no. 16238.
XaËIDSClX DAGBLAD, Dinsdag* 26 Januari. Tweede Blad.
Anno 1913
Faillissementen.
Van onzen Oorlogscorrespondent
Buiienlandseh Overzicht.
FEUILLETON.
„Kn Attendant!"
Talaat bey,
de nieuwe Turksohe minister van
Binnénlandsche Zaken.
Het sociaal-democratische partijcongres
in Hongarije heeft besloten dat de socia
listen niet aan de verkiezin
gen zullen deelnemen, indien het ont
werp inzake kiesrechthervorming tot stand
komt zonder medewerking der oppositie.
Het wetsontwerp tot instelling van een
universiteit voor Z u i d-A fri
kais ingediend. Het bepaalt, dat de uni
versiteit een nationale stichting voor
Zuid-Afrika zal zijn en gevestigd zal wor
den op het (aau Zuid-Afrika- vermaakte)
landgoed van Rhodes Groote-Schuur.
Het ontwerp verbiedt onderzoek naar
godsdienstige gezindte en bepaalt, dab het
onderwijs zal worden gegeven en de exa
mens zullen worden afgenomen b£ in het
Engelscli of in het Hollandsch.
In New-Yerk (stad) bestaat oen commissie,
die zich tot taak stelt nieuwe bronnen te
ontdekken waaruit do gemeentef in a n-
c i c n kunnen worden g e s t ij f d. De
leden der commissie zijn lieden, die een rol
spelen in het openbare leven dei'.stad. Do
commissie heeft nu voorgesteld elk jaar een
belasting van 1 jpCfc. te heffen van de waarde,
vermeerdering van do onbebouwde terreinen
in New-York, indien "die waardevermeerde
ring niet te danken is aan uitgaven dooi
den eigenaar. D. w. z. de eventueel door
den eigenaar gedane uitgaven zoutten moeten
worden afgetrokken van de natuurlijke waar.
devermeerdéring; en, van hot verschil zou
dan de belasting moeten worden betaald.
Volgens schattingen noemt de waarde der
bouwterreinen in New.York per jaar gemid
deld too met 150,000,000 doll. De voor
geslagen belasting zou dus - indien zij wordt
ingevoerd c.a. 1,500,000 doll, 's jaars op
leveren.
Tn ons land kan dit oen punt van over
weging zijn voor die gemeenten, die niet zelf
liet grondbedrijf ter hand kunnen nemen.
Volgens een telegram, uit Manilla is op
de Pilippijne n een nxjn s t i ge rovo-
1 u t i c u i tg o h r o k e n. Twee luitenants en
zeven man der Amerikaansclic troepen wer
den gedood.
J. Hendriks, landbouwer, te Ledeacker.
A. M. de Haas,winkelier in sigaren en.
chocolaterie, te Zandvoort.
I. de Jong, banket- en broodbakker, te
Nijmegen.
Th. J. van der Eem, boekhouder, te Arn
hem.
G. Pas bakker en 'winkelier, te Yrooms-
lioop, gem. Den Ham.
J. Leen, huisschilder, Amsterdam, thans
gedetineerd in de strafgevangenis te
Utrecht.
B. C J. Hofstee, te 's-Gravenhagc.
II. C. Hutten, te 's-Gravenhage.
A. Berendse, bakker, te Solieveningen.
J. Hazenberg, verlof houdster, te Rotter
dam, èn haar echtgenoot G. Vos, losse
werkman, aldaar.
II. P. W. Collet, winkelier in kruideniers
waren, te. Rotterdam.
Geëindigd is het faillissement- van J. Olie-
mans, vroeger kruidendroger, te Noordwijk,
thans zonder bekende woon- of verblijf
plaats.
izzet pasja,
de nieuwe Turksche minister van Oorlog.
Hei Seven in 't kamp.
Groeda-, 16 Januari.
In afwachting van de komende gebeur
tenissen, wil ik u nog Wat mededeelen
over mijn dagelijksch leven ia dit kamp
aan den voet der Albaneesche bergen.
Ik zit hier betrekkelijk beter dan in
Moestafa Pasja, al woon ik hier in een
tent en had ik dóar altijd een dak hoven
mijn hoofd. Maar ik ben hier toch. beter
af, in mijn hoekje van de ambulance-tent,
onder vier dikke, wollen ;dckens, dan daar
ginds onder mijn dikweuf natte jassèn en
dan, hier kookt een kok mijn morgen
drank, en, al is het eten hier zeer eenvou
dig, en bestaat heb menu onveranderlijk
uit droog b rood en schap en vleesch, toch
weet ik nu ten minste, wat ik naar bin
nen krijg en hoef ik niet bang te ziju, dat
de kalkoen van 't menu zich gisteren nog
als aasvogel aan een dood paard ver
gastte, of wel, dat de haas even voor hij
geslacht werd nog tob blaffen in staat
bleek.
Reveille.
Ik lig in mijn hoekje, de zon is op, zoo
even heeft de muziek gespeeld en er valt
een gelig licht door het tentdoek op de
voorwerpen om mij heen.
Alles is nog stil, buiten hoor ik den re-
gelmatigen 6ta-p van den schildwacht, die
nu en dan even een luid woord wisselt
met den man bij het wachtvuur, dat ik
duidelijk hoor knetteren.
Mijn legerstee is wel wat hard, liet is
slechts een baar, waarop een deken ge
legd is, maar in mijn slaapzak engender
vier dekens heb ik hét lekker warm en
buiten is het koud, erg koud, ik zie het
aan mijn adem; regelmatig blaas ik damp
wolken uit.
Ik logeer thans in de operatietent, waar-
overdag alle verbanden gelegd worden;
tegenover mij, eveneens in een hoek,
slaapt eeu lid der ambulance, dr. J urn it-
schek, en de operatietafel wordt ingeno
men door onzen kok.
Daar op tafel ontstaat thans eenige be
weging; méueer do kok is bezig to ont
waken, hij is altijd het eerst klaar en
dank zij hem, hebben we dan ook altijd
warme thee of cacao bij het ontbijt, dat,
sedert de boter op is, alleen uit- een «tuk
droog brood bestaat.
Goddank, dat er nog condensed milk"
in overvloed is, want daardoor hebben we
nog altijd een zoeten morgendrank, daar
de suiker ook helaas verdwenen is.
De dokter tegenover me begint zich ook
te bewegen, maar het is aan alle kanten
duidelijk merkbaar, dat de kou oriö allen
den lust tot opstaan beneemt.
Daar hooren we in de andere tent eens
klaps een vreeselijk lawaai, druk praten,
veel gestommel, watergeplas. Een plotse
linge schrik; de assistent van dr. Peyer,
„Herr Jensen", is opgestaan, en die zal er
ons uit komen jagen.
Als de kok het hoort, vliegt hij over
eind en is in minder dan geen tijd aange
kleed; wat nogal begrijpelijk is, daar hij
alleen zijn sohoenen en jaa heeft aan te
trekken.
Hoe meer klecren men hier 'a nachts aan
heeft, des te beter, want ondanks al het
dek kan het toch nog vrij koud zijn en dan
men vergete niet, dat wij vlak in de buurt
van de stelling zijn en al is een uitval en
doorbraak der Turken niet waarschijnlijk,
men moet toch op alles voorbereid zijn.
Ook gebeurt het vaak, dat men in het
holst© van den nacht nog gewonden bin
nendraagt-.
Daar gaat de tent open, een straal licht
valt naar binnen en als de wind springt de
kok van de tafel en. maakt dat-ie weg
komt, want daar is „Herr Jensen". Het
is een onvervalschto Berlijner, dm nu de
tent binnenkomt, een alïervermakelijkst
type, dat heel wat tot de vroolijkheid in
het kamp bijbrengt. Er is maar écn oogen-
blik van den dag, waarop ik hem liever
niet zie en dat breekt nu net aan.
Allo, Herr Docter, allo, Herr Leut-
nantEn zuchtend en bibberend staan we
een oogenlik later tegenover elkaar.
Dan gaan we nog voor het wasschen
even bij- den kok op bezoek cn bedelen om
wat warm water, maar veel krijgen we
nooit, net genoeg om de tanden te poet
sen, want d© rest is noodig voor de thee
en kokkie waakt met bijzondere zorg, dat
we hem zijn waterketeltje niet ontfutse
len.
In alle tenten wordt het nu langzamer
hand levendig, want overal, waar „Herr
Jensen" verschijnt, is het reveille, reveille
zonder genade en dan, na eerst een duide
lijk hoorbaar gebrom, wordt- overal ge
plast en geploeterd. Zoo maken we ons
toilet en alvorens ons ontbijt in de tent
van dr. von Peyer te gaan nuttigen, gaan
we eerst nog even een kleine wandeling
maken. Het hangt van het weer af of we
ver gaan of niet en een opmerkzaam tóe
schouwer zou kunnen opmerken hoo een
ieder altijd op zijn eigen houtje gaat en
iu zijn eentje dat gedeelte van den veld
dienst- schijnt te beoefenen, dat handelt
over het zoeken van dekking in het ter
rein.
Misschien vindt ge hierin een aanlei
ding om te vermoeden, dat het hoofdstuk
latrines" in het Montenegrijnsch pio-
niersvoorschrilt ontbreekt.
Als we terugkomon van onze wandeling,
gaan we nog even naar de pastorie.
In een op de Turken veroverde aoht-
manstent, woont' n.l. die hofkapelaan, pope
Mirash,- tevens het hoofd der afdeeling
Aan het Montenegnjnsche Roode Kruis.
De pope is een heel eerwaardig man,
met een langen baard, maar ik denk toch,
clat gij eenigszins van hem zoudt schrik
ken, wanneer go hem in het donker alleen
tegen kwaamt, want hjj draagt het natio
nale kostuum, met een paar reusachtige
pistolen in den gordel, en hij ziet er, met
alle respect gezegd, wel een weinig
struikrooverachtig uit.
Er gaat een verhaal, dat- Herr Jensen
ook eens getracht heeft reveille in de pas
torie te bla-zen, maar dat de pope toen
zoo'n kabaai gemaakt heeft, dat het heele
kamp vreesde, dat de pope zou toonen zijn
pistolen niet voor niets in den gordel to
dragen.
Of het waar is, heb ik nooit uit kunnen
maken, alleen weet ik, dat de pope niet
van vroeg opstaan houdt ©n 's avonds
graag met zijn vrienden een kaartje legt
en een grocje drinkt, waarbij het gewoon
lijk nogal luidruchtig toegaat en de pope
geen slecht© zaken schijnt te maken.
Boozo tongen beweren dan ook dat het
mandor rheumatiek dan wel zijn eerwaar
dige kater is, die hem 's ochtends altijd
om aspirine komt doen bedelen. Op
Nieuwjaarsdag, 14 Jan., hadden we een
mooie geschiedenis. Daar zitten we aan
heb ontbijt, dr. von Peyer, dr. Jurmit-
sohek, Herr Jensen en mijn persoon en
zie, opeens staat pope Mirash voor ons
met zijn mooie pak aan en met twee tra
wanten.
Hij houdt een lange aanspraak, waar
I* hot Eng cliche Lagerhuis zijn de be-
r a.a d-öl a g i n go n over het kies.
rö c-ltto n twetrp afgebroken.
Asquit-h .heeft in het Lagerhuis verklaard,
dat ido regeering bes-loten heeft niet voort
té gaan met do behandeling van het- kieö-
yecldoniwerp.
Asquilh's verklaring volgde op die van'den
voorzitter, dat het opnemen in de wet van
een der drie amendementen, waarbij kiesrecht
woedt verleend resp. aan 11 millioen, G mi.l-
1 i'oen of- 1l/ï nvïMiocn vrouwen, d© gtonds
elagen van liet ontwerp in die. mate zouden
wijzigen, dat- hij intrekking noodzakelijk
achtte om liet ontwerp als nieuw wetsvoor
stel weer in t-c dienen.
Asquith zei de, dat door deze verklaring1
©en vruchtbare discussie over vrouwenkies
recht was uitgesloten cn de regeering hot
daarom, boter achtte het ontwerp niet ver
der te behandelen.
Daarmede gaf de regeering echter niet
haar voornemen prijs, om in de tegenwoor
dige parlementaire poriode do kiesreehtber-
vornïïng tot stand te brengen.
Ten .aanzien a an vrouwenkiesrecht zou
de reg-cering gelegenheid geven tot bespreking
A*an elk ontwerp, over dat onderwerp in de
volgende zitting van clc zijde der leden inge
diend.
Ten slotte ontkende Asquilh, dat in de
thans gerezen kwoslio A an parlementaire pro
cedure ,de reg-cering schuldig zou zijn aan
nalatigheid, jeu verklaarde dat do regceTiiig
o\'crtuigd is ge\ve©.-t, dat haar kiusrechtont-
Averp ,ten volle do gelegenheid, zou bieden
voor bespreking van liet vrouwcnkiesrccM
Na verdere bespreking, in den loop waar
van a-lgomeenc instemming weid betuigd met
do handelwijze dor regeering, Averd liet önt-
Averp formoeL ingetrokken.
De politie had hedon buitenge won© maat
regelen getroffen, ten einde uitspattingen
van. jkieerechtvrouwcn tegen tc gaan of ic
onderdrukken, wannoor deze mochten A'olgen.
op liet besluit van het kabinet, om het kies
rechten t worp .onverwijld in te trokken. Tavcc-
d ui zend. agenten bcne\rens honderd man be
reden politie werden gereed gehouden in de
huurt van heb parlement, terwijl geheime
politie de ministers bewaakte. De politie had
si raatop toch ten en betoogingen A"Crhodq>ii, die
trouwens onwaarschijnlijk waren geworden
na de verklaringen vaa .Asquith, in do zit
ting van gistermiddag. Honderden Atrouwen
v.achtten buiten het parlementsgebouw op
de beslissing der regecring, keurden die be-
slristegj levendig af, doek gingen daarna kalmj
uiteen.
Do longontstekng van prins A d e 1-
b e v t heeft een gunstig verloop. De ziek
te neemt in hevigheid af.
Aartshertog E e in i e r is op 86-"
jarigen leeftijd ovorleclen. Zijn ster
ven kon de laatste dagen elk oogenblik
Averden verwacht en gistermiddag au f
.uran was het einde voor den ouden man
aangebroken.
Da overledene, een oom van keizer
Frans Jozef, was een kunstkenner en
kunstbeschermer en een man van groot e
Avetenschappelijko ontwikkeling. Hij Avas
doefeor in de filologie honoris causa van de
Universiteit te Weenen, doctor honoris
causa in de techn. wetenschappen en cere-
lid Aran de Keizerlijke Academie van We-
tc-nsohappen en Schoone Kunsten te Wce-
ne*.
Toorts is aartehertog Reinier generaal
bij het Oostenrijksche leger geweegt en op
perbevelhebber van de landweer.
HÜj ava-s gehuwd met zijn nicht aartsher
togin Mario Caroline, welk huwelijk kin-
uerloos is gebleven.
Na een pijaüoozen doodstrijd van 2ö
uren oArerleecl de grijsaard. Hij was ge
heel buiten bewustzijn. Alle leden der
Keizerlijke familie waren aan zijn ziekbed.
De tijding van zijn overlijden Arersprridcl©
ziok zeer snel door de golieele stad en
Averd met groot leedwezen vernomen. De
voorbereidselen voor het carnaval zijn af
getast-.
Een groote menigte was voor het paleis
aanwezig.
De meeste dagbladen kwamen in bijzon
dere edities uit.
DOOlt
LOUISE B. B.
(Nadruk verboden).
10)
Den volgenden morgen deden de beide
dames haar wandeling op het Konings
plein. En de hoop „haar" te zullen ont
moeten, had ,,heni" ook dien kant uitge
dreven, Nog altijd stond hij in de gunst
van god Amor, want zijn pogen gelukte.
Hrenals de vorige maal zag Jacqueline
Hendrik Groenboom van den tegcuo\"er-
gestelden kant aankomen. Een diepe blos,
een groet, een glimlach van blij- herken-»
non en zij waren elkander voorbij.
Movromv Wangelcn, te druk met eigen
gedachten bezig, had niets gezien. Zij
overlegde in stilte, hoe zij het zou aan
leggen, haar doeht-erke een tijding mede
te deelen, gisteravond ontvangen, maar
uit vrees voor een slechte nachtrust voor
het A'ermoeide meisje, tot de ochtendwan
deling uitgesteld. Jacqueline, niet A-ermoe-
dende Avat haar boA~en het hoofd hing,
lisp naast haar moeder, als Avare de stof
fige weg, Avaarop zij ging, zacht als roos-,
kleurig fluweel. Dit oiwerwachte Aveder-
zten na een avond als gisteren, het gevoel
vam geluk, dat het plotseling weer \*erle-
vencligde, tintte, alles om haar heen in
een gouden Avaas.
„Jacqueline, wij hebben, terwijl je uit
was gisteravond, mailberichten ontvan
gen."
,,0 ja..., mama?' antwoordde het meisje
A'crstrooid, haar gedachten waren niet in
Holland, zij toefden in het land der
illusies..
„Ja..., Aran den Everaertsberg." Met
bijzonderen nadruk Averd dit gezegd.
„Helaas, de gedachten kwamen weer
„thuis," op den EA'er&ertsberg, die trot-
6che „Huize."
Een A'aag, onaangenaam geA'oel bekroop
Jacqueline plotseling. „En hoe maken het
de tantes?" vroeg zij plichtmatig.
MevrouA? Wangelen wachtte slechts op
die vraag. „Hm..., niet al te goed. Ten
minste tante Adolphine niet, zij... zij heeft
een a al gedaan en haar leeftijd in aan*
-merking genomen..., kortom een noodlot
tig onvoorzien ongeluk... ze is er ernstig
ziek van geAvorden -en...en
„Toch niet dood, mama? Dat zou vree
selijk zijn, op zulk een manier té moeten
sterven l"
„Helaas ja, mijn kind, toch J6 het zoo.
Wij wilden het je gisteraA'ond niet vertel
len. Je herinneringen aan de goede tantes
zijn verscher dan de onze, wij wilden je na
de vermoeienissen van den avond niet
nog een onrustigen nacht bezorgen boAren-
dien."
Jacqueline, OA'erstelpt door allerlei op
komende herinneringen uit haar jeugd,
Aroelde de tranen in haar oogen branden.
„Die arme tante Adolphine...!"
Met passende picteit spraken zij1 en haar
moeder een tijdlang over de overledene.
Daarna hernam het practisch© van het
leATen weer de overhand.
„Tante Adolphine was nog de jongste,
zes-en-zcAentig; de tantes Sophie en
Isabella zijn ouder,'' begon mevrouw
Wangelen op te merken.
„Ja, negen-en-zeventig en drie-en-
taehtig..."
„Ik begin te gelooven, dat ten slotte
onze illusie, dat papa in Nederland zal
terugkomen als Heer Aan den Everaerts-
berg zich nog zal gaan A*e r we /e n 1 ijke uT och
blijft 't ons plan op den Hoorn t© gaan
Avonen papa is daaraan gehecht hij is daar
geboren, zijn ouders en zijn grootouders
hebben er gewoond. De Everaertsberg kan
bestemd blijven voor een Aran de jongens...
Maar zij zijn nog zoo jong, zij moeten
toch nog eerst wat van de wereld zien.
Tot zoolang, Jacqueline, zou jij het w§l
als zomer verblijf kunnen betrekken met
je... echtgenoot."
't Was niet voor de eerste maal, dat
mevrouw Wangelen op zulk een toekomst
in het moederland zinspeelde. Zij waren
hier immers maar „en attendant I"
Jacqueline zweeg ditmaal... Plotseling
dacht zij niet meer niet hetzelfde gevoel
als gisteravond aan den knappen „man"
Hendrik Groenboom en een voortdurend
verblijf in dit land, dat eigenlijk voor
haar sleehts een land der vreemdeling
schap moe&t blijA'en. Wat geslapen had
enkele uren onder de hypnose A'an een
sterke menschelijke aandoening, ontwaak
te weer. Nog te jong was de nieuwe nei
ging, het zou te bezien staan, of dio opge-
Avaseen bleef tegen ingewortelde vooroor-
deelen. De hooge, gekartelde muren van
voorvadeiiiike kasteelen, groote namen...,
zij schoven zioh als bolwerken tusschen bet
geluk cn den armen Hendrik Groenboom,
met zijn groote liefde, maar lage afkomst.
Dien ochtend na het ontbijt reden me
vrouw Wangelen en Jacqueline uit in het
coupeetje, om boodschappen te doen. In
den Huizo Wangelen, waar nooit een vorm
verwaarloosd werd, zou drie maanden
lapg geheel naar den eisch geroivwd avoi*-
den om de tante, die men in geen twintig
jaar gezien had.
Na vele toko's bezocht te hebben, ging
men eindelijk ook naar een boekenwinkel,
waar postpapier en visitekaartjes A-erkocht
werden. Die winkel lag te Rijswijk, Avas
vroeger een gewoon huis geweest en had
een kleinen tuin Aróór, een groot erf ach
ter het huis. Do binnenga-lerij was tot Avin-
kel ingericht. Langs de Avanden kasten en
boekenrekken; een lange, hooge vitrine
nam geheel het middengedeelte van de
galerij in beslag. De prachtwerken cn
schrijfbehoeften, daarin ten toon gesteld,
henamen voor de binnenkomende geheel
het gezicht op wat er achter die vitrine
stond. Toen Jacqueline, achter haar moe
der de kal© voorgalerij d'oorloopend, het
winkelmagazijn binnenkwam, Averden haar
ooren oogenblikkelijk getroffen door de
klanken van een bekende stem, dio zicli
hooren deed achter de hoóge vitrine.
Daar was in heel Batavia slechts één stem,
die zoo welluidend klonk als deze. Jacque
line voelde weer een verraderlijke trilling
door het hart gaan. En langzaam de
vitrine langs gaande, haar moeder, die in
de beschouwing der etalage A'erdicpt was,
niet durvende haasten, luisterde zij op
merkzaam naar die stem, op het laatst
heel verwondend zelfs. Daarna hoorde »j
van we natuurlijk niets begrijpen maar d©
tolk vertaalt het en we krijgen te hooren,
hoe Z. M. de koning zijn teArredenheid aan
allen, dio het land te Aelde dienen en dus
ook aan ons betuigt ©n dat hij als blijk
zijner waardeering ons ieder een zilvereu-
tweekronenstuk offreert.
Wij bogen allen diep en ik wilde juist
protesteeren, toen een teeken van dr,
Peyer mij beduidde, dat men iu een wei
gering een beleediging zou zien, en du©
nam ik ook gracelijk het zilveren geltb
stuk aan.
De pope kreeg een glas cognac en d©
trawanten ook en met leedwezen zag ik d©
laatst© sigaar door d© geestelijkheid op-
rooken, toen eensklaps mijn aandacht
werd getrokken cloor Herr Jensen, ditf
achter pope's rug op iets 6bond te hijten.
Wat dee' je toch? voeg ik hem, toen
dc pope verdwenen was.
Ik moest toch eerst weten, of 't echt
was, alvorens die Schinderhannes onze
laatste sigaar kreeg 1" was 't antwoord.
Na het ontbijt komen de patiënten, ge
woonlijk een honderdtal, uit al de omlig-
geude dorpen naar de ambulance, soms
uren Arer, om zich te laten bchandelen.
Daar komen dan gewonde soldaten, dio
voor genezen verklaard zijn, maar wier
Avonden door koude en ellende Aveer open
zijn gegaan, A*eel zieken, dio zich soms bij
na niet meer kunnen A-oortslepen of liefde
rijk opgenomen worden, dan de Alhanee-
zen en in de laatste dagen ook een aantal
Albaeesche vrouwen met allerlei klachten»
Het is een schilderachtig geheel, dab
zich daar vopr de ambulance-tent Aerza^
melt. Alleen waag ik mij, sedert mijn in-
secbenpoeder op bogint te raken, niet erg
dicht in de nabijheid.
Eén patient is er, met Avien ik bijzonder
te doen heb: een aardig vijfjarig AHxa-
ncesch jochie, dat bij het bombardement
Aran een der bezette dorpen eon granaat
splinter in het rechteroog gekregen heeft,
Avaardoor dit totaal Averd vernield.
Als het erg druk is, moet ik meehelpen
en ik ben dan ook al heel ver in het leggen
van een verband. Gelukkig, dat ik tegen
het zien van bloed bestand ben, Avant cr
Aralt hier heel wat ellende te oonstateeren.
Het luguberst \dnd ik altijd, wanneer
er 'e aAronds of ook wel 's nachts lx?richt
komt, dat er veel gewonden gevallen zijn
in de loopgraven.
Dan Avordt alles gemobiliseerd, de ope
ratietafel gereedgemaakt, op een drietal
vuren Avordt 't water gekookt, de steriel©
watten klaargelegd, messen enz. gesterili
seerd, AroorzooA'er noodig, en dan komen zc
«zuchtend en steunend uit de duisternis
tot ons, sommigen half hangend op de.
klein© paardjes, anderen zicli door d©
modder slepend, de zwaargewonden op
geïmproA'iseerde draagbaren en allen
doodsbleek, hol de oogen en met bloed en
modclcr bedekt.
FABIUS.
Uit Oost-lndië.
Solidariteit on de r
Inlanders.
De heer M. van Geuns, hoofdredacteur
van het „Soerabaiaech Handelsblad" t©
Soerabaja, seint d.d. 27 Jan. aan „De Te
legraaf":
Er zijn merkwaardige uitingen van soli
dariteit onder de inlanders Avaar te nemen*
Gisteren had hier een openlucht meeting
plaats, belegd door de- Verecniging SalikaU
Islam, Avier zetel te Solo is gevestigd. Eu
waren tien duizend menschen aanwezig. Do
redevoeringeu hadden tot strekking, heb
be\rorderen van dë economische versterking
van d© iolandsche gemeeuschap, door een
qomniercieele en coöperatieA'c werkzaam
heid. Antagonisme jegens do Chincozen Avai*
duidelijk merkbaar. Beweerd wordt, dat da
C'hinee8che kleinhandel reeds de gevolgen
daarvan ondervindt.
Volgens verklaring der leiders heeft da
beAveging geen politieke strekking. Het aan
tal leden der A'creeniging op Java bedraagt»
negentig duizend.
twee stemmen en Jacquoliue dacht niet
anders, of Hendrik Groenboom was hier
gekomen om dezelfde roden als zij, om
bestellingen t© doen. Maar.. in dat geval
beantwoordde hij do vragen van een an
dere, geheel onbekende stem, al heel
vreemd. Jacqueline hoorde hem zoo iete
zeggen A*an„er voor instaan... solid©
firma...''
Eindelijk hoorde zij de stemmen elkaar
goeden dag Avenschen. Iemand boog zich
o_m de vitrine on een stem, de meest melo
dieuze van dc twee, Arroeg: „Wat is er van
uav dienst, da...
De Avoorden bleven Hendrik Grocnhoom,
den beleefden Avinkclchef, in de keel sto-»
ken, toen hij zijn bezoeksters herkend©
niet alleen, maar in een doodsbleek ont
hutst meiejesgezicht staarde. Alle klem?
Aderliet oven plotseling ziju wangen en
lippen, er sprak wanhoop uit zijn blik;
Avant eA'cngoed als den vorigen avond geen
Avoorden waren noodig geweest, om hen
aan elkander te ontdekken, was ook nu
elke opheldering o\rcrbodig. Hij zag aan
de uitdrukking van schrik op haar avïü
gezichtje, dat zij tot nu toe niet geweten
had wat hij was en dat zijn ontdekt©
maatschappelijke positie, zijn broos geluk,
nauw geboreji, reeds sterven deed.
Gelukkig voor beiden, herkende me
vrouw Wangelen hem riiet, zij kon bij het
herkennen Aran personen, die zij slecht©
een enkele maal gezien had, zoo arista
cratisch kortzichtig zijn.
(Wordt vervolgd.)