No. 16259.
LEIDSGS DAGBLAD, Maandag* 6 Januari. Tweede Blad.
Anno 19I3«
Officieele Kennisgeving.
Telegrammen,
De Burgemeester en Wethouders van
Leiden deen te weten, dat door den Raa-d
dier gemeente, in zijne vergadering van
'dien lOen October 1812, is vastgesteld de
.VoJgencle verordening:
VERORDENING,
jregelcnde de heffing van een belasting
onder den naam van „Liggeld" in de ge
meente Leiden.
Art. 1.
Van vaartuigen) liggende in de openbare
gemeentewateren, wordt een belasting ge
heven onder den naam van „liggeld", in de
gevallen, in de volgende artikelen vermeld.
Onder „vaartuigen" zjj.n niet begrepen
t,houtvlotten."
Art. 2.
Van vaartuigen, welke gebruikt worden.,
.voor den verkoop van waren en verder
van all© bewoonde of geheel of gedeelte
lijk tot woning ingerichte vaartuigen, die
langer dan veertien dagen onafgebroken
binnen de gemeente verblijven, wordt voor
elk etmaal of gedeelte daarvan geheven:
bij een laadvermogen van minder dan
ft ton f 0.10;
van 3 tot 10 ton f0.15;
van 10 tot 30 ton f 0.20;
van 30 tot 50 ton f 0.25;
van 50 ton en daarboven f 0.30.
Ter keuze van den belastingschuldige kan
de betaling ook per week plaats hebben,
Jn wélk geval de belasting bedraagt.:
bij een laadvermogen van minder dan
ft ton f 0.40;
van 3. tot 10 tori f 0.60;
vaji 10 tot 30 ton f 0.80;
van 30 tot 50 tón f 1;
van 50 ton en daarboven f 1.20.
Bij. betaling per week wordt de week ge
rekend van Maandag tot en met den daar
op volgenden Zondag.
Art. 3.
In afwijking van het bepaalde bij het
irorige artikel wordt van vaartuigen, gela
den met brandstoffen, aan de markt gele
gen; voor elke drie dagen of gedeelte daar
van geheven f 0.50, terwijl van vaartuigen
geladen met goederen, welke in 't veilings
lokaal op de Bloemmarkt worden geveild,
geen belasting wordt geheven.
Art. 4.
Van vaartuigen, waaraan door Burge
meester en Wethouders een vaste ligplaats
5a toegestaan, wordt per jaar of gedeelte
daarvan geheven
byi. een laadvermogen van minder dan
ton f 2;
van 3 tot 6 ton f 3;
v*ui 6 tot 10 ton f 4
van 10 tot 20 ton f 5;
van 20 tot 30 ton 6
van 30 tot 40 ton f 7;
van 40 tot 60 ton f 8
van 50 ton en daarboven f 10.
Het jaar loopt van 1 Januari tot 31
Deoember.
Art. 5.
Het laadvermogen wordt bepaald over
eenkomstig don van kracht zijnden Rijks
meetbrief of daarmede krachtens wettelij
ke bopaiingen gelijkgestelde documenten,
een en ander met inachtneming van den
eelfden voet van herleiding, als krachtens
"wettelijke bepalingen door 't Rijk is voor
geschreven. Bij gemis van een meetbrief
kan het op de ijkplaat aangeduide laadver
mogen tot grondslag voor de heffing die
nen.
Bij gebreke van een en ander of bij wei
gering om den meetbrief te veTboonen,
wordt het laadvermogen van het vaartuig
door den ambtenaar, met de invordering
der .belasting belast, geschat en is de be
lasting naar dio schatting verschuldigd,
tenzij de schipper of eigenaar verkiest,
dat. het vaartuig te zijnen koste door een
deskundige, door Burgemeester en Wet
houders aan te wijzen, worde gemeten vol
gens de regelen daarvoor bij het Rijk vast
gesteld of nog vast te stellen.
Wanneer de belasting naar schatting is
gehèvon en binnen twee maanden na de
betaling een Rijksmeetbrief wordt aange
boden, wordt, tenzij de schatting het ge
volg was van weigering om het stuk te ver.
toonen, het te veel berekende teruggege
ven.
Art. 6.
Bij besloten water is de belasting, gehe
ven.krachtens art. 3 dezer verordening, na
twee achtereenvolgende betalingen, niet
verder verschuldigd.
Art. 7.
De belasting is verschuldigd door den
«schipper of eigenaar van het vaartuig.
Art. 8.
Deze verordening treedt in werking 1
Januari 1813.
Gedaan te Leiden, ter openbare raads
vergadering van den loden October 1912.
De Burgemeester,
N. C. DE GIJSELAAR.
De Secretaris,
VAN STRIJEN,
Zijnde de liefÜDg dezer belasting goed
gekeurd bij Kon. Besluit van 13 Deo. 1912,
No. 48, waarbij tevens is aangehaald de
verordening regelende de invordering dier
belasting van den 27sten Juli 1905.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, 4den Januari 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris,
De Burgemeester en Wethouders van
Leiden doen te weten, dat door den Raad
dier gemeente, in zijne vergadering van
den lOen October 1912, is vastgesteld de
volgende verordening:
VERORDENING.
regelende de heffing van een belasting
onder den naam van „Havengeld" in de
gemeente Leiden.
Art. 1.
Van vaartuigen en houtvlotten, die de
openbare gemeentewateren binnenkomen,
wordt, met uitzondering van de vaartuigen
in art. 5 genoemd, eene belasting geheven.
Voor vaartuigen wordt het laadvermo
gen als grondslag der heffing aangenomen.
Deze belasting wordt geheven naar het
vollgende
Tari ef:
lo. Voor een stoomboot, per ton,
elke reis f Ö.Ö2
2o. Voor vaartuigen, geen stoomboot
zijnde
a. voor een vaartuig beneden de 10
ton,, por reis.: f 0.10
b. Voor een vaartuig van 10 ton en
daarboven, per ton, elke reis. f 0.02
3o. Voor houtvlotten, per vlot. f 0.25
Echter kan het havengeld voor de sub.
lo. en 2o. bedoelde vaartuigen voor een
geheel jaar, bij wijze van abonnement,
vooruitbetaald worden. Het bedraagt dan
lo. Voor vaartuigen beneden de 10 ton,
per jaar, per tonf 1.
2o. Voor vaartuigen van 10 ton en daar
boven f 1.per jaar, per ton, voor de
eerste 9 ton, en voorts per jaar voor elke
ton boven de -9 ton f 0.75 voor vaartuigen
bestemd voor het vervoer van personen
en f 0.50. voor alle andere vaartuigen.
Het jaar loopt van 1 Januari tot ultimo
Deoember.
Een gedeelte van een jaar wordt voor
een geheel jaar gerekend.
Art. 2.
Het laadvermogen wordtbepaald over
eenkomstig don van kracht zijnden Rijks-
meetbrief of daarmede krachtens wettelij
ke bepalingen gelijkgestelde documenten,
een en ander met inachtneming van den
zelfden voet van herleiding, als krachtens
wettelijke bepalingen door het Rijk i9
voorgeschreven. Bij gemis van een meet
brief kan het op de ijkplaat aangeduide
laadvermogen tot grondsfeg voor de hef
fing dienen.
Bij gebreke van een en ander of bij
weigering om den meetbrief te vertoonen,
wordt het laadvermogen van het vaartuig
door den ambtenaar, met de invordering
der belasting belast, geschat en is de be
lasting naar die schatting verschuldigd,
tenzij de schipper of eigenaar verkiest,
dat "het vaartuig te zijnen koste door een
deskundige, door Burgemeester én Wet
houders aan te wijzen, worde gemeten
volgens de regelen daarvoor bij het Rijk
vastgesteld of- nog vast te steller».
Wanneer de belasting naar schatting is
geheven en .binnen twee maanden na de
betaling een Rijksmeetbrief wordt aange
boden, wordt, tenzij de schatting het gevolg
was van weigering om 't stuk te vertoonen,
het te veel berekende teruggegeven.
Art. 3.
De belasting is verschuldigd door den
schipper of eigenaar van het vaartuig, het
welk het gemeentewater binnenkomt.
Art. 4.
De belasting voor houtvlotten is verschul
digd door den schipper of eigenaar van het
houtvlot.
Art. 5.
Aan deze belasting zijn niet onderworpen
a. De roeiboot bij een vaartuig behooren-
«_e, waarvoor havengeld verschuldigd is.
b. Nieuw gebouwde vaartuigen, die voor
de eerste maal vaarklaar zijn gemaakt en
geen lading in hebben.
o. Houtvlotten geborgen in gemeente wa
ter, daartoe door Burgemeester en Wet
houders aangewezen.
d. Vaartuigen en houtvlotten, die de /je-
meente binnenkomen aan den Ouden Rijn
van de zijde van de Schrijversbrug, aan
den Nieuwen Rijn van de zijde van de Sin-
gelbrug, aan de zijde van den Rijn of het
Galgewater of van de Vliet, het territoir der
gemeente Leiden in de richting Oude Rijn,
Haven, Oude Vest, Galgewater, Nieuwe
Vaart (Haageche Trekvaart) of Rijn of
Galgewater, Zijlsingel, of Nieuwe Rijn,
Gangetje, Steenschuur, Vliet, in de richting
LeicLschendam of Katwijk of omgekeerd
rechtstreeks doorvaren, althans niet langer
dan 4 uren daarin verblijven en van de wa
teren bij de gemeente in beheer en onder
houd geen gebruik maken afe los- of laad
plaats.
e. Roeibootjes-van 2 kub. M. of minder
inhoudsgrootte.
Art. 6.
De invordering geschiedt door de daartoe
door Burgemeester en Wethouders aange
stelde ambtenaren.
Art. 7.
Dit besluit treedt in werking op den lsten
Januari 1913.
Gedaan te Leiden, ter openbare raads
vergadering van den lOden October 1912.
De Burgemeester,
N O. DE GIJSELAAR.
De Secretaris,
VAN STRIJEN,
Zijnde de hefïïog dezer belasting goed
gekeurd bij Kon. Besluit van 13 Deo. 1912,
No. 48, waarbij tevens is aangehaald de
verordening regelende de invordering dier
belasting van den 27 Juli 1905.
En is biervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 4den Januari 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
De Burgemeester en Wethouders van
Leiden doen te weten, dat door den Raad
dic-r gemeente, in zijne vergadering van
den 10sn October 1912, is vastgesteld de
vojgende verordening:
VERORDENING,
regelende de heffing van een belasting
onder den naam van marktgeid, te Leiden.
Art. 1.
Voor het gebruik van grond op de onder
scheidene markten of elders op den open
baren weg ingenomen, wordt éen belasting
geheven onder den naam van marktgeïd
naar het volgende tarief.
Art. 2.
De belasting bedraagt per dag of ge
deelte daarvan:
I. Op do veemarkt en de markt voor vet^
te varkensr
a. voor een paard, hit, rund, schot,
vaars, pink of graakalf f 0.25
b. voor een vet kalf, veulen, muil
ezel, ezel, beer, zeug, vet of gemest
varken 01.®
c. voor een nuchter kalf, jong var
ken, schram, of schaap „0.00
d. voor een lam, bok, geit of bigge 0.03
e. voor een lam tusschen -1 Augustus
en 31 Deoember ter markt aange
voerd, en voor een bigge, zwaarder
dan 25 K.G0.03
Voor het gebruik van hokken ia ver
schuldigd:
voor een lammerhok f 080
voor een schapenhok r „0.40
voor een varkenshok, behalve op de
vette yarkensmarkt0.40
Voor het gebruik van hokken op de vette-
varkensmarkt is verschuldigd f 0.10 per aam-
gevoerd varkeu.
II. Op de Vischmarkt:
1. Op de Vischraarkt en Aalmarkt:
a. voor een partij zeevisch f 0.10
b. voor een mandje garnalen van
ten hoogste j H.L0.03
c. voor een partij riviervisoh of
paling -0.25
2. Op de Gedempte Voldersgraoht:
a. voor een partij visoh aan beide
banken, op plaats No. 1 0.26
op plaats No. 2 0.20
op plaats No. 3. „.0.15
op de overige plaatsen „0.10
b. voor een kruiwagen met drog»
visoh„0.10
c. voor een partij aal0.05
Voor het hebben van een vaste plaats
gedurende een geheel jaar bedraagt de be
lasting sub 2a bij vooruitbetaling:
Voor plaats No. 1 ra 5 t f20.
Voor plaats No. 2. s- 15.
oor plaats No. 3. e r t 10.
Voor de overige plaatsen 5.
Indien een grootere oppervlakte dan ter
breedte van 1.70 M. en ter diepte van 1.50
M. achter de baDlcen of schragen wordt in
genomen, is voor de meerdere ingenomen
oppervlakte per vierk. M. of gedeelte daar
van verschuldigdf0.03
III. Op de markt voor gevogelte, honden
en poelierswaren:
a. voor hazen, konijnen, ander wild
of pluimgedierte zonder meer (met
een minimum van 6 stuks) per stuk f 0.00|
b. voor eecn hond0.03
o. voor een hondenwagen of kar
(niet aangespannen)-„0.06
d. voor idem (aangespannen) 0.10
e. voor een vierwieligen wagen 0.10
f. voor een paard cn wagen 0.20
IV. Op de Bloem- en Boommarkt:
a. voor op den grond ^ande pot
ten, boomen of planten per strekken^
den Meter of gedeelte daarvan f 0.03
b. voor kraampjes en stallen per
vierkanten Meter of gedeelte daar
van 0.05
Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar
bedraagt de belasting voor de goederen
sub a per strekkenden en voor die eub b
per vierkanten Meter of gedeelte daar
van f l.~
V. Op de Kaasmarkt:
a. voor een handwagen of kar f 0.05
b. voor een paard en wagen „0.1e
VI. Op de groente- en, ooftmarkt en op
de aardappelen markt:
a. voor een hondenwagen of kar (al
of niet aangespannen) „0.10
b. voor een vierwieligen wagen (al
of niet aangespannen)0.20
en verder per iügenomen vierkan
ten meter öf gedeelte daarvan „0.03
Voor het plaatsen van goederen,
welke worden geveild, als ook voor
het markten van ooft en fruit, be
draagt de belasting evenwel per in
genomen vierkanten Meter of gedeet-
te daarvan 0.05
Voor wagens van opkoopers is geen be
lasting verschuldigd.
VII. Op de algemeens weekmarkt en de
algemeene markt:
per ingenomen vierkanten Meter of ge
deelte daarvanf0.03
Art. 3.
Voor het uitstallen of plaatsen van uit
dragers- en winkelieraartikelen wordt ge
heven per ingenomen vierkanten Meter of
gedeelte daarvan bij vooruitbetaling:
per week of gedeelte van een week f 0.05
per jaar 1.
Art. 4.
Voor inrichtingen, waarin publieke ver
makelijkheden of vertooningen van eeniger-
lei aard plaate hebben, benevens voor ma
chines, wagens, als anderszins, ten üenste
van die inrichtingen, is voor eiken speeldag
per vierkanten Meter of gedeelte daarvan
verschuldigd fo.05
Echter wordt geheven
voor draaimolens en dergelijke in
richtingen, per speeldag en per stuk f f5.
voor hippodromen en dergelijke in
richtingen, per speeldag en per stuk „4®
voor paardenspellen, stoomdraai-
moïens en dergelijke inrichtingen,
per speeldag en per stuk 90.
Art. 5.
Voor het gebruik van grond voor doel
einden, niet in de voorgaande artikelen ge
noemd, en niet vallende onder de verorde
ning van 17 Februari 1896 (Gem.blad No.
7) wordt geheven per ingenomen vierkan
ten Meter of gedeelte daarvan, per dag
of gedeelten van den dag f 0.03
Voor wnten, kramen en dergelijke in
richting© :i, (benende tot verkoop van w*-
ren, ie de belasting slechte verschuld:gd
voor die dngftD, waarop wordt verkocht.
Art. 6.
Onder jaar wordt in deze verordening
verstaan bet tijdvak van 1 Januari tot ul
timo December, onder week het tijdvak van
Maandag tot en met den eerstvolgenden
Zaterdag.
Art. 7.
Deze verordening treedt in werking 1
Januari 1913.
Gedaan te Leiden, ter openbare raads
vergadering van den lOden October 1912.
De Burgemeester,
N. C. DE GIJSELAAR.
De Secretaris,
VAN STRIJEN,
Zijnde de heffing dezer belasting goed
gekeurd bij Kon. Besluit van 13 Deo. 1912,
No. 48, waarbij tevens is aangehaald de
verordening regelende de invordering dier
belasting van den 3den September 1907.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 4den Januari 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
LEERPLICHTWET.
Vrijstelling van de verplichting
opgelegd bij art. I der Wet.
De Burgemeester van Leiden
Herinnert ouders, voogden en verzorger»
van de in dezo gemeente woonachtige kin
deren, op wie de leerplichtwet van toepas
sing is en die zich wen6chen te beroepen
op eenigo vrijstelling van de naleving der
in artikel 1 dier wet opgelegde verplich-
ting;
dat zij zich niet kunne-ï beroepen op eeni-
ge vrijstelling van de bedoelde verplich
ting, zoolang zij niet aan hem hebben ken
nis gegeven voor welk kind, cn op welken
grond zij op vrijstelling aanspraak meenen
te mogen maken;
dat deze kennisgeving, zoolang de aan
spraak op vrijstelling blijft voortduren, en
de kinderen nog in den leerplichtigen leef
tijd vallen, telk a na verloop van 12 maan
den opnieuw moet worden ingediend;
dat ouders, voogden of verzorgers, dia
overwegend bezwaar hebben tegen 't onder
wijs op alle binnen den afstand van 4 ki
lometer van do woning gelegen scholen,
waar voor hun kinderen plaats te verkrij
gen is, zich op de vrijstelling, genoemd sub.
3o. van art. 7 der leerplichtwet, alleen kun
nen beroepen, indien zij aan de hierboven
bedoelde kennisgeving de schriftelijke ver
klaring hebben toegevoegd, dat zij tegen het
onderwijs op de binnen den afstand van 4
kilometer van de woning gelegen 6cholen,
waarop voor de kinderen plaats to verkrij
gen is, zoo overwegend bezwaar hebben,
dat zij hun kinderen voorloopig liever van
het door c'e wet gevorderde onderwijs ver
stoken laten, dan hen aan een dier scholen
toe te vertrouwen;
dat deze verklaring, om geldig te zijn,
ook de handteekening moet dragen van den
heer Arrondissemcnts-Schoolopzicner
en dat formulieren voor de kennisgeving
van vermeende vrijstelling kosteloos ver
krijgbaar zijn tor gemeente-secretarie.
De Burgemeester voornoemd,
N C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 6 Januari 1913.
De oorlog in den Balkan cn de
Vredesonderhandelingen.
De vredesonderhan delingen
worden voortgezet.
LONDEN, 5 Jan. (R. 0.). Reuter ver
neemt, dat ingevolge de raadgevin
gen, die sedert gisteren door de mogend
heden verstrekt zijn, de vredesonderhan
delingen morgen niet afgebroken zullen
worden, ofschoon men hieruit niet de
gevolgtrekking moet maken, dat er eemge
wijziging hoegenaamd gekomen is in de
inzichten, betreffende Adrianopel. Vol
gens de laatste berichten is do inneming
der stad aanstaande. Men is van mec-
hmg, dat de Turken waarschijnlijk mor
gen een nieuwe Turkscii-Bulgaarsche
grensregeling zullen voorstellen.
Een zes-urigeMinisterraaa
te Konstantinopel.
KONSTANTINOPEL, 5 Jan. (R. O.V.
De zitting van den ministerraad, die zich
bezighield met het ultimatum der Balkan-
gedelegeerden duurde van 's morgens 10
uur, tot 's avonds halfviji en was zeer
bewogen. De ministerraad is thans in
twee groepen verdeeld. Do eerste partij
onder leiding van den groot-vizier, blijft
zich bezighouden met de kwestie der
vredesonderhandelingen. De tweede,
waartoe behooren de ministers van Fi
nanciën, Marine, Godsdienstige stichtin
gen, en de onder-secretaris van 'tgroot-
viziraat, wijdt haar aandacht aan cfe rol
van de vloot. Tegen 4 uur seinde de Mi
nister van Buitenlandsche Zaken aan de
gevolmachtigden te Londen nieuwe in
structies, waarin gezegd wordt, dat de
Porte vasthoudt aan haar eisch, betref
fende de eilanden en eveneens do vroe
ger voorgestelde grens van Adrianopel
handhaaft. De ministerraad komt morgen
opnieuw bijeen, om kennis te nemen van
het antwoord der Balkan-gedelegeerden.
Wélingelicht diplomatieke kringen ver
klaren dat stappen van de mogendheden^
bij de Porte ten gunste van den vredei
aanstaande zijn. De gezanten zouden
reeds met een eodachtenwisseling over
dit onderwerp begonnen zijn. Het ge
rucht loopt, dat een geheim comité dooti
de regeering ontdekt is, dat zich ten doel
stelde, het ministerie omver te werpen,
en dat om tot zijn doel 'te geraken, zelfs;
zich van geweld had willen bedienen.;
Er, hadden twee arrestaties plaats.
KONSTANTINOPEL, 5 Jan. (R. 0.),
Het gerucht van een ministerieele crisis
wordt bevestigd. Een invloedrijk lid van
het kabinet zou met de Jong-Turken in
onderhandeling getreden zijn. In geval
men tot een overeenkomst geraakt zou
Mahmoed Sjefket pasja, de portefeuille
van Oorlog aanvaarden. De regeerings-
pers spreekt echter alle geruchten over
een crisis tegen.
KONSTANTINOPEL, 5 Jan. (R. 0.)<
In een rondschrijven, gericht aan de ge
zanten, dat door dezen aan de mogend
heden zal worden medegedeeld, zet de
Porte uiteen, dat zij, om haar verlangen
te toonen, tot het sluiten van den vrede,
in alle opofferingen toestemt, afziet van
al het grondgebied ten westen van het
wilajet Adrianopel, maar verplicht is,-
vast te houden aan het bezit, van Adria
nopel, heigeen noodzakelijk is voor dn
verdediging van de' hoofdstad. De Portel
zou nooit afstand kunnen doen van" de
eilanden in de Egeïsclie Zee, maai' om
haar vredelievende bedoelingen te toonen
zal zj afzien van haar rechten op Kreta.
De Porte hoopt, dat de mogendheden het
logische van deze argumenten zullen er
kennen. In wélingelichte kringen zegt
men, dat de Porte wel zou kunnen toe
stemmen in den afstand van benige
eilanden in de Egoische zee aan Grieken
land, maar dat de pers vasthoudt aan
de onmogelijkheid van de voorwaarden
der hondgenooten te aanvaarden. De Tur
ken zullen niet aarzelen een nieuwen
oorlog te beginnen.
N azim Pasja over liet Turksche
leger.
PARIJS, 5 Jan. (R. 0.). Nazim pasja,
verklaarde aan den oorlogscorrespondent
van de Temps", dat de oorlog zou uit
breken, indien de vredesvoorwaarden on
gunstig waren. Men zon zich vergissen
indien men de werkelijke waarde van het
Turksche leger beoordeelde naar de eer
ste tegenslagen. Op het oogenhlik bevindt
zich bij Tchataldja, een nieuw gefor
meerd leger, dat goed georganiseerd is,
krachtig en vastbesloten. Het zal, indien
het noodig is, den uitersten plicht, diq
het 'op zich genomen heeft, vervullen.
De strijd in Epirus.
ATHENE, 5 Jan. (R. 0.). De minister
van oorlog deelt een telegram mede van
generaal Sapoendakis, waarin gezegd
wordt, dat een Grieksclie batterij, die do
bergengte Tuad beheerscht met succes
de positie Lesana en de batterijen te
Bizam bombardeerde, die den aanval der
Turken tegen Actaracln ondersteunden.
De aanval werd door de Grieksche troe
pen teruggeslagen.
BRINÜ1S1. 5 'Jan. (R. 0.). Uit Salo-
niki wordt dato 25 December gemeld, dat
de Grieken bij de inneming van Gorilza
7000 man verloren.
Do Turksche vloot.
KONSTANTINOPEL, 5 Jan. (R. 0.).
De Turksche vloot kwam gisteravond we
der in de Darda nellen terug. Zij zou
onbeschadigd zijn.
De Roemconsche politiek.
ANTWERPEN, 5 Jan. (R. 0.). Een ver
tegenwoordiger van de „Matin d'Anvers"
had een interview met den consul-gene
raal van Roemenië, die van Boekarest
terugkeerde, waarin deze verklaarde, dat
de terugslag van de 'crisis, dio door ge
heel Europa gevoeld werd, ook in Roe
menië merkbaar was, maar daar toch
niet zoo ernstig was als elders. De fi-
nancieele diensten nemen hun regelma
tig verloop. Roemenië bleef neutraal,
maar kon evenwel rustig de komende ge
beurtenissen afwachten, terwijl het leger
volkomen gereed is. Sprekend over een
onderhoud met den koning, verklaarde
de consul, dat de souverein zijn ver
wondering uitdrukte, dat een zoo ern
stige crisis zich kon voordoen, terwijl
Roomenië in de lente van verleden jaar
800 millioen aan deposito's op verschil
lende banken had. Wat de politieke kwes
tie betreft, verklaarde Z. M., dat liij vol
komen vredelievende bedoelingen koes
terde, cn dat hij niet wilde mobiiiseeren,
niettegenstaande een gedeelte der open
bare meening aanvankelijk interventie in
het Balkanconflict wenschte. Roemenië
heeft het recht op compensaties, maar de
koning zeide, dat dezo zeer bescheiden
zullen zijn, daar hij een daad van goede
nabuurschap jegcus Bulgarije wil stellen.
Toen de president der Sobranja, Danof,
zich op zijn doorreis te Boekarest be
vond, sprak dezo met den consul in den
volgenden geest: Het was koning Carol,
die Turkije voordat het conflict uilbrak,
aanraadde Kreta aan Griekenland 'af te
staan. De koning was gelukkiger na de
Tripohs-expeditiedoor zijn tusschen-
komst sloot Turkije vrede met Italië. De
autonomie van Albanië is wegens de aan
wezigheid van vele Koutzo-Walachen in
Zuid-Aibanië reeds langs door een wet
erkend, indien de Koutzo-Walachen in
Macedonië niet tevreden zijn met de nieu
we heerschappij der Balkanstaten, dan
zullen zij kunnen uitwijken naar Albanië
en daar een kolonie vormen, die Roome
nië vriendschappelijk gezind is.
Bovendien heert koning Carol den con
sul nog verklaard, dat keizer Frans Jo