Boe maken we een Kaleidoskoop Hij wou zien wat er alzoo in da wereld te koop is. No. 16251. Woensdag* 12 Februari. Anno 1913, Laat ik jelui eerst eens vertellen wat een kaleidoskoop is. Dit woord is eigen lijk een samenvoeging van dxie Grieksche woorden, nl. oialos, eidos en skopein. Het eerste woord be teek ent: schoon, het tweede: een van onze bordpapieren kokers, waarin wel platen of gravures verzonden worden, teekenen zijn doorsnede op een blad papier en daarin een gelijkzijdigen driehoek, welks hoeken dus elk 60 graden zijn. Nu laten we bij een verver uit een stuk spiegelglas twee smalle reepen snijden, waarvan een der zijden even groot is als die van den door ons geteekenden driehoek, „Waar denk je zoo &2 aan, ventje," knor*, de moeder zwijn met bezorgden blik haar oudsten zoon aanstarend, die met beide poot, jes op het hek leunend maar steeds met strakken blik den weg op stond te kijken. „Knorknor! knor! knor! ik denk aai) den man in het Blauw, moeder." „Den man in het Blauw? Waarom vtt\ lang je toch zoo naar hem?" vroeg moe der, een boel witter wordend onder haat doorzichtige rose huid. „Wel, ik hoop dat de man in het Blauw mij meeneemt, als hij den volgenden keer weer hier langs komt!" „Ben je mal jongen?" stampte moedor, met kracht haar voorpoot op den grond trappend. „Weineen. Iedereen zegt, dat er dan ietc heel aardigs met je gebeurt als je meegaat met dien man." „Geloof jij dan maar altijd dadelijk, wat de menschen je vertellen, jongen?" „Neen. Maar dit wel, ze zeggen, dat je dan gaat zien, wat er in de wereld alzoo te koop is; en dat is het juist waar mijn hart zoo naar uitgaat. Ik heb genoeg van dat zitten in de saaie wei en ik heb ook wel alle hoop, dat hij lij wel degelijk komt halen die man in het Blauw. Een vorigen keer al klopte hij mij zoo bemoedigend op den rug en zei: „Dat is me eerst eeo vet varkentje, net, plaatjes nemen, die men aan den achterkanfj zwart lakt. Het beeld wordt dan evenwel veel donkerder. Afb. 1 geeft ons den kaleidoskoop te zieüf rechts geheel gereed met bet kijkgaatje er* in, terwijl men links zien kan, hoe de dii*| reepen spiegelglas in den papieren kakjsj Afb. 4, moeten worden geplaatst. Om deze drie gla zen in den vereisohten stand te behoudep, bindt men er in het midden eenige malep een dunnen draad of een roep stark papwf omheen. De Afbb, 2, 3 en 4 geven eenige baal den uit den kijker te zien. NEEF HEINEMAN, Aüi. 1. Afb. gen. Als een zwart plaatje zijn ze reeds zeer mooi 1 Denk je nu eens zulk een figuur van allerlei soorten gekleurd glas en beschenen door daglicht, dan kun je begrijpen hoe prachtig zoo iets is. Om je dit nu in werkelijkheid te laten zien, gaan we zulk een kijker zelf maken. Heel moeilijk i£ dit niet We nemen hiervoor Afb. 3i bordpapieren koker. Aan het eind er van komt een ronde schijf en daarachter een tweede van matglas. De ruimt© tusschen beid© glazen wordt gevuld met kleine kralen, stukjes mos, bont gekleurde papiersnippers of wat men maar bij de hand heeft. De voorste opening van den koker kan gesloten worden met een ronde bordpapieren schijf, waarin een gaatje is gemaakt. Volstrekt noodig is dit echter niet. Kijkt men nu van voren in den kaleidoskoop, dan ziet men een prachtige zeshoekige ster, die telkens verandert, als men den kijker maar even draait. Door af en toe wat anders tusschen de beide glazen te doen, kan men voor d© noodig© afwisseling zorgen. Neemt men in plaats van het reepje glas als derden reep spiegelglas, dan wordt daar door het getal spiegelingen grooter. In plaats v,au spiegeltjes kan men ook gewone glazep beeld 'eïi hef derde: zien. Een kaleidoskoop is dus een voorwerp waarmee men een schoon "beeld kan zien. Nu dit is ook werkelijk het geval. Het is een soort kijker, waarin 'eenig-o stukjes gekleurd glas liggen, die door middel van eenige roepen spiegelglas, de praontigst© sterren en figuren te zien geven. Deze kijker is nu bijna honderd jaar geleden uitgevonden door den Schot David Brewster in Edinburg. In mijn jeugd zag men deze kijkers veel Ve koop liggen in speelgoedwinkels en -kra men en hebben we ons menigmaal verlustigd toet t© kijken naar de schoone beelden, want het eigenaardige van dezen kijker is, dat men door draaien telkens nieuwe fjaaie figuren ziet tot in het oneindige toe. Om je een klein voorbeeld te geven van bet moois dat deze kijker te zien geeft, lateal we hieronder eenige afbeeldingen yol- Wdj zorgen door een derde glas (ook dit mag spiegelglas zijn) van dezelfde grootte, dat de spiegeltjes den juisten hoek behouden, door de drie gh.zen eenvoudig te plaatsen, zooals Afbeelding 1 aangeeft en door oen papio.rSui.ook bijeen te houden. Hierop schuiven wij 3© in onzen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 15