ÏÏO. leis*. EEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag* 26 November. Tweede Blad. Anno 1912. Officieel© Kennisgeving. KENNISGEVING. Onderzoek van de Verlofgangers der Landweer.' Buitenlandseh Overzicht. Tweeoe Hamer. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Geiien het besluit van den Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, ad. 16 September 1912, (Provinciaal Blad no. 88), houdende regeling van het onder- ioek van de verlofgangers der Landweer; Gelet op art. 30, 2de lid der Landweerwet; Maken bij deze bekend, dat het voorschreven onderzoek voor de in deze ge meente gevestigde verlofgangers der landweer zal plaats hebben in de Witte- poortknzerne alhier, op de dagen en uren, als in onderstaanden staat vermeld: KORPS waartoe de verlofgangers behooren. Lichting. Dagen. Oren. Voor de verlofgangers behoorende tot de 1ste Compagnie van het 28ste Bataljon Jjandweerinfanterie, wier geslachtsnamen beginnen met de letters A tot en met O. Alsvoren met de letters P tot en met Z. Alsvoren behoorende tot de 2de Com pagnie van het 28ste Bataljon Landweer- infaaterie, wier geslachtsnamen beginnen met de letters A tot en met K. Alsvoren met de letters L tot en met Z. Alsvoren behoorende tot de 4de Com pagnie van het 28ste Bataljon Landweer- iafanterie, wier geslachtsnamen beginnen met de lettere A tot en met M. Alsvoren met de letters N tot en met Z. Alsvoren behoorende tot de 3de Com pagnie van het 28ste Bataljon Landweerin- fanterie, wier geslachtsnamen beginnen met de letters A tot en met L. ALsvoren met de letters H tot en met Z. Voor de verlofgangers behoorende tot 'de 1ste Compagnie van het 2Ssto Bataljon Landweerinfanterie. Alsvoren behoorende tot de 2de Com pagnie van heb 28ste Bataljon Landweer- Hirenterie. Alsvoren behoorende tot de 3de Com pagnie vaal het 28ste Bataljon Landweer- infanterie. Alsvoren behoorende tot de 4de Com pagnie van heb 28ste Bataljon Landweer- hnanterie. Voor de verlofgangers behoorende tot de 1ste Compagnie van het 28sto Bataljod Jjandweerinfanterie. Alsvoren behoorende tot de 2de Com pagnie van het 28»te Bataljon Landweer- Ihfanterie. Alsvoren behoorende tot de 3de Com pagnie van heb 28ste Bataljon Landweer- ïnfanterie. Alsvoren behoorende tot de 4de Com pagnie van heb 28ste Bataljon Landweer- intimterie. Voor de verlofgangers behoorende tot de Landweer-Vestingartillerie, Genietroe pen, Pontonniers en Hospitaalsoldaten Alsvoren 'Pet de verlofgangers, die verplicht zijn aan het onderzoek deel te nemen, behoo- ren ook de bij de Landweer geplaatste ver lofgangers van het reserve-personeel der landmacht, die bij dat reserve-personeel zijn toegetreden na 7 Febr. 1910, zoome de do verlofgangers, die bij de Landweer dienen kraohtens verbintenis tot vrijwilli- gen dienst. Aan het onderzoek behoeft echter ni et te worden deelgenomen door de verlofgangers, die in het loopende jaar overeenkomstig artikel 11 van voornoemde wet voor her- herhalingsoefeningen onder de wapenen zijn geweest, dan wel onder de wapenen zijn ge komen vóór of op den datum, voor het over hen te houden onderzoek vastgesteld. Nog wordt er uitdrukkelijk op gewezen, 'dat het niet-ontvangen eener hoofdelijke kennisgeving den verlofganger niet ont heft van de verplichting tot deelneming aan heb onderzoek, maar dat deze openoare kennisgeving eenig en alleen als b e- w ij s geldt., dat de verlofganger behoorlijk is opgeroepen. Ingeval ziekte of gebreken de deelne ming aan het onderzoek mochten verhinde- ïen, zal daarvan zoodra mogelijk ter Ge- rueente-secretarie, Afdeeling Militaire Za ken (Kamer no. 9), moeten worden overge legd een geneeskundige verklaring, welke op ongezegold papier kan worden gesteld. Voorts worden de betrokken verlofgan gers er voor zooveel noodig aan herinnerd, dat zij verplicht zijn om bij het onderzoek 1912 1912 1912 1912 1912 1912 1912 1912 1906, 1907 en 1908 idem idem idem 1909, 1910, en 1911 idem idem idem 190G tot en met 1911 Maandag 25 November 1912 idem idem idem Dinsdag 26 November 1912 idem idem idem Woensdag 27 November 1912 idem idem idem Donderdag 28 November 1912 idem idem Vrijdag 29 November 1912 idem 30 Zaterdag November 1912 v.m. 8} uur. v.m. 10k uur. n.m. 1 uur. n.m. 2k uur. v.m. 8} uur. v.m. 10} uur. n.m. 1 uur. n.m. 2^" uur. v.m. 8} uur. v.m. 10 uur. n.m. 1 uur. n.m. 2} uur. v.m. 8J uur. v.m. 10} uur. n.m. 1 uur. v.m. 8J uur n.m. 1 uur, v.m. 8} uur. 1912 te verschijnen in uniform gekleed en voor zien van de aan hen uitgereikte wapenen en militaire kleeding- en uitrustingstukken (deze laatste geborgen in den ransel, voor zoover de lazidweerpliohtigen daarvan voor zien zijn), alsmede van hun zakboekje met verlofpas, terwijl voorts hun aandacht wordt gevestigd op do bepaling van art. 21 der Landweerwet, volgens welke de verlof gangers worden geacht onder de wapenen te zijn, niet alleen gedurende den tijd, dien het onderzoek duurt, maar in het alge meen wanneer zij in uniform zijn gekleed, zocdat zij, die ongeregeldheden plegen of zich aan misdrijven schuldig maken bij het gaan naar de plaats, voor het onderzoek be stemd, gedurende het onderzoek en bij het naar huis keeren, te dier zake zullen wor den gestraft volgens het Crimineel Wet boek en het Reglement van Krijgstucht voor het krijgsvolk te land, bij gemeld art. 21 toepasselijk verklaard. Wijders wordt den verlofgangers die den Israélietischen godsdienst belijden en voor wie bovenbedoeld onderzoek op een Zater dag valt, vergund om zich den Vrijdag te voren "ter zelfder plaatse en op hetzelfde uur tot het ondergaan van dat onderzoek aan te melden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 26 October 1912. De moeder van den Belgi- Bohenkoning is heden morgen bij zessen o verled en. De gravin van Vlaanderen leed aan influenza en gis teren verergerde haar toestand zoo zeer, dat heb ergste werd gevreesd. De toestand werd a-larmeerend genoeg geacht, om den koning te verzoeken, onver wijld naar het palei9 van de gravin te ko men. De koning bleef een half uur; hij had een onderhoud met de doktoren, die daarop het volgende bulletin uitgaven: „De toestand blijft ernstig, zonder dat er wijzi gingen '/rijn ingetreden. De omgeving van de gravin van Vlaanderen is zeer ongerust. Hedenmorgon is, zooals we in den aan vang zeiden, de gravin ontslapen. Zij was «ön prinses van Hohenzollern en werd te Berlijn geboren in November 1845. Op 22- jarigon leeftijd trad ze in het huwelijk raet den broeder van koning Leopold II, Philips graaf van Vlaanderen. „La France" verklaart, dat de voorma lige minister-president Clémenoeau Candida at zal worden gesteld bij de a.s. presidentsverkiezingen in Frankrijk. De Fransche Kamer houdt zich bezig met de behandeling van een mo tie-Bar rès. waarin de regeering wordb uitgenoodigd, door maatregelen van wetgeving de i n- stan d-h ouding te verzekeren van den nation al en schat, die wordb ge vormd door de kerkgebouw en. De minister -van onderwijs en schoone kunsten, zeide, dat de republikeinen geen haat toedragen aan de kerken. Hij stelt voor de motie-Barrès te verwijzen naar de begrootingscommifisie. Hij hoopt, dat de katholieken er toe bereid zullen zijn zich de noodige opofferingen te getroosten en met de gemeenten samen to werken, ten einde het behoud van de kerkgebouwen te verze keren. Met 291 tegen 245 stemmen neemt de Kamer een motie aan om over te gaan tot de orde van den dag, waarmee bedoeld wordt dat de wet op de scheiding van kerk en staat dient te worden geëerbiedigd. Er wordt weer gestreefd naar een r e- oordbij den bouw van oorlogs- sche p en. Het is Engeland, dat heb in die richting stuurt. De -Eügelsohe bladen weten te vertellen, dat de regeering twee linieschepen besteld heeft, die duurder zul len zijn dan die tot nog toe zijn gebouwd. Dat zal dus naar de 30 millioen gulden het etuk loopen. Volgen» dat bericht zullen zij 27,000 ton waterverplaatsing hebben en turbine-machines van 60,000 P.K. de sche pen een vaart geven van 25 knoop. Zij zul len bewapend worden met acht vuurmon den van 37.5 c.M. In Hongarije gevoelt men heel weinig voor de ruzie» met Servië. Vandaar dab de beweging tegen den oorlog er krachtig is- Te Boedapest werd Zondag een betoo ging tegen den oorlog gehouden. De socia listen, de leden der kiesrecht-liga en de oppositie-partijen namen aan de demon stratie deel, die niet enkel tegen den oor log, niaar ook voor het algemeen kiesrecht ging. De menigte, die aan de betooging deelnam, bestond uit oa. 10,000 pereonen. Het kwam tot een bloedige botsing met de politie. Do betoogers gingen zich herhaaldelijk to buiten aan tegen do monarchie gerichte uitroepen. Er werd telkens „leve de repu bliek'' geroepen. Ten alette sloeg de politio er met de blanke sabel op in; ook sohoot zij op de menigte, die terugvuurde. De staatgevechten duurden twee uren en aan beide zijden vielen talrijke gewonden. Root, die secretaris van Staat is geweest onder Roosevelt, heeft dezer dagen een rede gehouden voor de loden van de Kamer van Koophandel te New-York. Hij zeide o.m. dat, indien de Anierikaansche regee- ring weigert een scheidsrechterlijk© uit spraak te aanvaarden inzake het protest van Engeland tegen d© voorkeurstarieven voor Amerikaaneche sohepon bij de vaart door het Panama-kanaal, de Vereenigde Staten tegenover de heele wereld ontmas kerd zouden staan, als een land dat zich aan woordbreuk heeft schuldig gemaakt. Zitting van Maandagnamid- d a s. Indisoke Bag rooting. De Minister van Koloniën zet zijn Vrijdagmiddag afgebroken rede voort. Hij behandelt nu de zaak van de over plaatsing van den adviseur voor <le Ohi- neesche zaken, den heer Borel. Handha ving van dien ambtenaar op zijn post te Soerabaia was een besliste onmogelijkheid geworden, daar de verhouding tuasohen hem en het hoofd van het gewest eenvou dig van dien aard vwis geworden, dat van samenwerking geen sprake meer kon zijn. Hij zond o. a. buiten den President om rapporten aan de Justitie. Voorts kwam do Minister er tegenover den heer Eugenkoltz met nadruk tegen op, dat door den Minister reeda ten vorigen jare aangekondigde hervormingen der po- litie-rechtspraak het gevolg waren van de Chmeezen-relletjes. Waar de Regee- ring eenerzrjds voornemens ia met kracht alle revolutionnaire uitspattingen en in trige» tegen te gaan, daar zal zij zich an derzijds niet door dergelijke uitingen laten weerhouden, om noodige en nuttige hervor mingen tot stand te brengen. Hierna zette de Minister uitvoerig uiteen welk standpunt d'e Regeering inneemt in zake de rassen-politiek, welke zij in Indië volgt', in welk verband hij uiteenzette, dat het tijdstip gekomen is oen te breken met een op de spits gedreven uitzonderings- politiek en dab hinderlijke staketsels moe ten worden opgeruimd. Dit brengt echter niet mede algeheel© gelijkstelling van Chi- neezen met Europeanen, aangezien er zich onder die ChiDeezen elementen bevinden, die op een zeer laag peil van ontwikkeling staan. En voor dezulken ia het onredelijk hen te brengen in een rechtstoestand, die voor hen niet deugt, terwijl de inlander terecht over achteratelling zou klagen. Er zijn echter andere wegen, n.l. indi vidueel© gelijkstelling voor allo groepen van bevolking, en daarnaast, echter even zeer voor alle bevolkingsgroepen, wegne ming van alle noodelooze uitzonderingsbe palingen. Op dien weg nu i« de Regeering reeds lang werkzaam, gelijk uit de toelichting tot deze Indische begrooting blijkt, zooals afschaffing van de politie-reehtspraak, be perking van het politie-optreden, hervor ming op belastinggebied, eenvormigheid van strafstekel. enz. In die richting zal de Regeering verder trachten het vraagstuk op te lossen. Hierna besprak de Minister de verhou ding van het Gouvernement tot de Zending en in het algemeen de Regeeringspolitiek op onderwijsgebied. Vooraf ontkende hij, dat de Zending in greep in RegeeriDgss-aangelegonheden. Men kan er toch niet ernstig over klagen, wanneer een zendeling-predikant (de heer Wielenga) eenvoudig een verzoek om gra tie voor een verbannen Radja overbrengt. De eritiek op de Regeeringspolitiek was niet rechtvaardig, ornaat zij de Regeering niet beoordeelden naar haar eigen daden af woorden, maar naar couranten-artike len, ingezonden stukken van inlanders, half- of pseudo-inlanders. Daardoor zijn woorden gesproken, die beter achterweg© waren gebleven znder schade voor de be langen van Indië.. Da Minister verklaart. dat in de Zendings- en onderwijspolitiek der Regeering niemand achter hem staat. De Minister van Koloniën, zijn rede voortzettende, betoogde, dat de actie tegen de Zending in Indische bladen niet van inlanders uitgaat, maar van Hollanders. Bedenkelijk echter is het om uit politieke overwegingen beroering te brengen in de Indische maatschappij, ten einde daarmeo de handelingen van de Regeering in een slecht daglicht te stellen. Er staan tegen over de duizenden gouvemements- en neu trale bijzondere scholen slechts 131 scholen der Zending, meerendeels eenvoudige des- sascholen. Bij subsidie-verleening worden de Zending&oholen volstrekt, niet voorge trokken bij de andere. Als de Mohamme danen er op gesteld zijn, dat er scholen komen met Mohammedaansch godsdienston derwijs, dan kunnen zij zeer goed zich daarvoor opoffering getroosten. Zes mil lioen gaven zij verleden jaar voor bedevaar ten naar Mekka. Ia het subsidie te laag, dan wil de Minister overwegen, of het ver hoogd kan worden. Maar wordt het voor de Mohammedaansche scholen verhoogd, clan moet het ook voor de Christelijke scholen worden verhoogd. Ten aanzien van de Minahassa, heeft de Minister verleden jaar gezegd, dat de be volking volkomen vrij moet zijn in de keuze tusschen gouvernementsscholen en de Zen dingsscholen. Maar de gouvernementsscho len bleken niet te voldoen en waren veel te duur, terwijl de Zendiugssoholen zieh we gens de veel te geringe subsidie niet- kon den ontwikkelen. Dit is de reden geweest van het plan, tot de conversie. Evenwel wa» de bedoeling, om, wanneer er bezwa ren zich zouden voordoen, aan den districts scholen een goede kans te geven. Het Rob- terdamsche Zendings-genootschap is het daarmede volkomen eens en wenscht thans ook de districtsckoleu te doen steunen door de zendelingen. Voor Timor i» een gouvernementsschool om verschillende redenen totaal ongeschikt o. a. omdat zij mist het vermogen van aan passing aan de bevolkingsreden. De bevol king in die streken smeekt letterlijk om zendingsonder wijs. Op Timor zal het onder wijs niet aan de Zending worden uitbe steed. De bedoeling is alleen bij uitbreiding van het Zendinggonderwijs een subsidiere geling vast te stellen. De Minister bevestigde do opheffing van do gouvernementsschool te Soemba, maar dit geschiedt niet, omdat de Zending het vroeg, maar omdat de uitgaven voor die school nutteloos gebleken rijn. Spreker eindigt met nogmaals uiteen te zetten, dat der Regeering alle drijven op het gebied der Zending vreemd is, in ver band waarmede de Minister, met een be roep op oprichtingsoijfers van openbare scholen, vraagt met welk recht men de Re geering verwijt heb openba-ar onderwijs in Indië te drukken. Op eerlijke wijze zal de regeering in de thans gevolgde richting voortgaan. Hierna vingen de replieken aan. De heer De Meester deed in zijn repliek uitkomen, dab hot zenden van Ohi- neesoh geld voor de Nederlandsohe verkie zingen niet vast nokijnt te staan. Maar als het zoo is, ziet spreker er niets geen be zwaar in, al» do heer Gerritsen, direotour van de Javasohe Bank, die zich aan het hoofd heeft gesteld van de beweging in Indië, om geld voor de verkiezingen in te zamelen, ook geld van de Chineezen zou aannemeo, omdat spreker niet toegeeft, dat het Chineefich© ras in Indië tegenover ons staat. Spreker houdt vorder vol, dat hij iu ver band met do Zending allerminst gespot heefb en daarom begrijpt hij niet waarom do heer Lobman zoo toornig optrad. Verder handhaaft spreker nader zijn standpunt. Heb verder debat wordt verdaagd tot Dinsdagmorgen en de vergadering opge heven tot avonds 8 uren tor verder© be handeling o. a. van de suppletoir© bngroo- ting voor den bouw vau een nieuw Depar tement van Binnenlandsche Zaken. Avondvergadering van Maandag, Verbouwing Departement van Binnenlandsche Zaken. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp betref fende de verbouwing van het "gebouw van bet Ministerie van Binenlandsche Zaken en d'e daarbij door de heeren De Stuers c.s. voorgestelde motie, strekkende om de Ka mer als haar oordeel te doen uitspreken, dat het ontwerpplan voor de verbouwing nader aan deskundig onderzoek behoort te worden onderworpen. De heer De S t u e r s, den heer Rinck tegensprekende, noemde heb overdrijving, dat het gebouw van Binnenlandsche Zaken zoodanig zou zijn, dab men er niet werken kan. Van de rede van den Minister zeide spr., dat deze vol beleedigende kwalifica ties wa-s aan epr.'a adres zooals hier nog nooit gehoord werd, en hij betwijfelde voorts of hetgeen de Minister zei over de noodzakelijkheid vau de verhuizing van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken wel erg steekhoudend was. Toen 6pr. gewaagde van „beleedigende verdachtmaking-'' door <Ien Minister werd hij tot de orde geroe pen. De heer De Stuers sprak vervolgens zijn afkeuring er over uit, dat de Minister het rapport van de commissie voor da grafelijke zalen achterhield. Vast staat, dat de plannen in haar geheel niet door de commissie zijn behandeld. De heer Cuypers, waarop de Minister zich zoo be riep, is voor behoud van de bestaande rooi lijn, spr. critiseerde verder de plannen. De Kanier heeft heb recht en dien plicht te ver langen, dat de te berde gebrachte bezwa ren behoorlijk worden onderzocht en gaat onder deze omstandigheden mee met do motie, die slechts beoogt op to komen voor do rechten der Kamer. De heer De J o n g h, Rotterdam, vor-< klaarde zich een groot voorstander van 's Ministers plan en bestreed de er tegen aangevoerde bezwaren. De heer De V1 u g t betoogde, dat aan* neming der motie niet meer dan twe© maanden vertraging kan geven en dat in trekking van het ontwerp ten gevolg© van die aanneming in geen enkel opzicht ge* rechtvaardigd zou zijn. De heer Ruysde Beerenbrouok zeide er geen oogenblik spijt van te hebben de leiding van de beide deskundige rappor teurs, de heeren De Stuers en De Vlugty te hebben gevolgd; óók niet na lezing in de „handelingen'' van him redevoeringen, dlie zakelijk waren, iets, wat spr. niet kou zeggen van de redevoering van den Minis ter. Ook de heer Helsdingen oefend© eritiek op 's Ministers plan/ maar zal niet teg©n het ontwerp stemmen. Spr. drong er voort» bij den Minister op aan, toe t© go- ven aan het verlangen der commieeie van rapporteurs (nader deskundig ndviea). De heer De Savornin Lobman verklaard© zich voor het ontwerp en be toogde, dat de Minister de motie kan acoepteeren, daar zij los van heb ontwerp staat. De Minister verklare rich dus be reid alsnog deskundigen te hooren en be- slisse daarna vrij over d© zaak zonder do Kamer daarin meer te kennen. De Minister van Water sta at betoogde eerst, dab de redo van den heer De Stuers niet zoo doodonschuldig was alt zij door den voor hem ongewoon kalm© wijze en zaohten toon, waarop rij werd uitgesproken, leek. Do niet kwetsend be doelde uitdrukking „antiquiteiten-wellus teling" nam do Minister nu terug, Wab heü advies van dr. Cuypers omtrent do rooi lijn betreft, blijkens mededeeling van den heer De Stuere laat het geheugen van dien achtenswaardigen man hem in den steek. De Mi n i s t e r verdedigde daarop zijai ontwerp tegen de daartegen aangevoerde bezwaren. Bedoelt de motie inderdaad niets anders dan do heer Lohman zeido, dan had de minister er geen bezwaar tegen.. De Minister van Binnenland sche Zaken constateerde, dat er dezen avond belangrijke ontspanning ij gekomen door de verklaring van de ledien der com missie, dat zij niet zijn tegen het ontwerp. Daarna verdedigde do Minister do verhui zing van zijn departement in Augustus j.L en trad hij in een weerlegging van de be zwaren omtrent licht en lucht in do te maken archief-vertrekken. Na repliek o. a. van den heer D U Stuers, die zich met 's Ministers opvat ting omtrent de motie vereenigde, werden motie en wetsontwerp zonder hoofdelijk© stemming aangenomen, waarna de verga dering werd gesloten. De oorzaak van echtscheidingen. Rechter William N. Geminill te Chicago heeft voor een groot aantal eohtsoheidin- gen aan de rechtbank voor de gezinsbin trekkingen aldaar uitgesproken, do oorza ken nagegaan. Hij komt tot de volgende rubriceering in percenten. Jeugd en overhaaste huwelijken 15 pCt.f geheime ziekten 15, inmenging van sohoon- moeders 25, inmenging van kinderen in tweede huwelijken 25, driftig humeur 10 en misbruik van drank en verdoovende mid delen 10 pCb. Deze statistiek kan o.i. niet juist zijn: er zijn nog tal van andere redenen, dl© wel tot echtscheiding leiden en rechter Geiu- mill lieeft zijn 100 pCfc. reeds bijeen! Voorts verklaarde rechter Gemmill het volgende „Heb is een treurige conclusie om toe Ie komen, maar het is waar, dat de gemiddel de man zijn gezin verlaat, en het zonder medelijden in ellende achterlaat, zoodra zijn huiegezin door tegenspoed wordt ge troffen. Maar ik kan er niet te veel den nadruk op leggen, dat het hoogelijk oleib voor de vrouw, dat, wat er ook mog© ge beuren, een moeder haar kinderen niet :n <Jen steek laat." Dokters eu Zfekeutoiidsen. Het in de 63ste algemeen© vergadering van de Nederlandsohe Maatschappij tob Be vordering der Geneeskunst met algemeene etemmen aangenomen algemeen bindend besluit, dat de leden van de Nederlandsch© Maatschappij tob Bevordering der Genees kunst zich verbinden, niet deel te nemen aan eenig nieuw op te richten ziekenfonds of aan eenig ziekenfonds, dat volgens do bepalingen van een in te voeren Z:ektewet toegelaten is, tenzij in de statuten aan in het besluit genoemde en vroeger vermelde hoofdvoorwaarden i3 voldaan, is, naar in het- „Ned. Tijdschrift v. Geneeek." wo^dt medegedeeld, van kracht geworden, op grond dat het door de hij art. 18 der sta tuten bedoelde eindstemming met meer dan drie vierde der uitgebracht* st°rameri (2420 van de 2487 volgens het reglement geldige stemmen) bevestigd is. Best op Jnva. Bij het Departement van Koloniën is ontvangen het volgende telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch- Indio, d.d. 23 dezer, betreffende pest op Java, gedurende het veertiendaagsclie tijd vak van 6 tot en met 19 dezer: Afdeeling Ma lang drie en tachtig nieuwe pestgevailen, acht en zeventig dooden. K e d i r i zeven en dertig doodelijke ge vallen. S o e r a b a i a zes, Toeloengagoeng, Madioen en Ngawi ieder één geval." Het is gebleken, dat in het vorig veer- tiendaagsch rapport een seinfout was ge slopen. In plaat© van een en twintig- doo den in de afdeeling M a 1 a n g moest ge* lezen worden: een en tachtig dooden.,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5