no. 16238. XaËIDSClX DAGBLAD, Dinsdag* 26 Januari. Tweede Blad. Anno 1913 Faillissementen. Van onzen Oorlogscorrespondent Buiienlandseh Overzicht. FEUILLETON. „Kn Attendant!" Talaat bey, de nieuwe Turksohe minister van Binnénlandsche Zaken. Het sociaal-democratische partijcongres in Hongarije heeft besloten dat de socia listen niet aan de verkiezin gen zullen deelnemen, indien het ont werp inzake kiesrechthervorming tot stand komt zonder medewerking der oppositie. Het wetsontwerp tot instelling van een universiteit voor Z u i d-A fri kais ingediend. Het bepaalt, dat de uni versiteit een nationale stichting voor Zuid-Afrika zal zijn en gevestigd zal wor den op het (aau Zuid-Afrika- vermaakte) landgoed van Rhodes Groote-Schuur. Het ontwerp verbiedt onderzoek naar godsdienstige gezindte en bepaalt, dab het onderwijs zal worden gegeven en de exa mens zullen worden afgenomen b£ in het Engelscli of in het Hollandsch. In New-Yerk (stad) bestaat oen commissie, die zich tot taak stelt nieuwe bronnen te ontdekken waaruit do gemeentef in a n- c i c n kunnen worden g e s t ij f d. De leden der commissie zijn lieden, die een rol spelen in het openbare leven dei'.stad. Do commissie heeft nu voorgesteld elk jaar een belasting van 1 jpCfc. te heffen van de waarde, vermeerdering van do onbebouwde terreinen in New-York, indien "die waardevermeerde ring niet te danken is aan uitgaven dooi den eigenaar. D. w. z. de eventueel door den eigenaar gedane uitgaven zoutten moeten worden afgetrokken van de natuurlijke waar. devermeerdéring; en, van hot verschil zou dan de belasting moeten worden betaald. Volgens schattingen noemt de waarde der bouwterreinen in New.York per jaar gemid deld too met 150,000,000 doll. De voor geslagen belasting zou dus - indien zij wordt ingevoerd c.a. 1,500,000 doll, 's jaars op leveren. Tn ons land kan dit oen punt van over weging zijn voor die gemeenten, die niet zelf liet grondbedrijf ter hand kunnen nemen. Volgens een telegram, uit Manilla is op de Pilippijne n een nxjn s t i ge rovo- 1 u t i c u i tg o h r o k e n. Twee luitenants en zeven man der Amerikaansclic troepen wer den gedood. J. Hendriks, landbouwer, te Ledeacker. A. M. de Haas,winkelier in sigaren en. chocolaterie, te Zandvoort. I. de Jong, banket- en broodbakker, te Nijmegen. Th. J. van der Eem, boekhouder, te Arn hem. G. Pas bakker en 'winkelier, te Yrooms- lioop, gem. Den Ham. J. Leen, huisschilder, Amsterdam, thans gedetineerd in de strafgevangenis te Utrecht. B. C J. Hofstee, te 's-Gravenhagc. II. C. Hutten, te 's-Gravenhage. A. Berendse, bakker, te Solieveningen. J. Hazenberg, verlof houdster, te Rotter dam, èn haar echtgenoot G. Vos, losse werkman, aldaar. II. P. W. Collet, winkelier in kruideniers waren, te. Rotterdam. Geëindigd is het faillissement- van J. Olie- mans, vroeger kruidendroger, te Noordwijk, thans zonder bekende woon- of verblijf plaats. izzet pasja, de nieuwe Turksche minister van Oorlog. Hei Seven in 't kamp. Groeda-, 16 Januari. In afwachting van de komende gebeur tenissen, wil ik u nog Wat mededeelen over mijn dagelijksch leven ia dit kamp aan den voet der Albaneesche bergen. Ik zit hier betrekkelijk beter dan in Moestafa Pasja, al woon ik hier in een tent en had ik dóar altijd een dak hoven mijn hoofd. Maar ik ben hier toch. beter af, in mijn hoekje van de ambulance-tent, onder vier dikke, wollen ;dckens, dan daar ginds onder mijn dikweuf natte jassèn en dan, hier kookt een kok mijn morgen drank, en, al is het eten hier zeer eenvou dig, en bestaat heb menu onveranderlijk uit droog b rood en schap en vleesch, toch weet ik nu ten minste, wat ik naar bin nen krijg en hoef ik niet bang te ziju, dat de kalkoen van 't menu zich gisteren nog als aasvogel aan een dood paard ver gastte, of wel, dat de haas even voor hij geslacht werd nog tob blaffen in staat bleek. Reveille. Ik lig in mijn hoekje, de zon is op, zoo even heeft de muziek gespeeld en er valt een gelig licht door het tentdoek op de voorwerpen om mij heen. Alles is nog stil, buiten hoor ik den re- gelmatigen 6ta-p van den schildwacht, die nu en dan even een luid woord wisselt met den man bij het wachtvuur, dat ik duidelijk hoor knetteren. Mijn legerstee is wel wat hard, liet is slechts een baar, waarop een deken ge legd is, maar in mijn slaapzak engender vier dekens heb ik hét lekker warm en buiten is het koud, erg koud, ik zie het aan mijn adem; regelmatig blaas ik damp wolken uit. Ik logeer thans in de operatietent, waar- overdag alle verbanden gelegd worden; tegenover mij, eveneens in een hoek, slaapt eeu lid der ambulance, dr. J urn it- schek, en de operatietafel wordt ingeno men door onzen kok. Daar op tafel ontstaat thans eenige be weging; méueer do kok is bezig to ont waken, hij is altijd het eerst klaar en dank zij hem, hebben we dan ook altijd warme thee of cacao bij het ontbijt, dat, sedert de boter op is, alleen uit- een «tuk droog brood bestaat. Goddank, dat er nog condensed milk" in overvloed is, want daardoor hebben we nog altijd een zoeten morgendrank, daar de suiker ook helaas verdwenen is. De dokter tegenover me begint zich ook te bewegen, maar het is aan alle kanten duidelijk merkbaar, dat de kou oriö allen den lust tot opstaan beneemt. Daar hooren we in de andere tent eens klaps een vreeselijk lawaai, druk praten, veel gestommel, watergeplas. Een plotse linge schrik; de assistent van dr. Peyer, „Herr Jensen", is opgestaan, en die zal er ons uit komen jagen. Als de kok het hoort, vliegt hij over eind en is in minder dan geen tijd aange kleed; wat nogal begrijpelijk is, daar hij alleen zijn sohoenen en jaa heeft aan te trekken. Hoe meer klecren men hier 'a nachts aan heeft, des te beter, want ondanks al het dek kan het toch nog vrij koud zijn en dan men vergete niet, dat wij vlak in de buurt van de stelling zijn en al is een uitval en doorbraak der Turken niet waarschijnlijk, men moet toch op alles voorbereid zijn. Ook gebeurt het vaak, dat men in het holst© van den nacht nog gewonden bin nendraagt-. Daar gaat de tent open, een straal licht valt naar binnen en als de wind springt de kok van de tafel en. maakt dat-ie weg komt, want daar is „Herr Jensen". Het is een onvervalschto Berlijner, dm nu de tent binnenkomt, een alïervermakelijkst type, dat heel wat tot de vroolijkheid in het kamp bijbrengt. Er is maar écn oogen- blik van den dag, waarop ik hem liever niet zie en dat breekt nu net aan. Allo, Herr Docter, allo, Herr Leut- nantEn zuchtend en bibberend staan we een oogenlik later tegenover elkaar. Dan gaan we nog voor het wasschen even bij- den kok op bezoek cn bedelen om wat warm water, maar veel krijgen we nooit, net genoeg om de tanden te poet sen, want d© rest is noodig voor de thee en kokkie waakt met bijzondere zorg, dat we hem zijn waterketeltje niet ontfutse len. In alle tenten wordt het nu langzamer hand levendig, want overal, waar „Herr Jensen" verschijnt, is het reveille, reveille zonder genade en dan, na eerst een duide lijk hoorbaar gebrom, wordt- overal ge plast en geploeterd. Zoo maken we ons toilet en alvorens ons ontbijt in de tent van dr. von Peyer te gaan nuttigen, gaan we eerst nog even een kleine wandeling maken. Het hangt van het weer af of we ver gaan of niet en een opmerkzaam tóe schouwer zou kunnen opmerken hoo een ieder altijd op zijn eigen houtje gaat en iu zijn eentje dat gedeelte van den veld dienst- schijnt te beoefenen, dat handelt over het zoeken van dekking in het ter rein. Misschien vindt ge hierin een aanlei ding om te vermoeden, dat het hoofdstuk latrines" in het Montenegrijnsch pio- niersvoorschrilt ontbreekt. Als we terugkomon van onze wandeling, gaan we nog even naar de pastorie. In een op de Turken veroverde aoht- manstent, woont' n.l. die hofkapelaan, pope Mirash,- tevens het hoofd der afdeeling Aan het Montenegnjnsche Roode Kruis. De pope is een heel eerwaardig man, met een langen baard, maar ik denk toch, clat gij eenigszins van hem zoudt schrik ken, wanneer go hem in het donker alleen tegen kwaamt, want hjj draagt het natio nale kostuum, met een paar reusachtige pistolen in den gordel, en hij ziet er, met alle respect gezegd, wel een weinig struikrooverachtig uit. Er gaat een verhaal, dat- Herr Jensen ook eens getracht heeft reveille in de pas torie te bla-zen, maar dat de pope toen zoo'n kabaai gemaakt heeft, dat het heele kamp vreesde, dat de pope zou toonen zijn pistolen niet voor niets in den gordel to dragen. Of het waar is, heb ik nooit uit kunnen maken, alleen weet ik, dat de pope niet van vroeg opstaan houdt ©n 's avonds graag met zijn vrienden een kaartje legt en een grocje drinkt, waarbij het gewoon lijk nogal luidruchtig toegaat en de pope geen slecht© zaken schijnt te maken. Boozo tongen beweren dan ook dat het mandor rheumatiek dan wel zijn eerwaar dige kater is, die hem 's ochtends altijd om aspirine komt doen bedelen. Op Nieuwjaarsdag, 14 Jan., hadden we een mooie geschiedenis. Daar zitten we aan heb ontbijt, dr. von Peyer, dr. Jurmit- sohek, Herr Jensen en mijn persoon en zie, opeens staat pope Mirash voor ons met zijn mooie pak aan en met twee tra wanten. Hij houdt een lange aanspraak, waar I* hot Eng cliche Lagerhuis zijn de be- r a.a d-öl a g i n go n over het kies. rö c-ltto n twetrp afgebroken. Asquit-h .heeft in het Lagerhuis verklaard, dat ido regeering bes-loten heeft niet voort té gaan met do behandeling van het- kieö- yecldoniwerp. Asquilh's verklaring volgde op die van'den voorzitter, dat het opnemen in de wet van een der drie amendementen, waarbij kiesrecht woedt verleend resp. aan 11 millioen, G mi.l- 1 i'oen of- 1l/ï nvïMiocn vrouwen, d© gtonds elagen van liet ontwerp in die. mate zouden wijzigen, dat- hij intrekking noodzakelijk achtte om liet ontwerp als nieuw wetsvoor stel weer in t-c dienen. Asquith zei de, dat door deze verklaring1 ©en vruchtbare discussie over vrouwenkies recht was uitgesloten cn de regeering hot daarom, boter achtte het ontwerp niet ver der te behandelen. Daarmede gaf de regeering echter niet haar voornemen prijs, om in de tegenwoor dige parlementaire poriode do kiesreehtber- vornïïng tot stand te brengen. Ten .aanzien a an vrouwenkiesrecht zou de reg-cering gelegenheid geven tot bespreking A*an elk ontwerp, over dat onderwerp in de volgende zitting van clc zijde der leden inge diend. Ten slotte ontkende Asquilh, dat in de thans gerezen kwoslio A an parlementaire pro cedure ,de reg-cering schuldig zou zijn aan nalatigheid, jeu verklaarde dat do regceTiiig o\'crtuigd is ge\ve©.-t, dat haar kiusrechtont- Averp ,ten volle do gelegenheid, zou bieden voor bespreking van liet vrouwcnkiesrccM Na verdere bespreking, in den loop waar van a-lgomeenc instemming weid betuigd met do handelwijze dor regeering, Averd liet önt- Averp formoeL ingetrokken. De politie had hedon buitenge won© maat regelen getroffen, ten einde uitspattingen van. jkieerechtvrouwcn tegen tc gaan of ic onderdrukken, wannoor deze mochten A'olgen. op liet besluit van het kabinet, om het kies rechten t worp .onverwijld in te trokken. Tavcc- d ui zend. agenten bcne\rens honderd man be reden politie werden gereed gehouden in de huurt van heb parlement, terwijl geheime politie de ministers bewaakte. De politie had si raatop toch ten en betoogingen A"Crhodq>ii, die trouwens onwaarschijnlijk waren geworden na de verklaringen vaa .Asquith, in do zit ting van gistermiddag. Honderden Atrouwen v.achtten buiten het parlementsgebouw op de beslissing der regecring, keurden die be- slristegj levendig af, doek gingen daarna kalmj uiteen. Do longontstekng van prins A d e 1- b e v t heeft een gunstig verloop. De ziek te neemt in hevigheid af. Aartshertog E e in i e r is op 86-" jarigen leeftijd ovorleclen. Zijn ster ven kon de laatste dagen elk oogenblik Averden verwacht en gistermiddag au f .uran was het einde voor den ouden man aangebroken. Da overledene, een oom van keizer Frans Jozef, was een kunstkenner en kunstbeschermer en een man van groot e Avetenschappelijko ontwikkeling. Hij Avas doefeor in de filologie honoris causa van de Universiteit te Weenen, doctor honoris causa in de techn. wetenschappen en cere- lid Aran de Keizerlijke Academie van We- tc-nsohappen en Schoone Kunsten te Wce- ne*. Toorts is aartehertog Reinier generaal bij het Oostenrijksche leger geweegt en op perbevelhebber van de landweer. HÜj ava-s gehuwd met zijn nicht aartsher togin Mario Caroline, welk huwelijk kin- uerloos is gebleven. Na een pijaüoozen doodstrijd van 2ö uren oArerleecl de grijsaard. Hij was ge heel buiten bewustzijn. Alle leden der Keizerlijke familie waren aan zijn ziekbed. De tijding van zijn overlijden Arersprridcl© ziok zeer snel door de golieele stad en Averd met groot leedwezen vernomen. De voorbereidselen voor het carnaval zijn af getast-. Een groote menigte was voor het paleis aanwezig. De meeste dagbladen kwamen in bijzon dere edities uit. DOOlt LOUISE B. B. (Nadruk verboden). 10) Den volgenden morgen deden de beide dames haar wandeling op het Konings plein. En de hoop „haar" te zullen ont moeten, had ,,heni" ook dien kant uitge dreven, Nog altijd stond hij in de gunst van god Amor, want zijn pogen gelukte. Hrenals de vorige maal zag Jacqueline Hendrik Groenboom van den tegcuo\"er- gestelden kant aankomen. Een diepe blos, een groet, een glimlach van blij- herken-» non en zij waren elkander voorbij. Movromv Wangelcn, te druk met eigen gedachten bezig, had niets gezien. Zij overlegde in stilte, hoe zij het zou aan leggen, haar doeht-erke een tijding mede te deelen, gisteravond ontvangen, maar uit vrees voor een slechte nachtrust voor het A'ermoeide meisje, tot de ochtendwan deling uitgesteld. Jacqueline, niet A-ermoe- dende Avat haar boA~en het hoofd hing, lisp naast haar moeder, als Avare de stof fige weg, Avaarop zij ging, zacht als roos-, kleurig fluweel. Dit oiwerwachte Aveder- zten na een avond als gisteren, het gevoel vam geluk, dat het plotseling weer \*erle- vencligde, tintte, alles om haar heen in een gouden Avaas. „Jacqueline, wij hebben, terwijl je uit was gisteravond, mailberichten ontvan gen." ,,0 ja..., mama?' antwoordde het meisje A'crstrooid, haar gedachten waren niet in Holland, zij toefden in het land der illusies.. „Ja..., Aran den Everaertsberg." Met bijzonderen nadruk Averd dit gezegd. „Helaas, de gedachten kwamen weer „thuis," op den EA'er&ertsberg, die trot- 6che „Huize." Een A'aag, onaangenaam geA'oel bekroop Jacqueline plotseling. „En hoe maken het de tantes?" vroeg zij plichtmatig. MevrouA? Wangelen wachtte slechts op die vraag. „Hm..., niet al te goed. Ten minste tante Adolphine niet, zij... zij heeft een a al gedaan en haar leeftijd in aan* -merking genomen..., kortom een noodlot tig onvoorzien ongeluk... ze is er ernstig ziek van geAvorden -en...en „Toch niet dood, mama? Dat zou vree selijk zijn, op zulk een manier té moeten sterven l" „Helaas ja, mijn kind, toch J6 het zoo. Wij wilden het je gisteraA'ond niet vertel len. Je herinneringen aan de goede tantes zijn verscher dan de onze, wij wilden je na de vermoeienissen van den avond niet nog een onrustigen nacht bezorgen boAren- dien." Jacqueline, OA'erstelpt door allerlei op komende herinneringen uit haar jeugd, Aroelde de tranen in haar oogen branden. „Die arme tante Adolphine...!" Met passende picteit spraken zij1 en haar moeder een tijdlang over de overledene. Daarna hernam het practisch© van het leATen weer de overhand. „Tante Adolphine was nog de jongste, zes-en-zcAentig; de tantes Sophie en Isabella zijn ouder,'' begon mevrouw Wangelen op te merken. „Ja, negen-en-zeventig en drie-en- taehtig..." „Ik begin te gelooven, dat ten slotte onze illusie, dat papa in Nederland zal terugkomen als Heer Aan den Everaerts- berg zich nog zal gaan A*e r we /e n 1 ijke uT och blijft 't ons plan op den Hoorn t© gaan Avonen papa is daaraan gehecht hij is daar geboren, zijn ouders en zijn grootouders hebben er gewoond. De Everaertsberg kan bestemd blijven voor een Aran de jongens... Maar zij zijn nog zoo jong, zij moeten toch nog eerst wat van de wereld zien. Tot zoolang, Jacqueline, zou jij het w§l als zomer verblijf kunnen betrekken met je... echtgenoot." 't Was niet voor de eerste maal, dat mevrouw Wangelen op zulk een toekomst in het moederland zinspeelde. Zij waren hier immers maar „en attendant I" Jacqueline zweeg ditmaal... Plotseling dacht zij niet meer niet hetzelfde gevoel als gisteravond aan den knappen „man" Hendrik Groenboom en een voortdurend verblijf in dit land, dat eigenlijk voor haar sleehts een land der vreemdeling schap moe&t blijA'en. Wat geslapen had enkele uren onder de hypnose A'an een sterke menschelijke aandoening, ontwaak te weer. Nog te jong was de nieuwe nei ging, het zou te bezien staan, of dio opge- Avaseen bleef tegen ingewortelde vooroor- deelen. De hooge, gekartelde muren van voorvadeiiiike kasteelen, groote namen..., zij schoven zioh als bolwerken tusschen bet geluk cn den armen Hendrik Groenboom, met zijn groote liefde, maar lage afkomst. Dien ochtend na het ontbijt reden me vrouw Wangelen en Jacqueline uit in het coupeetje, om boodschappen te doen. In den Huizo Wangelen, waar nooit een vorm verwaarloosd werd, zou drie maanden lapg geheel naar den eisch geroivwd avoi*- den om de tante, die men in geen twintig jaar gezien had. Na vele toko's bezocht te hebben, ging men eindelijk ook naar een boekenwinkel, waar postpapier en visitekaartjes A-erkocht werden. Die winkel lag te Rijswijk, Avas vroeger een gewoon huis geweest en had een kleinen tuin Aróór, een groot erf ach ter het huis. Do binnenga-lerij was tot Avin- kel ingericht. Langs de Avanden kasten en boekenrekken; een lange, hooge vitrine nam geheel het middengedeelte van de galerij in beslag. De prachtwerken cn schrijfbehoeften, daarin ten toon gesteld, henamen voor de binnenkomende geheel het gezicht op wat er achter die vitrine stond. Toen Jacqueline, achter haar moe der de kal© voorgalerij d'oorloopend, het winkelmagazijn binnenkwam, Averden haar ooren oogenblikkelijk getroffen door de klanken van een bekende stem, dio zicli hooren deed achter de hoóge vitrine. Daar was in heel Batavia slechts één stem, die zoo welluidend klonk als deze. Jacque line voelde weer een verraderlijke trilling door het hart gaan. En langzaam de vitrine langs gaande, haar moeder, die in de beschouwing der etalage A'erdicpt was, niet durvende haasten, luisterde zij op merkzaam naar die stem, op het laatst heel verwondend zelfs. Daarna hoorde »j van we natuurlijk niets begrijpen maar d© tolk vertaalt het en we krijgen te hooren, hoe Z. M. de koning zijn teArredenheid aan allen, dio het land te Aelde dienen en dus ook aan ons betuigt ©n dat hij als blijk zijner waardeering ons ieder een zilvereu- tweekronenstuk offreert. Wij bogen allen diep en ik wilde juist protesteeren, toen een teeken van dr, Peyer mij beduidde, dat men iu een wei gering een beleediging zou zien, en du© nam ik ook gracelijk het zilveren geltb stuk aan. De pope kreeg een glas cognac en d© trawanten ook en met leedwezen zag ik d© laatst© sigaar door d© geestelijkheid op- rooken, toen eensklaps mijn aandacht werd getrokken cloor Herr Jensen, ditf achter pope's rug op iets 6bond te hijten. Wat dee' je toch? voeg ik hem, toen dc pope verdwenen was. Ik moest toch eerst weten, of 't echt was, alvorens die Schinderhannes onze laatste sigaar kreeg 1" was 't antwoord. Na het ontbijt komen de patiënten, ge woonlijk een honderdtal, uit al de omlig- geude dorpen naar de ambulance, soms uren Arer, om zich te laten bchandelen. Daar komen dan gewonde soldaten, dio voor genezen verklaard zijn, maar wier Avonden door koude en ellende Aveer open zijn gegaan, A*eel zieken, dio zich soms bij na niet meer kunnen A-oortslepen of liefde rijk opgenomen worden, dan de Alhanee- zen en in de laatste dagen ook een aantal Albaeesche vrouwen met allerlei klachten» Het is een schilderachtig geheel, dab zich daar vopr de ambulance-tent Aerza^ melt. Alleen waag ik mij, sedert mijn in- secbenpoeder op bogint te raken, niet erg dicht in de nabijheid. Eén patient is er, met Avien ik bijzonder te doen heb: een aardig vijfjarig AHxa- ncesch jochie, dat bij het bombardement Aran een der bezette dorpen eon granaat splinter in het rechteroog gekregen heeft, Avaardoor dit totaal Averd vernield. Als het erg druk is, moet ik meehelpen en ik ben dan ook al heel ver in het leggen van een verband. Gelukkig, dat ik tegen het zien van bloed bestand ben, Avant cr Aralt hier heel wat ellende te oonstateeren. Het luguberst \dnd ik altijd, wanneer er 'e aAronds of ook wel 's nachts lx?richt komt, dat er veel gewonden gevallen zijn in de loopgraven. Dan Avordt alles gemobiliseerd, de ope ratietafel gereedgemaakt, op een drietal vuren Avordt 't water gekookt, de steriel© watten klaargelegd, messen enz. gesterili seerd, AroorzooA'er noodig, en dan komen zc «zuchtend en steunend uit de duisternis tot ons, sommigen half hangend op de. klein© paardjes, anderen zicli door d© modder slepend, de zwaargewonden op geïmproA'iseerde draagbaren en allen doodsbleek, hol de oogen en met bloed en modclcr bedekt. FABIUS. Uit Oost-lndië. Solidariteit on de r Inlanders. De heer M. van Geuns, hoofdredacteur van het „Soerabaiaech Handelsblad" t© Soerabaja, seint d.d. 27 Jan. aan „De Te legraaf": Er zijn merkwaardige uitingen van soli dariteit onder de inlanders Avaar te nemen* Gisteren had hier een openlucht meeting plaats, belegd door de- Verecniging SalikaU Islam, Avier zetel te Solo is gevestigd. Eu waren tien duizend menschen aanwezig. Do redevoeringeu hadden tot strekking, heb be\rorderen van dë economische versterking van d© iolandsche gemeeuschap, door een qomniercieele en coöperatieA'c werkzaam heid. Antagonisme jegens do Chincozen Avai* duidelijk merkbaar. Beweerd wordt, dat da C'hinee8che kleinhandel reeds de gevolgen daarvan ondervindt. Volgens verklaring der leiders heeft da beAveging geen politieke strekking. Het aan tal leden der A'creeniging op Java bedraagt» negentig duizend. twee stemmen en Jacquoliue dacht niet anders, of Hendrik Groenboom was hier gekomen om dezelfde roden als zij, om bestellingen t© doen. Maar.. in dat geval beantwoordde hij do vragen van een an dere, geheel onbekende stem, al heel vreemd. Jacqueline hoorde hem zoo iete zeggen A*an„er voor instaan... solid© firma...'' Eindelijk hoorde zij de stemmen elkaar goeden dag Avenschen. Iemand boog zich o_m de vitrine on een stem, de meest melo dieuze van dc twee, Arroeg: „Wat is er van uav dienst, da... De Avoorden bleven Hendrik Grocnhoom, den beleefden Avinkclchef, in de keel sto-» ken, toen hij zijn bezoeksters herkend© niet alleen, maar in een doodsbleek ont hutst meiejesgezicht staarde. Alle klem? Aderliet oven plotseling ziju wangen en lippen, er sprak wanhoop uit zijn blik; Avant eA'cngoed als den vorigen avond geen Avoorden waren noodig geweest, om hen aan elkander te ontdekken, was ook nu elke opheldering o\rcrbodig. Hij zag aan de uitdrukking van schrik op haar avïü gezichtje, dat zij tot nu toe niet geweten had wat hij was en dat zijn ontdekt© maatschappelijke positie, zijn broos geluk, nauw geboreji, reeds sterven deed. Gelukkig voor beiden, herkende me vrouw Wangelen hem riiet, zij kon bij het herkennen Aran personen, die zij slecht© een enkele maal gezien had, zoo arista cratisch kortzichtig zijn. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5