No. 16229. XiXalDSCH DAGBLAD, Vrijdag* 17 Januari. Tweede Blad.
Anno 1913.
Buitenlandseh Overzicht.
FEUILLETON.
„Kn Attendant
Tweede Kamer.
Vaiulaag is 't de dag van de verkie
zing van een presidentder
Fransche republiek, 't Laat zich
aanzien, dat de uitslag laat bekend zal
zijn, omdat nog niet met zekerheid te
zeggen is, wie gekozen zal worden door
ide herstemmingen die te wachten zijn.
Bij de derde stemming van de repu-
blikeinsche partijen uit Kamer en Senaat
werden van de 718 stemmen uitgebracht
646. De volstrekte meerderheid was dus
324. Pams kreeg 323, Poincaré 309, Ri-
bot 11, Deschancl 1 en Delcassé 2 stem
men.
Bij de laatste stemming krec» Pams
Idus weder een kleine meerderheid, maar
zelfs de pamslavi-den moencn, dat het
aantal stemmen niet voldoende was, om
hem heden de volstrekte meerderheid te
bezorgen. Poincaré daarentegen, indien
hij die 309 stemmen behoudt, kan met
Irechtsche hulp reeds bij .eerste stem
ming een volstrekte meerderheid "van
misschien 460 stemmen krijgen. Clemen-
;oeau en Combes vonden toen, dat men
Poincaré moest zoggen dat hij zich terug
trekken moest voor Pams, die de meer
derheid der republikeinen had. Poincaré
weigerde beslist.
De ministers, met uitzondering van
Delcassé en Pams, waren in het kabinet
van Poincaré, toen de afgevaardigden
jder groepen van de linkerzijde, onder
wiï Clemenceau. Combes, Caillaux en
Monis, Poincaré kwamen verzoeken zijn
'camljdatuur voor het presidentschap jn
te trekken.
Monis en Clemenceau vroegen aan
Poincaré of hij niet kon goedvinden zich
tegelijk met .Bams terug te trekken teu
gunste van een nieuwen Candidaat.
Monis stelde zelfs voor dat Poincaré
Zelf dezen candidaat zou kiezen en be
loofde zich bij die keuze neer te leggen.
.Ciemenoeau betuigde echter dat hij zich
niet met dit voorstél kon vereenigèn.
Poincaré antwoordde dat men een
nieuwe candidatuur had kunnen stellen
voor de derde stemming begon, maar
jaangezien de voorbereidende vergade
ring nu was afgeloopen, was het onmo-
§ehjk te ervaren of een nieuwe candi-
aat op eenheid onder de Republikeinen
Zou kunnen rekenen.
Poincaré antwoordde dat hij op aan
dringen van een groot aantal vrienden,
;behoorcnde tot alle groepen der linker
zijde, meende zijn candidatuur voor de
Nationale Vergadering te moeten hand
haven. Toen de voorbereidende verga
dering werd bijeengeroepen stond het
Vastdat de candidaten nier gebonden zou
den zijn door het resultaat der stemming.
Do eerste stemming was inderdaad- niet
te zjjnen gunste uitgevallen, maar meer
dan 100 republikeinen, leden der Na
tionale Vergadering, en bijeengeroepen
ter bijeenkomst van de groepen der lin
kerzijde, waren daar niet aanwezig. Ilun
laanwezigheid zou een zeer belangrijke
.verandering hebben kunnen brengen in
de cijfers der stemming.
Poincaré legde verder de nadruk op,
Wat hij noemde, de werkelijke reden van
zijn beslissing. Bij de derde stemming
ging de strijd niet over politieke vraag
stukken, er was naar het scheen alleen
persoonlijke voorkeur in het spel.
Pams en hij hadden steeds in volko
lmen harmonie dezelfde politiek voorge
staan. Nooit heeft Pams eenige tegen-
Werpingen of voorliehoud geopperd te
gen daden of verklaringen van den mi
nister-president. De voorbereidende
stemmingen kunnen daarom geen betee-
jeenis hebben ten nadeele van de candi-
Idatuur van Poincaré. Onder die omstan
digheden betreurde Poincaré zich niet
Iten gunste van Pams te kunnen terug
trekken.
Siegfried Bignon en Magiinot, behoo-
irende tot de democratische linkerzijde
Ider Kamer, hebben een verzoek om zich
naar Poincaré te begeven, beslist gewei
gerd, daar zij die stap voor volkomen
jnispjaatst beschouwden.
Fatier, president der Republikeinsche
groep in den Senaat, weigerde eveneens
leen dergelijk verzoek.
Volgens een nota van Havas heeft
Poincaré tusschen de tweede en derde
stemming in, tevergeefs gepoogd Bour-
feois te bewegen om in het belang van
e eenheid onder de republikeinen een
candidatuur te aanvaarden, welke ook
de uitslag der stemming zou zijn. Hij
hernieuwde dat verzoek na de derde
stemming. Bourgeois bleef echter wei
geren
In den loop van een onderhoud met
afgevaardigden van de linkergroepen met
Poincaré heeft de minister-president er
de aandacht op gevestigd dat het 'aantal
stemmen, 't welk hem van_Pams scheidt,
te gering is om daarmede rekening te
houden."Hij verklaarde zich overtuigd
op het congres een groote meerderheid
te zullen behalen. Een der afgevaardig
den opperde, dat het wellicht .verstan
dig zou zijn om in het belang van eens
gezind handelen een nieuwe candidatuur
te stellen, die aiic groepen der linker
zijde zouden kunnen steunen.
„Wie zou dan candidaat kunnen zijn?"
vroeg Poincaré.
Toeri men hem niet antwoordde, voeg
de hij daaraan toe: „Ik ben overtuigd dat
in de tegenwoordige omstandigheden
elke nieuwe candidaat, wie hij ook mocht
zijn, op dezelfde moeilijkheden zou stui
ten."
Volgens een andere lezing zou Poin
caré hebben verklaard, dat Léón Bour
geois de eenige man was, die in staat
zou zijn de verdeeldheid te doen ophou
den. Hij was bereid zich terug te trek
ken, indien Bourgeois er in togstemdo
de eenige candidaat der republikeinen
te zijn.
De beraadslagingen der linkerzijde waren
nogal heftig,, 't zal vandaag in het paleis
van Versailles wel kalmer rijn. Al zal de
bijeenkomst lang duren, toch behoeven de
hoeren niet te verhongeren.
De restaurateur, met de zorgen voor het
buffet belast, heeft de noodige inslagen go-
uaan. In den Matin" vinden we het vol
gende lijstje: 50 Yorker hammen, 250 kilo
worst, 50 blikjes foie gras, 100 kilo's gruyère-
kaas, 600 fiesschen St.-Emilion, 300 fiesschen
bourgogne, 260 fiesschen Graves, 100 fies
schen Marsala en 30 fiesschen cognac.
De „Manch. Courier" heeft verleden week
medegedeeld, dat de zes laatste zoogenaam
de pantserdekkruisers, die Duitschland heeft
laten bouwen, in werkelijkheid gepantser
de kruisers rijn en dat verleden jaar voor
de Duitsche vloot niet, zooals het heette,
twaalf, maar vier en twintig torpedo-ja^
gers zijn gebouwd.
Hierop \olgt nu weer in de Engelsclie
pers het bericht, dat zes van de twaalf
Duitsche torpedojagers, die in alle
h e i m I ij k h e i d gebouwd waren,
reeds in de Noordzee in de vaart
zijn, en dat de andere zes bijna klaar zijn
om dienst te doen.
Verder meldt men, dat liet Duitsche type
van lichte-gcpantserde kruisers in véle op-
ziohfcen op het Engelsohe lijkt, en dat twee
Duitsche kruisers, waaraan men verleden
jaar is begonnen, de liohte Engelsohe pant
serkruisers in elk opzicht de baas zullen
zijn.
Door den heimelijken aanbouw heeft
Duitschland nu'in twee jaar t.ijds 36 torpe-
do-iageis er bij gekregen tegen Engeland
40. Men mag benieuwd zijn naar het ant
woord, dat vaai Duitschen kant op doze
onthullingen zal gegeven worden.
Intussöhen blijkt het, dat er toch mal
met de belastingpenningen wordt omge
sprongen. Niet alleen die schepen worden
gebouwd, waarvoor toestemming is gegeven
door de volksvertegenwoordiging, neen, daar
komt nog zoo eeu en ander bij.
De Home Rul e-w e t is in derde le
zing met 368 tegen 258 stemmen aange
nomen.
De moerderbeid van de regeering was
grooter dan men had verwacht en er ont
stond groote geestdrift toen de cijfers
bekend werden. De ministerieelen en na
tionalisten gingen staan hoezee roepen en
met zakdoeken zwaaien.
Een groote menigte stond buiten het Hui6
en juichte toen de uitslag bekend werd.
Het Hoogerhuis heeft de Home Rule-
wet in de eerste lezing aangenomen.
i>e voornaamste candidaten voor het presidentschap der
Fransche Republiek.
Itinlstsr-prssident Poincaré.
Kinistsr vau Landbouw Pams.
DOOR
LOUISE B. 8.
Nadruk verboden).
1)
„Hij" was een jonge, breed gesohouder-
fde man, open en vriendelijk van oog, blank
van tint-, met kuiltjes in de wang en een.
blos, dien elk jong meisje hem had kunnen
benijden. Zijn veerkrachtige gang getuigde
van spierkracht en bevalligheid; er lichtte
levenslust, meer nog, levensmoed, uit de
groote oogen met den vroolijkon glans, uit
den glimlach, die speelde om de lippen.
En energie, levensmoed had hij dan ook
noodig gehad, om als zoon van een eenvou
dig dorpsapotheker, vastgeroest in zijn ge
boortedorpje, het besluit te nemen, land
'en familie te verlaten voor een onzekere
toekomst in Indië. Tot nu toe was hij voor
spoedig geweest, want hij had het in weinig
jaren gebracht tot chef van den voornaam-
©ten boekwinkel van Batavia, waar hi) als
eenvoudig winkelbediende begonnen was.
Zeker, hij was een Zondagskind, want
behalve met een goede betrekking, had de
natuur hem gezegend met een zeer knap
.uiterlijk, een lenig, flink figuur, een mooi
gezicht, dat terstond in het oog viel; zoo
ldeel jonge, manlijke kracht en goedheid
q>raken er uit. Met dat al leende zijn phy-
rfek zich beter tot het dragen van een
losse, witte jas, een flanellen sporthemd,
een lage boord, die den gespierden nek
beter deed uitkomen, een strooien hoed,
voor de warmte ietwat naar het achter
hoofd geschoven, dan tot een nauwsluitend
xwart salontoilet. En... ongelukkig voor
„hem" had „Zij" juist een open oog voor
een onberispelijk gesneden, geheel naar
den oisch gedragen salontoilet. Was dit nu
slechts de eenige hinderpaal geweest, het
ware onbeduidend, maar het noodlot wil
de, dat „Z,ij," die „Hij" zoo vurig in stilte
aanbad, de dochter was van een zeer hoog
geplaatst ambtenaar. En zelfs niet eens
van een gewoon ambtenaar, die door lan
gen diensttijd, veel ijver, en wat „veine"
het zoolang in de tropen had weten uit te
houden, tot hij het gebracht had tot zijn
tegenwoordigen hoogen rang, maar in
grond van zijn hart dezelfde eenvoudige
man was gebleven als bij den aanvang zij>-
ner carrière,... neen, zoo eenvoudig was
het niet „Haar" vader droeg bij zijn hooge
betrekking een der oudste namen van het
moederland, hij noemde zich: Vice-Presi
dent van den Raad van Nederlandsch-
Indië, Baron Wangelen van Hoorn tot
den Everaertsberg...!
En onder welke omstandigheden had de
„tokochef" tot dit jonge, mooie lootje van
alouden stam zijn oordate oogen durven
opslaan 1
De vader van de freule had indertijd
zijn toevlucht moeten zoeken in dit land
der zonne, evenals later de apothekerszoon,
en wel om dezelfde redenen: geen voldoen
de middelen van bestaan in het moeder
land. De meest aristocratische naam had
den jonker niet behoed kennis te maken
Op Freiherr von Jepisch, den gezant te
Darmstadt, heeft men het oog laten vallen,
als opvolger van von J a go w als ge
zant te Rome.
Het bezoek van Azcarate is door het on
gewone nog het onderwerp van de ge
sprekken. Koning Alfons heeft den repu
blikein over vele punten inlichtingen ge
vraagd. Zoo vroeg hij zijn bezoeker, of deze
"het gewensoht achtte, dat de vorst bij een
Gventueele crisis ook b e t oordeel in
wint van de leiders deran
ti-dynastieke partijen. Op
een bevestigend antwoord van den republi-
keinschen leider verklaarde Alfons bij voor
komende gelegenheden in dien geest te zul
len handelen.
Uit een en ander leidt men af, dat men
binnenkort een aansluiting van de gematig
de republikeinen bij de monarchistische par
tijen mag verwachten.
Waarschijnlijk zullen ook de radicale lei
der Lerroux en de socialistische leider Pa-
blo Iglesias in het paleis ontboden worden.
Bij vet vertrek van den koning naar Gre
nada werd hem door liberalen en republi
keinen een ovatie gebracht.
Nog steeds geve c.h ten in Marok-
k o. De lcaid Beminkild, naar Dagoerai ver
trokken om een troep Bcnimtir te bescher
men, aie zich tegen, andersgezinden hadden
vereenigd, is met deze ioatsten in gevecht
gekomen en heeft hun belangrijke verliezen
toegebracht. Een luitenant is gedood, een
sergeant en 10 man ziin gewond.
Lord Hardinge, dié onderkoning van
Britsch-ïndië, wordt met el eotri c i-
t e i t behandeld tegen de neuritis,
die zïob in zijn rechterarm heeft geopen
baard als 'gevolg van .de wonden, hem toe
gebracht bij dep. bomaanslag te Delhi. Hij
maakt het voor het- overige goed.
Vergadering van 16 Januari.
Bi n n e n 1 n d s o h e Zaken.
(Vervolg).
De heer Van Nispeh (Rlieden) sloot
zich daarbij van harte aan. Het systeem
der Drankwet wil spreker wel behouden,
maar alles moet er uit verwijderd worden
wat fraude in de hand werkt.
De heer Janssen (Maastricht) onder,
steunde de betoogen van de vorige «pre
kers ten aanzien der Drankwet.
De wet zegt spreker bevat tal van
plagerijen die allerminst bevorderlijk zijn
aan drankbestrijding en die dan ook door
de drankbestrijders worclen afgeKCuvd
Voornamelijk is dit het geval betreffende
een Koninklijk besluit nopens de eischen
waaraan de verlof lokaliteiten moeten vol
doen.
De heer Pasatoors wijst op het
drukkende van de forensenbelasting voor
menschen in den omtrek van Haarlem, die
in Haarlem niet kunnen wonen wegens
woningnood.
met den meest democratische aller toe
standen: geldgebrek.
Nu hij Vioe-President van den Raad van
Nederlandsch-Indië was, trachtte hij zijn
verloren jeugd te verbloemen, door te ver
kondigen dat alle Wangelens „wild'» wa
ren in hun jonge jaren; nu, de jeugd van
dezen baron wa© eenvoudig „woest" ge
weest.
Geen wonder dus, dat het landgoed „De
[Hoorn," de eenige bezitting, die hij hij den
dood zijner ouders aanvaardde, en dan nog
zwaar belast, als water tusschen de vingers
van den levenslustigen jongen man stuk
voor stuk ontglipte. Geheel berooid zocht
hij zijn toevlucht in de koloniën. Gelukkig
leefde hij in den tijd, toen het nog moge
lijk was voor energieke jongens van goe
den huize en zorgvuldige opvoeding maar
zonder reisgeld, als kajuitsjongen naar
Indië om de Kaap te zeilen en over Cairo
in het vaderland terug te komen als schat
rijk plantagebezitter of ale hooggeplaatst
ambtenaar met een groot pensioen. Een
dergelijke carrière was den laatsten af
stammeling der Wangelens van Hoorn tot
den Everaertsberg ten deel gevallen. Na
een tientaljarig verblijf in de tropen, voor
herstel van gezondheid tijdelijk terugge
keerd naar Nederland, werd zijn familie,
die hem reeds bij zijn vertrek ten doode
had opgeschreven, aangenaam verrast een
echten Wangelen in hem terug te vinden.
Hij werd overal met open armen ontvan
gen en hij had de tact, een lief, maar niet
heel jong nichtje, de lieveling van zijn oude
tantes van den Everaertsberg ten huwelijk
te vragen. Door deze daad van piëteit wa
ren zijn tantes, die reeds op het punt ston
üe heer Vliegen sluit zich aan bij
den aandrang naar spoedige behandelmg
van 'fc ontwerp tot pensionneering der ge
meente-ambtenaren en bij de urgentie van
beter© bezoldiging van de gemeenteveld
wachters. Op verbetering der grensrege
ling tusschen gemeenten dringt spreker
aan, waardoor vanzelf de forensen-kwestie
tot oplossing kan komen.
Verder bespreekt hij de gewijzigde in
structie der onbezoldigde gemeenteveld
wachters in Noord-Holland, daarbij pro
testeeren de dat die menschen geen lid
mogen zijn eener politieke partij; komt
verder op tegen de manieren welke de
burgemeester van Oud-Vroonhoven er op
na schijnt te houden om tegenstanders te
bestrijdenkomt op tegen de handhaving
op zijn post van den burgemeester van
Schaesberg, tegen wien reeds verschillen
de malen gerechtelijk onderzoek is gehou
den wogens oneerlijkheden waarvan men
hem verdenkt, en die zelfs door den ge
meente-ontvanger openlijk van diefstal van
gemeentegeld beschuldigd is, in een inge
zonden stuk in de „Nieuwe Limburger
Koerier" en zulks terwijl de burgemeester
den eventueelen lasteraar niet vervolgde.
Een van tweeën: óf de burgemeester óf
zijn belasteraars moeten vervolgd worden.
Want anders is 't geen toestand meer!
Verder bespreekt hij de uitsluiting van
een 500-tal textielarbeiders te Goor, waar
na hij komt tot 't verbod van Heijermans'
„Allerzielen" door den burgemeester van
Apeldoorn, en las een brief voer van
Heijermans waarin de bekende feiten wor
den uiteengezet en het veibod gewraakt
wor-dt ten aanzien van een tooneelstuk dat
reeds over de tweehonderd malen was op
gevoerd zonder dat het tot eenige orde
verstoring aanleiding gaf. Heijermans
meent dat we hier staan voor een ernstige
wetsverkrachting en hoopt dat de Minister
daaraan een einde zal weten te maken.
Spreker wees op de vervolgingen en
moeilijkheden, waaraan een kunstenaar als
Heijermans in den laatsten tijd bloot staat
van de zijde van rechtsche burgemeesters,
terwijl er overigens van de Katholieke
geestelijkheid zelf geen openbare waar
schuwingen tegen 't stuk zijn verschenen
Spreker ontkent, dat de burgemeester van
Apeldoorn het recht had op te treden zoo-
als hij deed, daar de Gemeentewet hem
alleen het recht van verbod geeft als de
openbare orde of zedelijkheid bedreigd
worden. In elk geval heeft de burgemees
ter de Gemeentewet zoo dan misschien
naar de letter, dan toch in geen geva'
naar den geest opgevat en uitgevoerd, en
te dezer zake vroeg spreker de meening
van den Minister van Binnenlandsche dia
ken. Spreker zet uiteen, dat noch de open
bare orde, noch de zedelijkheid hier eenig
gevaar liepen.
De burgemeester heeft dus op eigen
subjectieve gronden het verbod uitgevaar
digd en dit qualificeert spreker als een
den een zeer keurige, maar dikke streep
door zijn naam vóór in haar Statenbijbel
te halen, weer geheel overtuigd van zijn
doorzicht en soliditeit, en beloofden het
jonge paar tot erfgenamen te zullen be
noemen. Dat werd een vooruitzicht, zich
nog eenmaal te kunnen noemen: Wangelen
van Hoorn en van den EveraertsbergBei
de oude familiegoederen weer al© vóór
eeuwen onder één bezitter fWant de bruids
schat van zijn vrouw had hem in staat ge
steld ook „De Hoorn," die juist weder in
veiling kwam, terug te koopen. Maar rijk
genoeg om het te bewonen zou hij eerst
zijn, als de tantes haar laatste aardsche
woonplaat© in het Mausoleum, achter het
kapelletje in het park van den Everaerts
berg, betrokken hadden, en... het is lang
wachten op den dood van drie freules van
een gezond geslacht.
Het noodzaakte den baron „en attendant"
het land weer op te zoeken dat hem zoo
foruinlijk was geweest, en zijn vrouw te
doen kennis maken met toestanden, waar
van zij nooit gedroomd had op het voor
vaderlijk afgelegen kasteel. Maar dezelfde
energie van haar echtgenoot bezat ook me
vrouw Wangelen; zij schikte zioh vrij wel
en met heel veel goeden wil in een omge
ving, die zoo dikwijls volstrekt afweek van
haar aristocratische opvattingen van leven
en vormen. Heel dikwijls in zulke minder
aangename momenten, hielden de woorden
van haar echtgenoot haar staande: „Heb
geduld, als de Everaertsberg open komt,
neem ik mijn ontslag en gaan wij voorgoed
naar Holland
„En attendant" werden hun drie kinde
ren, een meisje en twee zoons, geboren.
ongeoorloofde partij daad. Overigens eisebtf
spr. voor iederen schrijver in Nederland
het recht op, tendenz-stukken te schrijven
en te doen opvoeren, en als het niet kren
kend i6 voor anderer heilige gevoelen*
steekt daar niets in. En in verband h er*
mede zet spreker uiteen, dat hot stuk
„Allerzielen" niet krenkend voor de Ka
tholieken is, en dat de actie tegen het stuk
niets anders is dan een aanslag op onz*
vrijheid van denken. Spreker beroept zich
op prof. Oppenheim, die in zijn werken ten
zeerste afkeurt, als burgemeesters in do
gronden voor hun verbod verder gaan dan
de, vrees voor verstoring der openbaro
orde of aanranding van de zedelijkheid.
Aan het optreden van burgemeesters als
die van Apeldoorn en andere gemeenten
dient paal en perk gesteld, willen wij in
ons land de kunstvrijheid behouden, en de
Minister behoort dergelijke gemeentehoof
den tot de orde te roepen, anders keeren
Wij, terug tot de tijden, dat Vondel's Luci
fer verboden werd (in 1654), omdat het aan
eenige geestelijken aanstoot gaf. En het
gaat al verder en verder. Nu is weer do
Violiers, van Schürmann, verboden to
Roermond, niet, naar sprekers overtui
ging, omdat het kwetsend werd geacht
voor Israëlieten, maar om een voorwendsel
te krijgen tot verbod van stukken van
Heijermans.
Ook wee© spreker op het verbod, te Ber-
gen-op-Zoom, van Heijermans' „De Meid",
waarin absoluut niets krenkends voor ge-
loovigen voorkomt, omdat er in 't geheel
van geen godsdienst in gehandeld wordt.
Als het zoo voortgaat, zullen in de toe
komst stukken als „Op Hoop van Zegen"
en dergelijke, ook verboden worden, niet
tegenstaande zij opvoedend werken. Daar
om herhaalt öpr. zijn verzoek om die bur
gemeesters tot de orde te roepen.
De beraadslaging wordt verdaagd tot
hedenmorgen te 11 uren.
Hedenavond 8 uren Koloniale begroo
ting.
Avondvergadering.
Koloniën.
En daarbij de wijziging en verhooging
der Surinaamsche Begrooting, betreffende
deelneming der kolonie Suriname in de
oprichting van een cultuurbank.
De heer Van Veen (C.-H.) bespreekt
de plannen van de regeering, ten aanzien
van de oprichting eener cultuurbank voor
Suriname en vraagt meer waarborgen, dat
die bank ook uitsluitend cultuurbelangon
zal behartigen en geen concurrentie aan de
Surinaamsche bank zal aandoen.
Spr. oritiseert de wijzigingen, aange
bracht in de statuten met name wat betreft
den invloed van den regeeringscommissar-
ris. De invloed der regeering zal bitter
weinig zijn. De kolonie had met de oprich
ting der bank moeten wachten tot haar
relatie met* de Surinaamsche bank in 1914
zal zijn afgeloopen. Spr. zal zijn stem
aan dit ontwerp moeten onthouden. Ook
de heeren De Meester (U.-L.) en Va*
Vuuren (R.-K.) oordeelen, dat er geen
voldoende waarborgen zijn, dat men een
cultuurbank zal krijgen.
In denzelfden geest sprak de heer Van
Vuuren. Ook hij critiseerde het wetsont
werp en verklaarde te zullen tegenstem
men. Maar de heer Bos, de voorzitter dei
vroegere SurinameJcommissie, heeft het
plan met overtuiging verdedigd. De
voorgestelde steun was, zoo betoogde hij,
een noodzakelijkheid. Wilde men het ont
werp niet, dan zou het gourvernement den
landbouw zelf weer direct moeten steunen,
en dan werd het misschien weer eenzelfde
mislukking, als met de bakovencultuur. En
wenschte men anderzijds, dat de bank haar
werkzaamheden alleen zou uitstrekken tot
den landbouw en in geen enkel opricht met;
iets anders bemoeien, dan zou men geen
purtioulieren bereid vinden haar op te
richten. Door dezelfde motieven werd trou
wens de minister geleid.
Men krijgt een bank niet naast, maar
tegenover de Surinaamsche bank; beiden
zullen hun eigen belangen hebben, maar
de Surinaamsche bank verdient de voor
keur, omdat zij afhankelijk is van den bloeï
en bereikten den leeftijd, dat het verstan
dig werd hen voor hun opvoeding naar
Nederland te zenden. Een wreede sohei-
ding, eerst mogelijk, toen gemakkelijk ge
maakt door de woorden, die langzamer
hand als het refrein van een hoopvol
liedje werden-. „Als de Everaertsberg open
komt, dan gaan wij immers ook naar Hol
land."
Zoo „en attendant" verstreken dé
jaren een voor een, zij werden een lange,
zeer lange reeks. De baron Wangelen van
(Hoorn, helaas nog maar altijd tot den
Everaertsberg, werd Vice-President van
den Raad van Nederlandsch-Indië. „Bon
sang ne ment pa© 1"
De familie Wangelen woonde nu in een
woning die in afmetingen niets toegaf aan
een der voorvaderlijke „Huizen." Maar het
was akelig leeg in dit paleisachtige huis en
de arme moeder, die menig eenzaam oogen
blikje doorleefde, begon te bedenken, dat
haar oudste kind, het doohterke, „en
attendant" volwassen werd, en op een
leeftijd kwam, dat haar opvoeding voltooid
mocht heeten.
Zoo kwam het, dat „Zij" het land der
zonn© nog verlichten kwam door haar
komst.
„Zij" was dus een jonkvrouw van de^
echten ouden stam, fijn, blank en teer, met
de gestalte van een fee, het gezichtje van
een madonna, een oogopslag zoo rein en
lief, dat geen man haar kon voorbijgaan
met een slechte gedachte in het hart, een
onvriendelijk woord op de lippen,
r y (Woerdfc vervolgd).