No. 16259. LEIDSGS DAGBLAD, Maandag* 6 Januari. Tweede Blad. Anno 19I3« Officieele Kennisgeving. Telegrammen, De Burgemeester en Wethouders van Leiden deen te weten, dat door den Raa-d dier gemeente, in zijne vergadering van 'dien lOen October 1812, is vastgesteld de .VoJgencle verordening: VERORDENING, jregelcnde de heffing van een belasting onder den naam van „Liggeld" in de ge meente Leiden. Art. 1. Van vaartuigen) liggende in de openbare gemeentewateren, wordt een belasting ge heven onder den naam van „liggeld", in de gevallen, in de volgende artikelen vermeld. Onder „vaartuigen" zjj.n niet begrepen t,houtvlotten." Art. 2. Van vaartuigen, welke gebruikt worden., .voor den verkoop van waren en verder van all© bewoonde of geheel of gedeelte lijk tot woning ingerichte vaartuigen, die langer dan veertien dagen onafgebroken binnen de gemeente verblijven, wordt voor elk etmaal of gedeelte daarvan geheven: bij een laadvermogen van minder dan ft ton f 0.10; van 3 tot 10 ton f0.15; van 10 tot 30 ton f 0.20; van 30 tot 50 ton f 0.25; van 50 ton en daarboven f 0.30. Ter keuze van den belastingschuldige kan de betaling ook per week plaats hebben, Jn wélk geval de belasting bedraagt.: bij een laadvermogen van minder dan ft ton f 0.40; van 3. tot 10 tori f 0.60; vaji 10 tot 30 ton f 0.80; van 30 tot 50 tón f 1; van 50 ton en daarboven f 1.20. Bij. betaling per week wordt de week ge rekend van Maandag tot en met den daar op volgenden Zondag. Art. 3. In afwijking van het bepaalde bij het irorige artikel wordt van vaartuigen, gela den met brandstoffen, aan de markt gele gen; voor elke drie dagen of gedeelte daar van geheven f 0.50, terwijl van vaartuigen geladen met goederen, welke in 't veilings lokaal op de Bloemmarkt worden geveild, geen belasting wordt geheven. Art. 4. Van vaartuigen, waaraan door Burge meester en Wethouders een vaste ligplaats 5a toegestaan, wordt per jaar of gedeelte daarvan geheven byi. een laadvermogen van minder dan ton f 2; van 3 tot 6 ton f 3; v*ui 6 tot 10 ton f 4 van 10 tot 20 ton f 5; van 20 tot 30 ton 6 van 30 tot 40 ton f 7; van 40 tot 60 ton f 8 van 50 ton en daarboven f 10. Het jaar loopt van 1 Januari tot 31 Deoember. Art. 5. Het laadvermogen wordt bepaald over eenkomstig don van kracht zijnden Rijks meetbrief of daarmede krachtens wettelij ke bopaiingen gelijkgestelde documenten, een en ander met inachtneming van den eelfden voet van herleiding, als krachtens "wettelijke bepalingen door 't Rijk is voor geschreven. Bij gemis van een meetbrief kan het op de ijkplaat aangeduide laadver mogen tot grondslag voor de heffing die nen. Bij gebreke van een en ander of bij wei gering om den meetbrief te veTboonen, wordt het laadvermogen van het vaartuig door den ambtenaar, met de invordering der .belasting belast, geschat en is de be lasting naar dio schatting verschuldigd, tenzij de schipper of eigenaar verkiest, dat. het vaartuig te zijnen koste door een deskundige, door Burgemeester en Wet houders aan te wijzen, worde gemeten vol gens de regelen daarvoor bij het Rijk vast gesteld of nog vast te stellen. Wanneer de belasting naar schatting is gehèvon en binnen twee maanden na de betaling een Rijksmeetbrief wordt aange boden, wordt, tenzij de schatting het ge volg was van weigering om het stuk te ver. toonen, het te veel berekende teruggege ven. Art. 6. Bij besloten water is de belasting, gehe ven.krachtens art. 3 dezer verordening, na twee achtereenvolgende betalingen, niet verder verschuldigd. Art. 7. De belasting is verschuldigd door den «schipper of eigenaar van het vaartuig. Art. 8. Deze verordening treedt in werking 1 Januari 1813. Gedaan te Leiden, ter openbare raads vergadering van den loden October 1912. De Burgemeester, N. C. DE GIJSELAAR. De Secretaris, VAN STRIJEN, Zijnde de liefÜDg dezer belasting goed gekeurd bij Kon. Besluit van 13 Deo. 1912, No. 48, waarbij tevens is aangehaald de verordening regelende de invordering dier belasting van den 27sten Juli 1905. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, 4den Januari 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris, De Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den lOen October 1912, is vastgesteld de volgende verordening: VERORDENING. regelende de heffing van een belasting onder den naam van „Havengeld" in de gemeente Leiden. Art. 1. Van vaartuigen en houtvlotten, die de openbare gemeentewateren binnenkomen, wordt, met uitzondering van de vaartuigen in art. 5 genoemd, eene belasting geheven. Voor vaartuigen wordt het laadvermo gen als grondslag der heffing aangenomen. Deze belasting wordt geheven naar het vollgende Tari ef: lo. Voor een stoomboot, per ton, elke reis f Ö.Ö2 2o. Voor vaartuigen, geen stoomboot zijnde a. voor een vaartuig beneden de 10 ton,, por reis.: f 0.10 b. Voor een vaartuig van 10 ton en daarboven, per ton, elke reis. f 0.02 3o. Voor houtvlotten, per vlot. f 0.25 Echter kan het havengeld voor de sub. lo. en 2o. bedoelde vaartuigen voor een geheel jaar, bij wijze van abonnement, vooruitbetaald worden. Het bedraagt dan lo. Voor vaartuigen beneden de 10 ton, per jaar, per tonf 1. 2o. Voor vaartuigen van 10 ton en daar boven f 1.per jaar, per ton, voor de eerste 9 ton, en voorts per jaar voor elke ton boven de -9 ton f 0.75 voor vaartuigen bestemd voor het vervoer van personen en f 0.50. voor alle andere vaartuigen. Het jaar loopt van 1 Januari tot ultimo Deoember. Een gedeelte van een jaar wordt voor een geheel jaar gerekend. Art. 2. Het laadvermogen wordtbepaald over eenkomstig don van kracht zijnden Rijks- meetbrief of daarmede krachtens wettelij ke bepalingen gelijkgestelde documenten, een en ander met inachtneming van den zelfden voet van herleiding, als krachtens wettelijke bepalingen door het Rijk i9 voorgeschreven. Bij gemis van een meet brief kan het op de ijkplaat aangeduide laadvermogen tot grondsfeg voor de hef fing dienen. Bij gebreke van een en ander of bij weigering om den meetbrief te vertoonen, wordt het laadvermogen van het vaartuig door den ambtenaar, met de invordering der belasting belast, geschat en is de be lasting naar die schatting verschuldigd, tenzij de schipper of eigenaar verkiest, dat "het vaartuig te zijnen koste door een deskundige, door Burgemeester én Wet houders aan te wijzen, worde gemeten volgens de regelen daarvoor bij het Rijk vastgesteld of- nog vast te steller». Wanneer de belasting naar schatting is geheven en .binnen twee maanden na de betaling een Rijksmeetbrief wordt aange boden, wordt, tenzij de schatting het gevolg was van weigering om 't stuk te vertoonen, het te veel berekende teruggegeven. Art. 3. De belasting is verschuldigd door den schipper of eigenaar van het vaartuig, het welk het gemeentewater binnenkomt. Art. 4. De belasting voor houtvlotten is verschul digd door den schipper of eigenaar van het houtvlot. Art. 5. Aan deze belasting zijn niet onderworpen a. De roeiboot bij een vaartuig behooren- «_e, waarvoor havengeld verschuldigd is. b. Nieuw gebouwde vaartuigen, die voor de eerste maal vaarklaar zijn gemaakt en geen lading in hebben. o. Houtvlotten geborgen in gemeente wa ter, daartoe door Burgemeester en Wet houders aangewezen. d. Vaartuigen en houtvlotten, die de /je- meente binnenkomen aan den Ouden Rijn van de zijde van de Schrijversbrug, aan den Nieuwen Rijn van de zijde van de Sin- gelbrug, aan de zijde van den Rijn of het Galgewater of van de Vliet, het territoir der gemeente Leiden in de richting Oude Rijn, Haven, Oude Vest, Galgewater, Nieuwe Vaart (Haageche Trekvaart) of Rijn of Galgewater, Zijlsingel, of Nieuwe Rijn, Gangetje, Steenschuur, Vliet, in de richting LeicLschendam of Katwijk of omgekeerd rechtstreeks doorvaren, althans niet langer dan 4 uren daarin verblijven en van de wa teren bij de gemeente in beheer en onder houd geen gebruik maken afe los- of laad plaats. e. Roeibootjes-van 2 kub. M. of minder inhoudsgrootte. Art. 6. De invordering geschiedt door de daartoe door Burgemeester en Wethouders aange stelde ambtenaren. Art. 7. Dit besluit treedt in werking op den lsten Januari 1913. Gedaan te Leiden, ter openbare raads vergadering van den lOden October 1912. De Burgemeester, N O. DE GIJSELAAR. De Secretaris, VAN STRIJEN, Zijnde de hefïïog dezer belasting goed gekeurd bij Kon. Besluit van 13 Deo. 1912, No. 48, waarbij tevens is aangehaald de verordening regelende de invordering dier belasting van den 27 Juli 1905. En is biervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 4den Januari 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. De Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te weten, dat door den Raad dic-r gemeente, in zijne vergadering van den 10sn October 1912, is vastgesteld de vojgende verordening: VERORDENING, regelende de heffing van een belasting onder den naam van marktgeid, te Leiden. Art. 1. Voor het gebruik van grond op de onder scheidene markten of elders op den open baren weg ingenomen, wordt éen belasting geheven onder den naam van marktgeïd naar het volgende tarief. Art. 2. De belasting bedraagt per dag of ge deelte daarvan: I. Op do veemarkt en de markt voor vet^ te varkensr a. voor een paard, hit, rund, schot, vaars, pink of graakalf f 0.25 b. voor een vet kalf, veulen, muil ezel, ezel, beer, zeug, vet of gemest varken 01.® c. voor een nuchter kalf, jong var ken, schram, of schaap „0.00 d. voor een lam, bok, geit of bigge 0.03 e. voor een lam tusschen -1 Augustus en 31 Deoember ter markt aange voerd, en voor een bigge, zwaarder dan 25 K.G0.03 Voor het gebruik van hokken ia ver schuldigd: voor een lammerhok f 080 voor een schapenhok r „0.40 voor een varkenshok, behalve op de vette yarkensmarkt0.40 Voor het gebruik van hokken op de vette- varkensmarkt is verschuldigd f 0.10 per aam- gevoerd varkeu. II. Op de Vischmarkt: 1. Op de Vischraarkt en Aalmarkt: a. voor een partij zeevisch f 0.10 b. voor een mandje garnalen van ten hoogste j H.L0.03 c. voor een partij riviervisoh of paling -0.25 2. Op de Gedempte Voldersgraoht: a. voor een partij visoh aan beide banken, op plaats No. 1 0.26 op plaats No. 2 0.20 op plaats No. 3. „.0.15 op de overige plaatsen „0.10 b. voor een kruiwagen met drog» visoh„0.10 c. voor een partij aal0.05 Voor het hebben van een vaste plaats gedurende een geheel jaar bedraagt de be lasting sub 2a bij vooruitbetaling: Voor plaats No. 1 ra 5 t f20. Voor plaats No. 2. s- 15. oor plaats No. 3. e r t 10. Voor de overige plaatsen 5. Indien een grootere oppervlakte dan ter breedte van 1.70 M. en ter diepte van 1.50 M. achter de baDlcen of schragen wordt in genomen, is voor de meerdere ingenomen oppervlakte per vierk. M. of gedeelte daar van verschuldigdf0.03 III. Op de markt voor gevogelte, honden en poelierswaren: a. voor hazen, konijnen, ander wild of pluimgedierte zonder meer (met een minimum van 6 stuks) per stuk f 0.00| b. voor eecn hond0.03 o. voor een hondenwagen of kar (niet aangespannen)-„0.06 d. voor idem (aangespannen) 0.10 e. voor een vierwieligen wagen 0.10 f. voor een paard cn wagen 0.20 IV. Op de Bloem- en Boommarkt: a. voor op den grond ^ande pot ten, boomen of planten per strekken^ den Meter of gedeelte daarvan f 0.03 b. voor kraampjes en stallen per vierkanten Meter of gedeelte daar van 0.05 Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de belasting voor de goederen sub a per strekkenden en voor die eub b per vierkanten Meter of gedeelte daar van f l.~ V. Op de Kaasmarkt: a. voor een handwagen of kar f 0.05 b. voor een paard en wagen „0.1e VI. Op de groente- en, ooftmarkt en op de aardappelen markt: a. voor een hondenwagen of kar (al of niet aangespannen) „0.10 b. voor een vierwieligen wagen (al of niet aangespannen)0.20 en verder per iügenomen vierkan ten meter öf gedeelte daarvan „0.03 Voor het plaatsen van goederen, welke worden geveild, als ook voor het markten van ooft en fruit, be draagt de belasting evenwel per in genomen vierkanten Meter of gedeet- te daarvan 0.05 Voor wagens van opkoopers is geen be lasting verschuldigd. VII. Op de algemeens weekmarkt en de algemeene markt: per ingenomen vierkanten Meter of ge deelte daarvanf0.03 Art. 3. Voor het uitstallen of plaatsen van uit dragers- en winkelieraartikelen wordt ge heven per ingenomen vierkanten Meter of gedeelte daarvan bij vooruitbetaling: per week of gedeelte van een week f 0.05 per jaar 1. Art. 4. Voor inrichtingen, waarin publieke ver makelijkheden of vertooningen van eeniger- lei aard plaate hebben, benevens voor ma chines, wagens, als anderszins, ten üenste van die inrichtingen, is voor eiken speeldag per vierkanten Meter of gedeelte daarvan verschuldigd fo.05 Echter wordt geheven voor draaimolens en dergelijke in richtingen, per speeldag en per stuk f f5. voor hippodromen en dergelijke in richtingen, per speeldag en per stuk „4® voor paardenspellen, stoomdraai- moïens en dergelijke inrichtingen, per speeldag en per stuk 90. Art. 5. Voor het gebruik van grond voor doel einden, niet in de voorgaande artikelen ge noemd, en niet vallende onder de verorde ning van 17 Februari 1896 (Gem.blad No. 7) wordt geheven per ingenomen vierkan ten Meter of gedeelte daarvan, per dag of gedeelten van den dag f 0.03 Voor wnten, kramen en dergelijke in richting© :i, (benende tot verkoop van w*- ren, ie de belasting slechte verschuld:gd voor die dngftD, waarop wordt verkocht. Art. 6. Onder jaar wordt in deze verordening verstaan bet tijdvak van 1 Januari tot ul timo December, onder week het tijdvak van Maandag tot en met den eerstvolgenden Zaterdag. Art. 7. Deze verordening treedt in werking 1 Januari 1913. Gedaan te Leiden, ter openbare raads vergadering van den lOden October 1912. De Burgemeester, N. C. DE GIJSELAAR. De Secretaris, VAN STRIJEN, Zijnde de heffing dezer belasting goed gekeurd bij Kon. Besluit van 13 Deo. 1912, No. 48, waarbij tevens is aangehaald de verordening regelende de invordering dier belasting van den 3den September 1907. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 4den Januari 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. LEERPLICHTWET. Vrijstelling van de verplichting opgelegd bij art. I der Wet. De Burgemeester van Leiden Herinnert ouders, voogden en verzorger» van de in dezo gemeente woonachtige kin deren, op wie de leerplichtwet van toepas sing is en die zich wen6chen te beroepen op eenigo vrijstelling van de naleving der in artikel 1 dier wet opgelegde verplich- ting; dat zij zich niet kunne-ï beroepen op eeni- ge vrijstelling van de bedoelde verplich ting, zoolang zij niet aan hem hebben ken nis gegeven voor welk kind, cn op welken grond zij op vrijstelling aanspraak meenen te mogen maken; dat deze kennisgeving, zoolang de aan spraak op vrijstelling blijft voortduren, en de kinderen nog in den leerplichtigen leef tijd vallen, telk a na verloop van 12 maan den opnieuw moet worden ingediend; dat ouders, voogden of verzorgers, dia overwegend bezwaar hebben tegen 't onder wijs op alle binnen den afstand van 4 ki lometer van do woning gelegen scholen, waar voor hun kinderen plaats te verkrij gen is, zich op de vrijstelling, genoemd sub. 3o. van art. 7 der leerplichtwet, alleen kun nen beroepen, indien zij aan de hierboven bedoelde kennisgeving de schriftelijke ver klaring hebben toegevoegd, dat zij tegen het onderwijs op de binnen den afstand van 4 kilometer van de woning gelegen 6cholen, waarop voor de kinderen plaats to verkrij gen is, zoo overwegend bezwaar hebben, dat zij hun kinderen voorloopig liever van het door c'e wet gevorderde onderwijs ver stoken laten, dan hen aan een dier scholen toe te vertrouwen; dat deze verklaring, om geldig te zijn, ook de handteekening moet dragen van den heer Arrondissemcnts-Schoolopzicner en dat formulieren voor de kennisgeving van vermeende vrijstelling kosteloos ver krijgbaar zijn tor gemeente-secretarie. De Burgemeester voornoemd, N C. DE GIJSELAAR. Leiden, 6 Januari 1913. De oorlog in den Balkan cn de Vredesonderhandelingen. De vredesonderhan delingen worden voortgezet. LONDEN, 5 Jan. (R. 0.). Reuter ver neemt, dat ingevolge de raadgevin gen, die sedert gisteren door de mogend heden verstrekt zijn, de vredesonderhan delingen morgen niet afgebroken zullen worden, ofschoon men hieruit niet de gevolgtrekking moet maken, dat er eemge wijziging hoegenaamd gekomen is in de inzichten, betreffende Adrianopel. Vol gens de laatste berichten is do inneming der stad aanstaande. Men is van mec- hmg, dat de Turken waarschijnlijk mor gen een nieuwe Turkscii-Bulgaarsche grensregeling zullen voorstellen. Een zes-urigeMinisterraaa te Konstantinopel. KONSTANTINOPEL, 5 Jan. (R. O.V. De zitting van den ministerraad, die zich bezighield met het ultimatum der Balkan- gedelegeerden duurde van 's morgens 10 uur, tot 's avonds halfviji en was zeer bewogen. De ministerraad is thans in twee groepen verdeeld. Do eerste partij onder leiding van den groot-vizier, blijft zich bezighouden met de kwestie der vredesonderhandelingen. De tweede, waartoe behooren de ministers van Fi nanciën, Marine, Godsdienstige stichtin gen, en de onder-secretaris van 'tgroot- viziraat, wijdt haar aandacht aan cfe rol van de vloot. Tegen 4 uur seinde de Mi nister van Buitenlandsche Zaken aan de gevolmachtigden te Londen nieuwe in structies, waarin gezegd wordt, dat de Porte vasthoudt aan haar eisch, betref fende de eilanden en eveneens do vroe ger voorgestelde grens van Adrianopel handhaaft. De ministerraad komt morgen opnieuw bijeen, om kennis te nemen van het antwoord der Balkan-gedelegeerden. Wélingelicht diplomatieke kringen ver klaren dat stappen van de mogendheden^ bij de Porte ten gunste van den vredei aanstaande zijn. De gezanten zouden reeds met een eodachtenwisseling over dit onderwerp begonnen zijn. Het ge rucht loopt, dat een geheim comité dooti de regeering ontdekt is, dat zich ten doel stelde, het ministerie omver te werpen, en dat om tot zijn doel 'te geraken, zelfs; zich van geweld had willen bedienen.; Er, hadden twee arrestaties plaats. KONSTANTINOPEL, 5 Jan. (R. 0.), Het gerucht van een ministerieele crisis wordt bevestigd. Een invloedrijk lid van het kabinet zou met de Jong-Turken in onderhandeling getreden zijn. In geval men tot een overeenkomst geraakt zou Mahmoed Sjefket pasja, de portefeuille van Oorlog aanvaarden. De regeerings- pers spreekt echter alle geruchten over een crisis tegen. KONSTANTINOPEL, 5 Jan. (R. 0.)< In een rondschrijven, gericht aan de ge zanten, dat door dezen aan de mogend heden zal worden medegedeeld, zet de Porte uiteen, dat zij, om haar verlangen te toonen, tot het sluiten van den vrede, in alle opofferingen toestemt, afziet van al het grondgebied ten westen van het wilajet Adrianopel, maar verplicht is,- vast te houden aan het bezit, van Adria nopel, heigeen noodzakelijk is voor dn verdediging van de' hoofdstad. De Portel zou nooit afstand kunnen doen van" de eilanden in de Egeïsclie Zee, maai' om haar vredelievende bedoelingen te toonen zal zj afzien van haar rechten op Kreta. De Porte hoopt, dat de mogendheden het logische van deze argumenten zullen er kennen. In wélingelichte kringen zegt men, dat de Porte wel zou kunnen toe stemmen in den afstand van benige eilanden in de Egoische zee aan Grieken land, maar dat de pers vasthoudt aan de onmogelijkheid van de voorwaarden der hondgenooten te aanvaarden. De Tur ken zullen niet aarzelen een nieuwen oorlog te beginnen. N azim Pasja over liet Turksche leger. PARIJS, 5 Jan. (R. 0.). Nazim pasja, verklaarde aan den oorlogscorrespondent van de Temps", dat de oorlog zou uit breken, indien de vredesvoorwaarden on gunstig waren. Men zon zich vergissen indien men de werkelijke waarde van het Turksche leger beoordeelde naar de eer ste tegenslagen. Op het oogenhlik bevindt zich bij Tchataldja, een nieuw gefor meerd leger, dat goed georganiseerd is, krachtig en vastbesloten. Het zal, indien het noodig is, den uitersten plicht, diq het 'op zich genomen heeft, vervullen. De strijd in Epirus. ATHENE, 5 Jan. (R. 0.). De minister van oorlog deelt een telegram mede van generaal Sapoendakis, waarin gezegd wordt, dat een Grieksclie batterij, die do bergengte Tuad beheerscht met succes de positie Lesana en de batterijen te Bizam bombardeerde, die den aanval der Turken tegen Actaracln ondersteunden. De aanval werd door de Grieksche troe pen teruggeslagen. BRINÜ1S1. 5 'Jan. (R. 0.). Uit Salo- niki wordt dato 25 December gemeld, dat de Grieken bij de inneming van Gorilza 7000 man verloren. Do Turksche vloot. KONSTANTINOPEL, 5 Jan. (R. 0.). De Turksche vloot kwam gisteravond we der in de Darda nellen terug. Zij zou onbeschadigd zijn. De Roemconsche politiek. ANTWERPEN, 5 Jan. (R. 0.). Een ver tegenwoordiger van de „Matin d'Anvers" had een interview met den consul-gene raal van Roemenië, die van Boekarest terugkeerde, waarin deze verklaarde, dat de terugslag van de 'crisis, dio door ge heel Europa gevoeld werd, ook in Roe menië merkbaar was, maar daar toch niet zoo ernstig was als elders. De fi- nancieele diensten nemen hun regelma tig verloop. Roemenië bleef neutraal, maar kon evenwel rustig de komende ge beurtenissen afwachten, terwijl het leger volkomen gereed is. Sprekend over een onderhoud met den koning, verklaarde de consul, dat de souverein zijn ver wondering uitdrukte, dat een zoo ern stige crisis zich kon voordoen, terwijl Roomenië in de lente van verleden jaar 800 millioen aan deposito's op verschil lende banken had. Wat de politieke kwes tie betreft, verklaarde Z. M., dat liij vol komen vredelievende bedoelingen koes terde, cn dat hij niet wilde mobiiiseeren, niettegenstaande een gedeelte der open bare meening aanvankelijk interventie in het Balkanconflict wenschte. Roemenië heeft het recht op compensaties, maar de koning zeide, dat dezo zeer bescheiden zullen zijn, daar hij een daad van goede nabuurschap jegcus Bulgarije wil stellen. Toen de president der Sobranja, Danof, zich op zijn doorreis te Boekarest be vond, sprak dezo met den consul in den volgenden geest: Het was koning Carol, die Turkije voordat het conflict uilbrak, aanraadde Kreta aan Griekenland 'af te staan. De koning was gelukkiger na de Tripohs-expeditiedoor zijn tusschen- komst sloot Turkije vrede met Italië. De autonomie van Albanië is wegens de aan wezigheid van vele Koutzo-Walachen in Zuid-Aibanië reeds langs door een wet erkend, indien de Koutzo-Walachen in Macedonië niet tevreden zijn met de nieu we heerschappij der Balkanstaten, dan zullen zij kunnen uitwijken naar Albanië en daar een kolonie vormen, die Roome nië vriendschappelijk gezind is. Bovendien heert koning Carol den con sul nog verklaard, dat keizer Frans Jo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5