Hie ware M>aa,dsels. Oplossingen der Raadsels. Goede oplossingen ontvangen van: Correspondentie. Heer: Maar kerel wat nu, je brengt me tocli een hooge laars en een lage Knecht: „Ja mijnheer, en 't ergste is, in de keuken staat nog zoo'n paar Winkelier (tot een boer, die bij hem een inkoopje doet): ,,Hier heb ik nog wat voor de vliegen." Boer: „Als de vliegen niet willen eten, wat ze bij mij thuis vinden, moeten ze> het maar laten; wat extra's koop ik er met voor Inge*. door „Blondkopje". Een slim ventje. Moeder: ,,Wel Jantje, wat wil je nu eens graag hebben voor je verjaardag?" Jantje: „Drie moeders, moesje." Moeder: „Maar Jantje, heb je aan «én moeder niet genoeg?" Jantje: „Jawel, maar als ik er nu drie heb'als ik verjaar, dan krijg ik meer cadeautjes." Tn de school. Meester: „Wie weet hoe de eerste lucht schipper heette in de vorige* eeuw V' Leerling: „Van Speyk, meester, uie bij Antwerpen met zijn schip m de lucht vloog. Ingez. door „Kleine Zee-officier." Postbode: „Waarom trek je- hier je schoe nen uit? Boer: „Ja zie je, ik moet 5 gulden aan urn zuster sturen en nu heb ik ze maar in m'u schoenen gestopt, omdat ik bang was, dat ik ze zou verliezen." Agent: Waarom sta je daar zoo tegen,die brievenbus te stompen Jaopie: Jao ziede ik heb dry centen boven in c)e gleuf esmeten en nou wil er van on deren geen stokske chocolaad uitkomen," Ingez. door Hendrik van den Heuvel. L Mijn geheel bestaat uit S letters en vindt men in menige kamer. 1. 6. 7 krijgt men van het varken, 2, 3, 4 is niet kaft. Eén 8, 6, j gebruikt mem bij het kooken. 7, 6, 2, 4 is een lichaamsdeel. Een 1. 2. 6. 3 vindt men in een ren, II. Mijn geheel bestaat uit 9 letters en is een geroep. 1, 2, 9 is een.metaal. 1 Een. 6, 5, 7 is een deel van een fiets., j. 4, 2, 5, 9 is een verkorte meisjesnaam, 3, 2, 5, G is een ijverig insect. 6, 8, 1 is een knaagdier. Ingez door „Kleine Zee officier". HL Mijn eerste doet veel goed Maar somtijds ook veel kwaad Hij drenkt d'aard als zij van dorst ve-rgaat. Mijn twee-de is een wapen .lm d'oudheid veel gezien. De Indiaan gebruikt het nog Met pijlen bovendien. En mijn geheel? des zomers staat. Het aan des hemels trans. Wanneer er regen neder valt. Pij held'ren zonneglans. i. Tolen Alkmaar Yenlo Zeist. II. Annie Bet-s Jans Emma. IIL Palèmbang. Karei en Annie Halbmeyer, A. v. cl Kwast, Teun v. d. Kwast-, Netta van Zwie- ten, „Rozenknopje", „Wilde Roob", Nelly van Wijk, ,„Do kleine Oranjeman", H. Schrijnd'er, Betsie en Arie Anneeze, .,De twee J's", Hendrik Olivier, D. Bergman, „Padvindster", J. van Oyen, Beppie Kloos, A. Bergman, Margaretha Cohen, Neeltje Golpa, „Appelbloesem", „Hulsttakje An na en Betsie Kriek, „Appelboomje", „Roos je „Pinksterbloem", „Asschepoetster", Annie Metselaar, Hendrik v. d. Ylist, Je- teua Exaltó, „Herfstaster", „De pwee kleine Pianisten", D. Houthoff, A. J. Par- mentier, Tine Kloos, Jo en Bert Hooidonk, „De twee Zusjes", „Vroolijke Rina", „Duinroosje", J. van Duyn, Saartje Hor ree, Wilhelmina Zirkzee, „Wandelende Tak jes", „Kleine Scheepmaker", Marietje Smit Jac. Laman, Aumie Roman, Joh. vis, Stormvrouwtje", Betsie en Anua Peter zen, Abram Leget, Piet v. d. Walle, t Ne gerinnetje", Pet.r. en Sophia v. d. Born, Margaretha Bomli, Mientje Bomli, Hendri- ka Kramer, Jacob Lankhorst, Mina Bolt, „Meibloempje", Jo Eggink, „Goudkopje", „Erica", „Kleine Zeeofficier", „Willem Teil", Maria Engels, J. en P. Yallentgoed, „De Woudlooper", Joh. Galjaard, G. van Os, Marietje van Es, „Kleine "Winkelier", „Aviateur", Arie Grille, „Breistertje", „Kavertje Yier", Antoon en Anna Hooge- yeen, „Blondkopje", II. Ranselaar, C. de Koning, Jan Werter, Johan Kranenburg, Abram van Rossen, Nieo Bergers, G. J. Ber gers, J. v. d. Ham, „Kleine Mien", Jacob Martens, F. Crama, Lodewijk en Hendrika Lacourt, Nanny Tendeloo, Hendrik v. d. Heuvel, Jan Gildenberg, Arie de Bruyn, Eva Bol, Fraricina en Theresia Yeeren, te Leiden. Maria en C'orrie Treur, te Alphen. „De twee Blauwoog jes", te H a z e r s- w o u d e. „Vyvia", „Blondine", J. v. d. Lee, te Koudekerk. G. Bloot, tg Kat w ij k-a a n-Z e e. Johanna en Neeltje Timmer?, Klazien Broek, „Admiraal Snor", te O e g s t- geest. Huiberfc en Leendert van Egmond, te R ij n s b u r g. J an van der Wilden, te Sassenheim'. Cornell's Honig, te Voorschoten. Clasina van Paridon, te Yalk enburg. K. Kranenberg, Dora de Bode, J. Binnen dijk, K. G. r. Ammers, F. en J. Buitelaar, G. A. HenL.es, Marie van der Loo, te W a s- senaar-, Wilhelmina, Flora en Aartje Parlevliet, Marijtje en. Nico Rijnsburger, Johanna en Truus van Tilburg, Antje Karens, An dries Rijnsburger, Willem de Jong, Cornells Rè- nes, Herman Wesscl, te Z o e t. e r w o u d e. Prijzen vielen ten deel aan: „Aviateur" c-n ..Duinroosje", beiden te Leiden, en Neeltje Timmers, te Oegstgeest. „K I averij e-Y i e r". Ik zal je r uil- aanvrage gaarne in de onderlinge corres pondentie plaatsen. „B reiste r t j e". Je hebt voor je Sint-Nicolaas mooi postpapier gekregen, dat moet ik zeggen. Wat mij betreft, ik heb niets aan Sint-Nicolaas gedaan, want ik ben gewoon het- Kerstfeest te vieren. „Aviateur". Gefeliciteerd met je prijsje; zooals je ziet krijgt elkeen een beurt. Maria Engels. Het doet mij plei zier, dat je zooveel gekiegen hebt. Zooals je uit mijn briefje aan „Breistertje" hebt kunnen lezen, heb ik geen Sint-Nicolaas gevierd. „Goudkopj e". Met genoegen heb ik je briefje gelezen en hoop geregeld op je medewerking te mogen rekenen. Betsie en Annie Peterzen. Waarschijnlijk is je brief te laat in mijn bezit gekomen, anders had ik zeker je naam onder de goede oplossers vermeld. 3 „Duinroos j e". Gelukkig, dat j^ zusje weer wat beter is. Ik kan me best. begrijpen, dat je in de Sint-Nioolaasweek weinig tijd hadt, om bijdragen in te zen« den. 1 „Kleine Oranjema n". Is de prijs,', die je aan ons Bureau afgehaald hebt> zoo in je smaak gevallen? Nu, ik zal niet ver zuimen den heer uitgever je dank over te brengen. Nelly van Wij k. Nu, als je broer van ons Kinderblaadje een vlieger maakt, dan heb je weinig gelegenheid om de raad seis op te lossen. Pas nu een volgenden keer maar op, en bewaar ons krantje goed, „Rozenknopje". Ik heb je een paar weken gemist, maar nu begrijp- ik, dat je, door het vele huiswerk geen tijd hadt om te schrijven. Ik neem het je niet. kwalijk, want het schoolwerk is en blijft nummer één. Cornells Honig. Ja, ik ken het boekr dat je gewonnen hebt, en vind dén inhoud in één woord prachtig. „Florist". Ik heet mijn achtjarig vriendje welkom in onzen kring, en vind het goed, dat je alleen de gemakkelijke raadsels oplost. Abram van Rossen. Waarschijn lijk is bedoeld briefje ongefrankeerd aan on^ Bureau aangeboden, anders begfij-p ik niet, dat het teruggegaan is. „Vroolijke R i n a". Wat de inge zonden rijmpjes betreft, zal ik er eens bij mijn collega naar informeeren. Jo6ina E, x a 11 o. Je broertje mag vel met- ons meedoen, maar hij is eigen lijk te jong om de raadsels op te lossen. Help hein dus maar een beetje I „A s e c h e p o e t s t e r". Ik neem je onder je schuilnaam gaarne als een nieuw raadselvriendinnetje aan. Je briefje ziet er netjes uat. Hoe oud ben je? „Hulsttakj e". Ik heb liever niet, dat er raadsels en anekdoten uit het be doelde geïllustreerd weekblad worden overgenomen. Ik denk nu wel, dat de Kleine Zeeofficier" van deze opmerkifjg zal nota nemen. Beppie Kloos. Tante heeft jullie met Sint-Nicolaas goed bedacht, dat moet ik zeggen. Dank je voor je aardig briefje. „P advindète r". Neen, ik heb je niet vergeten, maar niet altijd geven je briefjes mij aanleiding tot corresponden tie. Prettig, dat je broer met Nieuwjaar overkomt, dat zal een heel feest zijn. „D e twee Blauwoogje s". Tot mijn leedwezen verneem ik, dat een van de twee Blauwoogjes ziek is. Gelukkig ia ma zelen een onschuldige ziekte, «n hoop ik van harte de volgende week goede tijding omtrent haar te mogen vernemen. Neeltje Timmers, te Oegstgees1. Je zult het zeker wel prettig vinden, dat je zoo spoedig een prijsje gekregen heb" Nu maar flink je best doen. „A dmiraal Sno r". Je leeftijd lc vert volstrekt geen bezwaar om met ons mee te doen. Ik hoop spoedig op je toege legde bijdragen te mogen rekenen. ,,W i 1 d e B o b". Ik neem met je schuil, naam genoegen en hoop, dat je een flink*" j raadselvriend van me zult worden. I MARIE VAN AMfiTEL,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 18