jTo. 16207. LH1SECH DAGElrAB, Donderdag* 19 December. Tweede DIad. Anno 1912. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Een oud Devies Buitenlandseh Overzieht. Van onzen Oorlogscorrespondent. gooicrs vail Arbeid voor do Jtoihv- bedrijven, de Xcxtieluyvetheid, de Voeding»»- en fteuotniiddeleit en do Winkel- en tirossiersbe- drij ven. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien de wet op do Kamera van Arbeid eji l.et Koninklijk Besluit van 6 Januari 189S (Staatsblad No. 20) tot vaststelling van een kiesreglement voor die Kamers; Herinneren de hoofden of bestuurders jan do navolgende bedrijven: A vertegenwoordigd ia de Kamer v m Arbeid voor de Bouwbedrijven: lo. het bewerken van hout, steen of me talen; het leggen van electrische geleidingen of van gas- of waterleidingen; het schilders-, stoffeerders-, behangers-, heiiers-, stukadoors-, mandenmakers-, aard werkers- en straatmakersbedrijf het ontwerpen van en het houden van toezicht btf het uitvoeren van bouw plannen; lo. de book-, couranten-, steen- en plaat- drukkerijen en de lettergieterijen; de boekbinderijen; de cartonnage- en de pketographie- inrichtingen B. vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de Textielnij verheid: de spinnerijen, weverijen, ververijen, bleekerijen en drukkerijen van wol, katoen of linnen; de katoenvlcchterjjen, de netténrnakc- rijen, de breierijeo, de watten-, kapok-, of veerenbereiderijcn, de zadelmakerijen, de vellenblooterijen, do leerlooierijen en de zcemlederfabrieken; bet vervaardigen van kleederen, hoeden of schoenen; de war.cV- en strijk inrichtingen en de kleederververijen; 0. vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor dé Yoodi ngs- n G e n o t- lö i d d e l e n: lo. de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en banketbakkerijen de cacao- en do chocolade-, de meel- en de zuivelfabrieken; do tabak- en sigarenfabrieken; de bierbrouwerijen, de jenever- en de likeurstokerijen benevens de mineraal- waterfabrieken; de slagerijen; de zeepfabrieken; 2o. de fabrieken van verduurzaamde levensmiddelen; D. vertegenwoordigd in de Kamer van 'Arbeid voor de Winkel- os Gros- iersbedrijven: de winkel en de grossiersbedrijven, voor zoover die niet zijn of zullen worden ver tegenwoordigd in een ander© Kamer van Arbeid, waarvan het gebied zich over do gemeente Leiden uitstrekt; aan hun verplichting om vóór 15- Januari e. k. een lijst of zoo noodig lijsten op te maken van do namen en de voornamen der mannelijke en vrouwelijke personen, die in hun bedrijf binnen heb gebied der bovenge noemde Kamera van Arbeid, welk gebied zich' alleen over de gemeente Leiden uit strekt, als p a t» r o o n s of in hun dienst als werklieden werkzaam zijn geweest gedurende het laatst verloopen kalender jaar, voor zooveel de onder A 2o., B, C lo. «n D genoemde bedrijven betreft, of ge durende het laatste tijdvak van 7 maanden, waarin gewerkt is in de bedrijven, genoemd onder A lo. en 0 2o. en om die 1 ij s t of 1 ij s t e n vóór 15 Januari k. aan hun College i n te «enden. Onder p a t r o o ns verstaat de wet de hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste één persoon boven de twintig jaar tegen genot van loon werk zaam is, en allen, die op het beheer der hoofden of bestuurders toezicht houden, be nevens hen, die door het hoofd of den be stuurder van een bedrijf in den regel belast worden met het ontwerpen van wetenschap pelijke plannen en modellen of met het doen van wetenschappelijke proeven, de procu ratiehouders, alsmede de personen, die bij ontstentenis van het h'oofd of den beBtuur- DOOS LOUISE 8. B. (Nadruk vtrbodm). Hü lachte maar met haar mede, omdat «ij zoo vroolijk scheen, daarna echter zeide hij": ,,Ik geloof, juffrouw Helmond, dat u een... bozig... leven hebt?" Hij had eigen lijk willen zeggen: „een hard leven", maar juist bijtijds «ag hij haar aan en toen ver achtte hij onwillekeurig het woord. ,,0mdat ik hier zit, in het zachte, nog warme zand, genietend van een mooie «onsondergang?" antwoordde zij 3chert- •end. „Noen... omdat..begon hij aarzelend. •Weer kon hij niet over de lippen brengen, woorden als: „omdat u er zoo moe en zoo «wak uitziet." Maar zij hielp hem, op haar niAnier: „Omdat ik zoo geheel andere gekleed ga dan uw tante Savemiua Steeds schert send streek eij over haar meer dan een voudig kleedje: „En er uitzie, als werkte hard voor mijn brood, bedoelt u dat flöms?" „Zoo iete... u heeft zoo den vluggen Bte«p Van een bezig menech." „Ik slenter nooit, neen natuurlijk niet, 'daar heb ik geen tijd voor?" ..Dan heeft u toch een... moeilijk leven, Juffrouw Helmond?" „Wel neen, niet moeilijker don sooyelen, der van het bedrijf dat hoofd of dien be stuurder vervangen. Onder werklieden verstaat de wet alle anderen, die tegen genot van loon to een bedrijf werkzaam zijn, behalve dege nen, die geheel of gedeeltelijk gezag over anderen uitoefenen. Op die lijsten mogen niet ver meld worden zij, die gedurende net laatst verloopen kalenderjaar, waarin in de onder A 2o, B, C lo. en D. genoemde be drijven is gewerkt of, voor zooveel de onder A lo en C 2o vermelde bedrijven betreft, die gedurende het laatste.tijdvak van 7 maan den, niet binnen het gebied der bovenge noemde Kamers van Arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest. Op die lijsten behoeven niet ver meld te worden zij, die geen ingeze tenen des Rijks, of geen Nederlanders zijn of die op den laden Februari e.k. den leef tijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt. Zij, dio gedurende het lautstvcrloopen ka lenderjaar, waarin de. onder A 2o, B, 0 lo en D genoemde bedrijven is gewerkt, of voor zooveel de onder A lo en 0 2o vermelde be- d rij Ven betreft, gedurende het laatste tijd vak van 7 maanden, niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder zijn werkzaam geweest, en die aanspraak kunnen maken ora geplaatst te worden op een kiezerslijst voor bovengenoemde Ka,- mers van Arbeid, zijn bevoegd vóór 15 Ja nuari e.k. aangifte te doen bij Burgemees ter en Wethouders voornoemd. De formulieren dozer aangif ten, zoomede die. der lijsten z ij u kosteloos voor belanghebben den ter Gemeente-Secretarie verkrijgbaar. Voorts worden de hoofden en bestuur ders van de hierboven genoemde bedrijven er, voor zooveel noodig, aan herinnerd, dat heb opmaken en inzenden der lijsten een verplichting is, tegen wier niet-nakonring straf ia bedreigd bij artikel 43 der wet. op de Kamers van Arbeid, luidende als volgt: „Hij, die w e de r r e e h te 1 ij k niet voldoet aan eon hem in eevigon k r a c h bens do-c We-*; uitgevaar- digden algemeenon maatregel v an bestuur opgelegde ver plichting, wordt gestraft met hechtenis van ton hoogste veer tien dagen of geldboete van ten hno g s te v ij f e n zeventig g ulde n". Burgctpp"«ïtep n W**thoiHl<»rR oornoeend, N. C. DE G1JSELAAR Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 19 December 1912. Tegen de Kerstdagen wordt liet weer kal mer in de buitenlandseh e politiek. De par lementen gaan met vacantie of houden rich in de laatste dagen van het jaar onledig met het afdoen van allerlei kleine, perio dieke zaken. In Frankrijk komt dezer dagen nog iets van belang, wijl de minister-president be loofd heeft een verklaring over de buitenlandsche politiek af te leggen. Waarschijnlijk gaan de heoren Zaterdag naar huis en dus kan vandaag, morgen of overmorgen die verklaring wor den te gemoet gezien. De Kamer heeft met 263 tegen 12 stem men een voorstel der socialisten verwor pen, om binnen een week de nieuwe mili taire wet aanhangig te maken. In de begrotingscommissie van de Oos ten rijksche Kamer heeft Dinsdagochtend om kwart voor acht de Sloween Gosticar een obstuctie-rede geëindigd, waarmee hij dertien-en-een-halfuur te voren begonnen was. Hij had ook niet de kleinste pauze gehouden. Zijn voorstel, om de zitting daarna te verdagen, werd echter met 30 tegen 2 stemmen verworpen. Vervolgens nam de - Sloween Korosee het woord, om ook een obstructie-rede t© houden. De Miinchener correspondent van de „Tdgl. Runde." seint: De sociaal democratische fraotie van den di© trachten voor hun levensonderhoud te werken. En ik ben zooveel gelukkiger dan menigeen, ik verdien mijn brood, dat be merkt u in de eerste plaats aan den goe den staat van mijn financiën. Hij zag haar nog eens oplettend aan. Werkelijk, haar vroolijkheid was heel na tuurlijk. „U draagt u lot al heel welgemoed?" „Natuurlijk, ik heb ook zoo weinig zor gen." „Pardon, maar ik meen mij te herinne ren, toen ik u iaatst in de Bosohjes sprak, u te hebben hooren zeggen, dat u alleen op de wereld wa6. -Dat uw vader dood is; weet ik: hebt u geen andere familie meer?" „Goddank ja!" riep zij met een verheugd gezichtje: „Mijn goede moeder leeft nog en dan heb ik nog twee oudere broers." „Dan bent u toch niet alleen 1" „Zij zijn niet hier, maar in Indië. Eerst gingen mijn twee broers .er heen als offi cier." „Officier, hoe ia het mogelijk.na het treu rig voorval met uw vader!" Zij haalde de schouder» op, een weinig minachtend over zijn gebrek aan menschen- kennis: „Juist daarom, soldatenbloed 1 Mijn moeder ©prak als u, maar de-jongen» waren niet t© houden, zij wilden nu een maal „papa wreken."De oudste is nu reeds eerste luitenant; de tweede..." Hier kwam plotseling weer die droeve ernstige blik in haar oogen, dieu hij zich nog zoo goed herinnerde, toen zij hem vertelde van haar vader... „de tweede was nauwelijks een jaar in Indië, toen hij ernstig ziek werd en heel lang ziek bleef. Hij werd afgekeurd voor alle militaire dienst-en en ontslagen Beierschen Landdag heeft besloten in haar geheel zoowel aan de begrafenis plechtigheid deel te nemen als ook bij liet afleggen van den eed door den nieuwen regent tegenwoordig te zijn. Prins Lodewijk, de nieuwe regent, heeft den minister van justitie laten weten, dat hij, ter herinnering aan zijn vader, bij de plechtige, aanvaarding van het regentschap, een groot aantal veroordeel den w e n b c h t .t e begenadigen. Hij heeft den minister opgedragen, hem ia dien zin voorstellen te doen. De vierde Doerna is bijeengekomen en bij deze gelegenheid is een regeevingsverkla ring door Kokoftsof afgelegd. Ilij somde een reeks wetsontwerpen op, die een orga nisch geheel vormden met de hervormin gen van de laatste jaren. De regeering hoopt stellig, dat de vier de Doema de kwestie van de verdediging des rijks met denzelfden geest van liberali teit en vaderlandsliefde zal behandelen als de vorige. Maar ondertusachen deugde indertijd d» vorige Doema ook niet en moest- plaats ma ken voor deze volksvertegenwoordiging met een reusachtige overmacht van aan de re- gecring vrijwel onderworpen, geestelijken. De school voor adelborsten te Osborne deugt niet meer. Zij is ook ongezond, het geen blijkt uit e 11 e 1 ij k e e p i d e- iii i e n, die er in den laatsteii tijd heb ben geheerscht. Het plan is om liet g°bouw af te breken en op dezelfde plaats een nieuw te zetten. De kosten zullen f 2,400,000 bedragen. Het is nogal zoo iets en dit ertratje zal niet aau alle belastingbetalers welkom rijn De Neder rijïische boeren hebben een b© sluit genomen, dat hun wel eens zal kun nen berouwen. Ze hebben over Dusseldorê de m eikboycot uitgeschreven. D* aanleiding hiertoe is wel merkwaardig n.l. dat de gemeentelijk© contröle er scherp is. Hebben de boertjes soms het zoo bont ge maakt'? Trouwens ze zullen er in moeten berusten, dat de gemeente een. flinke con trole houdt. I»e goeden moeten het met d© kwaden ontgelden, maar er is overal som» zoo sterk geknoeid, dat de meest kraas» maatregelen haast te billijken rijn. Ver standig zou het van die melkboeren zijn om een beotje kalmer te worden, want het ver voer gaat tegenwoordig snel. en van groo- ten afstand heeft men hoe! ving de melk aangevoerd. De gemeente Essen heeft wegens de hoog© veeprijzen in ons land, die nog maar weinig verschillen met die in Duit-schlond, den verkoop van v 1 e e s c h uit N e- derland gestaakt. In de laat ste weken had Essen in het geheel 270 run deren uit ons land lat ml kome-n. Door het opdrijven der prijzen is dus deze bron van inkomsten afgesneden., Wi© het onderste uit de kan wil, Uit SjaDghni werd aan de „Tag- lichs Rundschau" geseind': „Overal in het land worden toehereidseien gemaakt voor een eventueelen oorlog met E H 5 1 a n cl De ministerraad te Peking heelt de provinciale autoriteiten bijeengeroepen om te beraadslagen over de mobilisatie quaca- tie en dè r-e-geenng heeft bekend gemaakt, dat iedere proviucie in oorlogstijd een ge deelte van den oorlogskosten zal hebben t© dragen." De „Tiigliche Rundschau" heeft na ont vangst van dit bericht ioli htingen ïngcwon- /.r n Chincesche republiek te Berlijn, en deze gaf de volgende verklaring: „Rusland tracht Mongolië van China los te maken cn de Mongoolsche vorsten, onder Russisch pro tectoraat onafhankelijk te maken van China. De onderhandelingen worden t© Peking tussehen den minister van buiten- landsche zaken en den Klinisch en gezant ge voerd. China weigert beslist in te gaan op do cisehen van Rusland en heeft tegen de plannen van dit. laud met den meesten nadruk geprotesteerd'. De republiek heeft op de vaandels geschreven: „De territori ale integriteit van heb Chineesche rijk" zal hot eerder tob het uiterst© laten komen -dan de afscheiding van Mongolië van het aU officier. Het was heel hard voor hem on zoo jammer," zuchtte zij: „Zulk een knappe vroolijk© jongen en nu zoo hopeloos ziek! Och... er is veel tering in mijn moe ders familie; wat is er tegen het. noodlot te doen... Toen mama hoorde van de ziek te, die haar lieveling getroffen had, kon zij het hier niet langer with ouden, heel haar hart trok naar hst kind, dat haar zorgea het meeate noodig had. Zij moeet weg." „En liot u hier alleen, een jong meisje?" Zij schudde ernstig liet hoofd, toch kwam er weer eeu spottend trekje om den mond: „U leeft uitsluitend in een kring, waarin een volwassen jong meisje nog al tijd beschouwd wordt als een onnoozel gansje, dat altijd onder de bescherming moet staan van iets of iemand. Wij, arme meisjes, die van jongs af aan opgevoed worden met het denkbeeld eenmaal op ons zei ven te moeten staan, zijn heuech niet meer onbeholpen dan jonge mannen, die voor het eerst zelfstandig moeten optre den. En wat nu mijn moeder betreft, wel, het was ook akelig voor mij, dat zij gaAn moest, maar ik vond, dat zij gelijk had. Mijn zieke broeder heeft meer recht op haar, dan ik, die gezond ben. Trouwens da feiten hebben bewezen, dat haar komst daar van heel veel nut is geweest. Henri'» toestand is door haar zorgvuldige oppassing reed3 heel veel verbeterd. D© dokter daar z©gt, hij kan het op die mani©r nog jaren lang volhouden, echreef mania mij laatst." „Maar waarom kwam uw riek© broeder niet bier?" „Bedoelt u. een teringlijder in het ruwe klimaat van Nederland overbrengen 1" „Nu, ik bedo©l ook juitt ni©t aa©r dit rijk goed te keuren. Dat er oorlogsgevaar dreigt kan niet geloochend worden, al schijnt het conflict in de laatefc© dagen iet© minder s.herp te zijn." Terug in de beschaafde wereld. Sofia, 10 December 1912. Per koerier (over Boedapest). Daar zit ik weer hoog on droog in Sofia; de wapenstilstand gesloten, heb ik nog eenige dagen meenen te moeten wachten om te trachten nog iets meer van de inslui- tingswerken rond Adrianopel te zien te krijgen, .maar het weer was zoo slecht, dat ik er van af moest zien en met vreugde begroette ik het zeer vroege morgenuur, dat mo eiudelijk uit Moestafa Pasja zag vertrekken. Van 1 November af had ik er gezeten en toen. ik den 7don vertrok, was ik één van do laatst overgebleven journalisten. Zal ik u wat van de treinreis vertellen? Och, heel veel kan ik u niet mededoelen, want ik heb me in een hoekje gezet en vast aan één stuk door geslapen tot Filippopel. We vertrokken om 3.40 in den nacht cn kwamen om 6 uur den volgenden avond in Filippopel. U hadt ons uit Moest-afa-Pasja moeten eden weggaan, bij 't licht- van êen armzalig lantaarntje met ons laatst© kaarsje, ik voorop bij den koetsier, kapitein Rara bo venop d© bagage, alle mogelijke moeite doende om er zijn evenwicht t© bewaren, terwijl ik met de lantaarn in eon leeg Huntley en Palmers-blik den weg verlicht te, len einde al te groote hindernissen te vermijden. Zoudt u wel willen gelooven, dat midden op den weg het paard soms tot aan den buik door de modder ging? Gelukkig liep alles zonder ongelukken af en kwamen we heelhuids in den trein. Wij zijn erg gelukkig geweest, dat er nog geen quarantaine ingevoerd was, want ~'n den laateten tijd waren ©r in Moestafa- Pasja heel wat cholera-gevallen voorgeko men, voornamelijk onder hen, die van Tsc'na- taldja kwamen, al i3 de toestand ook r.ip+- zoo erg als de buitenlandsche bladen wel willen doen voorkomen. Filippopel, welk een wereldstad! Ver beeldt u, geen straten, die wanneer men er door moest uw beenen tot aan de knieën nat maakteneen straatverlichting, die een eigen lantaarn overbodig maakte, en dan niet het minst, o, welk een zaligheid, een uitstekend hotel met een bad en een bed! Toen ik den 7olen December des avonds na oen uitstekend maal en een heerlijk bad onder de lakens kroop, had ik net in vijf weken en 3 dagen niet in een bed gesla pen. Werkelijk, ons alledoagsch comfort kan mén pas goed begrijpen, wanneer men zich la-vuren tnd van alles, wat. maar conia's/lus naar luxe zweemt-, heeft moeten spenen. Den volgenden morgen kende ik mezelf haast niet meer. Het ©enige, wat me nog aan Moestafa Pasia herinnerde, waren miin vuil** kleeren. dip ik helaas weer aan meest trekken, want de rest van mijn bagage stond nog altijd in Sofia. Het verblijf in Moestafa Pasja heeft me één pak klepren, één overjas en twee paar schoenen gekost. Dat alle© was zoo vuil of versleten, dat ik het. eenvoudig heb moeten weggooien. Ik ben geen vriend van vroev opstaan als het- niet noodig is en zoo stond het zon netje dan ook al een heelen tijd aan den heerlijken winterhemel, toen kant. Ram het noodig achtte zijn luien collega het bed uit te halen. Ik gevoelde me als vroeger op Sinter klaasmorgen wat 'n verrassingeneen fat soenlijke we-schgclegenheid en een behoor lijk ontbijt! Van Filipmopel vertrokken we naar So fia en ditmaal sliep ik niet, want nan alle kleine station», waar we passeerden, kon ik ep'i .cev*l'her© verandering bemerken bij 6 weken geleden. Duidelijk was hot te bespeuren, dat land, maar naar het Zuiden van Frankrijk of Davos." Weer glimlachte zij minachtend over zijn gebrekaan doorzicht, en heel eenvoudig antwoordde zij: „Wij moesten leven van het pensioen van mama, en hoewel mama als de weduwe van eeu gesneuveld officier ©en „1 andspensioen'' heeft, zouden al te veel vliegen op de haverkist de fourage wel wat te schraal maken. Henri heeft op dit- oogenblik zoo goed als niets. Daarom was het zulk een geluk, bij al het zorge lijke, dat ons toen trof, dat ik juist die twee middagen bij de gulle mevrouw Sar vernius kreeg. Nu kon mama zich onbe zorgd gaan wijden aan haar zieken zoon, want het salaris van mevrouw Savernius maakte mij onafhaukelijk, het verdubbel de mijn inkomen." „Verdubbelen...?" Hij vertrouwde zijn ooren niet. Hij meende zich nog de som te herinneren, dio tante Savernius inder tijd noemde als salaris van juffrouw Hel mond: vijf-en-twintig gulden in dé maand. En dus zou dit kind moeten leven van zes honderd gulden Onmogelijk „U heeft na dién tijd er nog lessen bij gekregen, dat spreekt vanzelf," informeer de hij, lialf overtuigd, half nog weifelend. „O neen, ik doo daar wel mijn best voor, maar nog altijd heb ik niets nieuws gevon den. U weet niet, hoe scherp de concur rentie is. Ik ben al zoo dankbaar, dat ik behoud, wat ik heb!" Hij moest nu wel tot de overtuiging ko men, dat het teere, zwak uitziende meisje daar tegenover hem, al een heel klein stuki© brood verdiende. Zij sl&een van wat ©r omging in zijn ieder zich nu veiliger gevoelde, dat de groote angst voor een slecht einde van den oorlog thans was geweken. Menig roerend tooneeltje zag ik. Want onze trein vervoerde ook veel licht gewonden van het front en overal op de stations stonden de Bnlgaarsche vrouwtjes opgepakt, en ondervroegen iederen soldaat, want nog altijd zijn de verlieslijsten niob openbaar gemaakt en is het den soldaten, verboden te schrijven, om al het slechte nieuws zooveel mogelijk tegen te houden. Ofschoon ik de taal natuurlijk niet verstond, was het heel duidelijk, wat er telkens wel verhandeld werd. Kwam er een bekende, een landsman met den trein mee, dan werd hij bestormd met vragen: „Heb je mijn man gezien, mijn vader?" En dan, soms, klonk het vroolijk lenig, iets, als je moet de groeten van hem heb ben, en o! dan was zoo'n vrouwtje zoo blij; ik heb er een zien dansen van vreug-. de. Maar ook zag ik wel eens, dat het den ondervraagde onaangenaam te moede werd, als hij den persoon, waarover het ging, misschien al wekenlang geleden daar ergens in Thracic in de groote groeve had helpen leggen. Wat zal de rouw in dit land groot zijn! Want thans reeds wordt het aantal dooden, gewonden - en zware zieken op 75,000 ge schat, en nog nimmer waren daarginds, nl ia er vrede, typhus en cholera rond. De Hollandsche ambulance, die, zooals ik hier vernam, naar Tsjorloe gegaan is, zal het druk krijgen. Goddank is ons land hiermede flink voor den dag gekomen. Ik, die het land, waar die doctoren en zusters door hebben moeten trekken, thans ken, kon niet. nalaten mijn bewondering voor ben te uiten, want- de we gen zijn daar allerellendigst. En dan bij dit weer! Want al i» het hier mooi (Sofia ligt 500 M. hoog) daar in de laagte regent het nog immer, en zij konden met den trein niet verder komen dan Kadikeui. (Het be ruchte oord, waar ik u reeds van verteld heb). Het is anders nu wel weer plezierig aan Moestafa Pasja terug te denken, nu ik bi oen mooie kamer, bij electrisch licht, zit t-e schrijven. Ook heb ik alweer zoo'n beetje oen va- derlandsch gevoel gehad, t-oen ik hier een aantal Hóllanders ontmoette. Hier is n.l. ook de Hollandsche attache kapitein Wettert, en dan de Bnlgaarsche consul uit Rotterdam, de heer Moens, een energiek Nederlandsch pionier in Bulgarije, bijgestaan door den lieer Hillen, een inge nieur van de firma Kolff en Moens uit Rotterdam. Zoo 7;t ik hier de zaken kalm af te wach ten. Om u de waarheid te zeggen, trekt mijn hart naar Konstantinopel en misschien zal ik daar ook wel heengaan. Maar eerst wil ik t-ooh nog een beetje hier blijven, om ook eens wat- x&n dc Euro- peesriie zaken te hooren en dan: ik moet het helaas alweer schrijven: donker is de hemel Laat ons het beste hopen! FAEIÜS. Een gereclitclajkc dwaling. Te Bakoe zijn drie wegens moord op een politiebeambte ter dood veroordeelde per sonen terechtgesteld. Onder hen bevindt zich een zekere Irlin, dio volgens de over tuiging van deu verdediger eu van allen, die met het proces op de hoogte zijn, het offer van een gerechtelijke dwaling was. De afgevaardigden der arbeiderspartij, dc bekende schrijver Korlenko, en ook de Doem a-president, Rodsja-nsko, wendden rich naar den minister-president met het verzoek, zijn begenadiging te bewerken. Kokofsof telegrafeerde aan den stadhou der Woronsof-Danhkof, van wien de gratie- verleening afhangt, doch de stadhouder, wiens willekeurig optreden reeds meerma len in de Doema ter sprake is gebracht, sloeg daar eenvoudig geen acht op, en liet de terechtstelling volbrengen. ziel iets te begrijpen, want als ophelderend ging zij voort: „U begrijpt, dat ik een ge lukskind ben om, zonder een wetenschap pelijk© opvoeding gehad te hebben, een vrij en onafhankelijk leven te kunnen lijden. 0, ik had natuurlijk heel gaarne examens gedaan en mama wilde mij opleiden voor de muziek, zij is zulk een uitstekende musi cienne. Maar ik was zoo zwak cn teer in mijn jeugd en met die akelige riekte in de familie was mama overdreven bezorgd, zoodat ik veel thuis moest blijven en mij nooit mocht inspannen. Eerst later hen ik veel sterker geworden." Zij ontmoette zijn twijfelenden blik. „O, li denkt dat ik ziekelijk ben, omdat ik er nogal teer nitric? Dat is niets dan een uiterlijk effect, omdat ik '/oo klein ben en tenger. Heusch, ik ben heel sterk tegen woordig. Och, nu ja, niet bepaald sterk, ziet-u, maar taai, dat komt op hetzelfde neer. Ik loop door alle weer en wind, da lieeft mij zoo gehard." „Ik hoop het van harte, juffrouw Hel mond Zijn hartelijke toon en iijri belangstel lend gezicht gaven haar een warm. pvet- tig ge-voel. Zij wo6 niet verwend, iemand bezorgd om haar te zien. „Maar ik hoop ook, dat u steeds voor- richtig zijn zult. Is het onbescheiden te vra gen, of u alleen de piano beoefent in. in uw streven naar onafhankelijkheid?" Vreemd hij gevoelde zich telkens weer gedrongen, dp zachtste woorden t© kiezen tegen -vr h.'-r. ("Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5