No. 16253.
XiEXBSGH DAGBLAD, Vrijdag* 14 Februari. Tweede Blad. Anus j 3.
Buitenlandseh Overzicht.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Wraak.
De datum voor do algemeen© werk-
fetakinginBelgië is dus vastgesteld.
14 April a.s. zal dit grootste conflict in
handel en industrie beginnen. Nog vetel zal
er moeten gebeuren, voor alles voorbereid
is. Men heeft hier to lande al kunnen
merken, dat er maatregelen worden getrof
fen. Vele s ooiaal democraten en aanhangers
der moderne vakbeweging, hebben zich reeds
bereid verklaard kinderen dor stakenden te
verzorgen.
Toch is er nog gepoogd den datum te.
Vervroegen. De afgevaardigden van Char
leroi hebben zich alle moeite -gegeven om
gedaan to krijgen, dat de datum van - het
jaarlijksche partijcongres zou worden ver
vroegd en bepaald op 23 Febr: en" dat de sta
king zou worden uitgeroepen op 3 Maart. Dit
voorstel werd echter met algemeen? stemmen
op negen na verworpen.
Een voorstel om de staking op 31 Maart
te beginnen wercl eveneens verworpen.
Vervolgens werd met algemoene stemmen
(die van de gadelegeerden van Charleroi uit
gezonderd), de volgende motie aangenomen:
Het comité constateert, dat volkomen over
eenstemming bestaat met de socialistische
Kamerfractie, welke al het moge
lijke hoeft gedaan, om een ver
zoening bewerken, en dat de onverzette
lijkheid van de regeering de staking onver,
mijdèlijk maakt, zoodat de arbeiders wor
den uitgencodigd hun laatste maatregelen
te treffen ten einde op 14 April gereed te
Btaan.
Daarop las Vanderveldo een resolutie voor,
welke luide word toegejuicht, en waarin
o.a. verklaard wordt, dat men, alvorens zulk
een: hoogst ernstig besluit te nemen, alles
in hot werk had. gesteld, wat vereen igbaar
was met d© waardigheid der arbeidersklasse
om het uiterste te voorkomen. Maar niets
mocht baten: de regeering hoeft het oor ge
leend aan hen, die liaaT tot verzet dreven.
Onder di© omstandigheden restte den ar
beiders slechts één wettig middel: de al
gemeen© staking.
En dan worden de ai-bei dors opgewekt
zuinigheid t© betrachten: bereidt u voor op
de algemeene staking, door de staking van
het alcoholgebruik. Doordringt u er van,
vervolgd© Vander velde, dat het voor u er
op aankomt door uw kalmte, uw besliste hou
ding en uw zclfbeheersching te tooneo. dat
het waanzin ware u nor lannor het ver
langde recht te onthouden. Men zal trach
ten. u tot verzot uit te lokken. "Woest op
uw hoede. Men zal trachten oneenigheid
tusschen u te zaaien. Sluit u onverbrekelijk
aaneen. Op don vast.gestelden tijd moet do
staking door het geheele land aanvangen;
moge zij zijn: vreedzaam, geweldig, onweer,
staanbaar.
De regeering moet nu, volgens de geruch
ten, van plan zijn een bijzondere commissie
te benoemen om een mogelijke h. e r v o r-
ming der kieswetten te be-
etudeeren.
De minister van oorlog is druk in de weer
om maatregelen te nemen. De sociaal-demo
cratische afgevaardigde Caeluwaert heeft
Jiem hierover ondervraagd, doch ten ant
woord gekregen, dat het een maatregel van
administratieven aard betreft.
In de Belgische Kamer zou de minister
president iets vertellen over den interna
tionalen toestand. De leden moesten echter
beloven, dat ze daarvan in een geheime
zitting zou dit geschieden niets zouden
over vertellen. Ze beloofden het echter niet
en daarom moesten ze het zonder inlichtin
gen stellen.
De Berliinsohe oorrespondent van de
„Frankf. Ztg." meldt, dat het huwe-
1 ij k tusschen 's Keizers dochter en prins
Ernst August in de tweede helft van
Octob e r voltrokken zal worden.
Volgens andejen, zou het huwelijk reeos
tijdens julv'leumsfeesten gesloten worden.
Voor de verloofden Woensdag uit Karls-
ïuhe vertrokken, is er een ongeluk ge
beurd D auto van prins Ernst August
overreed een schooljongen van 16 jaar, die
uit een huis kwam gesproken en de auto
niet bad zien aankomen. Hü werd gevaar
lijk gewond. De prins hielp den jongen
zelf naar het ziekenhuis brengen en ging
daarna pas naar het station.
In Engeland heeft liet Hoogerhuis het
wetsontwerp op de scheiding
vankerkenstaatinWal esvèr-
worpen met 252 tegen 51 stemmen. De twee
bisschoppen, die in het Hoogerhuis zitting
hebben, behoorden tot de voorstemmers.
Eerst het home-rule-ontwerp, nu de Wel-
sche soheidingswetDe rem werkt kolossaal
Overste du Patty de Clam, wiens in-dienst-
stelling in het terrioriale leger den val van
Millerand veroorzaakte, is voorloopig voor
1 jaarvanzijnbevelonthev e n. Dit
is in overeenstemming met de verklaring
door minister Etienne in de Kamer afge
legd, dat met een onderzoek van deze zaak
zal worden aangevangén, en dat du Patty
de Clam loopende dit onderzoek geenerlei
militaire functie zal bekleeden.
Na het aftreden van Millerand hebben we
over deze kwestie een en ander meegedeeld
en zooals men zich zal herinneren, was heb
voornaamste bezwaar, dat hij na zijn terug
keer in dienst nog zijn meerderen aanviel
met lasterlijke praatjes en artikelen.
De gezondheidstoestand van den vroe
ge ren ministe r-p r esident van
Frankrijk, Combes, wekt in deu kring
der zijnen groote bezorgdheid, zoodat men
zelfs, met het oog op zijn boogen ouderdom
de senator is 77 jaar, het ergste
vreest.
Zweden begint ook mee te doen aan den
wedstrijd voor het bouwen van luchtschepen
-voor militaire doeleinden. Daar zijn de
plannen gereed, ze moeten echter nog
goedgekeurd, om eon luchtvloot te
bouwen. Hoe groot die wordt, wordt nog
niet gemeld, maar er wordt al vast begon
nen met tien watervliegtuigen en die moe
ten dan het volgend jaar gereed zijn. We
beklagen weer de belastingbetalers. Hoeveel
het zaakje kosten zal, wordt ook nog niet
meegedjhld, maar zoo heel weinig zal het
ongetwijfeld niet zijn.
Ook in de Yereenigde Staten is men dóór
de bouwkoorts aangetast; we hebben daar
op al meer gewezen.
De vlootcommissie uit het Huis van Af
gevaardigden heeft met 14 tegen 7 stemmen
besloten twee slagschepen, zes
torpedojagers en vier onder-
z e e-b o o t e n op de miimcbrgrooting
van dit jaar te brengen.
In Mexioo wordt nog gevochten, doch iets
belangrijks is er de laatste uren niet
geschied. President Taftachtdentoe-
stand zee rernstig,
Chili moet besloten hebben zijn k a-
nonnen voortaan niet meer in
Duitsch 1 an d tebestellen, en
wel omdat bij de laatste manoeuvres een
kanon gesprongen is
liet monster-proces der auto
bandieten.
Reeds is men tien dagen bezig met de
behandeling der geruchtmakende zaak. Aan
de „Tel wordt over het verhandelde ge
seind
Het verhoor der getuigen, die verklarin
gen kunnen afleggen over het gebeurde te
Montgeron en Chantilly, werd voor een tal
rijk publiek voortgezet. De heer Jean Sen-
nac, die zioli bezig houdt met syndicalistische
politiek, legt een verklaring af en begint
met een lofrede op Soudy. In zijn oogen
is deze het type van een militant vakbon-
der. Hij heeft blijk gegeven van groote
karaktervastheid door liever als schuldig
veroordeeld te worden dan als beschuldiger
van anderen op te treden. Verleden jaar
ik meen den 24sten Maart, verzocht ik
Soudy 1200 francs te gaan halen bij den
apotheker Bernard, te Parijs woonachtig,
en die mij deze som moest leenen. Soudy
heeft werkelijk dit geld gehaald, maar heeft
het mij niet ter hand gesteld. Sinds dien
heb ik hem nooit teruggezien. Ik wilde ech
ter geen aanklacht tegen hem indienen.
De president: ,,Ging hij den 24sten naar
Bernard
Senna©: „Ja. Want den avond van den
24sten gaf ik hem een ontvangbewijs, ge
dateerd voor den 25sten. Den 26sten bracht
ik een bezoek aan Bernard, die mij zeide
dat hij Soudy daags te voren dee morgens
bij hem gehad had.
De president geeft nu het woord aan den
heer Charles Bernard, apotheker, en gewe
zen afgevaardigde van Bordeaux. Deze ge
tuige verklaart, dat de heer Sennac hem
verzocht heeft zijn tusschenkomst bij de re
geering aan te wenden om te verkrijgen,
dat een verbod van verblijf, dat tegen Sou
dy uitgesproken was, ten gevolge van een
veroordeeling, opgeheven zou worden.
„Op deze wijze aldus de getuige
kwam ik met dien jongen man in kennis en
een andermaal overhandigde ik hem de
1200 francs, die voor Sennac bestemd waren
en ik weet, dat Soudy dit geld voor zichzelf
gehouden heeft."
De president: „Wanneer hebt gij hem
dat geld ter hand gesteld?"
Bernard: „Dat kan ik u niet met zeker
heid zeggen. Zooals ge ziet draagt het ont
vangbewijs den datum van 25 Maart. Maar
op een loe briefje heb ik genoteerd, dat die
som den 27sten uit mijn kas genomen is."
De president: „Gij zijt dus gewoon ver
scheidene dagen te wachten met het bijhou
den van uw kasboek?"
Bernard. „Dat kan mij net zoo goed als
ieder ander overkomen, maar 1*200 francs
zijn een belangrijk bedrag en het dunkt
mij, dat ik onmiddellijk heb moeten notee-
ren, dat zo uitgegeven werden.
De president: „Hoe laat kwam Soudy
bij u?"
Bernard: „Dat kan elf uren of half
twaalf 's morgens geweest zijn. Ik zou mij
juist aan tafel begeven."
De procureur-generaal„En Soudy ver
klaart, lat hij om aciit uur 's morgens bij
u kwam."
De advocaat van Soudy: „Waart gij van
plan uw eerste of uw tweede dejeuner te
gaan gebruiken?"
Bernard: „Ik meen, dat het 's middags
was."
Soudy: „Ik betreur hetgeen ik gedaan
heb, maar als de heer Bernard goed na
denkt zal hij zich.herinneren, dat ik 's mor
gens om kwart over achten kwam. De heer
Bernard was toen juist bezig met schrijven."
JLSemard: „Het is waar, dat ik den och
tend gewoonlijk doorbreng met mij te wij
den aan letterkundigen arbeid."
De advocaat van Soudy: „Het was dus
's ochtends vroeg dat Soudv bij u kwam?"
Bernard: „Het is mogelijk, ik durf het
niet te zeggen."
Ter sprake komen de omstandigheden,
waaronder de dood van den adjudant-chef
van den veiligheidsdienst Jouin plaats had.
Oolmar, de eerste inspecteur van
den- veiligheidsdienst, doet het verhaal
dezer tragische omstandigheden. De presi
dent stelt nu eenigé vragen aan den getuige.
President: „Was. de deur op het nachtslot
U double tour) gedraaid?"
Getuige: „Ja".
Gauzy: „Dat zdllen wij nog wel nader
zien."
Getuige: „Gii hebt dat bij de instructie
tcH>b immers zelf erkeDd
Advocaat Berthon: „Heelemaal niett"
Getuige: „Wel waar!"
Advocaat Berthon: ..Geen kwestie van!"
President: „Wat hebt gij, nadat gij ge
troffen neergevallen waart, tot uw collega's
gezegd?"
„Getuige: „Ik zei: Beste Robert, ik ben
naar den bi.... (je suis f....)".
Advocaat Berthon: „Kunt gij onder eede
bevestigen, dat Gauzy afwist van de aanwe
zigheid van Bonnot in zijn woning?"
Getuige: „Ja!"
President: „Dacht gij Bonnot bij Gauzy
te vinden?"
Getuige: „Wij dachten niet aan Bonnot;
wij kwamen daar huiszoeking doen, wegens
den moord te Thiais."
President: „Heeft de heer Jouin tot
Gauzy gezegd: Als ie het niet toegeeft,
dan lap ik je er bij?""
Getuige: „Het is zeker dat Monier bij
Gauzy gelogeerd had."
Gauby neemt nu het woord en verzoekt
den juryleden, bij hem thuis te Ivry te ko
men; zij zullen dan zien, zegt hij, dat het
verhaal dezer vreeselijke gebeurtenissen
door de getuigen onjuist is medegedeeld.
Terwijl de plattegrond van Gauzy's huis
onder de jury-leden wordt rondgedeeld,
beweegt de beklaagde opnieuw den gezwo-
zenen, een onderzoek in looo te gaan in
stellen. „Ik smeek u er om", aldus Gauzy.
„Ik lijd nu al tien maanden, ik ben
bijna gek geworden, ik was opgewekt en
vroolijk, een jongen haast, nu ben ik een
oud man geworden!"
Alanu wordt de onder-inspecteur Robert
gehoord, die op zijn beurt den moord op
Jouin verhaalt.
President: ,,Was de deur van de woning
op het nachtslot?"
Getuige: „Ik weet er niets van, ik kwam
achteraan."
President: „Wist Gauzy, volgens u, dat
Bonnot b\j hem thuis was?"
Getuige: „In ieder geval wist hij, dat er
iemand was."
President: „Waarop steunt gij dien in
druk
Getuige: „Omdat hij do vlucht nam, en
niets deed, om het drama te verhinderen.
Hij zond ons per slot van rekening den
dood tegemoet.''
Gauzy: „Heeft mijnheer Colmar mij de
deur zien of hooren openen?"
Colmar: „Ik heb u de deur zien openen
en ik heb het geluid van het tweemaal om
draaien van het slot gehoord."
Gauzy: „Gij hebt niet kunnen zien! Ik
verzoek den gezworenen, bij mij thuis te
willen komen, zij zullen dan wel merken,
dat gij niets hebt kunnen zien. Meer dan
wie ook betreur ik hetgeen er in mijn huis
is voorgevallen. Dikwijls heb ik tot mij
zelf gezegd „Door jou onvoorzichtigheid
en dwaasheid is die mijnheer ir jou wo
ning gedood. Maar ik ben niet schuldig."
President: „In ieder geval hebt gij hen,
die zich bij u kwamen vervoegen, niet ge
waarschuwd, zooals gij het hadt moeten
doen,- en zooals ieder fatsoenlijk man zou
hebben gedaan."
De zitting wordt vervolgens opgeheven
Na de hervatting wordt het eerst de in
specteur Sevetre gehoord. Hij dbet hèt
verhaal van den moord op Jouin, en zegt
dan, dat er aan Gauzy een portret van
Bonnot werd getoond, die daarin den man
herkende, wien hij een onderdak had ver
schaft.
President: „Verbleekte Gauzy op het
oogenblik, dat de heer Jouin naar boven
wilde gaan?"
Getuige: „Ja, hij verschoot."
President: „Wie heeft de deur ge
opend?"
Getuige: „Dat deed Gauzy."
De advocaat: „Hoedanig is uw indruk,
betreffende de schuld van Gauzy?"
Getuige: „Ik heb den zeer beslisten in
druk, dat hij wist, dat hij Bonnot onder
zijn dak ba<l."
Vervolgens legt Sevetre getuigenis af
over de arrestatie van Callemin en Soudy,
waaraan bij eveneens heeft deelgenomen.
Callemin bood heftigen tegenstand. Hij
trachtte zijn arm vrij te krijgen om een
revolver ter hand te nemen, die hij in den
zak had.
Callemin: „De agenten sloegen mij als
wil die dieren."
Soudy: „Toen ik gearresteerd werd, zei
Sevetre: „Die is rijp voor „de harde"
(dwangarbeid). Toen zij Colmar: „Dat
kui. je begrijpen hij is rijp voor „de
weduwe" (de guillotine)". Toen heb ik ge
antwoord: „Ik heb nog een paar maanden
te leven. Of ik verr. door de guillotine of
door de tering dood ga ik tooh."
Sevetre: „Hij zei ook, dat de kogels uit
zijn revolver voor ons bestemd waren, en
dat hij blauwzuur voor zichzelf bij zich
had."
Vervolgens wordt vrouw Wilhelm ge
hoord, die de vlucht van Bonnot (nadat
hij Jouin had doodgeschoten) verhaalt. De
bandiet trad met de revolver in de vuist
bij haar binnen, met de woorden: „Geen
woord, of ik 6chiet je een kogel door je
kop." Daar zij doodelijk verschrikt wafl,
kon vrouw Wilhelm niets beletten.
De advocaat: „Wat denkt gij van
Gauzy
Getuige: „Hij is een best mensch (un
excellent horume) en een brave vader voor'
zijn kinderen
Advocaat Berthon stelt nu een eisch van
conclusie, strekkende, om den gezworenen
toe te staan zij hebben er trouwens het
recht toe den wensch uit te spreken,
om een onderzoek in looo te Ivry te gaan
instellen, ten einde daar de omstandighe
den, waaronder de dood van Jouin plaats
vond, na te gaan.
De procureur-generaal verklaart, dat
hij zich niet tegen de verplaatsing der jus
titie verzet, maar doofc opmerken, dat,
wettelijk, alle beklaagden en hun verdedi
gers tegenwoordig moeten zijn bij de vast
stelling der feiten.
Het Hof besluit Vrijdag omtrent dat
punt uitspraak te doen, waarop de zitting
wordt opgeheven.
Nadat gisternamiddag besloten was Vrij
dag 21 Febr., 's morgens te elf uren, ver
schil lend© wetsontwerpen in de afdeelingm
te doen onderzookon, werd voortgezet b?t
debat over do
Invaliditeit8. en Oudcrd omswet.
Do hoer D u y s lichtte verder zijn amen.
dementen toe. De bedoeling van hot amen
dement tot wijziging van den graad van
invaliditeit heeft tot bedoeling, om, waar
het Regeeringsontwcrp bepaalt, dat inva
lide is hij, die ten gevolge van ziekte of
gebreken, enz. buiten staat is om met ar
beid ter plaatse, waar hij arbeid verricht,
of het laatst verricht heeft, of op een nabu
rige soortgelijk© plaats oen derde te verdie
nen van hetgeen gezonde personen daar m-ït
arbeid gewoonlijk verdienen, voor dit dorde
to lezen de helft.
Spreker wees er mOt nadruk op, dat, als
het criterium voor invaliditeit zoo bekrom
pen gesteld wordt als het Regeeringsontwerp
dit doet, do meest malle consequenties zich.
zullen voordoen en nog in staat tot ver
dienen zullen worden geacht arbeiders, dio
zcowa-t allo ledematen verloren hebben, be
halve hun hoofd. De meest- mogelijk© chi
canes zullen het gevolg worden van dit
slecht gestolde criterium en daarom moet
het voel ruimer gesteld worden, zioh moar
aansluiten aan het practisclie leven, ook uit
oen oogpunt vam volksopvoeding. Hij hoopt
daarom op een meerderheid voor zijn amen
dement.
De hoer De Klerk ondorsteunde Duys'
amendement tot verruiming van het in va-
li ditoitskenmerk tot halve loonsverdionsto.
De hoer Toenstra verdedigde de amen.
dementenJ>uys, vooral in het belang van
de arbeiders bij land- en tuinbouw.
De Minister bestreed het amendement.
Duy< hoiinpfa <lo crodxrdomoLc-poling:. Niot»
de leeftijd levert den grondslag van het
begrip invaliditeit. Het zijn de oudeTdoms-
verschijnselen, die dit moeton doen.
Spr. aoht' het inderdaad beter te spreken
van „beroep" in plaats van bezigheid.
Het amendement om oen derde te wijzi
gen in de helft kan spr. natuurlijk niet
overnemen. Spr. acht het gelukkig, dat in
validen zioh zoo goed. en zoo snel weten
aan te passen en tooh voor een goed dool
in hun onderhoud kunnen voorzien.
Er is natuurlijk ©en grens bij de inra
lide.vorklaring. Alles, wat de heer Duya
zeide, past ook op de helft. Bovendien is
het niot de vraag of een invalide ©ens een
korten tijd moer dan een derde van zijn loon
kan verdienen, hot is de vraag of hij dat bij
voortduring kan. Indien men dit als maat
staf noemt, ziet de zaak er heel anders uit.
De invoeging van het woord „dergelijke",
zooals het volgende amendement van den heer
Duy6 bedoelt, aoht spr. niet gewenseht, om
dat de zaak daardoor er niet beter op wordt.
Hot opstellen van oen tabel voor alle ge
meenten voor het minimum-loon aoht spr.
ondoenlijk.
De vergadering werd hierna verdaagd
tot hedenmorgen.
(A7adrw/c verboden).
1»
Een rijtuig der ambulance bracht hot
lijk van Velladier naar huis. Laurent met
Marie-Rose volgden te voet. In do stra-at
Yintimille gekomen, nam Laurent het lijk
in zijn armen en droeg het naar boven,
waar hij het te bed legde. Marie-Rose
knield© voor het bed neer en bad. Lau
rent bleef den geheelen nacht in het
sterfhuis en nam den volgenden dag de
noodige maatregelen voor de begrafenis.
Geen woord werd er tusschen hem en
Marie-Rose gewisseld. Zij hadden elkaar
begrepen. Het zou heiligschennis zijn ge
weest, in tegenwoordigheid van dit lijk
over liefde te spreken. Slechts nu en dan
wisselden zij een blik, waarin alles lag op
gesloten, al wat er in hun harten om
ging.
Laurent gevoelde maar al te goed, dat
hij dit schoone, edele, zachtzinnig© meisje
teruggevonden had, om haar niet weer te
verliezen.
Na den dood van haar vader was Marie-
Rose zonder middel van bestaan. Haar
oom Célestin Velladier, een lakenhan-
laar in de straat Faubourg, bood aan,
haar tot zich te nemen, maar hij was
verre van rijk en had een groot huisge
zin, waarvan Marie-Rose de kosten niet
wild© verzwaren. Bovendien, wanneer zij
or in toegestemd had, dan sou rij Lau
rent 'niet weerzien en hij was thans alles,
wat zij op de wereld beminde. Zij had
hem weergevonden en wilde nu niet meer
van hem scheiden.
Zij had een uitmuntende opvoeding ge
noten en speelde met veel talent piano.
Zij begon leerlingen te zoeken en weldra
had zij lessen genoeg, om in haar behoef
ten t© voorzien.
Zij hield dezelfde woning in gebruik,
en Martine, de oude dienstmeid, bleef bij
haar.
's Avonds was Laurent altijd in de
straat Vintimille bij zijn geliefde Marie-
Rose.
O, Laurent, mijn Laurent, fluister
de zij hem toe, ik ben slechts gelukkig
met en door jou. Ik heb je bemind van
het eerste oogenblik af, dat ik ie zag.
Hij antwoordde niet, maar drukte haar
aan zijn hart en glimlachte haar vol lief
de toe.
Eens zei zij tot hem:
Ik herinner mij je smart, toen mijn
vader je zei, dat ge mij nooit zoudt weer
zien. Ik was in de aangrenzende kamer en
kon allee verstaan. Je zei, zeg haar dan.
dat haar liefde mij had kunnen redden,
en wanneer ik nu slecht word en al die
per en dieper zink, dan is het, omdat gij
het zoo gewild hebt.
Ja, dat heb ik gezegd.
Maar het was tooh slechts een ij dele
bedreiging, nietwaar?
Neen, Marie-Rose, ik heb tot nu toe
slecht geleefd, en wanneer ik je niet had
weergevonden, wie weet wat er dan van
mij zou geworden zijn? Het verdriet, dat
ik het leger heb moeten verlaten, de wan
hoop, dat gij voor mij verloren waart,
maakte mij krankzinnig.
En nu?
Nu ben ik genezen, en dat dank ik
alleen aan jou, mijn lieve fee, die de lente
weer in mijn hart heeft doen ontwaken,
mijn lentefee.
Vertel mij alles, zei zij, ik wil je
geheele verleden kennen; ik heb het mijne
ook niet voor je verborgen.
Toen hij aarzelde en de oogen neersloeg,
voegde zij er lieftallig bij:
Ik heb het recht het te kennen, want
ik zal immers je vrouw worden?
Ik zal niets voor je verbergen, Marie-
Rose.
Hij vertelde haar alles, zonder iets te
verhelen, maar haar liefde vergaf hem al
die misslagen.
Doe afstand van dat leven, Laurent,
zei zij. Het is je onwaardig.
Ja, Marie-Rose, ik moet een ander
mensch worden, een man, wiens naam ge
met trota zult kunnen dragen.
Hij drukte de hand van het meisje aan
zijn lippen, die zachte hand, die hem van
den afgrond had gered, zooals hij te No-
gent voor dien vree6elijken familieraad
had gezegd.
Eenige dagen later werd hem de betrek
king van mijndirecteur aangeboden en luj
vertrok naar Fourmies.
lederen Zondag kwam hij echter naar
Parijs, om Marie-Rose weer te zien.
Op zekeren dag vond hij haar droevig
gestemd.
Zij vertelde hem, dat haar oom Célestin
in moeilijke omstandigheden verkeerde,
dat hij een schuld van twintig duizend
francs moest betalen, waardoor zijn zaak
dreigde te niet te gaan. Zij had haar oom
hartelijk lief, want zij wist, hoeveel haar
vader van zijn broeder had gehouden. Zij
waren tweelingen en geleken sprekend op
elkaar. In haar oom meende Marie-Rose
soms haar vader weer te zien.
Twintig duizend francs 1 Hoe dikwijls
had Laurent niet zulk een som in weinige
uren met het spel gewonnen.
Hij kon aan de verzoeking geen weer
stand bieden, om nogmaals zijn geluk met
het spel te gaan beproeven.
Welk een vreugde, wanneer hij Marie-
Rose het geld zou geven, waarmee zij haar
oom zou kunnen redden.
Het ia voor Marie-Rose, mompelde
hij, nu zal ik zeker winnen.
Hij ging naar de club, waar men hem
in drie maanden niet had gezien en waar
hij met gejuich ontvangen werd.
Het spel begon.
In den aanvang scheen hem de fortuin
te dienen. Hij won vijftien duizend francs!
Nog vijf duizend en hij zou het spel sta
ken. Maar de kans keerde. Hij verloor dé
vijftien duizend francs weer. Hij wilde ze
terugwinnen en verdubbelde den inzet.
Weer verloren en weer verdubbeld. Zoo
speelde hij voort, tot hij 'a morgens de
club verliet met een schuld van honderd
duizend francs.
Men weet het overige.
Hij was niet naar de mijn teruggekeerd.
Ook had hij Marie-Rose niet willen weer
zien. Hij had haar zelfs niet geschreven.
Zijn familie had hem ter dood veroordeeld,
hij wilde sterven.
Met vaste hand had hij de revolver °P~
genomen en naar zijn hart gericht, terwijl
hij den blik op het portret van Marie-
Rose gevestigd hield
Toon Marie-Ros© dien avond van haar
muziek huiswaarts keerde, had zij op de
Boulevards het geroep der courantenjon
gens gehoord
Leest het schandaal op de club in
Vredestraat 1
Eerst had zij er geen acht op geslagen#
maar overal hoorde zij dat geroep.
„De club in de Vredestraat," dacht zyt,
„dat is de club, waar Laurent lid van is#
daar heeft hij nachten aan de speeltafel
doorgebracht."
Te gelijk bedacht zij, dat zij in de laat
ste dagen niets van Laurent gehoord had,
dat er geen brief van hem gekomen was,
terwijl hij anders twee-, driemaal per weok
schreef.
Zij stelde echter zooveel vertrouwen in
hem, dat zij slechts een ongeluk vreesde.
Het schandaal op de club? Wat bo-
duidt dat?
Zij kocht een oourant en snelde er me®
naar huis.
Daar las en begreep zij alles.
Laurent had weer gespeeld, hij had ver
loren, hij was onteerd. Daarom durfde hij
niet tot haar terugkeeren, daarom had hij
haar niet "geschreven.
Zij loosde een diepen zucht.
Haar schoone droom was dus in rook
vervlogen.
Het was haar alsof zij stikken zou. Zij
opende het venster, om lucht te scheppen.
Tranen welden in haar oogen op. Zij
snikte,
(Wordt vervolgd).