LEÏBSÖH DAGBLAD, Zaterdag: 4 Januari. Eerste Blad. No. 16218. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. 1 ileii oud Devies Anno 1913. neerkomt cp de oude regeling, uitsbiiterd aan de aotie von den Bond is te wijten. De heeren beschouwen dat als een neder laag en dat is iets wat zij moe lijk kunnen verduwen. Want, zoo wordt geredeneerd, stel je eens voor, dat die kraoht van de or ganisatie zich eens ging koeren tegen het gezag, etc. Reden dus genoeg voor de heeren, die aan het roer ritten, om te trachten die or ganisatie van het werelatooneel te doen verdwijnen. Als zij het nu maar deugdelijk motiveer den. Dat doen zij echter n;et. Janmaat, om wiens organisatie het gaat, doet wijs zich -hierbij kalm te houden aan het advies van zijn hoofdbestuur. Dan, hopen wij, zal ook deze storm wei overdrijven. Over de waarde van Schriftonderzoek soil ij ft een der medewerkers van het ^Al gemeen Handelsblad" het volgende: Herhaaldelijk is men denke o. a. aan de jongste gebeurtenissen in den Neder- landaohen Journalistenkring aan het licht gekomen, dat men bij een onderzoek valn eetn handschrift buitengewoon voor zichtig moet zijn met het aanvaarden van een conclusie, door schriftkundigen in hun rapporten neergelegd. Trouwens, de el kaar tegensprekende meeningen van schrift kundigen vormen reeds een waarschuwing tegen niet klakkeloos aajinemen van de resultaten van hun arbeid. Een treffend staaltje speelde zich dezer clagen in een Amsterd. familie af. Een da me, elders woonachtig, ontving een anonie- meu brief, die bij onderzoek bleek gepost te zijn in den trein Amsterdam—Emmerik. Het getal van hen, op wie de verdenking kon vallen, was "uiterst gering, gegeven liet feit, dat in den brief zaken besproken werden, die slechts in beperkten kring bekend waren. De familie deed een bekend schriftkundi ge brief en enveloppe toekomen, vergezeld van eenige briefkaarten en andere schriftu ren. Reeds spoedig gaf 't onderzoek aan dat g.eon hunner de Schrijver (ster) kon zijn. Als zijn meenmg gaf de deskundige te ken nen dat een onontwikkelde vrouw, die een zeer verdraaide hand gebezigd had, de schrijfster moest zijn. Die aanwijzing was oorzaak dat de fa milie zorgde het handschrift te verkrijgen van een dienstbode, die mogelijk van de zaak afwist, doch ook bij onderzoek van dit schrift was de uitslag negatief. Ten einde raad, besloot men, te trachten een brief in handen te krijgen van iemand, wonende aan dé lijn AmsterdamArnhem, van wien men wel niet vermoedde dat hij de clader was, doch met wien men, daar hij misschien over de in den anoniemen brief behandelde quaestie door derden kon zijn ingelicht, meende geen uitzondering te moeten maken. En rijn handschrift ging naar den deskundige. Deze verraste na enkele dagen de familie door de mededeeliug dat licht in de zaak kwam, doch ter vaststelling zijner diagnose had hij noodig de reeds vroeger onder zoohte 6chiifturen, daar de vergelijking wel de noodige zekerheid zou brengen. Inderdaadna nog een paar dagen kwam bericht en dit was door verschillende teekeningen gedocumenteerd dat de man, wonende aan de lijn Amsterdam Arnhem (Emmerik), met besliste zekerheid kon worden aangewezen als de schrijver van den anoniemen brief. Met die bewijsstukken gewapend, begaf de familie zich op reis, ten einde den man te vragen welke motieven geleid hadden tot het schrijven van een lasterlijken brief aan een dame, die hij ternauwernood kende. Tegenover de verpletterende uitspraak van den deskundige stelde de aangeklaagde echter zijn eerewoord, dat hij niet de schrij ver was; dat hen. de in den brief behan delde quaestie g«-heel oibonend was; dat hij de daad zoo laakbaar vond, dat hij gaarne wilde medewerken om den schrijver of s'bister t> ontdekken. En nu komt het merkwaardige in deze geschiedenis. Toen de man een poos had nagedacht, vroeg hij Dog eenmaal den brief te mogen lezen. Reeds spoedig verklaard© hij dat het schrift hem niet onbekend was en eenige óogenblikken later legde hij aan de verbaasde familie een cahier over van een vrouwelijke bloedverwante, een nog jong meisje, waaruit zonneklaar bleek, dat zij de schrijfster en de hand totaal niet ver draaid was. Wie de eigenlijke aanstichter was en welke drijfveeren daarbij in het spel waren, is voor onze lezers onverschillig. Doch dui delijk is hier uitgekomen dat, had de fami lie niet een onderhoud gehad met den be- wusten persoon en had de-z© geen termen gevonden by het onderzoek behulpzaam te zijn, men, ondanks de beèliste aanwijzing van den schuldige, in den blinde was blij ven tasten en vermoedelijk, in -weerwil van zijn ontkentenis, een onschuldige als een schurftig schaap zou zijn gemeden. Deze historie leert nog iets, dat ook door den ervaren deskundige beaamd wordt: in het schrift van familieleden komen veelal trokken voor, die op verwantschap wijzen. Zoo werden in hét geval, hier boven ge schetst, de handschriften verward van twee broers en van een vader en zoon. Het schrift van het meisje moet, ondanks-de oogenschijnlijk sterke afwijking, verwant schap vertoond hebben met dat van haar vader (den verdachte). Toch is er voor den deskundige een klei ne voldoening. Hij begon nl. met den brief toe te schrijven aan een vrouw en had uitgemaakt dat de inkt van den anoniemen brief en die welke de man (verdachte) ge bruikt had, van dezelfde samenstelling waren. De deskundige, die verklaarde hier wer kelijk voor een moeilijke en voor hem leer zame kwestie geplaatst te zijn geweest, schreef aan de familie o. a.Wanneer een arts eens* een verkeerde diagnose stelt, zult u noch dien art3, noch de medi sche wetenschap daarom minderwaardig achten mensohen zijn feilbaar en in dez© zaak was iets verwards". Dit zij hem dadelijk, zonder voorbehoud, toegegeven. Immers in elk geval gaf zijn wetenschap den weg aan, waarlangs de daderes aan het licht kwam. Het speuren van een familieverwantschap in de ver schillende, oogenschijnlijk zoo uiteenloo- pende, schrifturen is reeds een bewijs van merkwaardig© kennis. Maar wel heeft ook hij geleerd hoe be denkelijk het ia, op besliste wijze een uit spraak t© doen, waarvan iemands wel en wee kan afhangen Dit zij ook de leering voor hen, die mochten willen afgaan op een schriftonderzoek. Gemeenteraad v. Haarlemmermeer. Donderdag vergaderde de raad dezer ge meente. Voorzitter: burgemeester SLob. Afwezig met kennisgevingde heer G. B. 't Hooft, wegens uitstedigheid. De Voorz. hield de volgende toespraak: Met het oog op de langfe agenda van heden, moge ik u ditmaal met een kort woord vriendelijk dank zeggen voor de goede, wenschen, mijn gezin en mij gezon den bij de wisseling van het jaar. Wederkeerig wenschen wij u voor uw persoon en uw gezin en uw arbeid, Gods onmisbaren zegen toe. Ook voor de behar tiging van de belangen vain deze gemeente, waarvoor gij allen uw plechtigen eed ge zworen hebt. Het jaar 1912 heeft ons dikwijls samen gebracht en doen nemen hoogstbelang- rijke besluiten. In dien tijd is er inderdaad in onze gemeentelijke huishouding alweer veel veranderd. Ten behoeve van het algemeen belang is er van u niet weinig tijd gevraagd. Ook de ambtenaren Wisten wel werk te vinden voor hun handen. Gaarne ben ik hun erkentelijk voor de soms verras sende wijze, waarop de secretaris en de andere functionnarissen mijn, taak hebben helpen verlichten. Het stemt ons allen droevig dat een onzer oudste ambtenaren, de heer Rinck, sinds meer dan een half jaar reeds ern stig ziek is. Hoezeer zijn krankheid ons groote reden tot bezorgdheid geeft, God i Onder den titel „Kalm, en op jo hoe- He l" schrijft „Het Anker" een stuk over He aanvallen hij de begrootingsdebatten en in de burgelijke pers op den Bond van Minder Marinepersoneel. Daarin worden de leden aangemaand tot kalmte en trouw aan de organisatie, die alle aanvallen zal {weten te doorstaan. Want die aanvallen Btijn van inferieuren aard. Het doel schijnt de middelen momen teel te heiligen. Hoewel door den Bond, nooit of te ïiimrner, op welke wijze ook, tegen den dienst ia gezondigd, toch wordt dat maar beweerd. AJs' geschreven wordt, dat de bevelen dor organisatie stipt moeten worden uit gevoerd, dan zuigt men daaruit, dat de organisatie die bevelen geeft, tegen de 1 dienstbevelen in, terwijl niets minder jvaar.is dan juist da'. Hot is juist de organisatie altijd weer geweest welke plichtsbetrachting te genover den dienst, als voornaamste taak ran haar leden opvorderde. Dab weten ook de heeren in Den Haag wel, dat weet Minister Heemskerk, dat jweet ook minister Golijn. Daarvoor lezen zij te trouw en te nauw keurig de gosohriften van den Bond, daar voor -zijn zij te ijverige lezers van dit bl Zij weten weerga's goed, dat aan den Bond ten dezen opzichte geen enkel feit kan worden ten laste gelegd. En het heeft ons zeer getroffen, dat hoog-Onfcwiklcelde mensohen als de perso nen, dis onze regeering uitmaken, zich ..hebben uitgelaten over den Bond, als zou deze zijn werk van maken zijn leden fcegen de bestaande dienstbevelen in aller- lei plichten ter nakoming op te dragen. Waarlijk, als men op een dergelijke Wijze de organisatie van het mindere per- j Boneol gaat verdaaht maken, dan moeten to'1"1 de goede argumenten, die tegen de onrariisatis kunnen worden aangevoerd, wel uiterst sohaarsch voorhanden wezen. Laten wij het nu nog eens duidelijk neggen. Nooit of nimmer heeft de Bond zich ook toaar op eenigerlei wijze tegen den dienst verzet of rijn leden aangespoord dienst- foepalmgen of voorschriften te verwaar- loozen of niet stipt na te leven. Eén feit daarvoor, hoe gering ook, kan men niet bijbrengen. Dit.'zij, nu men weer een aanslag op het leven van de organisatie gaat wagen, toofx eens nadrukkelijk geconstateerd. Maar wat dan wel de oorzaak is van den aanval, welken men zal gaan cïoen, al xe>ot men het niet ronduit, is dit: 1> organisatie ontwikkelt te veel kraoht.-Zij heeft het overgroots deel van het personeel in hare rijen en strijdt met eprekhnde argumenten voor lotsverbete ring. Zóó sprekend zijn de motieven, waar mede de verschillende verzoeken om lots verbetering worden verdedigd, dat men er de onmogelijkheid van inziet zich langer met een frase er van af te maken. De diverse rapporten, die in den loop van riit en verleden jaar zijn verschenen, hebben de regeering met onweerlegbare ■argumenten getoond, de verbeteringen, die strikt noodzakelijk zijn. En nu zit men daarm.ee. De verbeteringen, die gevraagd worden, invoeren, wenpcht men niet; da.t zou vol gens de heeren aan de organisatie maar eteun geven en succes gunnen zij de organi satie allerminst. Iets wat voor de leden van die organisa tie. naar het ons voorkomt, nogal begrij pelijk is. Ma,ar er ig nog iets. De heeren zijn geschrokken van de kracht, door de organisatie ontwikkeld, in de wedstrijd-actie. Zij hebben toen gezien, waartoe de or- ganisabie in staat is, over welk een invloed J «ij aan boord beschikt. En het blijkt nu uit alles, dat de passa- j giersregeling, die nu in Indië practised I DCJOB LOUISE B. B. (Nadruk verboden). 19) En weet je nu voor welke bezigheid zij toiijn gemakkelijke dure lessen heeft ver ruild Een barones op den Vijverberg, met een huis vol kinderen, heeft haar juist ge nomen op de -Woensdag- en Zaterdagmid dagen om de kinderen bezig te houden als zij niet schoolgaan... en ik heb haar niet kunnen overtuigen, dat dit afbeulen zou zijn... Wat is er, ga je weg, nu al?" Hij ötikte bijna in deze geparfumeerde, Warme kamer, hij moest naar buiten, wilde bij haar niets laten merken van de spijt, de woede, heb innige medelijden, in één woord, allerlei tegenstrijdige gevoelens, die tegen elkaar in opstand waren in zijn ziel: *,Ja, u moet het me niet kwalijk nemen, ik kwam hier om u te hooren spelen, eigen lijk had ik een... een... ander© afspraak. Pardon, en tot ziens... Adèle 1" Juist bijtijds dacht hij er aan, dat hij taar een vergoeding schuldig was voor zijn vreemd, overhaast vertrek en hij had goed gezien; dat „Adèle" verzoend© haar ton zo liet hem gaan, zich voornemende, eoo werkelijk haar beetje muziekmaken hem aantrok, zoo spoedig mogelijk voor toen nieuw factotum te zorgen. Zij glim lachte, terwijl rij weer zat te peinzen voor htot vuur; mannen rijn boo gemakkelijk te doorgronden, te boeien, veel moeilijker was het vrouwen te begrijpen, zooals nu weer, die kleine juffrouw Helmond. Een puzzle toch, dat klein© nestl Och, dan in elk geval een heel eenvou dig© puzzle, mevrouw Save mi us, vraag het Robert maar, die heeft het raadsel al ge heel opgelost... al is de uitkomst niet naar zijn genoegen geweest. Victoire Helmond, dat zwakke teere meisje, dat zich zoo moedig een weg door het ruwe leven baande, had zich berekend voor die taak gevoeld, toen haar weg effen voor haar lag, door de warme zon besche nen, beschut voor alle stormwinden. Haar veerkrachtig© jeugd, haar sobere, niet ongezond© levenswijze, haar levenslust, de gelukkige gezellin van de jeugd, hadden haar beschermd voor de kwaal, „die al zoo vele offers geëischt had in haar moeder© familie." Maar toen de neerdrukkende, ernstig© smart haar scha mele woning betrad, haar metgezel werd door het leven, met haar opstond, naast haar ging gedurende de uren dat zij haar moeilijke dagtaak verrichtte, met haar in sluimerde en zelfs haar niet verliet in haar droomen, toen vloden het eerst van haar, haar vroolijkheid en levenslust; de veer kracht brak en Victoire, nog altijd moedig, vol plichtsbesef, leefde slechts nog en deed haar taak, omdat zij nu eenmaal be stond en door haar werk bestaan moest. Stil, gelaten, droeg zij haar lot, maar zij' lachte nooit meer, begon er ziekelijk uit te rien; de voetjes droegen haar nog altijd vlug over de straat, want z© had weinig tijd, maar de levendigheid was uit hun gang, «ij sleepten zich voort; de coquette strikjes werden verwaarloosd, niemand keek maar naar ze om, zij verslonden ge heel en geleken op korte geknakte vlinder vleugels, den lusteloos op en neder wipten, zwaarmoedig, een spel der omstandighe den, willoos. Juffrouw Helmond voelde zich gedrukt, sukkelend dikwijls in de laatste weken. Het werd er niet beter op, toen de win ter kwam. Op een. goeden dag, na een paar dagen heel onwel zich voelen, nam zij een verschijnsel waar, dat haar in het eerst doodelijt verontrustte en haar met groote, vragend© oogen voor zich deed staren, uren lang, in somber gepeins verdiept. Maar toen glimlachte zij droevig. Was het eigenlijk wel zoo somber, wat zij begon te hegrijpen? Waarom dan? Is het een geluk te leven, oud te worden, voor een schep seltje als zij? Wat deed haar nog moedig dragen dit vreugdelooze, harde, arbeidza me levenslot, zoo niet de illusies van de jeugd? Men kan niet gelooven, dat heb altijd zoo zijn zal, zoolang men nog hoopt. En men hoopt alleen, als men nog jong is. Hoe lang was het niet al geleden, dat zij zich jong gevoeld had en tevreden. Jeugd en levenslust waren immers dood in haar..., o, voor goed dood! Vó<5r dien tijd, toen dat ééne nog niet gebroken was in haar, had zij haar lot vroolijk en welgemoed kunnen dragen, altijd het beste er van hopend, nooit willen gelooven in een even sombere toekomst; nu kon ze niets anders zien, dan altijd dit zelfde harde werken, dezelfde armoedige, doffe, troostelooz© eenzaamheid Tenzij... een vroeg© dood haar... verloste 1 Werke moge hem weer oprichten en sterken tot het dragen van zijn kruis. En last not least nog mijn dank aan u, wethouders en leden van den raad voor den steun dien ge me verleend en de waardeering die ge me geschonken hebt. Ook voor dit jaar beveel ik mij in uw vriendschap aan opdat onze gezamenlijke arbeid kan zijn tot zegen van onze ge meente. De heer Kooy dankte als oudste lid. B. en Ws. deelden mede, dat ze de vrij heid hebben genomen, den heer Klinken berg een geldelijk souvenir aan te bieden ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum. - 's Raads goedkeuring werd gevraagd over deze daad. Ze werd verleend. Door Ged. Staten is goedgekeurd de begrooting voor 1913 en de rekening over 1911. Voor kennisgeving werd aangenomen het verslag der commissie tot wering van schoolverzuim. Aaa de familie Hoogschayen en aan de familie Avis werd vergund de plaatsing van een steen en van een ijreren hek om koopgraven op de alg. begraafplaats te Hoofddorp. Aan den lieer L. Wierts werd voor het geven van teekeiïpnderwijs een lokaal der openbare lagere school afgestaan. De Ned. Vereen, tot afschaffing van alcoholhoudende, dranken had den Raad gevraagd in de gemeentelijke bestekken verbodsbepalingen op te nemen voor ge bruik van alcoholhoudenden drank. B. en Ws. adviseerden mede te d-eelen, dat de gemeentebestekken roeds lang be palingen bevatten houdende verbod van gebruik van sterken drank. Afwijzend werd wederom beschikt op een adres om subsidie van de Geheel-Onthou- ders-Vereen. alhier, omdat de vereeniging geen rechtspersoonlijkheid bezit, van haar krachtig particulier initiatief uitgaat cn de vereeniging maar tien leden telt. Voorloopig afwijzend werd beschikt op een adres van „Patrimonium" om gelde- lijken steun voor een arbeidsbeurs. Aangehouden tot de definitieve regeling werd een adres van M. L. van Tol c.s. te Kaag, om meerder subsidie voor de verlichting aldaar. Daar het praeadvics van B. en Ws. nog niet gereed is, op een adres van A. Kraak om 2V3 Meter buiten de bestaande rooi lijn te bouwen aan den Minnen weg te Hoofddorp, wordt dit adres aangehouden tot de volgende vergadering. Ter afdoening door B. en Ws. werd aan dat college gezonden een adres van H. van Wijk, te N. Vennep, die verzocht een boom te mogen rooien te N. Vennep. Tot leden van het Armbestuur werden benoemd, de heeren G. van Middelkoop, Jb. van Zijverden, Jb. Bicmand, W. Bies heuvel, C. van der Spek en T. C. Los, en tot leden der pl. schoolcommissie, de heeren T. Hanedoes, W. Slooten en C. M. VerkuylPzn. Aan het „Witte Kruis" werd tegen fl huur afgestaan een strook grond om liaar magazijn te Hoofddorp te vergrooten. Een suppletoir kohier hondenbelasting werd vastgesteld tot een bedrag van f 20.50 Art. 9 van de verordening voor dc com missie van gemeentewerken onderging een kleine redactie-wijziging en bovendien werd gewijzigd art. 14 der bouwverordening. Vastgesteld werden: Het bestek voor de levering van school- behoeften, enz.; het uitbreidingsplan voor de buurt bij Halfweg en het bestek voor het onderhoud van scholen en onderwij zerswoningen. Goedgekeurd werd het rooien cn daarna verkoopen van enkele boomen te Hoofd dorp. Op advies van B. en Ws. werd besloten vooralsnog niet over te gaan tot het instelr len van een gemeentelijken keuringsdienst. Goedgekeurd werd een voorgestelde ruil van grond met Mej. de wed. Kort, waar door het mogelijk wordt de op het uitbrei dingsplan geprojecteerde wegen aan te leggen. Aan P. van Dijk werd tot 15 Aug. ver huurd hot bezaaide land in het uitbrei dingsplan tegen f175 per H.A. Ten slotte werd goedgekeurd liet aan.- lijk rij waö in een stemming gekomen om de kwaal in haar moeders familie een ver lossing te vinden. Maar er was aog genoeg over in haar van de oude „juffrouw Helmond," die zoo fier en moedig voortschreed door haar moeilijk leven, om te kunnen berusten in twijfel. Zij wilde zekerheid hebben, zij kon het dragen meende zij. Z© vroeg een dag va- cantie, nam wat reisgeld van het beschei den sommetje, dat zij ,,als een appeltje voor den dorst" in gelukkiger dagen in de 6paarbank had geplaatst, en reisde toen in een derde-klasse-coupé naar Amsterdam, om een vrouwelijke dokter te raadplegem Want rij begreep, de verstandige juffrouw Helmond, dat zij veel zioker was dan rij zichzelve bekennen wilde, dat alleen haar wilskracht haar nog altijd gezond had doen schijnen, en, nu zij zich stelde onder me dische controle, een nauwlettend onderzoek een eerste gevolg zou zijn. En haar reine, preutsche, hooghartige meisjesziel, schrik te terug voor de onderzoekende aanstaring van een onverschillig mannenoog, een dok ter, voor wien ze slechts een banaal ziekte geval zou zijn, terwijl ze offerde, wat haar het hoogste was, haar meisjesachtige teer gevoeligheid. Victoire Helmond bedroog zich niet, het onderzoek was onvermijdelijk. Al strakker, ernstiger stond het sympathieke gericht van de jong© dokter. Juffrouw Helmond verloor 't geen oogenblik uit het oog, voor al niet toen de dokter onder meer, een heel eenvoudige vraag deed, die in dit ge val toch zoo veelbeteekenend was; „Leven uw ouders nogP" leggen van twee nieuwe wegen in het uifc breidingsplan. De vergadering werd hierop gesloten* Gemeenteraad van Zivammcrclam* Tegenwoordig: 6 leden. Afwezig de heer J. A. Hoogenaijk. Voorzitter: de heer B. G. Fortuyn, bur gemeester. De Voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden ge lezen en goedgekeurd. Ingekomen stukken 3 missives van Gedep. Staten, houdende goedkeuring van 't supplet. kohier van den Hoofd Omslag 1912, van de gemeente-bo- grooting 1913 en mededeeling van te weinig genoten (f 4.1G£>) in de Rijksvergoeding in de kosten van het lager onderwijs over 1910 Een missive van de Nederl. Vereeniging tot afschaffing van Alcoh. Dranken, verzoeken de in door de gemeente te maken bestekken van aanbestedingen de bepaling op te ne men van het verbod van aleoh. dranken op die werken. De gemeente-ontvanger heeft per adres om verhooging met f25) zijner jaarwedde verzocht met het oog op cie huishuur, spe ciaal voor het kantoor. Wordt toegestaan tot de periodieke verhooging ingaat, dan wordt deze verhooging weer ingetrokken. De heer Van Dissel te Eindhoven heeft aan den Raad verzocht een gedeelte ge meente-terrein tegen vergoeding over te ne men. De Raad machtigt het Dag. Bestuur de daartoe noodige stappen te doen. De schoolgeldkohieren over October en No vember worden vastgesteld op f 36.08. Benoemingen: Voor de Commissie tot Wering van Schoolverzuim: de heeren Fopma, Van Wijngaarden, Regtvoort, Beun- der, D* Voogd; voor de Commissie voor de reclames van den Hoofd. Omslag: de hee ren .T do Bruyn, C. van Muiswinkel en P. G. H. Blommesteijntot armmeester de heer W. A. F. Wientjcs: tot ge meen te- geneesheeren: de heeren F. Schreuder, Van Beek, en Van Staveren; voor de Com missie voor de Begrootingen Gemeente rekening, bij loting, de heeren H. van Oos- terom jn Veelenturf; voor het stembureau voor de verkiezingen voor de Tweede Ka mer: voorzitter de burgemeester; leden: de heeren Veelenturf en Hoogendijk; plaats vervangers: de heeren Van Oosterom en Van Muiswinkel; voor den Tempel: voorzit ter de heer J. de Bruyn, plaatsvervanger: de h°er Blommensteynleden: de heeren R. Kooyman en B. Ruitenburg; plaatsvervan gers: d© heeren Olieman en Edelman. Voor de Provinciale Staten: Voorzitter de burgemeester; leden: de heeren Blom. mesteyn en Hoogendijk; plaatsvervangers: öe heeren Van Oosterom en Van Mui3wm- keL Voor den Tempel als voor de Tweede Kamer Voor den Gemeenteraad: Voorzitter de burgemeester; leden: de heeren Bïomme- steyn en Van Oosteromplaatsvervangers: de heeren Van Muiswinkel en Van Dam. De heer Van Muiswinkel vestigt bij de rondvraag de aandacht op een keurings dienst op levensmiddelen. Kleine gemeenten kondon daartoe zich in verbinding stellen met een grootere plaats. Deze zaak wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ter fine van praeadvies. De Raad gaat over in geheim comité ter behandeling van enkele reclames tegen den Hoofd. Omslag. De goedgekeurde gemeonte-begrooting 1013 bêva-t aan inkomsten f 20,236.33 en aan uitgaven f20.194,20, batig saldo van f42.13. ILivakzalvery op tabercalosogebied. De nationale vereeniging tot het beetu- deeren en voorkomon der tuberculose heeft zich tot 100,000 geestelijken in deVereenigde Staten gewond met het door president Taft krachtig ondersteunde verzoek, om op één Zondag, den 27eten October, van den kaDsel te waarschuwen tegen de kwakzalverij, die aast op de tuberculose. Er wordt voor 5000 kwakzalverskuren tegen deze ziekte rsclame gemaakt, met hst gevolg, dat naar schatting per jaar 15,000,000 dollars, die juist In de gezinnen der tuberculoselijders zeer kwalijk kunnen worden gemist, naar de zakken der oplichten verdwijnen. Aan de uitnoodiging is op ruime schaal gevolg gegeven. Juffrouw Helmond, met haar vlug op merkingsvermogen, begreep heb gewicht van di© vraag en een flauw glimlachje tril de, nauw merkbaar om de fijne mondhoe ken. „Mijn vader sneuvelde, mijn moeder leeft nog..." Toen zweeg zij even, want al was z© hier gekomen om zekerheid te erlangen, toch beefde haar hart, nu door het uit spreken van haar volgende woorden de twijfel zou plaats maken voor een ijzige waarheid: „een van mijn twee broeders lijdt al twee jaar aan de kwaal, die zoo velen ia mijn moeders familie jong doet sterven..." Veelbeteekenend was de stilte die nu volgde. Toen vroeg Victoir© beslist, haaetig: „Ho© lang kan het nog duren bij mij „O...!" riep de dokter, haar begrijpende en schrikkende van zooveel doffe berus ting: „Maar er is nog alle hoop voor u, geloof mij. Als u zich zeer in acht neemt, volkomen rust houdt, flink voedsel neemt, een zacht klimaat opzoekt..." „Ik ben heel arm en ik verdien mijn brood..., niets meer dan dat," antwoordde juffrouw Helmond heel bedaard. Een oogenblik zagen zij elkander aan, de twee vrouwen, beiden werkend voor haar brood, beiden met een hard arbeid zaam, moeilijk leven achter en nog voor zich. Met een fieren oogopslag en een mat glimlachje dankte de zwakste, die zou ou dé rgaan in den strijd om het bestaan, voo den blik vol medelijden van de sterkst di© zou zegevieren in dien strijd. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 1