No. 16229. XiXalDSCH DAGBLAD, Vrijdag* 17 Januari. Tweede Blad. Anno 1913. Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. „Kn Attendant Tweede Kamer. Vaiulaag is 't de dag van de verkie zing van een presidentder Fransche republiek, 't Laat zich aanzien, dat de uitslag laat bekend zal zijn, omdat nog niet met zekerheid te zeggen is, wie gekozen zal worden door ide herstemmingen die te wachten zijn. Bij de derde stemming van de repu- blikeinsche partijen uit Kamer en Senaat werden van de 718 stemmen uitgebracht 646. De volstrekte meerderheid was dus 324. Pams kreeg 323, Poincaré 309, Ri- bot 11, Deschancl 1 en Delcassé 2 stem men. Bij de laatste stemming krec» Pams Idus weder een kleine meerderheid, maar zelfs de pamslavi-den moencn, dat het aantal stemmen niet voldoende was, om hem heden de volstrekte meerderheid te bezorgen. Poincaré daarentegen, indien hij die 309 stemmen behoudt, kan met Irechtsche hulp reeds bij .eerste stem ming een volstrekte meerderheid "van misschien 460 stemmen krijgen. Clemen- ;oeau en Combes vonden toen, dat men Poincaré moest zoggen dat hij zich terug trekken moest voor Pams, die de meer derheid der republikeinen had. Poincaré weigerde beslist. De ministers, met uitzondering van Delcassé en Pams, waren in het kabinet van Poincaré, toen de afgevaardigden jder groepen van de linkerzijde, onder wiï Clemenceau. Combes, Caillaux en Monis, Poincaré kwamen verzoeken zijn 'camljdatuur voor het presidentschap jn te trekken. Monis en Clemenceau vroegen aan Poincaré of hij niet kon goedvinden zich tegelijk met .Bams terug te trekken teu gunste van een nieuwen Candidaat. Monis stelde zelfs voor dat Poincaré Zelf dezen candidaat zou kiezen en be loofde zich bij die keuze neer te leggen. .Ciemenoeau betuigde echter dat hij zich niet met dit voorstél kon vereenigèn. Poincaré antwoordde dat men een nieuwe candidatuur had kunnen stellen voor de derde stemming begon, maar jaangezien de voorbereidende vergade ring nu was afgeloopen, was het onmo- §ehjk te ervaren of een nieuwe candi- aat op eenheid onder de Republikeinen Zou kunnen rekenen. Poincaré antwoordde dat hij op aan dringen van een groot aantal vrienden, ;behoorcnde tot alle groepen der linker zijde, meende zijn candidatuur voor de Nationale Vergadering te moeten hand haven. Toen de voorbereidende verga dering werd bijeengeroepen stond het Vastdat de candidaten nier gebonden zou den zijn door het resultaat der stemming. Do eerste stemming was inderdaad- niet te zjjnen gunste uitgevallen, maar meer dan 100 republikeinen, leden der Na tionale Vergadering, en bijeengeroepen ter bijeenkomst van de groepen der lin kerzijde, waren daar niet aanwezig. Ilun laanwezigheid zou een zeer belangrijke .verandering hebben kunnen brengen in de cijfers der stemming. Poincaré legde verder de nadruk op, Wat hij noemde, de werkelijke reden van zijn beslissing. Bij de derde stemming ging de strijd niet over politieke vraag stukken, er was naar het scheen alleen persoonlijke voorkeur in het spel. Pams en hij hadden steeds in volko lmen harmonie dezelfde politiek voorge staan. Nooit heeft Pams eenige tegen- Werpingen of voorliehoud geopperd te gen daden of verklaringen van den mi nister-president. De voorbereidende stemmingen kunnen daarom geen betee- jeenis hebben ten nadeele van de candi- Idatuur van Poincaré. Onder die omstan digheden betreurde Poincaré zich niet Iten gunste van Pams te kunnen terug trekken. Siegfried Bignon en Magiinot, behoo- irende tot de democratische linkerzijde Ider Kamer, hebben een verzoek om zich naar Poincaré te begeven, beslist gewei gerd, daar zij die stap voor volkomen jnispjaatst beschouwden. Fatier, president der Republikeinsche groep in den Senaat, weigerde eveneens leen dergelijk verzoek. Volgens een nota van Havas heeft Poincaré tusschen de tweede en derde stemming in, tevergeefs gepoogd Bour- feois te bewegen om in het belang van e eenheid onder de republikeinen een candidatuur te aanvaarden, welke ook de uitslag der stemming zou zijn. Hij hernieuwde dat verzoek na de derde stemming. Bourgeois bleef echter wei geren In den loop van een onderhoud met afgevaardigden van de linkergroepen met Poincaré heeft de minister-president er de aandacht op gevestigd dat het 'aantal stemmen, 't welk hem van_Pams scheidt, te gering is om daarmede rekening te houden."Hij verklaarde zich overtuigd op het congres een groote meerderheid te zullen behalen. Een der afgevaardig den opperde, dat het wellicht .verstan dig zou zijn om in het belang van eens gezind handelen een nieuwe candidatuur te stellen, die aiic groepen der linker zijde zouden kunnen steunen. „Wie zou dan candidaat kunnen zijn?" vroeg Poincaré. Toeri men hem niet antwoordde, voeg de hij daaraan toe: „Ik ben overtuigd dat in de tegenwoordige omstandigheden elke nieuwe candidaat, wie hij ook mocht zijn, op dezelfde moeilijkheden zou stui ten." Volgens een andere lezing zou Poin caré hebben verklaard, dat Léón Bour geois de eenige man was, die in staat zou zijn de verdeeldheid te doen ophou den. Hij was bereid zich terug te trek ken, indien Bourgeois er in togstemdo de eenige candidaat der republikeinen te zijn. De beraadslagingen der linkerzijde waren nogal heftig,, 't zal vandaag in het paleis van Versailles wel kalmer rijn. Al zal de bijeenkomst lang duren, toch behoeven de hoeren niet te verhongeren. De restaurateur, met de zorgen voor het buffet belast, heeft de noodige inslagen go- uaan. In den Matin" vinden we het vol gende lijstje: 50 Yorker hammen, 250 kilo worst, 50 blikjes foie gras, 100 kilo's gruyère- kaas, 600 fiesschen St.-Emilion, 300 fiesschen bourgogne, 260 fiesschen Graves, 100 fies schen Marsala en 30 fiesschen cognac. De „Manch. Courier" heeft verleden week medegedeeld, dat de zes laatste zoogenaam de pantserdekkruisers, die Duitschland heeft laten bouwen, in werkelijkheid gepantser de kruisers rijn en dat verleden jaar voor de Duitsche vloot niet, zooals het heette, twaalf, maar vier en twintig torpedo-ja^ gers zijn gebouwd. Hierop \olgt nu weer in de Engelsclie pers het bericht, dat zes van de twaalf Duitsche torpedojagers, die in alle h e i m I ij k h e i d gebouwd waren, reeds in de Noordzee in de vaart zijn, en dat de andere zes bijna klaar zijn om dienst te doen. Verder meldt men, dat liet Duitsche type van lichte-gcpantserde kruisers in véle op- ziohfcen op het Engelsohe lijkt, en dat twee Duitsche kruisers, waaraan men verleden jaar is begonnen, de liohte Engelsohe pant serkruisers in elk opzicht de baas zullen zijn. Door den heimelijken aanbouw heeft Duitschland nu'in twee jaar t.ijds 36 torpe- do-iageis er bij gekregen tegen Engeland 40. Men mag benieuwd zijn naar het ant woord, dat vaai Duitschen kant op doze onthullingen zal gegeven worden. Intussöhen blijkt het, dat er toch mal met de belastingpenningen wordt omge sprongen. Niet alleen die schepen worden gebouwd, waarvoor toestemming is gegeven door de volksvertegenwoordiging, neen, daar komt nog zoo eeu en ander bij. De Home Rul e-w e t is in derde le zing met 368 tegen 258 stemmen aange nomen. De moerderbeid van de regeering was grooter dan men had verwacht en er ont stond groote geestdrift toen de cijfers bekend werden. De ministerieelen en na tionalisten gingen staan hoezee roepen en met zakdoeken zwaaien. Een groote menigte stond buiten het Hui6 en juichte toen de uitslag bekend werd. Het Hoogerhuis heeft de Home Rule- wet in de eerste lezing aangenomen. i>e voornaamste candidaten voor het presidentschap der Fransche Republiek. Itinlstsr-prssident Poincaré. Kinistsr vau Landbouw Pams. DOOR LOUISE B. 8. Nadruk verboden). 1) „Hij" was een jonge, breed gesohouder- fde man, open en vriendelijk van oog, blank van tint-, met kuiltjes in de wang en een. blos, dien elk jong meisje hem had kunnen benijden. Zijn veerkrachtige gang getuigde van spierkracht en bevalligheid; er lichtte levenslust, meer nog, levensmoed, uit de groote oogen met den vroolijkon glans, uit den glimlach, die speelde om de lippen. En energie, levensmoed had hij dan ook noodig gehad, om als zoon van een eenvou dig dorpsapotheker, vastgeroest in zijn ge boortedorpje, het besluit te nemen, land 'en familie te verlaten voor een onzekere toekomst in Indië. Tot nu toe was hij voor spoedig geweest, want hij had het in weinig jaren gebracht tot chef van den voornaam- ©ten boekwinkel van Batavia, waar hi) als eenvoudig winkelbediende begonnen was. Zeker, hij was een Zondagskind, want behalve met een goede betrekking, had de natuur hem gezegend met een zeer knap .uiterlijk, een lenig, flink figuur, een mooi gezicht, dat terstond in het oog viel; zoo ldeel jonge, manlijke kracht en goedheid q>raken er uit. Met dat al leende zijn phy- rfek zich beter tot het dragen van een losse, witte jas, een flanellen sporthemd, een lage boord, die den gespierden nek beter deed uitkomen, een strooien hoed, voor de warmte ietwat naar het achter hoofd geschoven, dan tot een nauwsluitend xwart salontoilet. En... ongelukkig voor „hem" had „Zij" juist een open oog voor een onberispelijk gesneden, geheel naar den oisch gedragen salontoilet. Was dit nu slechts de eenige hinderpaal geweest, het ware onbeduidend, maar het noodlot wil de, dat „Z,ij," die „Hij" zoo vurig in stilte aanbad, de dochter was van een zeer hoog geplaatst ambtenaar. En zelfs niet eens van een gewoon ambtenaar, die door lan gen diensttijd, veel ijver, en wat „veine" het zoolang in de tropen had weten uit te houden, tot hij het gebracht had tot zijn tegenwoordigen hoogen rang, maar in grond van zijn hart dezelfde eenvoudige man was gebleven als bij den aanvang zij>- ner carrière,... neen, zoo eenvoudig was het niet „Haar" vader droeg bij zijn hooge betrekking een der oudste namen van het moederland, hij noemde zich: Vice-Presi dent van den Raad van Nederlandsch- Indië, Baron Wangelen van Hoorn tot den Everaertsberg...! En onder welke omstandigheden had de „tokochef" tot dit jonge, mooie lootje van alouden stam zijn oordate oogen durven opslaan 1 De vader van de freule had indertijd zijn toevlucht moeten zoeken in dit land der zonne, evenals later de apothekerszoon, en wel om dezelfde redenen: geen voldoen de middelen van bestaan in het moeder land. De meest aristocratische naam had den jonker niet behoed kennis te maken Op Freiherr von Jepisch, den gezant te Darmstadt, heeft men het oog laten vallen, als opvolger van von J a go w als ge zant te Rome. Het bezoek van Azcarate is door het on gewone nog het onderwerp van de ge sprekken. Koning Alfons heeft den repu blikein over vele punten inlichtingen ge vraagd. Zoo vroeg hij zijn bezoeker, of deze "het gewensoht achtte, dat de vorst bij een Gventueele crisis ook b e t oordeel in wint van de leiders deran ti-dynastieke partijen. Op een bevestigend antwoord van den republi- keinschen leider verklaarde Alfons bij voor komende gelegenheden in dien geest te zul len handelen. Uit een en ander leidt men af, dat men binnenkort een aansluiting van de gematig de republikeinen bij de monarchistische par tijen mag verwachten. Waarschijnlijk zullen ook de radicale lei der Lerroux en de socialistische leider Pa- blo Iglesias in het paleis ontboden worden. Bij vet vertrek van den koning naar Gre nada werd hem door liberalen en republi keinen een ovatie gebracht. Nog steeds geve c.h ten in Marok- k o. De lcaid Beminkild, naar Dagoerai ver trokken om een troep Bcnimtir te bescher men, aie zich tegen, andersgezinden hadden vereenigd, is met deze ioatsten in gevecht gekomen en heeft hun belangrijke verliezen toegebracht. Een luitenant is gedood, een sergeant en 10 man ziin gewond. Lord Hardinge, dié onderkoning van Britsch-ïndië, wordt met el eotri c i- t e i t behandeld tegen de neuritis, die zïob in zijn rechterarm heeft geopen baard als 'gevolg van .de wonden, hem toe gebracht bij dep. bomaanslag te Delhi. Hij maakt het voor het- overige goed. Vergadering van 16 Januari. Bi n n e n 1 n d s o h e Zaken. (Vervolg). De heer Van Nispeh (Rlieden) sloot zich daarbij van harte aan. Het systeem der Drankwet wil spreker wel behouden, maar alles moet er uit verwijderd worden wat fraude in de hand werkt. De heer Janssen (Maastricht) onder, steunde de betoogen van de vorige «pre kers ten aanzien der Drankwet. De wet zegt spreker bevat tal van plagerijen die allerminst bevorderlijk zijn aan drankbestrijding en die dan ook door de drankbestrijders worclen afgeKCuvd Voornamelijk is dit het geval betreffende een Koninklijk besluit nopens de eischen waaraan de verlof lokaliteiten moeten vol doen. De heer Pasatoors wijst op het drukkende van de forensenbelasting voor menschen in den omtrek van Haarlem, die in Haarlem niet kunnen wonen wegens woningnood. met den meest democratische aller toe standen: geldgebrek. Nu hij Vioe-President van den Raad van Nederlandsch-Indië was, trachtte hij zijn verloren jeugd te verbloemen, door te ver kondigen dat alle Wangelens „wild'» wa ren in hun jonge jaren; nu, de jeugd van dezen baron wa© eenvoudig „woest" ge weest. Geen wonder dus, dat het landgoed „De [Hoorn," de eenige bezitting, die hij hij den dood zijner ouders aanvaardde, en dan nog zwaar belast, als water tusschen de vingers van den levenslustigen jongen man stuk voor stuk ontglipte. Geheel berooid zocht hij zijn toevlucht in de koloniën. Gelukkig leefde hij in den tijd, toen het nog moge lijk was voor energieke jongens van goe den huize en zorgvuldige opvoeding maar zonder reisgeld, als kajuitsjongen naar Indië om de Kaap te zeilen en over Cairo in het vaderland terug te komen als schat rijk plantagebezitter of ale hooggeplaatst ambtenaar met een groot pensioen. Een dergelijke carrière was den laatsten af stammeling der Wangelens van Hoorn tot den Everaertsberg ten deel gevallen. Na een tientaljarig verblijf in de tropen, voor herstel van gezondheid tijdelijk terugge keerd naar Nederland, werd zijn familie, die hem reeds bij zijn vertrek ten doode had opgeschreven, aangenaam verrast een echten Wangelen in hem terug te vinden. Hij werd overal met open armen ontvan gen en hij had de tact, een lief, maar niet heel jong nichtje, de lieveling van zijn oude tantes van den Everaertsberg ten huwelijk te vragen. Door deze daad van piëteit wa ren zijn tantes, die reeds op het punt ston üe heer Vliegen sluit zich aan bij den aandrang naar spoedige behandelmg van 'fc ontwerp tot pensionneering der ge meente-ambtenaren en bij de urgentie van beter© bezoldiging van de gemeenteveld wachters. Op verbetering der grensrege ling tusschen gemeenten dringt spreker aan, waardoor vanzelf de forensen-kwestie tot oplossing kan komen. Verder bespreekt hij de gewijzigde in structie der onbezoldigde gemeenteveld wachters in Noord-Holland, daarbij pro testeeren de dat die menschen geen lid mogen zijn eener politieke partij; komt verder op tegen de manieren welke de burgemeester van Oud-Vroonhoven er op na schijnt te houden om tegenstanders te bestrijdenkomt op tegen de handhaving op zijn post van den burgemeester van Schaesberg, tegen wien reeds verschillen de malen gerechtelijk onderzoek is gehou den wogens oneerlijkheden waarvan men hem verdenkt, en die zelfs door den ge meente-ontvanger openlijk van diefstal van gemeentegeld beschuldigd is, in een inge zonden stuk in de „Nieuwe Limburger Koerier" en zulks terwijl de burgemeester den eventueelen lasteraar niet vervolgde. Een van tweeën: óf de burgemeester óf zijn belasteraars moeten vervolgd worden. Want anders is 't geen toestand meer! Verder bespreekt hij de uitsluiting van een 500-tal textielarbeiders te Goor, waar na hij komt tot 't verbod van Heijermans' „Allerzielen" door den burgemeester van Apeldoorn, en las een brief voer van Heijermans waarin de bekende feiten wor den uiteengezet en het veibod gewraakt wor-dt ten aanzien van een tooneelstuk dat reeds over de tweehonderd malen was op gevoerd zonder dat het tot eenige orde verstoring aanleiding gaf. Heijermans meent dat we hier staan voor een ernstige wetsverkrachting en hoopt dat de Minister daaraan een einde zal weten te maken. Spreker wees op de vervolgingen en moeilijkheden, waaraan een kunstenaar als Heijermans in den laatsten tijd bloot staat van de zijde van rechtsche burgemeesters, terwijl er overigens van de Katholieke geestelijkheid zelf geen openbare waar schuwingen tegen 't stuk zijn verschenen Spreker ontkent, dat de burgemeester van Apeldoorn het recht had op te treden zoo- als hij deed, daar de Gemeentewet hem alleen het recht van verbod geeft als de openbare orde of zedelijkheid bedreigd worden. In elk geval heeft de burgemees ter de Gemeentewet zoo dan misschien naar de letter, dan toch in geen geva' naar den geest opgevat en uitgevoerd, en te dezer zake vroeg spreker de meening van den Minister van Binnenlandsche dia ken. Spreker zet uiteen, dat noch de open bare orde, noch de zedelijkheid hier eenig gevaar liepen. De burgemeester heeft dus op eigen subjectieve gronden het verbod uitgevaar digd en dit qualificeert spreker als een den een zeer keurige, maar dikke streep door zijn naam vóór in haar Statenbijbel te halen, weer geheel overtuigd van zijn doorzicht en soliditeit, en beloofden het jonge paar tot erfgenamen te zullen be noemen. Dat werd een vooruitzicht, zich nog eenmaal te kunnen noemen: Wangelen van Hoorn en van den EveraertsbergBei de oude familiegoederen weer al© vóór eeuwen onder één bezitter fWant de bruids schat van zijn vrouw had hem in staat ge steld ook „De Hoorn," die juist weder in veiling kwam, terug te koopen. Maar rijk genoeg om het te bewonen zou hij eerst zijn, als de tantes haar laatste aardsche woonplaat© in het Mausoleum, achter het kapelletje in het park van den Everaerts berg, betrokken hadden, en... het is lang wachten op den dood van drie freules van een gezond geslacht. Het noodzaakte den baron „en attendant" het land weer op te zoeken dat hem zoo foruinlijk was geweest, en zijn vrouw te doen kennis maken met toestanden, waar van zij nooit gedroomd had op het voor vaderlijk afgelegen kasteel. Maar dezelfde energie van haar echtgenoot bezat ook me vrouw Wangelen; zij schikte zioh vrij wel en met heel veel goeden wil in een omge ving, die zoo dikwijls volstrekt afweek van haar aristocratische opvattingen van leven en vormen. Heel dikwijls in zulke minder aangename momenten, hielden de woorden van haar echtgenoot haar staande: „Heb geduld, als de Everaertsberg open komt, neem ik mijn ontslag en gaan wij voorgoed naar Holland „En attendant" werden hun drie kinde ren, een meisje en twee zoons, geboren. ongeoorloofde partij daad. Overigens eisebtf spr. voor iederen schrijver in Nederland het recht op, tendenz-stukken te schrijven en te doen opvoeren, en als het niet kren kend i6 voor anderer heilige gevoelen* steekt daar niets in. En in verband h er* mede zet spreker uiteen, dat hot stuk „Allerzielen" niet krenkend voor de Ka tholieken is, en dat de actie tegen het stuk niets anders is dan een aanslag op onz* vrijheid van denken. Spreker beroept zich op prof. Oppenheim, die in zijn werken ten zeerste afkeurt, als burgemeesters in do gronden voor hun verbod verder gaan dan de, vrees voor verstoring der openbaro orde of aanranding van de zedelijkheid. Aan het optreden van burgemeesters als die van Apeldoorn en andere gemeenten dient paal en perk gesteld, willen wij in ons land de kunstvrijheid behouden, en de Minister behoort dergelijke gemeentehoof den tot de orde te roepen, anders keeren Wij, terug tot de tijden, dat Vondel's Luci fer verboden werd (in 1654), omdat het aan eenige geestelijken aanstoot gaf. En het gaat al verder en verder. Nu is weer do Violiers, van Schürmann, verboden to Roermond, niet, naar sprekers overtui ging, omdat het kwetsend werd geacht voor Israëlieten, maar om een voorwendsel te krijgen tot verbod van stukken van Heijermans. Ook wee© spreker op het verbod, te Ber- gen-op-Zoom, van Heijermans' „De Meid", waarin absoluut niets krenkends voor ge- loovigen voorkomt, omdat er in 't geheel van geen godsdienst in gehandeld wordt. Als het zoo voortgaat, zullen in de toe komst stukken als „Op Hoop van Zegen" en dergelijke, ook verboden worden, niet tegenstaande zij opvoedend werken. Daar om herhaalt öpr. zijn verzoek om die bur gemeesters tot de orde te roepen. De beraadslaging wordt verdaagd tot hedenmorgen te 11 uren. Hedenavond 8 uren Koloniale begroo ting. Avondvergadering. Koloniën. En daarbij de wijziging en verhooging der Surinaamsche Begrooting, betreffende deelneming der kolonie Suriname in de oprichting van een cultuurbank. De heer Van Veen (C.-H.) bespreekt de plannen van de regeering, ten aanzien van de oprichting eener cultuurbank voor Suriname en vraagt meer waarborgen, dat die bank ook uitsluitend cultuurbelangon zal behartigen en geen concurrentie aan de Surinaamsche bank zal aandoen. Spr. oritiseert de wijzigingen, aange bracht in de statuten met name wat betreft den invloed van den regeeringscommissar- ris. De invloed der regeering zal bitter weinig zijn. De kolonie had met de oprich ting der bank moeten wachten tot haar relatie met* de Surinaamsche bank in 1914 zal zijn afgeloopen. Spr. zal zijn stem aan dit ontwerp moeten onthouden. Ook de heeren De Meester (U.-L.) en Va* Vuuren (R.-K.) oordeelen, dat er geen voldoende waarborgen zijn, dat men een cultuurbank zal krijgen. In denzelfden geest sprak de heer Van Vuuren. Ook hij critiseerde het wetsont werp en verklaarde te zullen tegenstem men. Maar de heer Bos, de voorzitter dei vroegere SurinameJcommissie, heeft het plan met overtuiging verdedigd. De voorgestelde steun was, zoo betoogde hij, een noodzakelijkheid. Wilde men het ont werp niet, dan zou het gourvernement den landbouw zelf weer direct moeten steunen, en dan werd het misschien weer eenzelfde mislukking, als met de bakovencultuur. En wenschte men anderzijds, dat de bank haar werkzaamheden alleen zou uitstrekken tot den landbouw en in geen enkel opricht met; iets anders bemoeien, dan zou men geen purtioulieren bereid vinden haar op te richten. Door dezelfde motieven werd trou wens de minister geleid. Men krijgt een bank niet naast, maar tegenover de Surinaamsche bank; beiden zullen hun eigen belangen hebben, maar de Surinaamsche bank verdient de voor keur, omdat zij afhankelijk is van den bloeï en bereikten den leeftijd, dat het verstan dig werd hen voor hun opvoeding naar Nederland te zenden. Een wreede sohei- ding, eerst mogelijk, toen gemakkelijk ge maakt door de woorden, die langzamer hand als het refrein van een hoopvol liedje werden-. „Als de Everaertsberg open komt, dan gaan wij immers ook naar Hol land." Zoo „en attendant" verstreken dé jaren een voor een, zij werden een lange, zeer lange reeks. De baron Wangelen van (Hoorn, helaas nog maar altijd tot den Everaertsberg, werd Vice-President van den Raad van Nederlandsch-Indië. „Bon sang ne ment pa© 1" De familie Wangelen woonde nu in een woning die in afmetingen niets toegaf aan een der voorvaderlijke „Huizen." Maar het was akelig leeg in dit paleisachtige huis en de arme moeder, die menig eenzaam oogen blikje doorleefde, begon te bedenken, dat haar oudste kind, het doohterke, „en attendant" volwassen werd, en op een leeftijd kwam, dat haar opvoeding voltooid mocht heeten. Zoo kwam het, dat „Zij" het land der zonn© nog verlichten kwam door haar komst. „Zij" was dus een jonkvrouw van de^ echten ouden stam, fijn, blank en teer, met de gestalte van een fee, het gezichtje van een madonna, een oogopslag zoo rein en lief, dat geen man haar kon voorbijgaan met een slechte gedachte in het hart, een onvriendelijk woord op de lippen, r y (Woerdfc vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5