hand
haafde, er op wijzende, dat, met het oog
op de aanstaande verkiezingen, het minis
terschap tijdelijk zou zijn, althans in relatie
ven zin, wordt de Jugtitie-begrooting z. h. r
aangenomen.
De Financiö n-b egrootin g, zoo
mede die voor het Staatsmuntb e-
d r ij f en van het hoofdstuk Onvoorzie
ne U i t g a v e n, werd aangenomen na een
opmerking van den heer Fr ansae n over
de verwerping van het ontwerp voor een
lVden predikant te Rotterdam, en nadat de
Minister van Financiën er op
gewezen had, dab de aanvragen om predi-
kantssubsidiën voor Feijenoord en Schoten
ge-Vemerd zijn, er aan toevoegende, dat een
wettelijke regeling der predi kaatst rakte-
meviten liiet nóodig is.
Bij de
Wftterstaatsbegrootin g
bepleit de heer Kraua opnieuw de wen-
eohelijkheid, óm van Rijkswege beslag te
leggon op de gronden, dio noodig zijn voor
uitbreiding der sluitwerken te ÏJmuiden.
Spr. dringt aan op spoed met de onteige
ningswet, los van e enige aan Amsterdam te
stellen voorwaarden ver evontueele bijdra
gen. De eisch van een bijdrage van 40 pCt.
acht spr. overdreven.
Heden elf uren voortzetting.
I n v a 1 i d i tc i t s. en O u der dom s-
verzekering.
Minister Talma verdedigde gisber-
namiddag het Regeer ingss te Iscl van artikel
62 tegenover het door den heer Borgesiue
voorgestane systeem.
Bij repliek trok de lieer Patijn zijn
amendement op art. 62a, dat door den Mi
nister niet principieel bestreden was, in,
den Minister toegevende, dat het inderdaad
heter is,, eerst de werking van do wet nog
oens af te wachten.
Do heer Duys bestrijdt het amende-
-ment.Patija tot vcrliooging van de ouder
domsrente.
Na dupliek van den Minister trok de
heer Troub zijn amendement in, omdat
hem voldoende gebloken was, dat zijn denk
beeld, om met premiebetaling na den 70-
jarigen. leeftijd te eindigen, geen instem
ming vindt.
liet ccaig overgebleven amendement.
Patijn (tot veerhooging van den maatstaf der
ouderdomsrente) wordt hierop verworpen
mot 59 teg.n 13 stemmen.
Het Regeeiingsarti kei en eenigo verdere
artikelen worden goedgekeurd.
Op aTiikcl 65 (afwijzing van het verzoek
om inval iditcitsrente, wanneer de oorzaak
van de invaliditeit in verband staat met
misdrijf) verdedigt de heer Duys een amen
dement. om mogelijk te maken, dat op een
dergelijke afwijzing terug kan worden ge
komen.
Nadat de Minister het bestreden en
de heer Soha per het weer verdedigd had,
trok do heer Duys het ten slot be in.
Het Regeeringsartikel wordt goedgekeurd.
Bij art. 67 (woezenrente) verdedigt de heer
Duys een amendement om pleegkinderen
gelijk te stellen met wettige en wettelijk
erkende kinderen.
Na bestrijding door den Minister bracht
de heer Duys een wijziging er in aan,
waardoor bepaald wordt, dat pleegkinderen
minstens een jaar in het gezin moeten zijn,
voor de uitkeoring der rente ingaat.
De verdere behandeling van liet artikel
wordt aangehouden, opdat do Minister zich
nader kan beraden en de vergadering ver
daagd tot heden olf uren.
Bij Kon. besluit is aan V. J. H. J. M.
Schoffelen, op verzoek met ingang van 1
Maart a. s. eervol ontslag verleend als bur
gemeester van Jabeek;
is aan den adjunct-administrateur bij de
artilloriednrichfcingeu J. A. van der Ploeg
op verzoek met ingang van 1 Maart eervol
ontslag uit die betrekking verleend;
is benoemd tot kantonrechter te Z alt bom
mel mr. J. J. Rergsma Thzn., thans substi
tuut-griffier bij de arrondissementsrechtbank
to Dordrecht; tot griffier bij do arrondisse
mentsrechtbank to "Winschoten mr. dr. C.
H. Baalo, "thana substituut-griffier bij do
arrondissementsrechtbank te Amsterdamtot
raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam
mi'. L. Ph. J. Hooffclman, thans vioe.prosi-
dent der arrondisscments-rcohtbank, aldaar;
is bencèmd tot notaris binnen het arron
dissement 's-Hertogenbosch, ter standplaat©
Uden, M. W. van Kemenadc, candidaat-no-
taiis t9 Apeldoorn; tot notaris binnen het
arrondissement "Winschoten, tor standplaats
Nieuwe.Pekela, J. W. Bolt, thans notaris
te Ezingc.
interaatiouale feestelijke studenten
bijeenkomst.
Men schrijft aan „Do N. Crt.":
Blijkens een mededeeling in de laatete
„Minerra" wm op 9 Februari j.l. aan toe
zeggingen voor de I. F. S.-B. ontvangen:
Waarborgfonds f 1250, gewone bijdragen
f 2785. Studenten hadden hiervan bijge
dragen: f 400, gewone bijdragen f 1535.
Wanneer men bedenkt, dat het plan nu
ruim anderhalve maand bekend is, sinds
de verschijning van het rapport in de
groot® en in de studentenpera besproken,
dat in de laatste weken systematisch wordt
gewerkt om toezeggingen van 6tudenten
te ontvangen, dan is dit resultaat met
zeer gunstig. Uit openbare vergaderingen,
in sommige academies te eten gehouden, uit
uitlatingen, o.a. in de studentenper» ver
nomen, is gebleken, dat de plannen niet
zóó ingeslagen hebben bij de meerderheid
der Nederlandsche studenten, ah men in
December hoopte.
Verschillende redenen zijn ter verklaring
van dit feit aan te geven, vooreerst de on
zekere internationale toe-stand, die maakt,
dat in de meeste landen de meeste aan
dacht wordt geschonken aan eigen zaken
in eigen kring van nationaal belang; dan
de nationale feesten in dit jaar, waarbij
men officieel uitgenoodigde vreemde stu
denten misplaatst vindt, zij het dan ook,
dat zij voor een ander doel hierheen ko
men; vervolgens de groote kosten, die
zelfs een beperkter plan dan het voorge
stelde niet alleen aan voorbereiding, maar
ook aan uitvoering zelf, zal veroorzaken
en dio een groot be«zwaar zijn en blijven
voor de minder bemiddelden onder de Ne-
derlandsche Btudenten, om eventueel aan
de bijeenkomst zelf deel te nemen; einde
lijk de onzekerheid omtrent de opening in
dit jaar van de Academie van Internatio
naal recht in Den Haag; juist de opening
van deze academie, die dan voor een uit
stekend geschikt gehoor van jongeren zou
kunnen plaats hebben, is een van de voor
naamste omstandigheden geweest, die den
8toot tot de I. F. S.-B.-plannen hebben ge
geven.
Samenvattend moet sine ira et studio
de slotsom worden getrokken, dat de
belangstelling der Nederlandsche studen
ten op dit oogenblik naar andere belangen
uitgaat dan naar dit plan; zij 13 tot heden
met vo1 oeicie geweekt om van dit plan
het eerste in die richting, dat alleen bij
zekerheid van slagen mag worden uitge
voerd, wil het Nederland niet meer kwaad
dan goed doen het welslagen te durven
voorspellen; immers een derg. onderne
ming moet door de levendige, actieve sym
pathie van de betrokkenen gedragen en
voortgestuwd worden.
Het is te hopen, dat de toestand alsnog
anders wordt in de paar weken, dio nog
verloopen moeten, vóórdat definitief be
slist moet worden, of de studentenbijeen
komst plaats kan hebben. Mocht dan vast
staan, dat do ware luöt om het plan door
persoonlijke medewerking te laten slager*
ontbreekte, dan zal het verstandiger zijn
het voor het oogenblik op te geven la
ter weer eens te probeeren.
Rijks Marinewerf.
Op de Rijks werf te Willemsoord is het
navolgende besluit van den Minister van
Oorlog ad int. Minister van Marine ter ken
nis gebracht van de werklieden aldaar:
„In verband met de noodzakelijkheH eer
lang een groot aantal werklieden van het
vak van scheepsbouw bij 's Rijks werf to
Amsterdam te ontslaan, ligt het in mijn
voornemen, de bij 's Rijks werf onder uw
beheer ontstaande vacaturen zooveel moge
lijk te bezetten door overplaatsing vi per
soneel van daar dat anders voor ontslag
in aanmerking zou komen.
Ik heb de eer u te verzoeken mij een op
gave te doen toekomen van de qualiteiten
en de daarin voor voorgenomen ontslag als
anderszins ontstaande vacatures, ten einde
uw ambtgenoot te Amsterdam in de gele
genheid te stellen mij de vereischte voor
stellen tot overplaatsing te doen.
Ten einde de overplaatsing van werklie
den boven de 40 jaren van 's Rijks werf
te Amsterdam naar uw directie te bevorde
ren, om daardoor het ontslag dier werklie
den zooveel mogelijk te ontgaan, wensch ik
indien in den loop van dit jaar de noodzake
lijkheid van ontslag van personeel aldaar,
mocht blijken, de navolgende maatregelen
voor 's Rijks werf onder uw beheer te tref
fen:
a. als maatregel van bestuur oa.n hen, die
in het tijdvak tussehen 1 April 1913 en ulti
mo Maart 1914 den leeftijd van 60 jaren be
reiken, een eervol ontslag te verleenen, met
den dag, volgende op dien, waarop de zes
tigjarige leeftijd wordt bereikt; b. aan hen,
die den 20-jarigen dienst missen, doch meer
dan 10 jaren dienst hebben, vóór het berei
ken van den 60-jarigen leeftijd in het onder
a genoemde tijdvak, wegens maatregel van
bestuur een eervol ontslag te verleenen en
voor ontslag in oanmerking te doen komen
c. hen, die reeds in het genot zijn van pen
sioen ten laote van den Staat of van 's Riiks
overzeesche bezittingend. hen, die ter zake
van ongeschiktheid, aanspraak op pensioen
kunnen doen gelden, na ondergaan commis
soriaal geneeskundig onderzoek."
Het mooiftter-procea der auto
bandieten.
Gistermiddag te drie uren begon de pro<
cureur-generaal Fabre zijn requisitoir. Hij
sprak met groote duidelijkheid en eenvou
dige kracht, zonder oratorisch effectbejag
en maakte daardoor te meer indruk.
Hij stelde eerst in het licht dat de ban
dieten met de anarchistische leer de ergste
moorden en diefstallen meenden te kunnen
dekken. Hij behandelde daarna eerst den
aanslag in de Ordenerstraat, dan den dub
belen moord te Thiais en zal heden, Woens
dag, voortgaan.
S. Springveld, loodgieter, te Haarlem.
A Hes, koopman en oommissionnair in
groenten, te Amsterdam.
H. Kamp, rijwielhandelaar, te Groningen.
Geëindigd ia het faillissement van Th.'
Go emails, bloemkweeker, te Noordwijker-
hout.
Faillissement G. O. O. J.
Reeser Jr.
Men meldt uit Haarlem aan „De Tel."l
Te Haarlem is gefailleerd de heer G. O.
C. Reeser Jr lid der firma Reeser en Co.,
een bekend handelsman aldaar, dio talrijke
connecties in het binnen- en buitenland on
derhield. Het faillissement moot ove een
zeer belangrijk bedrag loopen.
{Nadruk verboden).
16.
TJ is geen Franschman, zei-do Lau
rent, u spreekt met een Engol&chen
.tongval
Ik ben in Frankrijk geboren, maar in
'Amerika opgevoed.
Toen Laurent bleef zwijgen, vroeg de
onbekende
Heeft mijnheer de graaf mij nog iets
te zeggen?
Neen. Vaarwel.
De onbekende boog en verwijderde
zich. Een rijtuig wachtte in de Brusselsctie
straat, hij stapte er in en reed naar het
huis van Bertignolles.
Romain Goux dio onzen lezers zeker
reeds herkend hebben, braebt zijn meester
verslag uit omtrent zijn zending en zeide
ten elotte 1
Hier is de brief, dien de graaf mij
gelast heeft, aan zijn broodier te overhan
digen.
Bertignolles opende de enveloppe:
De brief bevatte 6techts deze woorden:
Wanneer j*9 ooit behoefte hebt aan
mijn leven, neem het.
Die brief zegt niets, sprak Bertignol
les. De markies mag hem ontvangen,
hij zal toch niet begrijpen wat zijn broeder
bedeelt. Ge kunt hem verzenden.
Toen Bertignolles alleen was, wreef hij
zich vergenoegd de handen.
Laurent de Soulaimes onteerd. Over
twee maanden zal de markies in staat van
faillissement vorkeeren. De deuren zijn ge
opend. J enny kan er binnentreden oa
Laurent zal geen moeilijkheden in den weg
kunnen leggen.
Romain uoux was nauwelijks naar zijn
kamer teruggekeerd of een bediende
bracht Bertignolles een visitekaartje.
Toen hij den naam las, krulde een glim
lach zijn lippen.
Laat mijnheer De Soulaimes binnen
komen, beval hij.
Het was inderdaad Laurent.
Hij trad binnen, boog voor Bertignolles
en bleef staan. Het was aan zijn bleek ge
laat te zien, hoe ontroerd hij was.
Hij had op de club kennis met Bertig
nolles gemaakt, deze scheen veel belang
in hem to stellen on had hem die betrek
king van mijndirecteur aangeboden. Steeds
had hij hem de meeste achting en vriend
schap betoond, maar nu hij wist wat er
op do club was voorgevallen, hoe zou hij
hem nu ontvangen?
Mijnheer Bertignolles, u weet alle»?
eeide het jonge mensoh.
Ja, zeide de vader van Jenny lako-
niek.
Het is een zeer pijnlijke stap, dien ik
bij u kom doen. Ik weet, dat ik het ver
trouwen, dat u in mij etelt, onwaardig
ben, maar toch heb ik mij met hart e>i
ziel aan het bestuur over uw mijn gewijd
en heb uw belangen met de grootste nauw
gezetheid behartigd.
Dat weet ik.
Ik bon zonder vermogen en ik kom u
fsmeeken, mijnheer Bertignolles, om mij na
het schandaal op de club, dat slechts hrt
werk van een lagen onbekenden vijand is,
niet uw vertrouwen te ontnemen en mij
mijn betrekking te latoa blijven bekleeden.
Bertignolles dacht een oogenblik na
Hij begreep, dat het jonge mensoh in zijn
macht was en hij wilde hiervan zooveel
mogelijk partij trekken.
Mijnheer De Soulaimes, zeide hij,
sta mij in de eerste plaats toe u te dooa
opmerken, dat u getoond heeft weiu.g
vertrouwen in mij te stellen. Waarom
heeft u mij niet bekend, dat u die speel
schuld had? Ik sou u die honderd duizend
francs volgaarne geleend hebben, en ik
biod ze u zelfs nu nog aan.
Ol heb dank, mijnheer, hartelijk
dank, zeide Laurent, getroffen door dit
edelmoedige aanbod, maar gelukkig
kan ik het hoofd fier opheffen, de aohuli
ia reeds betaald.
Zoo, heeft iemand u reeds aan het
geld geholpen?
Ja, mijn broeder.
Bertignolles glimlachte even.
Laten wjj er dan niet verder over
■preken, maar onthoud) de les, die gij ge
kregen hebt. Evenwel moet ik u zeggen,
dat het schandaal, waarbij uw naam be
trokken ia, mij in groot* verlegenheid
brengt. De mijn, waarover ik u het bestuur
heb opgedragen, is zeer belangrijk. Aan
het hoofd daarvan moet een man staan,
op wien niets is aan te merken en die het
zedelijk overwicht beat over de talrijke
werklieden het bewind te voeren. Begr.jpt
u dat
Helaas t
Ik stel veel belang in u heb het
goede met a voor, znaar toch moet ik a
bekennen, dat mijn eerste gedachte was,
u van uw betrekking te ontheffen. Weet
u, wat mij daarvan weerhouden heeft?
Ik weet het niet, antwoordde Lau
rent, dio weer hoop begon te koesteren.
Bertignolles wilde voortgaan, maar juist
werd de deur der kamer geopend en Jenny
stak het hoofd naar binnen.
Mag ik binnenkomen, vader? vroeg
Jenny
Kom binnen, mijn kind.
Do schoono Jenny trad binnen. Zij had
gehoord, dat de graaf bij haar vader was,
en al» een verwend kind, dat nooit ee«uge
berisping heeft te duchten, was zij ter
stond daarheen gesneld, waar het voor
werp van haar liefde was.
Zij kuste Bertignolles en groette Lau
rent met een bekoorlijken glimlach.
Hij was zeer kalm. Vermoedde bij dan
niet, welk een storm er in haar binnenste
woedde
Hij beantwoordde haar groet met een
koele buiging.
Haar blik scheen te vragen?
Waarom is hij hier gekomen? Betreft
het mij? Weet hij, dat ik hem bemin? Zal
zijn koelheid dan eindelijk een« wijken en,
wanneer hij mij bemint, moet ik hem dan
doen begrijpen, dat mgn rijkdom ons ge
luk niet in den weg staat?
Bertignolles, die den vragend en blik van
•zijn dochter zeer goed begrepen had, gai
haar een wenk, dio zooveel wilde zeggen
als:
Ondervraag hem zelf; mot je vrou
welijke scherpzinnigheid zult ge spoedig
de waarheid vernemen.
Jenny verstond dien wenk en aangemoe
digd door de tegenwoordigheid van haar
vader, stak zij Laurent de hand toe.
Ik ben verheugd, u te zien, mijnheer,
»ed tij, ik heb van mijn vader verno
men, dat gij de mijn uitmuntend bestuurt
en dat gij vooral goed zijt voor de mijn
werkers. Dat bewonder ik in u.
Ik doe niet meer dan mijn plicht, me
juffrouw, en verdien dlaarvoor zooveel
lof niet.
Maar benevens dien lof heb ik u ook
nog verwijten te doen.
Verwijten, mejuffrouw?
Mijn vader heeft u meermalen op orze
soirées genoodigd. Een enkele maal i» u
gekomen, maar in den laatsten tijd heeft
u ons huis gemeden. Toch weet ge w«'l,
dat mijn vader veel vriendschap voor 11
heeft. Het is niet goed van u, dat ge uw
vrienden zoo verwaarloost.
Ik ben minder te laken, dan gij wel
licht denkt, mejuffrouw, maar geloof mij,
dat ik zeer gevoelig ben voor een verwijt
van u.
Galanterie, zei zij, terwijl zij d«
schouders ophaalde. Ik ben zeker, dat
u voort zal gaan met ons te ontvluchten.
Waarom meent u daar zeker van te
zijn, mejuffrouw?
De afstand, die ons scheidt... Ik
spreek openhartig, mijnheer De Soulaimev.
Ik zeg altijd wat ik denk. Men heeft mij
niet geleerd te veinzen, en ik ben evenmin
gewoon aan de verfijnde manieren lor
wereld, waartoe u behoort. Ik spreek zoo
als mijn hart bet mij ingeeft. Verbaas a
daarover niet en denk daarom geen kwaad
van. mij.
^Wordt vervolgd).